Üuitnüand. Brieven uit België. vijftig mijlen. De verwoesting van particulier eigendom heeft een ontzettenden omvang verkregen, en wat het ergste is verscheidene menschenlevens zijn gevallen als offers van het vuur. Beginnende van het Westen ver spreidde de brand zich van Gouritzrivier naar de groote Brakrivier of Mosselbaai, waar vier hoerenhofsteden wer den in de asch gelegd en aan landerijen en ander eigen dom in alle richtingen groote schade werd toegebracht. In de afdeeling George brandden verscheidene boeren plaatsen tot den grond toe af of werden aanmerkelijk beschadigd. De hofsteden van den heer Bernard op Buffelsvermaak, die van den heer Gerber op Langevlei, zoomede die van de heeren Hannibal en Terblans zijn met den ingezamelden oogst in rook opgegaan, terwijl velen der bewoners slechts met de uiterste moeite aan den dreigenden dood ontkomen zijn. Nabij Meiringspoort, in de afdeeling Oudtshoorn werd het vuur reeds den 8™ dezer opgemerkt en breidde in weinig tijds zich Ongelooflijk ver uit, overal vernieling en verwoesting met zich voerende, vooral op de plaatsen Grootkruis, Kleinkruis, Zuurplaats, Oude Muragie, de Rust, Varkens- kraal en Uitvlucht. Maar niets haalt bij de mate van jammer, door het verslindende vuur over de afdeelingen Uitenhage, Humansdorp en Knijsna uitgestort De enkele Opsomming van huizen, hofsteden, te veld staande oogsten, groot- en klein vee, daar verloren gegaan, zou geheele bladzijden kunnen vullen. Alleen tusschen George en Flentenbergs baai (Knijsna) wordt de schade op 30,000 p. st. begroot Het dorp Knijsna zelf is als door een wonder ontsnapt. De landerijen daar in den omtrek met omtrent een vijftigtal cottages deelden echter in de algemeene ramp, terwijl oostwaarts, in de richting van Plettenbergsbaai, de prachtige hofstede van den heer Barnington, bestaande uit omtrent 20 of 30 gebouwen en schier op zich zelf een dorp uitmakende, door de vlammen werd verwoest. Verder is nog in de asch gelegd het kostbare landgoed Westford, het eigen dom van den-heer Darnell, wiens familie ter nauwernood aan het gevaar ontkomen is. Al die verwoestingen hadden plaats op Dinsdag den 9™ Februari. Uit Humansdorp zijn de berichten niet minder aandoenlijk. Do veldbrand brak aldaar uit op den 9™ onder eene hitte van 113° in de schaduw en eene droogte daaraan geëvenredigd. Het vuur kwam van de zijde van Lange- kloof en de Kromme-rivierhoogten langs de Zitzikamma en door de Zuurbron- en de Zeekoerivier. De aangerichte echade wordt er geschat op 30 a 50 duizend ponden sterling." Verkoopingen en aanbestedingen. Bij de jl. Zaterdag te Goes gehouden aanbesteding tot vergrooting der openbare gemeenteschool der 2« klasse zijn 7 inschrijvingsbiljetten ingekomen, zijnde van de heeren: P. Buitendijk f 2809; B. don Boer f 2718; W. de Jonge ƒ2700; A. cïe Beste f '2697 W. de Beste f 2630; H. Ellefrinck f 2489en W. J. van de Weert 2453. Het werk is gegund aan den laagsten inschrijver voor de door hem ingeschreven som, behoudens goedkeuring door gedeputeerde staten van een daartoe betrekkelijk raadsbesluit. Thermometers tand. 3 April 's av. 11 u. 46 gr. 4 'smorg.7u.44gr.'smidd.lu.44gr.'sav.llu.42gr. 5 'smorg.7u.39gr.'smidd.lu.52gr. Staten-generaal. EERSTE KAMER. Zitting vau Zaterdag 3 April. Discussie en aanneming verschillende wetsontwerpen; verslagen. Het wetsontwerp houdende voorloopige regeling van de rechtsmacht van den hoogen raad in West Indische koloniale zaken, werd met algemeene stemmen aangeno men, nadat de minister van justitie de verzekering had gegeven, dat de regeering binnen kort een aanvang hoopte te maken met de definitieve regeling van dit onderwerp, zoodat in het aanstaand zittingjaar een des betreffend ontwerp kauworden verwacht; en nadat de heer Cremers het denkbeeld bad aangegeven, om de West-Indische koloniën langzamerhand tot hare geheele onafhankelijkheid voor te bereiden. Vervolgens werd mede met algemeene stemmen aan genomen het wetsontwerp tot goedkeuring van de her ziene akte omtrent de Rijnvaart, nadat de minister van financiën nader de redenen had opgegeven waarom de exceptioneele rechtsspraak in Rijnvaartaangelegeu- heden is behouden. De minister van justitie gaf, bij de behandeling van het ontwerp tot goedkeuring der overeenkomst met Italië tot regeling van den rechtstoestand der naamlooze vennootschappen, in antwoord op eene opmerking van den heer Fransen van de Putte, te kennen, dat reeds de hoofdpunten worden overwogen van eene toekomstige herziening der Nederlandsche wetgeving omtrent de naamlooze vennootschappen. Over het wetsontwerp^ tot intrekking der wetten van 29 floréal an X en 7 ventóse an XII, omtrent het vervoer van vrachten op de landwegen, ontstond eene woorden wisseling, waaraan de heeren van Bylandt, van Rhemen, Hein en van Nispen van Pannerden deelnamen en waarbij de minister van binnenlandsche zaken te kennen gaf, dat het in de bedoeling der regeering lag, de beperkin gen op de rijkswegen zooveel mogelijk weg te nemen. Volgens het tegenwoordig ontwerp zullen uitsluitend do provinciale staten bevoegd zijn verordeningen te maken op het vervoer van zware vrachten op de land wegen en de breedte van de vellingen der wielen. Eene algemeene wet op den waterstaat wordt reeds voorbereid, en daarin zullen algemeene politiebepalingen voorkomen omtrent de landwegen. Zonder beraadslaging zijn aangenomen de volgende wetsontwerpen: 1". naturalisatie van J. H. T. Budde en 9 anderen; 2». bekrachtiging van onderhandschen ver koop van twee stukken grond langs den staatsspoorweg te Groningen aan mr. E. Dull; 3». idem aan de gemeente Maastricht van vier tot den militairen dienst bestemd geweest zijnde gebouwtjes aldaar; 4°. wijziging der wet van 1851 op de militaire pensioenen bij de landmacht. Algemeen overzicht. De heer Thiers heeft in zijne redevoering van Vrijdag weder zijn bekend systeem ontwikkeld van de noodza kelijke vrijheden, welke de Fransche natie bezitten moet. Met het oog op de aanstaande hernieuwing van het wet gevend lichaam nam de noodzakelijkheid der vrijheid van verkiezingen daarbij eene niet geringe plaats in. Wat nu betreft de toenadering tusschen regeering en oppositie, daaromtrent zeide de heer Thiors het volgen de: „Bij hen die de noodzakelijke vrijheid voor de natie wenschen en ter goeder trouw gezonde beginselen bezit ten, hebben die wenschen overigens geenerlei strek king, welke met de dynastie in verband staat; dan toch zou men het land ten offer brengen aan personen; ook kan er geen sprake wezen van dezen of genen regee- ringsvorm, want dan zou men het land aan een of ander systeem ten offer brengen. Zij, die slechts de noodzake lijke vrijheid wenschen, hebben deze steeds onder alle gouvernementen gevraagd. Wilt gij een bewijs hunner goede trouw? Onder alle regeeringsvormen, waaronder zij geleefd hebben, zijn er geweest die hunnesympathie bezaten en waaraan zij gehecht waren; welnu, zij hebben toen geen enkele vrijheid minder gevraagd dan onder andere gouvernementen, noch eene enkele meer." - Aan het slot van zijne redevoering drong de heer Thiers overigens nog zeer aan op de handhaving des vredes. „Indien ik de eer had aan Frankrijk een raad te geven zeide hij zou ik het raden om de vredelievende politiek niet te verlaten dan in geval eenige niet te dul den politieke onderneming tot den oorlog noodzaakte, waarbij zij de geheele wereld tot bondgenoot zou hebben. En wie zou dan tot den oorlog moeten besluiten? Frankrijk zelf. Het land moet niet blootgesteld zijn om, den een of anderen morgen opstaande, het bevel te zien ontvangen door zijne zonen om naar de grenzen te marcheeren. De vrijheid beteekent in deze omstandig heden dat de natie zelve het besluit tot oorlog of vrede moet nemen." Bij de beantwoording dezer redevoering door den heer Rouiier erkende deze de noodzakelijkheid van het behoud des vredes, waartoe de regeering dan ook al hare pogin gen in het werk stelt. „Maar, gelooft gij zoo ging de minister voort dat eene redevoering zooals gij thans hebt hooren uitspreken strekken kan om in den vreemde de naijverige hartstochten te doen bedaren en eerbied voor ons land in te boezemen. Gelooft men dat het goed is om te zeggenWat bestaat, geleefd heeft, voordeelig is geweest en zich ontwikkeld heeft, moet men ver nietigen ten gunste van ik weet niet welke hersen schimmen, reeds duur genoeg betaald door twee achter eenvolgende revolutiën. Neen, de ontwikkeling gaat langzaam."Zoo ging de heer Rouher voort, zeer sterk herinnerende aan de redevoering van den minister Pratebol in den prince Caniche van Laboulaye. Bij de debatten op eergisteren werden door den heer Jules Favre verschillende andere grieven der oppositie te berde gebracht en daaronder ook de machteloos heid tegenover onwettige daden der politie ambtenaren. Eenigen tijd geleden -verhaalde Jules Favre wan delde eene jonge vrouw van zeer geachte familie in de omstreken van Auray in Bretagne. Een bedelaarster nadert haar en beweert dat zij hare dochter is en uit een klooster is weggeloopen. Een daar aanwezig veldwachter arresteert de beweerde dochter. De vrederechter zendt haar op naar Lorient. De rechter van instructie aldaar houdt haar in hechtenis, laat haar een verhoor onder gaan, totdat zij eindelijk, na verloop van drie dagen, nadat de ongerijmdheid der beweringen van de bedelaar ster gebleken waren, in vrijheid wordt gesteld. Het was mij natuurlijk onmogelijk om gerechtigheid te ver krijgen voor dezen moreelen moord (Gelach). Ik zou wel eens willen weten wat die lachers zouden zeggen als iets dergelijks met hunne vrouw of dochter gebeurde (Toe juichingen ter linkerzijde). Wat was voor het slachtoffer het eenige middel in deze? Het indienen eener klacht. Welnu die klacht heeft niet het minste gevolg gehad. Noemt gij nu dit eene gewaarborgde individueele vrij heid? De zóo gewaarborgde individueele vrijheid is slechts belachelijk. Er is een burger geweest, die den moed heeft gehad om den strijd tot het einde vol te houden. Op een der boulevards te Parijs zonder oorzaak gearresteerd, zeide hij aan den politie-agent dat er geenerlei reden bestond voor zijne arrestatie, doch ont ving tot antwoord eenige stokslagen. Dit is behoorlijk geconstateerd. Men hield hem verscheidene weken in hechtenis. Sedert twee jaren procedeert hij, tot zelfs voor het hof van cassatie. En met welk gevolg? Geheel vruchteloos. De heer Jules Favre noemt terecht dergelijke feiten belachelijk en ergerlijk tevens, maar, waar hij aan de keizerlijke regeering den bestaanden toestand tot grief maakt, vergete hij niet dat het in sommige zoogenaamde vrije landen met de individueele vrijheid op dat punt in velerlei opzicht ook nog maar vrij treurig gesteld is. De minister van binnenlandsche zaken Forcade de la Roquette, die bij de interpellatie omtrent de verkiezin gen van den heer Picard namens de regeering het woord voerde en het systeem der officieele candidaturen hand haafde, heeft van keizer Napoleon een brief ontvangen, waarbij dat systeem wordt goedgekeurd. Dit heeft op zich zelfs niets merkwaardigs: het spreekt wel van zelf dat de minister geen systeem zou verdedigen dat de keizer niet goedkeurde. Het zenden van den keizerlijken brief schijnt dan ook meer te moeten beschouwd worden als eene tegenspraak der geruchten, volgens welke de minister van binnenlandsche zaken in ongenade was ge vallen en zijne aftreding eerlang zou kunnen worden verwacht. Volgens een bericht van het officieus Parijsch regee- ringsorgaan la Patrie heeft de Belgische minister Frère Orban gisteren, Zondag morgen, eone conferentie gehad met den minister van staat Rouher. Eene depêche uit Madrid meldt dat in een gisteren avond gehouden ministerraad is besloten om koning Ferdinand van Portugal, ofschoon hij tot dusverre bleef volharden in zijne weigering om de kroon te aanvaarden, als candidaat voor de kroon van Spanje aan de Cortes voor te stellen. De onderkoning van Egypte, die zich door de invoe ring van verschillende liberale hervormingen bij zeker gedeelte der natie zeer gehaat heeft gemaakt, is eergis teren weder bijna het slachtoffer geworden van een moordaanslag. Een hom is ontdekt in zijne loge in den schouwburg te Caïro. Verschillende arrestatiën zijn hiervan het gevolg geweest. Brussel 3 April. Tot heden hebben wij nog niets dan het voorspel van het Fransch Belgisch conflict gehad. Slechts het eerste bedrijf is begonnen met de reis van den heer Frère Or ban naar Parijs. Weldra zullen wij aan de wending die de' zaken gaan nemen kunnen zien of het conflict als blijspel of als drama zal eindigen. In geen geval zal het echter eindigen met een mariage Aindinotion et Aamour De heer Frère-Orban is heden middag, zooals ik u per telegraaf meldde, te half drie uren bij den keizer ont vangen. Het was, 't is wel onnoodig u dit nog te zeggen, eene receptie als iedere andere, waarbij men namelijk zeer in het algemeen gesproken heeft; daarbij is het ge bleven. De ernstige onderhandelingen zullen eerst morgen, Zondag, aanvangen, want dan is de heer Rouher, de minister van staat, vrij, daar het wetgevend lichaam Zondag geen zitting houdt. De heeren Rouher en Frère Orban zijn twee groote economisten en wil het keizerlijk Frankrijk slechts een weinig goeden wil toonen, dan zal men spoediger dan men verwacht tot eene schikking komen. Het is overigens onmogelijk dat de heer Frère Orban, die door zijne vrouw vergezeld wordt, zijn verblijf langer dan tot den 13™ dezer zal uitstrekken. Op dien datum namelijk komen de Belgische kamers weder bijeen en het zal dan moeieiijk zijn nogmaals het geven van een openlijke verklaring uit te stellen nopens een quaestie waaromtrent België nog geen ander officieele mede- deeling vernomen heeft dan do te Parijs gestelde nota in de officieele organen der beide regecringen. Zooals ik u een paar weken geleden getelegrapheerd heb, heeft de heer Frère-Orban zijn secretaris, den heer van der Rost, mede genomen, en ondanks de ontkenning van den officieusen correspondent van la Meuse - die altijd woedend is wanneer hij niet eenig nieuwtje het eerst medegedeeld heeft kan ik u verzekeren dat ook twee ambtenaren van het departement van openbare werken thans te Parijs zijn. De andere ministers, die nog hier te Brussel vertoeven, toonen zich vrij gerust; evenwel ontveinzen zij niet dat alles afhangt van de quaestie of de keizer ernstig eene vredelievende oplos sing wil, dan wel of hij een voorwendsel zoekt om tegen over België op te treden. Dit bewijst dat de zaken nog steeds in een vrij onzekeren toestand verkeeren, terwijl men dan ook op niets kan vertrouwen wanneer men met een land te doen heeft waar een enkel persoon volgens zijn bon pluisir het onbeperkt gezag uitoefent. Laat ons hopen dat er eens een tijd zal komen waarin geheel Europa, krachtons een nieuw en door alle natiën gehand haafd internationaal recht, iederen despoot, wien't lust om óf door list óf door geweld, zooals Napoleon III, een vrij volk onder het dwangjuk te brengen, zal kunnen dwingen van den troon afstand te doen en ergens in eenig maagdelijk woud zijn talenten als menschenherder te gaan uitoefenen. Waarlijk het despotisme treft niet alleen de natie die er onder gebukt gaat, het treft ook bovendien alle volken, welke middellijk of onmiddellijk eenigszins een gemeenschappelijk belang hebben met den verdrukten staat. En nu juist omdat ik geloof aan die groote wet van solidariteit onder menschen en maat schappelijke toestanden, zie ik met leedwezen dat ver scheidene onzer jonge advocaten van de Brusselscbe balie zich niet alleen met het socialisme inlaten, maar zich ook hals over kop de internationale arbeidsvereeni- ging te Londen volgen en zich op den voorgrond plaatsen, op de meetings der werklieden, om tweedracht te zaaien tusschen de fabrikanten en de werklieden, en de klove die reeds tusschen kapitaal en arbeid bestaat tot een afgrond te maken. In plaats van solidariteit is bij die apostels van een valsch en gevaarlijk socialisme, dat eigenlijk communisme verbergt, slechts sprake van haat en wraak in het leven te roepen. Het is echter waarlijk grappig om die heeren te velde te hooien trekken tegen de bourgeoisieterwijl zij zelve toch daartoe behooren, niet alleen door hun afkomst, hunne zeden en gewoonten en familiebetrekking, maar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2