MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' 48.
Donderdag
w
25 Maart.
Editie varTWoensdag avond 8 uren.
Midcielhiirs 24 Klaart.
De beginselen, waarop het wetsontwerp tot regeling
Nan het hooger onderwijs (waarin het militair onderwijs
Biet geregeld is) berust, komen hoofdzakelijk hierop
BederHet gymnasiaal en universitair onderwijs wordt
Bij de wet geregeld, met eerbiediging der volkomen vrij-
Beid van het hijzonder hooger onderwijs. De propaedeu-
bsche studiën worden naar de gymnasia overgebracht,
"ie verdeeld zijn in progymnasia (waarvan vier door het
Bijk op te richten) met vierjarigen cursus, waar slechts
de hoofdvakken worden onderwezen, als kweekscholen
teor algemeene beschaving; en in gymnasia met zesjari
gen cursus (10 door het rijk op te richten), waar al de
vakken, vereischt tot voorbereiding voor universitaire
Bfudiën, worden onderwezen. De inrichting van athenaea
Bh andere instellingen van hooger onderwijs wordt ge
heel overgelaten aan de gemeenten, door welke deze
8cholen reeds zijn of mochten worden ingericht.
De drie hoogescholen worden behouden, doch de facul
teiten opgeheven. Bij elke hoogeschool wordt onderwijs
ftegeven in al de vakken, waarover de examina Ioopen,
behalve dat alleen aan eene der hoogescholen onderwijs
h'ordt gegeven in de vakken, vereischt voor de examina
■h de Oostersche letterkunde, onder welke vakken tevens
"ie zijn, welke thans op het zoogenaamd Indisch instituut
te Leiden geleerd worden. In verband hiermede wordt
dit. instituut opgeheven.
Er zal zijn vrijheid van studie en geen verplichte
colleges. Evenmin komen in de wet bepalingen voor
omtrent den duur der studie aan de hoogeschool. Voor
atle vakken zijn examens voorgeschreven. Elke cursus
zal in den regel halfjarig zijn.
Jaarlijks zullen, om beurten aan elke hoogeschool,
tien prijsvragen worden uitgeschreven, waarvoor de be
looning bestaan zal in gouden eerepenningen.
Tot ondersteuning van onvermogende verdienstelijke
studenten worden 18 studiebeurzen verleend. Tevens
wordt jaarlijks /'3000 beschikbaar gesteld voor weten
schappelijke reizen door uitstekende jongelieden, op
aanbeveling van den senaat der hoogeschool.
Als onderwijzers aan de hoogescholen zullen alleen
werkzaam zijn'hoogleeraren, privaatdocenten enlectoren.
Er zullen geen buitengewone hoogleeraren meer zijn.
Aan de hoogleeraren wordt van rijkswege eene jaar-
Wedde toegekend van minstens [4000 en hoogstens
f6000. Van de studeerenden zullen geene bijdragen
rneer gevorderd worden tot vermeerdering van de
jaarwedden.
Elk hoogleeraar wordt benoemd tot het onderwijzen
van bepaalde vakken, die in de aanstelling worden uit
gedrukt. Evenwel wordt hen vrijheid gegeven om ook
andere vakken te doceeren en om onderling enkele vak
ken te ruilen, mits onder hoogere goedkeuring.
Zonder toestemming des konings is het hoogleeraar-
Bchap onvereenigbaar met winstgevende ambten.
Het facultatief emeritaat voor de hoogleerarcn is
Bepaald op 65jarigen, en het verplicht op TOjarigcn
ouderdom. Ieder, die de voor het volgen der lessen ver
schuldigde gelden heeft betaald, wordt door den rector-
'oagnificus ingeschreven en heeft alsdan vrijen toegang
'ot de lessen aan de hoogeschool.
De collegegelden worden afgeschaftdaarentegen zal
"oor ieder student jaarlijks aan het rijk f 150 worden
Betaald. Door hen, die slechts enkele lessen wenschen
te volgen, zal eene matige som aan het rijk worden
Betaald.
Overigens zullen de stndeerenden niets hebben te
Betalen, behalve de vrijwillige honoraria aan de privaat
docenten en de kosten van diplomata na afgelegd
examen.
De colleges van curatoren met periodieke aftreding,
zonder terstond herkiesbaar te zijn, worden behouden,
evenals de senaat, rector en assessoren, bij wie de tucht
aan de hoogescholen berust.
Het meesterschap in de verschillende vakken wordt
verkregen door het afleggen van examens bij de staats-
commissicn. Daartoe wordt niemand toegelaten, tenzij
Bij in het bezit zij van het getuigschrift, verkregen
tengevolge van het gymnasiaal eind-examen, hetwelk
eenmaal 'sjaars gehouden wordt en waar ieder wordt
tecgelaten, onverschillig waar hij de kundigheden heeft
verkregen De doctorale graad wordt als zuiver weten
schappelijke titel beschouwd. Er wordt volkomen vrij-
Beid gegeven tot het openen van bijzondere scholen van
nooger onderwijs.
In de overgangsbepalingen worden zooveel mogelijk
Qc bestaande rechten geëerbiedigd. De uitgaven zijn ge
raamd op f 400,000, dus f 80,000 meer, dan hetgeen thans
«oor het rijk voor het hooger onderwijs betaald wordt.
Naar wij vernemen heeft het Belgische gouvernement
de plans goedgekeurd voor de brug die gelegd moet
worden over de Schelde, bij Temsche, voor den spoor
weg van Mechelen naar Terneuzen.
De aannemer Gouin te Parijs zal alsnu onmiddellijk
met het werk aanvangen, om dit zoo mogelijk binnen
éen jaar te voltooien. De brug zal eene lengte hebben
van 358 ellen.
Bij de tweede kamer zijn aanhangig gebleven de navol
gende wetsontwerpeni». die betreffende de zeebrieven
en het. registratierecht op buitenslands gebouwde zee
schepen 2°. tot wijziging van het crimineel wetboek voor
het krijgsvolk hier te lande; 3°. tot wijziging der wet. op
het recht van successie; 4". tot gedeeltelijke invoering
der rechterlijke organisatie van 1861; 5». tot afschaffing
der octrooien; 6°. tot regeling der grensscheidingtusschen
de provinciën Zuid-Holland en Zeeland; 7". tot vaststel
ling der West-Indische begrootingen voor 1869; 8». tot
regeling van het veeartsenij kundig staatstoezicht enz.;
9". tot nadere regeling van het gebruik van het koloniaal
batig slot van 1865; 10». tot wijziging der Indische be
grooting voor 1868; 11". tot regeling van de consulaire
rechtsmacht12». regelende het toezicht op het gebruik
van stoomtoestellen 13°. betrekkelijk de grondbelasting;
14». tot uitbreiding van den werkkring der eollegiën van
zetters; 15». tot regeling der administratieve rechtspraak
in zakevan directe belastingen; 16". omtrent de indiening
en behandeling van bezwaarschriften in zake belastingen;
17°. tot wijziging der kiestabel; 18". tot wijziging van de
artt. 45 en 48 der armenwet (voorstel van Kuyk); 19». tot
wijziging der wettelijke verordeningen op het recht van
patent voor schoolonderwijs; 20». tot wijziging der Indi
sche begrooting voor 1868; 21». tot voorziening in de
verevening van betalingen wegens pensioenen; 22». tot
goedkeuring van eene overeenkomst met België totweder-
zijdsche toelating van geneeskundigen in de grensge
meenten; 23». tot bekrachtiging van twee credieten dooi
den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië boven
de Indische begrooting voor 1867; 24». betrekkelijk de
executoir-verklaring der kohieren wegens directe belas
tingen; 25". tot vaststelling van uitgaven wegens ver
strekkingen door het departement van oorlog, dienst
1868; 26». tot regeling van het hooger onderwijs.
ambtenaar der 2» klasse J. H. Lanfermeijer, laatstelijk
expediteur bij den generalen staf van het leger in Neder-
landsch-Indië, thans met verlof hier te lande.
Eervol ontslag uit Z». Ms. militairen dienst verleend,
op verzoek, aan den generaal-majoor van het leger in
Nederlandsch-Indië J. A. Waleson, met behoud van recht
op pensioen.
registratie en domeinen. Benoemd tot ontvanger
der registratie en domeinen te Alphen de heer S. van
Hattinga Tromp, thans in dezelfde betrekking te Oud-
Beierland.
Sier!?, nieuws.
De twee en tachtig kerkliederen, in den Vervolgbundel
op de evangelische gezangen te vinden, zijn, zooverre
bekend, afkomstig van de dichters: m». H. van Alphen,
d». N. Beets, S. J. van den Bergh, A. Francken, P. A. de
Genestet, d». B. ter Haar, dr. R Beuninck Janssonius,
.T. J. L. ten Kate, mej. Albertine Kehrer, J. A. D. Molster,
P. Parson, E. J. Potgieter, C. S. Adama van Scheltema,
d». W. R. Veder, mej. van de Velde gcb. Shelmcke,
W. II. Warnsinck Bz, C. G. Withuijs, K. N. Meppen en
H. Tollens.
Het besluit der synode tot het uitgeven van dien bundel
is genomen in achttienhonderd zeven en veertig.
Professor B. ter Haar heeft het toezicht op die uitgave
gehad. (Arnh. cour.)
Naar wij vernemen is door de stemgerechtigde
leden der Nederduitsch hervormde gemeente te Leiden,
j de vraag, of het beheer der kerkelijke goederen en
fondsen bij die gemeente zal geregeld worden volgens
het voorstel van het algemeen college van toezicht van
31 October 1868, met 1009 tegen 340 stemmen in ont-
kennenden zin beslist.
De Staatscourant van 21 en 22 Maart bevat het
koninklijk besluit van den lRn te voren, houdende
nadere bepalingen omtrent de uniform kleeding voor de
schutterijen. Dit besluit luidt aldus:
„Art. 1. De korte jas, gedragen wordende door de
officieren, de onderofficieren en verdere leden der infan-
terie-schutterijen, de kwartiermeesters bij de schutterijen
in het algemeen daaronder begrepen, waarvan het model
is voorgeschreven bij ons besluit van den 19™ Januari
1859 (Staatsblad n» 2), is voorzien van twee rijen, ieder
van zeven wit metalen gebombeerde knoopen, waarop de
stedelijke kroon.
„Art. 2. De uniform-kleeding van de officieren van
gezondheid bij de schutterijen is gelijk aan die der
overige officieren der infanterie-schutterijen, met deze
uitzondering
„Op den korten jas ter weerszijde van den kraag,
achter de sterren, het van zilver geborduurd zinnebeeld
van den geneeskundigen dienst, volgens het figuur, voor
de officieren van gezondheid bij den geneeskundigen
dienst der landmacht voorgeschreven. Op de knoopen van
den korten jas en voor de schakot hetzelfde zinnebeeld.
Art. 3. De korte jas, volgens art. 1 van twee rijen
knoopen voorzien, zal worden ingevoerd naarmate de
voorraad korte jassen met eene rij knoopen, voor de
kleeding van de onvermogende leden der schutterijen
bij de gemeenten voorhanden, zal afnemen.
„De officieren, onderofficieren en verdere leden der
schutterijen, die thans van een korten jus met eene rij
knoopen zijn voorzien, zullen dezen desverkiezende
kunnen afdragen."
Benoemingen en besluiten.
polderbesturen. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan M. Tolhoek, als dijkgraaf, en aan J. de Back, als
gezworen van den polder Westerland; alsmede aan
C. Westrate Jz., als dijkgraaf van de polders Krabbcndijke
en Monniken en van den Maagspolder.
telegraphie. Benoemd tot onder-directeur 2» klasse
bij de rijkstelegraaf H. H. van Eek, thans telegrafist
le klasse, en J. J. Frederikse, thans telegrafist 2« klasse.
Benoemd tot directeur van een der rijkstelegraaf
kantoren F. E. Duynstee en J. A. A. Plok, thans telegra
fisten 2» klasse.
leger. Op verzoek eervol ontslag uit 'slands dienst
verleend, met toekenning van pensioen, aan den militairen
iïntlerwijs.
Uit Bemmel wordt, gemeld„Vanwege het sehool-
I toezicht zijn aan alle hoofdonderwijzers en onderwijze
ressen van bijzondere scholen in de provincie Gelderland
de volgende vragen gedaan
1». 11ebt gij ooit te klagen gehad over eenige partij
dige of onbillijke toepassing der thans bestaande wet op
het lager onderwijs door eenig lid van het schooltoezicht?
2». Zoo ja door wien werd die wet partijdig of on-
i billijk toegepast en bij welke gelegenheid
3». Hebt gij herstel van die grieven gevraagd of die
grieven medegedeeld, en aan welk lid van het school-
toezicht?
4». Is u ooit een eerlijk onderzoek of herstel uwer
rechtmatige grieven betreffende de toepassing der wet
door het schooltoezicht geweigerd? Zoo ja, door wien?
Ontzie u nietpersonen te noemen en specificeer de ge vallen.
5». Hebt gij thans eenige klacht hoegenaamd over de
wijze, waarop de wet door het schooltoezicht wordt toe
gepast? Zoo ja welke? (A. Rolt. cour.)
ISarinc en leger.
De uitkomsten der examens, die in de laatste jaren
door de onderofficieren van het leger voor het verkrijgen
van den rang van 2»» luitenant bij het wapen der infan
terie zijn afgelegd, hebben de noodzakelijkheid aange
toond om het wetenschappelijk onderwijs bij de korpsen
infanterie op beteren en meer gelijkmatigen voet te rege
len. Het is den minister van oorlog gebleken, dat het
daartoe alleszins noodig is, vooreerst dat de eisclien van
toelating tot het wetenschappelijk onderwijs, alsmede
die van overgang van de eene klasse naar de andere
hooger gesteld en met meer juistheid afgebakend worden,
terwijl ten anderen de vereeniging van de meer gevorderde
leerlingen in twee groote garnizoenen het middel aan de
hand geeft om het aantal onderwijzers bij den hoofd
cursus in elk dier garnizoenen zoodanig te bepalen, dat
eene betere verdeeling van de vakken van onderwijs
wordt verkregen, en aan iederen onderwijzer een taak
kan worden opgedragen in overeenstemming met zijne
krachten en zijn bijzonderen aanleg voor het een ot
ander vak.
Dientengevolge heeft de minister van oorlog, te
rekenen van den 1™ October a., het wetenschappelijk
onderwijs bij de korpsen infanterie, met uitzondering
van het instructie-bataljon, waar de wetenschappelijke
cursus op den tegenwoordigen voet blijft bestaan, op
eene geheel andere wijze dan totdusver geregeld, en be
paald dat de onderofficieren, die deelnemen aan het
onderricht om tot het examen voor het verkrijgen van den
rang van tweeden luitenant te worden toegelaten, zullen
worden verdeeld in twee klassen. Die der tweede klasse
genieten onderricht bij den staf van het regiment, waar
toe zij behooren. Die der eerste klasse worden jaarlijks
op den 1«) November gedetacheerd bij den staf van het
2» en 5» regiment infanterie te Maastricht en te 's Bosch,
ten einde aldaar hunne verdere opleiding voor het af te