ÖuitrnSanö.
Benoemingen en besluiten.
marine. Met den laatsten April eervol ontheven de
kapitein ter zee H. Kemper van zijne betrekking van
directeur en kommandant der marine te Hellevoetsluis,
en die. bptrekking.inet 1<> Mei opgedragen, aan den kapi
tein ter,.zee J. van der M^jrsch.
Eervoj ontheven, met 30 April, a. de kapitein ter zee
F. A. A. Gregory en Zr. M». adjudant in buitengewonen
dienst, de kapitein luitenant ter zee J. F. Koopman,
eerstgenoemde van het bevel over het wachtschip te
Willemsoord en over het Koninklijk instituut voor de
marine aldaar, en laatsUcqmclde van hét bevel over het
raderstoomschip de Valk en vervangen respectivelijk
door den kapitein ter zee J. P. G. Muller en den kapitein
luitenant ter zee N. M. J. Kroef.
belastingen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan
«ten hner G. Oorthiiys, nifczijnq.betrekking van ontvanger
der directe belastingen, in- en uitgaande rechten en
atccijnaen te Katwijk c. abehoudens aanspraak op pen
sioen, met dankbetuiging voor de diensten door hem in
die betrekking den lande, bewezen gedurende een tijdvak
vap tuim vier en, vijftig jaren.'
Onderwijs.
De examens ter verkrijging van akten van bekwaam
heid tot h,et geven van middelbaar onderwijs zullen in
dfij, maand Mei, a. worden gehouden. Zij die dit examen
Vïenschen a£ te leggen moeten zich voor den 15''" April
schriftelijk aan het departement van, binnenlandsche
'zaken, aanmelden.
Rechtszaken.
Dearrondisements-rechtbankalhier heeft jl. Donderdag
de volgende vonnissen uitgesproken.
Finantius de Smet, oud 30 jaren, zonder beroep,
wonende te Eede, thans alhier gedetineerd beklaagd'
wegens bedelarij, op den 12«» Februari jl. bij J. Kisseeuw,
te Aardenburg, en op den 23"" februari bij P. J. de Vos'
te Eede is schuldig verklaard aan bedelarij in eene
plaats voor welke eene openbare inrichting tot voor
koming van bedelarij bestaat, en veroordeeld tot veertien
dagen gevangenisstraf en in de kosten, met bevel dat hij
na het einde dier straf naar een bedelaarsgesticht of
werkhuis zal worden overgebracht.
Levinus de Smidt, oud 23 jaren, werkman te IJzen
dijke beklaagd van de geboorte van zijn kind te laat
b'j den ambtenaar van den burgerlijken stand te hebben
aangegeven, daar hij den daarvoor gestelden termijn
van drie dagen met éen dag heeft overschreden is
schuldig verklaard aan het door den vader niet doen
van aangifte bij den ambtenaar van den burgerlijken
stand van de geboorte van een kind binnen den bij de
wet bepaalden tijd, en veroordeeld tot een geldboete van
f 3, alsniede in do kosten.
Petrus Franciscns Cortvriendt, oud 35 jaren, dienst
knecht te Groede beklaagd dat hij in den zomer des
vorigen jaars, tijdens hij tegen loon in dienst was bij den
landbouwer Th. de Badts, te Oostburg, ten nadeele van
dezen een linnen graanzak heeft ontvreemd is schuldig
verklaard aan diefstal door een loonbediende ten nadeele
van zijn meester en, onder aanneming van verzachtende
omstandigheden, veroordeeld tot acht dagen gevange
nisstraf, benevens in de kosten.
Maria Bliek, ond 23 jaren, wonende onder IVater-
landkerkje —beklaagd dat zij den 15" Januarijl. ophetijs
aldaar aan ïlhelmina Cafëïs moedwillig een paar slagen
heeft toegebracht is schuldig verklaard aan het
moedwillig toebrengen van slagen en stooten, waardoor
geenerlei ziekte of beletsel om te werken ïs veroorzaakt
en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden'
veroordeeld tot ëene geldboete 'van 8, alsmede inde'
koeten.
Pietcr Boeije, oud 19 jaren, arbeider te Nicuwland
onder Biervliet, en Eduard de Krijger, oud 19 jaren
arbeider te IJzendijke, waren beklaagd dat zij den
<en Februari jl. op den' publieken weg onder Biervliet
elkander moedwillig slagen hebben toegebracht. De
tweede beklaagde is niet-scliuldig verklaard en vrijge
sproken, doch de eerste beklaagde schuldig verklaard
aan het moedwillig, toebrengen van slagen, zonder dat
daardoor ziekte of beletsel om te werken is veroorzaakt,
en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden
veroordeeld tot fH boete en in de kosten.
rT Phdippus van Petegem, oud 56 jaren, metselaar te
IJzendijke beklaagd dat hij den 13«n December jl. be
ledigende uitdrukkingen heeft gebezigd tegen F. F. van
de Weyde, herbergier aldaar, door hem toe te voegen
dat hij een dief was is schuldig verklaard aan het in
t openbaar beleedigend uiten van smaad- eu scheld
woorden, die geene ten laste legging eener bepaalde en
omschreven daad, maar van eene aangeduide ondeugd
behelzen, en veroordeeld tot eene geldboete van ƒ8 be
nevens in de kosten.
Johannes Geevaerts, ond 34 jaren arbeider te
Sluis beklaagd dat hij den 7« December jl. op de
stragt te Sluis aan den landbouwer P. de Munck onder
anderen beleedigend heeft toëgevoegd, dat hij een
«vern(in de beteekenis van „bedrieger") wasis
fiëe'de schuldig verklaard aan het in 't openbaay beleedi
gend uiten van smaad- en scheldwoorden enz., en ver
oordeeld tot eene geldboete van ƒ8, alsmede in de kosten
Israël Barendse, oud 67 jaren, koopman alhier
beklaagd dat hij den 22n> Februari jl. aan Cornelia
Pctronella Bolleman, huisvrouw van A. Kampman, op de
straat voor hare woning in de Sint-Janstraat alhier be
leedigend heeft toegevoegd „dat zij een bedriegster was
dat zij het altijd op bedriegerij en schurkerij heeft aan
gelegd; dat haar man een schurk was," enz. ia even-
I zeer schuldig verklaard aan het in 't openbaar beleedigend
I uiten van smaad- en scheldwoorden enz., en veroordeeld
tot eene geldboete van ƒ16 en in de kosten.
Jacoba Adriana Dekker, oud 33 jaren, wonende
alhier beklaagd dat zij den IS"" Februari jl. Sara
Petronella Krijger moedwillig met een telhout slagen
heeft toegebracht is schuldig verklaard aan het moed
willig toebrengen van slagen, waardoor geene ziekte of
beletsel om te werken is ontstaan, en veroordeeld, onder
aanneming van verzachtende omstandigheden, tot eene
gevangenisstraf van drie dagen en in de kosten.
Gemengde berichten.
Jl. Woensdag ochtend omstreeks 9 uren viel zekere
de Nooijer, een der arbeiders, welke bij de spoorweg- eu
kanaalwerken alhier bezig waren met heien, tengevolge
van eene bezwijming achterover op den kop ecner paal,
waardoor de man over het geheele lichaam gevaarlijk
gekneusd werd. Door spoedig ingeroepen geneeskundige
hulp is hij zoover hersteld dat thans geen gevaar voor
zijn leven meer bestaat.
De stoomboot de Zeeland heden morgen te 8 uren
van yiissingen vertrokken om naar Neuzen te sfoomen,
is, buiten de haven gekomen, onmiddellijk weder terug
gekeerd, daar men Ontdekte dat de boot een klein lek
had. De' dienst zal waarschijnlijk heden weder hervat
kunnen worden.
A's eene curieuse bijzonderheid voor de vrijheid,
welke Frankrijk thans geniet, en waaromtrent de offi-
cieuse Parijsche dagbladpers schaamteloos durft beweren
dat in België velen smachtend naar de-Fransche vrijheid
uitzien, zij gemeld dat van 20 Februari tot heden de
Köhiische Zeitung slechts eenmaal, en wel op 2 Maart,
de Fransche grenzen heeft mogen overschrijden. Op allo
andere dagen werd zij aan de grenzen in beslag genomen.
Jl. Dingsdag middag heeft in een huis op den hoek
der Place Sorbonne te Parijs eene hevige ontploffing
plaats gehad. Men was in dat huis bezig met het behan
delen, van een onlangs uitgevonden soort van kruit,
waardoor de ontploffing ontstond. Eene voorbijgaande
wasch vrouw werd door een voorwerp getroffen en, gedood.
De brand welke de ontploffing volgde heeft zich tot de
eerste verdieping bepaald. Behalve de gewonden, wier
aantal nog niet bekend is, heeft men het verlies van
zeven menschenlevens geconstateerd. De schok der ont
ploffing was zoo hevig dat van de omliggende huizeu
ruim vijf duizend vensterglazen verbrijzeld zijn.
De verkooping eener schilderijen-verzameling van
den heer Delessert te Parijs is op den eersten dag zeer
geanimeerd geweest. Een schilderij van Raphaël: de
Maagd, is voor 150,000 fr. verkocht aan den hertog
d'Aumale. Een Cuyp: Koeien op een heuvel, werd
voor 92,000, en Hobbema: Het binnenste van een boscli
voor 40 000 een van der Heyden: Markt eener Holland-
sqhe stad, voor 4 \000 fr. verkocht.
De Engelsche bladen noemen de wijziging, die het
Amerikaansche kabinet heeft ondergaan, eene zeer gun
stige, voor zooveel betreft de benoeming van de ministers
van buitenlandsche zaken en financiën. De heer Hamil-
ton Fish uit New-lork was gouverneur van den staat
van dien naam en vertegenwoordigt dien in den senaat.
Hij is advocaat, zeer rijk en wat meer zegt, hoogst be
kwaam. Hij behoort tot de republikeinsche partij. Origi
neel is de oorsprong van zijn naam. Zijn vader toch werd
evenals dit met Mozes in Egypte het geval is geweest,
aan het New- Yorksche strand door visschërslieden ge
vonden; het kind was in een mand gepakt en aangezien
men natuurlijk onbekend was met den familienaam van
den kleine, noemde men hem „Preserved Fish." Deze
vondeliug verwierf later een kolossaal vermogen en deed
zijn zoon met de grootste zorg opvoeden.
ïfei'kpopingen en aanbestedingen.
Heden zijn op den Grooten Abeele ten verkoop aan
geboden de navolgende peiceelen, allen gelegen in de
gemeente Oost- en West-Souburg: 1». 1 bunder 1 roede
weiland; verkocht voor 1700.27 2».63 roeden57r' ellen
bouwland; verkocht voor 1144. 3°. 74 roeden 25 ellen
bouwlandverkocht voor 11467. 4". 1 bunder 30 roe
den 10, ellen weiland, 5". 95 roeden 25 ellen weiland en
sprink, 6». 40 roeden 55 ellen weiland en sprink; te zamen
verkocht voor ƒ3954.50.
Heden werd alhier aan he.t gebouw van het gewes
telijk bestuur aanbesteed
1». het maken van een plaatijzeren draaibrug te Sas
van Gent over het kanaal van Neuzen, waarvoor het
laagst is ingeschreven door den heer J. Verkuyl Quak-
kelaar, te Vlissingen, voor 44,972.
2°. het maken van voorzieningswerken aan den oever
en dijkval van 12 December 1868, ontstaan aan don
calamiteusen Annapolder. Laagste inschrijver de heer
I. van Male Dz., te Breskens, voor 3247.
Tberniomoterstanti.
17Maart.'sav.ll n.38 gr.
18 'smorg.7u.37gr.'smidd.lu.48gr.'sav.llu.44gr.
19 's morg.7 n. 42 's inidd. 1 u. 50 gr.
Sta ten-generaal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 16 Maart- 1-u.terpellatie, Sypesteyn
Kust Guinea; terugzending van art. 2 ontwerp zee-
brieven naar de sectiën; discussie over onderzoek wets
voorstel van Kuyk.
Aan de orde is de interpellatie van den heer van
Sypesteyn omtrent de aangelegenheden van de Kust
van Guinea.
In de eerste plaats heeft de heer van Sypesteyn er op
gewezen, dat hij reeds in de zitting van den 22™ Decem
ber 11. dqn tqestand onzer West-J udisqho bezittingen en
dien van de Kust van Guinea heeft besproken. Hij ging
thans meer speciaal na, hetgeen sedert het scheidings-
tractaat van 1867 aan de Kust is voorgevallen, er daarbij
op wijzende, dat de reden van den ongelukkigen toestand
thans grootendeels hieraan moet, worden geweten, dat
wij de Ashautijncn niet besqhermen tegen hunne vijan
den, de Fantijnen, die, overmoedig geworden, het Neder-
landsch fort van St. George d'Elmina hebben belegerd
en thans de communicatie tusschen dat fort en onze ove
rige bezittingen hebben afgesneden. Het voorafgaande
strekte tot toelichting der eerste vraag: „kan de minister
aan de kamer eenige mcdedeelingen doen omtrent den
toestand, waarin de Nedèrlandsehe bezittingen ter Kuste
van Guinea verkeeren, een toestand, die door velen als
hoogst zorgelijk wordt voorgesteld."
De tweede vraag luidde: „Is het juist, wat zoowel in
particuliere berichten als in, dagbladartikelen wordt ver:
meld, dat de negerregéering het bestuur ter Kuste als
het ware gedwongen hoeft, twee afgevaardigden naar
het moederland te zenden?" Tot toelichting las hij
eenige inlichtingen voor, door hem, bij brief van 6 Fe
bruari, uit de Kust ontvangen, waaruit bleek, dat de
negerregeering van den gouverneur had geëischt, dat
hij twee afgevaardigden naar Nederland zou zenden.
Daartoe zijn aangewezen de, inlander Emizang, een
zeer beschaafd en aanzienlijk man, en de kapitein-
kommandant van Elmina, de heer Meijer. Hij begreep
niet hoe men, in oorlogstijd, juist den kommandant
koiy afvaardigen en kwam zoo tot zijn vraag:
hét juist wat, zoowel in particuliere berichten als in
dagbladartikelen wordt vermeld, dat de negerregeering
van Elmina het bestuur ter Kuste, als 't ware, heeft ge
dwongen, twee afgevaardigden naar het moederland, te
zenden."
Komende tot zijn derde vraag: „Is de regeering be
dacht op het nemen van afdoende maatregelen, teneinde
aan den werkelijk onhoudbaren toestand', die nu reeds
ruim een jaar duurt, een eindq te maken", betwijfelde hij
het zeer of er reeds afdoende maatregelen zijn genomen.
hulp heeft zich bepaald tot het zenden van een schip
eu van eenige achterlaatgeweren en het machtigen vali
den gouverneur om eenige meerdere negersoldaten aan
te werven. Zij n derde vraag was daarom„Is de regéq-
ring bedacht op het nemen van afdoende maatregelen
teneinde aan den werkelijk onhoudbaren toestand, die
nu reeds ruim een jaar duurt, epn einde te maken." Ten
slotte weersprak hij de wenschelijkheid of zelfs moge
lijkheid voor Nederland om thans de Kust te verlaten
en eindigde hij zijne rede met te verklaren, dat hij steeds
voor de belangen van de West en van de Kust zal op
komen.
De minister van koloniën zeide, dat het hem, leed deed
op dat oogenblik dé vragen niet breedvoerig'ié kunnen
beantwoorden. Hij wordt belet thans den toestand bloot
té léggen en wel omdat de zaak in overweging is bij den
koning, die, nog niet beslist heeft omtrent de voorstellen
der reg,eeriug._ Zoodra die beslissing gevallen was, zou
do minister niet aarzelen het standpunt aan te geven,
waarop de regeering zich, geplaatst heeft. Dit was het
antwoord op de eerste vraag. Van de tweede vraag zeide
de minjster alleen,, dat ér veel van aan is, en, wat dó
derde vraag betrof, hoopte de minister, dat de, kamer wel
verzekerd zal zijn, dat de regeering overtuigd is, iaji
afdoende doortastende maatregelen thans noodig zijn
geworden.
Nadat de heer van Sypesteyn de opmerking gemaakt
liad, dat de minister bij zijn antwoord schijnbaar wat te
veel indachtig was geweest aan de eerste woorden van
Prediker V: 1 (Wëest niet te snel met uw mond), werden
de beraadslagingen over de interpellatie gesloten.
Hierna zouden de beraadslagingen worden voortgezet
OV/ i' art, 2 van het wetsontwerp tot herziening der wét
op de zeebrieven en de Turksche paspoorten.
Op dat artikel waren echter reeds amendementen
voorgesteld door de heeren Heemskerk Azn. en van
Houten, terwijl de. minister van financiën het artikel ook
nog gewijzigd had. Naar aanlei.ding daarvan werd, op
voorstel van de hoeren van Wass.enaer van Catwijck,
Bichon, van Kuyk, W. van Goltstein en Pijnappel be
sloten, het artikel met de reeds voorgestelde en nóg
voor te stellen amendementen naar de afdeelingen te
verzenden, terwijl, overeenkomstig het verlangen van
den minister van financiën, nog beslist werd, dat de
commissie van rapporteurs omtrent dit artikel in mon
deling overleg zal treden met de betrokken ministers.
Door den heer van Naanièn werd hierop de wensoh
te kennen gegeven, dat het wetsvoorstel van den heer
van Kuyk nog vóór het reces in dé sectiën zou worden
onderzocht. Na eenige woordenwisseling werd besloten,
dat de centrale sectie zou beslissen of aan dat verlangen
zou worden voldaan.
Algemeen overwicht.
De onderhandelingen tusschen Brussel qn Parijs
worden, blijkens telegram van heden avond, ijverig
voortgezet. In beginsel is reeds tot liet houden eener
conferentie besloten, doch ovèr de grondslagen dier
conferentie zijn partijen het nog piet eens.
De Fransche Moniteur meldt heden dat in de volgende
weëk hot houden der conferentie zal worden aangekon
digd, welke te Parijs zal bijeenkomen. Tot grondslagen
zullen daarbij eenige economische quaestiën wórden
gesteld en de thans gevoerde- onderhandelingen loopen
nog over de spporweg-overeénkomst. Daaromtrent i»