OÜRANT.
i\°- 36.
Donderdag
<3htnmlattï>.
1869.
4 Maart.
Editie van Woensdag avond 8 uren.
KElVJVlSOfiFIlVG.
De Commissaris des Konfeigs in de provincie Zeeland,
Gelet op art. 1L der wet van den 13en Juni) 1857,
(Staatsblad n». 87);
Maakt bekend, dat, volgens het daartoe door heeren
gedeputeerde staten genomen besluit van den 26™ Febru
ary 1869, n°. 93:
1". de jagt op houtsnippen en waterwild op den
3i™ Maart, doch die op watersnippen op den 15™ April
van dit jaar zal gesloten zijn
2°. het weispel van kwartelen alleen van den i™ Mei
tot en met den 15™ July dezes jaars zal geoorloofd zijn;
3<>. de vissckerij van den 15™ Maart tot en met den
15™ April 1869 zal gesloten zijn, en eindelijk
4°. dat gedurende den gesloten viscktijd, het visschen
van paling, doch alleen met aalkorven van wisschen of
teenen gevlochten, zal mogen plaats hebben.
Deze kennisgeving zal in het Provinciaal blad ge
plaatst, en zullen afdrukken in plano aan de gemeente
besturen ter aanplakking gezonden worden.
Middelburg, den 1™ Maart 1869.
De Commissaris des Konings voornoemd,
R. YV. VAN LIJNDEN.
Middelburg 3 Maart.
De verkiezing van ecu lid voor de tweede kamer der
staten-geaevanl in het hoofdkiesdistrict Zuidhorn, nood
zakelijk geworden door het overlijden van den heer
G. Reinders, is bepaald op Woensdag 24 Maart a. en de
herstemming, zoo noodig, op Woensdag 7 April daaraan
volgende.
Tot vervulling der solo's op liet hier in Juni te houden
8sle muziekfeest hebben zich bereid verklaard mevr. Col-
lin-Tobisch, te Amsterdam, alt; de heer Th. Gübbels, te
Aken, tenor; de heer W. C. Deckers jr., te 's-IIertogeri-
bosch, barriton; terwijl de verdere onderhandelingen
zoodanig gevorderd zijn dat het comité op goede gronden
de medewerking mag verwachten van mejnfvr. Weijrin-
ger, te Rotterdam, als sopraan.
De gemeenteraad van Vlissingen heeft gisteren eene
zitting gehouden, waarvan wij het verslag in een volgend
nommer mededeelen.
Het nieuw benoemd lid in1'. Ph. J. Callenfelsheeft,nade
gevorderde eeden afgelegd te hebben, zitting genomen.
Aan de heeren H. P. Winkelman en Th. van Uije
Pieterse is op hun verzoek eervol ontslag verleeud als
leden der plaatselijke schoolcommissie. Ter vervulling-
der hierdoor te ontstane vacatures zal eene voordracht
van de schoolcommissie worden verzocht.
De gemeenteraad van Krabbendijke heeft jl. Vrijdag
de geloofsbrieven der zes benoemde raadsleden onder
zocht; (het zevende lid, de heer B. den Exter van den
Brink, had die niet ingezonden, ouder aanvoering, dat
de leden niet konden worden toegelaten, als hebbende,
naar zijn oordeel, de verkiezing niet plaats gehad over
eenkomstig de wet), en besloten met 4 tegen 3 stemmen,
tot toelating van de heeren H. Geelhoed en J. de Jager.
Bij stemming over de heeren A. de Kok, J. Zandee,
K. Verschuur en D. Blok, leden die uit den vorigen raad
hun ontslag hadden genomen doch herbenoemd zijn,
staakten voor ieder afzonderlijk de stemmen met 3 tegen
3 en werd bij loting beslist, dat J. Zandee en K. Ver
schuur, wel, maar A. de Kok -en D. Blok, niet zijn
toegelaten. Goessche cour.)
Behalve het adres, waarvan in ons vorig nommer
werd melding gemaakt, zal uit Zierikzee nog een adres
aan de tweede kamer der staten-generaal gezonden wor
den, mede bezwaren houdende tegen de vereeniging van
de kiesdistricten Zierikzee en Goes. Dit adres ligt ter
teekening ten kantore van jhr. YV. M. H. de Jonge. In dit
adres wordt verzocht afscheiding van het eiland Over-
flakkee van, en bijvoeging van de eilanden Tholen,
St.-Philipsland en Noord-Beveland bij het hoofdkies
district Zierikzee.
In den loop van dit jaar zullen niet minder dan acht
tien nieuwe rijks-telegraafkantoren worden opengesteld.
Voor Zeeland zijn daaronder begrepen de kantoren 81uis,
Tholen en Bruinisse. Ook in onderscheidene kleinere
gemeenten zullen telegraafkantoren gevestigd worden.
Naar men ons uit Neuzen meldt is de gesteldheid
van den Nieuwen NeuzenpoUler op dit oogenblik zeer
zorgwekkend. Nadat op jl. Zondag avond wederom eene
oeverafschuiving van 313 el lengte en 60 el breedte had
plaats gevonden, westelijk van de afschuivingen van
31 December en 13 Februari jl., is tot heden ook het
buitenbeloop van den zeedijk, over eene lengte van
circa 105 el, met de daarop gelegde rijsbeslagen en
steenbezettingen, geheel weggevallen, zoodat thans op
dat punt de nu steile zeedijk door den golfslag wordt
geteisterd en er het ergste van te vreezen is. Bij inge
landen zou het voornemen bestaan achter de thans be
dreigde punten onmiddellijk een waterkeerenden dijk
te doen leggen; waarvan de kosten begroot worden op
ongeveer f 40,000.
De Staatscourant van heden bevat het koninklijk
besluit van den 20™ Februari jl., houdende aanvulling
van art. 36 van het hij koninklijk besluit van 12 Mei
1863 (Staatsblad n°. 58) vastgesteld algemeen reglement
voor de spoorwegdiensten.
Uit Rotterdam schrijft men ons
„De Tijd laat zich door een zijner correspondenten
schrijven, dat de heer Thorbecke bij zijne vrienden te
Rotterdam een nauwketjrig onderzoek heeft ingesteld
naar de oorzaken van den uitslag der laatste gemeente
raadsverkiezingen alhier Door het opnemen van dit be
richt toont de Tijd een] groot vertrouwen te stellen in
de geloofwaardigheid van zijn correspondent. Ik wil
daarom die geloofwaardigheid niet in twijfel trekken en
vermoed dus alleen dat de correspondent zelf door een
of andere spotvogel is bij den neus genomen. Maar de
correspondent heeft dan toch altijd nog zijne ounoozel-
heid tot zijn last. Want onnoozel uioet men zijn, om zich
zóo bij den neus te laten nemen! Wanneer deze gemeen
teraadsverkiezingen werkelijk den heer Thorbecke be
lang konden inboezemen, dan zou de eerste de beste
geloofwaardige Rotterdammer hem daarvan alles hebben
kunnen zeggen wat hij verlangde te weten. Ik geloof
echter, dat de belangstelling van den leider der liberalen
in deze zuiver locale aangelegenheid zoo heel groot niet
zal geweest zijn.
„Waarom men toch zoo druk met deze gemeenteraads
verkiezingen schermt Ulysses en zijne makkers kunnen
niet trotscber zijn geweest op den eindelijken val van
Troje, dan de geallieerde fractiën der „nationale" partij
op deze zeer dubbelzinnige overwinning. Ik zeg: dub
belzinnige overwinning, omdat althans éen der gekoze
nen niet de beginselen van eene dier fractiën is toege
daan. Misschien is het hierom juist, dat zij hem candi-
daat gesteld hebben, om dan later te kunnen uitroepen
dat hunne beginselen hebben gezegevierd.
„Beginselen, wat men er ook van moge zeggen, waren
bij deze verkiezingen niet betrokken. De met „Orde" en
„Burgerplicht" concurreereude kiesvereenigingen heb
ben, om een slag tc slaan, gebruik gemaakt vau de onte
vredenheid, welke hier onder een groot deel der burgerij
hcerschte over de fiuancieelc verbintenissen door de
stad aangegaan, over den luehtspoorweg, over de (trou
wens toen reecis begraven) rioolbelasting, over het on
voldoende waterproject, enz. Zij hebben gespeculeerd op
het begrip onder de burgerklasse, dat het de schuld is
van „de groote lui", dat de gemeente-belasting zoo hoog
is opgedreven. Ziedaar het gansche geheim dezer ver
kiezingsgeschiedenis, die men, na al wat daarover reeds
geschreven is, nu wel mocht rekenen tot de geschiedenis
te behooren. Maar, wat wilt gij men tracht op aller
hande wijs van de zaak een wapen te maken tegen de
liberale partij.
„Hoor bijvoorbeeld wat dezelfde correspondent van de
Tijd nog meer schrijft. Eenige leden van den Rotterdam-
schen gemeenteraad,zegthij, zijn voornemens hun ontslag
te nemen, „omdat zij niet naast burgerlui willen zitten",
't Is bijna niet om te gelooven, voegt hij er bij, als voelde
hij clat men hem niet gelooven zou. Het geheele praatje
is dan ook een verzinsel. Niet éen lid van onzen ge
meenteraad is voornemens of ooit geweest om zij,n ont
slag te nemen. En weet gij nu waarom het praatje in de
wereld gebracht wordt? Niet ik, maar de meergenoemde
correspondent van de Tijd zal 't u zeggen. „Zeker zou
men zoo iets (namelijk het niet willen zitten naast bur
gerlui) niet verwachten van een partij, die altijd den
mond vol heeft van burger-regeering, burger-ministers,
burger-vertegenwoordigers, enz."
„Kijk, op die wijs worden maar al te vaak de liberalen
bestreden. Men beweert een valsch gerucht, compromet-
tant voor de liberalen, en bouwt daarop zijn aanval.
Handig is 't misschien, maar eerlijk is 'tniet."
Benoemingen en besluiten.
MINISTERIEELS DEPARTEMENTEN. Met ingang van
1 April 1869, is aan mr. G. van Tienhoven, op zijn daar
toe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als adjunct
commies bij het departement van justitie.
ridderorden. Benoemd tot riddei der orde van den
Nederlandsehen leeuw, de heer A. R. J. C'ramerus, oud
luitenant-kolonel kommandant der schutterij te Batavia.
posterijen. Benoemd tot directeur van het postkan
toor te Zwolle, de heer E. J. C. Greven, thans commies
der posterijen van de D klassetot commies der poste
rijen le klasse, de heer C. baron de Y'us van Steenwijk,
thans commies der 2e klasse; 2e klasse, de heer J. A. van
Hamel, thans commies 3« klasse; 3« klasse, cle heer
H. Eekhout, thans surnumerair der posterijen.
consulaten. In verband met de opening van Jedo
(Tokai) voor den vreemden handel, is de Netlerlandsche
consul te Kanagawa tevens als zoodanig te Jedo be
noemd, en de-heer R. A. Mees tot vice-consul terzelfder
plaatse.
MeH Jtnieuws.
De heer E. J. YVisseling, predikant bij de Neder -
duitsche hervormde gemeente te Haarlemmermeer, heeft
voor het op hem uitgebracht beroep naar Vlissingen
bedankt.
Bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Gro
ningen is tot predikant beroepen de heer J. J. Ploos van
Amstel, te Ridderkerk.
Bij de remonstrantsche gemeente te Utrecht is tot
predikant beroepen de heer J. II. Maronier, thans predi
kant bij die gemeente te Leiden.
Zooals men weet, zijn er enkele kerkelijke gemeen
ten in ons land, die, wat het beheer barer goederen be
treft, in eenexceptioneelen toestand verkeeren en daarin,
ook na de nieuwe regeling van dat beheer, willen blijven.
De minister van financiën, heiast met de zaken van
den hervormden eeredienst, heeft die gemeenten onder de
aandacht gebracht, dat haar de vrij beid om z e 1 f s t a n d i g
het beheer van haar kerkgoed te regelen, zoo veel de
kerkelijke wetten dat toelaten, niet wordt betwist, maar
dat zij, zich onderscheidende van de andere gemeenten
die de nu voorgenomen organisatie helpen tot stand
brengen, ook eene andere stelling innemen tot den staat,
die, als zijne hulp door de in exceptioneelen toestand
verkeerenden wordt ingeroepen, te dier zake geen
off icieel orgaan (de synode) zou kannen raadplegen.
Amhcour.)
Marine en leger.
In de Staatscourant van heden is opgenomen het
koninklijk besluit van den 18™ Februari jl., betreffende
de lichting der nationale militie van het jaar 1869. Die
lichting bedraagt 11,000 man, waarvan 600 voor den
dienst ter zee worden bestemd. Het door de provincie
Zeeland in de lichting te dragen aandeel is 550.
Rechtzaken.
Als vervolg en slot van ons overzicht van het voor het
provinciaal gerechtshof in Zeeland behandelde geding
tegen Elisius Johannes Passemier en Joseph de Kindt,
geven wij hieronder een beknopt resumé der door de
verdediging gehouden pleidooien.
Na te hebben gewezen op het groot aantal misdrijven,
welke in het voormalig vierde district dezer provincie,
vooral in de kantons Axel en Hulst, worden gepleegd,
zeide m1'. P. Roetert Tak den eersten beschuldigde
ambtshalve als raadsman toegevoegd dat hij het
gelukkig zou noemen indien het der justitie gelukken
mocht het complot, hetwelk het nu behandelde misdrijf
heeft volvoerd, in handen te krijgen, daar het niet
onmogelijk is dat dit complot ook de hand heeft gehad
in de reeks van andere misdaden, in diestreek bedreven.
Dubbel ongelukkig zou hij het echter noemen indien
onscliuldigen de slachtoffers van die waakzaamheid der
justitie moesten worden.
Eene korte voorstelling van cle toedracht der zaak
werd gevolgd door eene opmerking van spreker, name
lijk dat Huysseu begonnen is vermoedens te koesteren
jegens twee personen die later zijn gebleken onschuldig
te zijn, terwijl ook andere verdachten zijn losgelaten en
alleen deze beide beschuldigden van de verdachten zijn
overgebleven. Vooral vestigde hij er de aandacht op dat
een persoon is aangehouden, die later is gevlucht, zekere
Francis van den Broek. Die persoon moet, vooral in
verband met de door verschillende personen ten zijnen
aanzien medegedeelde bijzonderheden, goede redenen
hebben gehad om te vluchten, en hoogst waarschijnlijk,
ja bijna zeker is hij een der dieven. Volgens pleiter
kunnen de getuigen Huysseu zich zeer goed in den door
hen beschreven persoon van Passemier hebben vergist;
zijns inziens blijtt van die persoonsbeschrijving bij eene
aandachtige beschouwing van den eersten beschuldigde
niets over dan de aanwijzing van middelbaren leeftijd,
eene aanwijzing welke op ieder van toepassing is die de