tot het bekleeden der graden van korporaal en ser
ge a n t in aanmerking komen.
„Ik heb de eer UHEG. te verzoeken de chefs der
betrokken korpsen in uw kommandement aan te
schrijven, om te zijner tijd dienovereenkomstig te han
delen."
De inhoud van dit stuk werd luide toegejuicht.
Aan het einde der werkzaamheden hield de heer
Schnbart, president van het centraal comité, evenals hij
dit bij den aanvang had gedaan, eene toespraak, waarop
door den prins van Oranje met warmte werd geantwoord.
Z. K. H. heeft in de pauze den heer F. C. Kruyder,
lid van het bestuur der Utrechtsche weerbaarheid, bij
zich ontboden en hem geluk gewenscht met het door
hem aan Z. K. H. voorgestelde geheel nieuwe plan van
schietbanen. Deze nieuwe schietbanen hebben zes schij
ven boven en zes schijven onder den grond, zoodat
wanneer men de schijf treft, deze onmiddellijk naar
beueden gaat en door een ander van daar vervangen
wordt; het nommer van het schot rijst links van den
observator, waardoor de schijfwachter 'geheel bnlten ge
vaar blijft. Het terrein dat men bij deze nieuwe inrich
ting behoeft is kleiner en de onkosten zijn dezelfde.
In eene vergadering van het departement Almelo
der Maatschappij tot nut van 'talgemeen, welke talrijker
dan gewoonlijk werd bezocht, is ook behandeld de be
kende circulaire van het hoofdbestuur, betreffende hand
having der neutrale school. Nadat verscheidene deden
zich krachtig hadden verklaard voor de handhaving en
bevordering van het openbaar lager onderwijs, volgens
de wet van 13 Augustus 1857, werd door het depai te-
ment besloten, aan het hoofdbestuur zijne volkomen
instemming te verklaren met de beginselen, nopens de
handhaving der neutrale school in gemelde circulaire
nedergelegd, en het voorts, in overeenstemming met het
departement Alkmaar, uit te noodigen tot het bijeen
roepen van eene buitengewone algemeene vergadering,
waarin de belangen van het onderwijs nader zouden
worden besproken.
Na vergelijkend examen zijn bij het departement van
koloniën, met ingang van 1 April a., tot tweede klerken
benoemd: J. T. Viehoff, C. G. Corporaal, jhr. H. A. Clif-
ford, J. J. Perk, allen te 's Gfavenhage, J. Dolk, te Leur,
in Noord-Brabant, A. J. Rotteveel, B. N. Tuinenburg,
beiden te 's-Gravenhage, en G. A. de Koning, te Utrecht.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den
Nederlandschen leeuw de heeren m<\ J. B. Hengst, bur
gemeester der gemeente Boxmeer en D. Kaan Az.,
burgemeester der gemeente Wieringerwaard.
marine. Op verzoek eervol ontslag uit Zr.Ms. zeedienst
verleend, met vergunning om de aan zijn rang verbon
den activiteits-uniform te blijven dragen, aan den luite
nant ter zee 2« klasse M. Rochussen, wordende hij bij
hetzelfde besluit benoemd tot attaché militaire bij Zr. M".
gezantschap te Londen, buiten bezwaar van 'srijks
schatkist.
Kerknieuws.
Het kiescollege der Nederduitsche hervormde ge
meente te Goes heeft gisteren avond het volgende drietal
van predikanten opgemaaktde heer C. de Wilde, te
Poortvliet; A. Meerdrink, te Vrieseveen, en A. Keers, te
Koudekerke.
Rechtzaken.
Vrijdag 26 dezer zullen voor het provinciaal gerechts
hof in Zeeland terecht staan Elisius Johannes Passenier,
oud 40 jaren, herbergier te Clinge (Nederland), en Joseph
de Kindt, oud 39 jaren, koopman te Clinge (België), beide
thans alhier gedetineerd, beschuldigd van diefstal ge
pleegd bij nacht in een bewoond huis, door middel van
buitenbraak, binnenbraak en inklimming, door meerdere
personen, die wapenen bij zich hadden, onder bedreiging
en geweldpleging.
In deze zaak zijn 21 getuigen door den procureur-
generaal opgeroepen, terwijl als verdedigers zijn toege
voegd mr. P. Roetert Tak aan den eersten en m'. F. M. C.
van Deinse aan den tweeden beschuldigde.
De arrondissements-rechtbank te Arnhem heeft een
opkooper van in Pruisen gekochten en in ons rijk bin-
nengesmokkelden spiritus veroordeeld tot eene cellulaire
gevangenisstraf van vijftien dagen. De rechtbank heeft
bij haar vonnis, in overeenstemming met het openbaar
ministerie, aangenomen dat het herhaaldelijk koopen van
spiritus met de wetenschap dat die frauduh us was inge
voerd, medeplichtigheid aan dien frauduleusen invoer
oplevert, en dat de regelen voor de medeplichtigheid, in
het wetboek van strafrecht neergelegd, ook gelden bij
belastingwetten.
Gemengde berichten.
Volgens eene beslissing van den kantonrechter van
Wageningen, voorkomende in het Weekblad van het
recht van Maandag der vorige week, maakt men zich
door des nachts langs straat het Volkslied te zingen,
aan geene verwekking van burengerucht schuldig. Dit
schijnt alleen het geval, wanneer eenig ander lied ge
zongen wordt.
Jl. Vrijdag avond heeft te Arnhem op de open-
bare straat eene worsteling plaats gehad tusschen
officieren van het garnizoen, personen ,uit den adel- en
burgerstand en politie-beambten, ten gevolge waarvan
eenigen hunner den nacht op het politiebureau hebben
doorgebracht. De officier van justitie kwam in persoon
op de plaats van het gevecht. (Handelsbl.)
Uit Luxemburg wordt ons geschreven dat, blijkens
een daar ontvangen dépêche van prins Hendrik, stadhou
der, de groothertog aan de Luxemburgsche nijverheid
een nieuw, débouché willende geven, verlangt dat de
voornaamste voortbrengselen dezer nijverheid permanent
zullen zijn ten toon gesteld in het Paleis voor volksvlijt
te Amsterdam. De kosten daaraan verbonden zullen,
naar het schijnt, door de Luxemburgsche regeering
gedragen worden. Amstcour)
Weenen telt gemiddeld op elk huis 55 bewo
ners, Londen 8, Berlijn 32, Parijs 35 en Petersburg 52.
Tegenwoordig is er weder groot gebrek aan woningen
te Weenen, nog meer dan in 1853 tot 1856, toen vele
behoeftige familiën zonder huisvesting waren. Men heeft
berekend, dat de huishuur te Weenen gemiddeld 'U 11 1 h
van het inkomen verslindt, terwijl die verhouding te
Londen slechts van 1 j 0 tot 1 /8 en te Berlijn van '/s
tot '/i is.
Uit eene dezer dagen gedane officieele mededeeling
blijkt, dat de keizerlijke bibliotheek te Parijs gedurende
1868 zeer vele belangrijke geschenken ontvangen heeft.
Daaronder merkt men opde volledige verzameling der
in de verschillende oorspronkelijke Amerikaansche
dialecten uitgegeven bijbels (van het Amerikaansche
bijbelgenootschap te New-York); de in het Fransch,
Engelsch en Duitsch over het Mormonengeloof door het
hoofd dier secte uitgegeven geschriften (van den gene
raal Dix, Noord-Amerikaansch gezant te Parijs)een
exemplaar van de werken vanVirgilius, Venetië 1429;
de volledige verzameling der oorspronkelijke gedenk
stukken van de Palische taal (waarin de boeken der
Buddhisten geschrevenzjjn). Diegewichtige verzameling,
welke, volgens deze mededeeling, behalve in de keizer
lijke bibliotheek te Parijs, alleen volledig in de konink
lijke boekerij te Kopenhagen wordt aangetroffen, heeft
de Fransche regeerihg, door tusschenkomst van den
bisschop van Rangoon, mgr. Bigaudet, van den koning
van Birman ten geschenke ontvangen zij bestaat uit
28 op palmbladen geschreven, op snee vergulde en in
kunstig beschilderde banden of houten portefeuilles
besloten deelen. Voorts heeft de genoemde bibliotheek
nog ontvangen twee ethiopische handschriften uit de
vorige eeuw, afkomstig uit de ten vorige jare ingenomen
stad Magdala, en een aantal belangrijke plaatwerken en
teekeningen, onder welke laatste bijzondere vermelding
verdient eene verzameling teekeningen, aquarellen, enz.
van de ruïnen en oude gedenkteekenen van Mexico.
Drie heeren zijn jl. Donderdag met velocipèdes van
Londen naar Briglitoïi gereden, hetgeen een afstand is
van zes uren per spoortrein. Zij vertrokken des morgens
van Trafalgar-Square en legden SJingelsche mijlen in
het uur af. De Heer Mayall won den wedren en kwam
te Brighton nog bij tijds aan om te dineeren en naar een
concert te gaan. Het laatste gedeelte van den weg, dat
eenigszins dalende is, legde hij af in 4 minuten per En-
gelsche mijl.
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijks-afkondiging van den
21™ dezer: B. de Rjjcke, jm. 26 j. met W. Jongepier,
jd. 25 j.
(Van 13 tot 20 Februari.)
Vlissingen. Gehuwd: J. W. Wannee, jm. 38 j. met
H. Lang, wed>'. van J. H. Vergragt, 29 j.
Bevallen: P. van Eek, geb. Padmos, z. J. C. Hooger-
werve, geb. van Fraassen, d. J. M. van Hoepen, geb. Mon-
nier, z. E. H. Krul, geb. Baan, z. A. H. Regenbogen, geb.
de Bank Langenhorst, d. J. Ketting, geb. de Steur, z.
(doodgeb.)
Overleden G. Waleman, vrouw van E. van Eijk, 63 j.
J. van den Bovenkamp, man van P. den Exter, 59 j.
H. E. Willemse, z. 5 w. J. B. A. Mabilot, weduwn. van
J. C. Klootwijk, 70 j.
Goes. BevallenM. Sandijck, geb. Dronkers, d. G. C.
Mets, geb. Le Cointre, d. P. Corstanje, geb. Holleman, z.
W. de Buck, geb. Karelse, d. M. de Bokx, geb. Zandee, d.
J. den Boer, geb. Weijers, d.
OverledenC. de Brandt, d. Ij. P. J. de Brandt, z. 8 j.
Zierikzee. Gehuwd: J. Sies, jm. 23 j. met A. J. Peute,
jd. 25 j. D. C. van Weezei, jm. 27 j, met L. Lindhout,
jd. 26 j. D. N. Labrijn, jm. 28 j. met M. G. Ochtman,
jd. 27 j.
Bevallen: J. van Akkeren, geb. van der Ploeg, z.
M. Hoeder, geb. van den Ende, z. M. Klaasse, geb. Blok, d.
A. C. van der Vliet, geb. Cats, z. E. do Graaff, geb.
Enzlin, z. (doodgeb.) P. Ra via, geb. Verseput, d.
(doodgeb.)
Overleden: S. van den Ende, vrouw van P. Mays, 28 j.
P. de Braai, jm. 35 j. D. J. Keuters, d. 8 j. J. Schulling,
z. 3 m. C. S. Rikman, wede. G. van Boxel, 56 j.
Thermometerstand.
22 Febr.'s a v. 11 u. 35 gr.
23 'smorg.7u.36gr.'smidd.lu.41gr.'sav.llu.39gr.
24 's morg.7 u. 39 's midd. 1 u. 44 gr.
Staten-generaal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandag 22 Februari. Ingekomen stukken";
rapportenaanneming ontwerp verkorting termijnen wet
boek burgerlijke rechtsvordering; beraadslaging ontwerp in
trekking art. 1 wet 29 M'ei 1819verwerping art. 1intrek
king der wet; aanvang beraadslagingen wet begrafenissen.
In deze zitting is ingekomen het verslag omtrent het
beheer der kroondomeinen oyer 1868. In handen gesteld
eener commissie tot onderzoek, bestaande uit de heeren
Begram, Dumbar, W. van Goltstein, Bichon van IJssel-
monde en van Zinnicq Bergmann.
Door den heer W. van Goltstein wordt rapport uitge
bracht op de geloofsbrieven van den heer van Houten.
De commissie concludeert tot toelating van dien heer,
waartoe wordt besloten.
Door den heer Godefroi wordt rapport uitgebracht
omtrent 1°. de overeenkomst met België tot wederkee-'
rige uitlevering van. misdadigers; en 2». de verklaring
tusschen Nederland en den Noordduitschen Bond ge
wisseld omtrent de toelating van consulaire agenten in
Nederlandseh-Indië.
De beraadslagingen zijn bierop voortgezet over het
wetsontwerp tot verkorting van sommige termijnen in
het wetboek van burgerlijke rechtsvordering gesteld.
In verband met.de verwerping van art. 1, worden door
den minister van justitie ingetrokken de artikelen 3 en 4
van liet ontwerp, houdende bepalingen omtrent de ver
korting van den termijn van dagvaarding binnenslands;
zoodat enkel behouden is artikel 2, bepalende de verkor
ting van termijnen van dagvaarding voor hen, die buitens
lands wonen. Na eenige discussie, wordt dit artikel
aangenomen en daarna het geheele ontwerp, met 46 stem
men tegen 1 (de heer van Beyma.)
Hierna kn>am aan de orde het ontwerp tot intrekking
van artikel 1 der wet van 29 Mei 1849, omtrent de ver
anderde samenstelling van de kamers van den hoogen
raad.
Tegen dit ontwerp werden verschillende bezwaren in
gebracht, o. a. op grond dat de wet ontijdig was en niet
met de voorgestelde intrekking kon wachten tot de be
handeling der voordracht tot gedeeltelijke invoering der
nieuwe rechterlijke organisatie.
Het eenig artikel werd verworpen met 31 tegen 13
stemmen, waarna het ontwerp door den minister werd
ingetrokken.
Aan de algemeene beraadslagingen over het wetsont
werp omtrent het begraven van lijken, begraafplaatsen
en begrafenisrechten, namen slechts drie leden en de
minister van binnenlandsche zaken deel.
De heer van Delden erkende wel dat in dit ontwerp
eenige vrijheid werd gegeven, doch achtte haar toch in
verschillende gevallen onnoodig beperkt. Z. i. was het
beginsel van den nieuweren tijd, scheiding van kerk en
staat, in dit beginsel niet genoeg gehuldigd. Hij had ook
groot bezwaar tegen de verplichting voor do burgerlijke
gemeenten, om eene algemeene begraafplaats op te
richten.
De heeren van Kuyk en Heydenrijck daarentegen
hadden ook wel eenige bezwaren, doch meenden dat die
zeer goed bij amendement konden worden weggenomen.
De minister van binnenlandsche zaken kon niet toe-
geven dat door dit ontwerp eenige inbreuk werd gemaakt
op de vrijheid der kerkgenootschappen, terwijl hij
voorts deed opmerken, dat in de gemeentewet reeds het
beginsel van het hebben eener burgerlijke begraafplaats
was opgenomen.
De behandeling van art. 1 is aangevangen.
Zitting van Dinsdag 23 Februari. Voortzetting discussie
ontwerp begrafenissen; aanneming art. 19.
Bij de voortzetting der beraadslagingen over art. 1
van het wetsontwerp op het begraven van lijken, be
graafplaatsen en begrafenisrechten, werden nog onder
scheidene bezwaren tegen dit artikel ingebracht, o. a.
tegen de bepaling, dat het begraven moet plaats
hebben in behoorlijk gesloten kisten, en dat voor lijk
openingen of ontledingen, binnen den voor de begra
fenis bepaalden tijd, geen verlof van den burgemeester
noodig is. Omtrent de doodkisten merkte men op dat
het zeer moeilijk was uit te maken, wat onder „behoorlijk
gesloten" moest worden verstaan. Het bezwaar tegen de
andere bepaling was hierin gelegen, dat er geen waar
borgen waren, dat de openingen of ontleding van over
leden personen door deskundige personen zou ge
schieden.
Om in het eerstgenoemd bezwaar te voorzien, nam de
minister het woord behoorlijk uit het artikel weg (waarin
door hem ook nog eenige andere wijzigingen werden
gebracht)terwijl de kamer zich met 28 tegen 26 stem
men vereenigde met een amendement, om te bepalen dat
de lijkopeningen slechts mogen geschieden door een
geneeskundige.
Art. 1 werd vervolgens met 42 tegen 12 stemmen aan
genomen. Na eenige discussie over art. 2, betreffende
de wijze van begraven van lijken, die in staat van ont
binding verkeeren, werd dat artikel en art. 3 aangenomen,
waarna in discussie kwam art. 4, regelende de wijze
waarop verlof tot begraving wordt gegeven, en voor
schrijvende dat bij de aanvraag van verlof, overgelegd
moet worden de schriftelijke verklaring van een genees
heer, bedoeld bij art. 5 der geneeskundige wetten.
Verschillende bezwaren werden tegen dit artikel
ingebracht, vooral tegen de bepaling, dat de schriftelijke
verklaringen van den geneesheer moeten worden afge
legd in een bij koninklijk besluit vast te stellen vorm.
Men zag daarin eene ampliatie der geneeskundige wetten
en een noodeloozen last op de geneesheeren gelegd alleen
in het belang der statistiek.
Dit laatste werd door den minister betwist, doch hij
nam toch uit het artikel de bepaling dat het formulier
der verklaring van den geneesheer bij koninklijk besluit
zal worden voorgeschreven.
Over een door den heer Kalft' voorgesteld amendement
om in liet artikel te bepalen dat, zonder de verklaring
van don dokter, de ambtenaar van den burgerlijken stand
geen verlof tot begraven mag geven, staakten de stemmen
(27 tegen 27), zoodat de behandeling van het artikel is