MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 29. Zaterdag 1869. 20 Februari. Editie van Vrijdag avond 8 uren. Middelburg 19 Februari. De tweede kamer heeft lieden het wetsontwerp tot wijziging van eenige bepalingen der wetten betreffende de personeele belasting met 45 tegen 6 stemmen aange nomen. Vervolgens is de beraadslaging aangevangen over het wetsontwerp tot afschaffing der artt. 884 en 957 van het burgerlijk wetboek. De heer Heemskerk Az. heeft een amendement voorgesteld, strekkende om eene voor- deelige bepaling te maken voor Nederlanders, die goede ren erven welke in het buitenland gelegen zijn. Het eindverslag over het wetsontwerp tot afschaffing van het zegelrecht op de gedrukte stukken en de adver- tentiën in de nieuwspapieren is bij de kamer ingekomen, De dag der beraadslaging over dit wetsontwerp zal later worden bepaald. Op de gewone wijze werd hier heden de 52« jaardag van Z. M. den koning herdacht. Uit de woningen van vele ingezetenen en van de openbare gebouwen wapperde de nationale vlag, terwijl reeds in het vroege morgenuur hetcarillon werd bespeeld, hetwelk in den namiddag werd herhaald. Te half 12 uur in den voormiddag kwam de schutterij op de Groote markt bijeen, waar zij werd geïnspecteerd. Vervolgens voorde zij, in vereenigiug met het daar aam wezige garnizoen, eenige manoeuvres uit. Te 1 uur werd in een der zalen van het koffiehuis de Eendracht door het depot 3« regiment infanterie, onder directie van den sergeant majoor Clemens en met wel willende medewerking van het muziekkorps der schut terij, een generaal assaut gegeven, hetwelk door een aantal belangstellenden werd bijgewoond. Het programma bestond uit een elftal noramers. Na de uitvoering werden aan onderwijzers en leerlingen brevetten en belooningen uitgereikt. Na afloop van het assaut werden in de Abdij door het muziekkorps der schutterij eenige stukken uitgevoerd. Door den commissaris des konings wordt aan ver schillende genoodigden een diner aangeboden. Het kader der schutterij zal zich heden avond feeste lijk vereenigen, hetgeen mede het geval is met de leden der tweede sectie van de vereeniging het Metalen kruis. De verpleegden in de gestichten worden weder op de bij deze gelegenheid gebruikelijke wijze onthaald. Ook to Vlissingen is's konings jaardag op de gewone wijze gevierd, namelijk door het uitsteken van vlaggen, inspectie van de schutterij, parade van het garnizoen, enz. Jl. Woensdag avond werd de aangekondigde „volks voorlezing" vanwege het Natuurkundig gezelschap in het Schuttershof alhier gehouden. Was bij vorige ge legenheden gesproken over verschillende onderwerpen op het gebied der natuurkunde, zooals licht, warmte en geluid, en bestond het voornemen om op dezelfde wijze met de behandeling van andere natuurkundige hoofd onderwerpen voort te gaan, om later de meer bijzondere gevallen te bespreken, ditmaal trachtte d>'. G. van Hennekeler, die als spreker optrad, in het kort een een voudig denkbeeld te geven van het magnetismus, waarbij hij zich evenwel, wegens den beperkten tijd, tot de hoofdzaken bepalen moest. Op alleszins duidelijke wijze gaf hij eene verklaring van den aard en de eigenschappen van den magneet in zijne beide hoofdsoorten: de natuurlijke en de kunst magneten, gestaafd door verschillende proeven, verge zeld van onderscheidene wetenswaardige mededeelingen, en gevolgd door de opmerking dat men thans geen zeilsteen meer behoeft om magneten te maken, daar dit door middel van de electriciteit geschieden kan. Vervolgens werd met eenige proeven het verband tusschen magnetismus en electriciteit opgeheldeid, en de invloed van den electrischen stroom op den magneet en omgekeerd van den magneet op den electrischen stroom aangetoond. Tevens werd eene verklaring gegeven van de electro-magneten. Eindelijk werden eenige proeven genomen om te doen zien hoe door het magnetismus werktuigen kunnen worden vervaardigd, die de stoomwerktuigen zouden kunnen vervangen, ware het niet dat daartegen tot dusver het groot bezwaar bestond dat de onkosten te groot zijn. De voorzitter van het Natuurkundig gezelschap dr. J. C. de Man bracht na het einde den spreker dank vooi' zijne belangrijke natuurkundige les, onder aanbeveling in zijne verdere welwillendheid. Overigens deelde hij aan i bfet publiek de reden mede waarom, zooals uit de aan kondiging in de Middelburgsche courant is gebleken, deze les alleen is uitgegaan van het Natuurkundig ge zelschap, terwijl zij in vorige jaren in vereeniging met het Middelburgsch departement der Maatschappij tot nut van 't algemeen werden gegeven. Het bestuur van genoemd departement heeft namelijk gemeend dat het meer op zijn weg ligt onderwerpen van verschillenden aard en niet uitsluitend de natuurkunde te behandelen. Het Natuurkundig gezelschap wensclit echter voort te gaan met de verspreiding van natuurkundige kennis. De talrijke opkomst deed den voorzitter dan ook genoe gen en hij gaf de verzekering dat, wanneer de geldmid delen het toelaten, meer dergelijke lessen zullen gegeven worden. In 1868 gaf het muziekgezelschap „Uit Kunstliefde" zijn eerste concert den 6™ Februari en nu op den 17™ dier maand. Men kan alzoo niet zeggen dat de muzikale verlusti gingen hier te vroeg een aanvang nemen. Teleurstel lingen van onderscheiden aard schijnen daartoe te hebben bijgedragen, mogelijk niet het minste de gelegenheid om geschikte solisten in dit jaargetijde voor Middelburg te kunnen engageeren. Als solisten traden in, dit concert op mejufvr. Kiehl (sopraan) en de heer Ernest Appij (violoncel). Mejufvr. Kiehl droeg n°. 8, het aria uit de altijd fris- sche en jeugdige Schöpfung van Haydn met het daarbij behoorende recitatief ter inleiding n°. 7 voor. Hare op vatting en voordracht van dit verheven meesterstuk was gelukkig en getuigde van eene goede school. Haar stem geluid is frisch en zuiver. Hier en daar had men echter iets meer gloed en warmte mogen verwachten. Het orchest ondersteunde haar op zeer bescheidene wijze; alleen de voorslagen der klarinet bij de woorden „er höht der Blumen sanften Schmuck," hadden wel iets delicater mogen zijn. Het aria uit Figaro's Ilochzeit „O saume langer nicht gelichte Seele", een juweeltje van toonschildering, vol van waarheid, gloed en leven, waarin men Mozart, zooals hij is, geheel wedervindt, hebben wij hier vroeger door twee voortreffelijke zangeressen: mejufvrouw Weyerin- ger, 15 Maart 1865 en mevrouw Offermans van Hove, 24 Maart 1866, beiden met verschillende opvatting hooren voordragen. De eerste, als geroutineerde too- neelzangeres, had daarbij op de tweede veel vooruit vooral in het wedergeven der woorden „Komm doch mein Trauter, Stille der Nacht beschiitze uns" was mejufvrouw Weyringer onovertrefbaar waar en schoon, en dit heerlijk moment ging bij de uitvoering van mejufvrouw Kiehl ongemerkt voorbij. Daarentegen was de opvatting der beide slotregels zeer voortreffelijk. De zangeres werd door het orchest blijkbaar con amore begeleid. De beide liederen van Schubert, en de nog voorgedragen toegift bevestigden den goeden indruk dien de zangeres op het talrijke auditorium maakte, een indruk die bij eene duidelijke uitspraak der tekstwoorden, nog gunstiger zou zijn geweest. De heer Appij is een goed violoncellist. De fantaisie van Servais, „la fontaine," het motif ontleend uit de romance van la Font, le départ du marin, is eene onbe duidende compositie, alleen op virtuositeit en effect berekend. De uitvoering was goed evenals de fantaisie uit Robert, waarin hij met veel gevoel de aria Grace voordroeg; het meest echter beviel hij ons in zijne voor dracht en het als toegift gegeven Ave Maria van Schubert. De uitvoering der 4« Simfonie van Niels Gade, hier geheel nieuw, was voor ons tegenwoordig orchest eene kolossale onderneming. Hier en daar bleef dan ook, niettegenstaande de bijgekomene versterking, wel iets te wenschen over, vooral in de finale, doch naar de be staande krachten droeg het geheel blijken van een ijverig streven 'tot volmaking en was de uitslag bevredigend. De feest-ouverture, door den vroegeren directeur W. R. Ceulen, bij gelegenheid der inwijding onzer Con certzaal, gecomponeerd, is een goed doordacht muziek werk, waarin eenheid heersclit en dat flink geïnstrumen teerd is,en in de uitvoering niet vrij is van eigenaardige moeilijkheden. Het werd redelijk uitgevoerd, evenals de andere nommers onder leiding van den tegenwoor- digen directeur, den heer Kirrwald, die niet alleen voor zijne goede leiding, maar ook voor zijn onberispelijk piano-accompagnement lof verdient. weg, het kanaal door de Oude Arne met leidijken, de onderbouw van de spoorwegbrug over dat kanaal met twee brugwachters woningen, en metalen bovenbouw met kraan voor die brug. Thans is een aanvang gemaakt met de uitvoering der werken ten behoeve der staatsspoorwegen, welke den 26™ November jl. zijn aanbesteed en bestaan in het maken van de aardebaan met kunstwerken voor den spoorweg tusschen de Arnemuidsche haven en Middel burg, het leggen van den bovenbouw voor dien spoor- Uit Goes schrijft men ons „Dat ook de Goesenaren een adres hebben ingediend aan de tweede kamer om hunne adhaesie aan het wets ontwerp tot afschaffing van het dagblad en advertentie zegel uit te drukken, kan u gebleken zijn uit het bijblad niet echter, dat het aantal adressanten meer dan honderd telt, hoewel een der Hollandsche bladen slechts van een ,'iOtal spreekt. „Niet om die vergissing te rectificeeren, maar om te doen blijken, dat er te Goes meer belangstelling voor de zaak der afschaffing bestaat, dan uit dat bericht opge maakt kan worden, is de reden van deze mededeeling. „Zooals u bekend is, bestaat hier eene afdeeling van het Anti-dagbladzegelverbond, welke dan ook eene mee ting belegd heeft, waarop slechts een dertigtal personen tegenwoordig was. „Na eenige discussies, die vrij wel onnoodig bleken, daar de vergaderden allen omtrent de quaestie eenstem mig waren, is het adres door de aanwezigen geteekend. Later is dat adres bij verscheidene ingezetenen ter tee- kening aangeboden en een tachtigtal heeft daarvan ge bruik gemaakt. „Tachtig, die dus de zaak der afschaffing van het dagblad- en advertentiezegel voorstaan en die het toch te veel moeite rekenen om eene meeting bij te wonen, waarbij de zaak toegelicht en besproken wordt. „Dat verschijnsel van lauwheid is droevig, maar nog iets anders valt te betreuren: dat namelijk de tegen standers der afschaffing (en dezulken vindt men ook in Goes) niet van de gelegenheid van zulk eene meeting profiteeren om hunne meening omtrent dat punt meê te deelen en te verdedigen. In eene courant zegevierend eene stelling te verdedigen is geene kunst, omdat men het in zijne hand heeft, de oppositie togen de gestelde thesis in den vorm, dien men het verkieslijkst. acht, ter neder te schrijven. Op eene publieke meeting daarentegen eene stelling te verdedigen tegen een iegelijk, die haar bestrijdt, is eene moeielijker maar tevens nuttiger taak, omdat daardoor eenzijdige opvattingen kunnen worden voorkomen en het publiek beter kan worden ingelicht. „Zooeven verneem ik dat de Goesche voorsehotver- eeniging en spaarbank rechtspersoonlijkheid heeft ver kregen. Ik hoop dat zij spoedig met vrucht zal werken te meer omdat zij, zoo ik mij niet vergis, de eerste in richting van dien aard in Nederland is." Onze Haarlemsche correspondent schrijft ons „Ten vervolge op mijn telegram geef ik u hierbij de compleetc cijfers betrekkelijk den uitslag der verkiezing. „Uitgebracht 1490 stemmen, van onwaarde 9; dus: volstrekte meerderheid 741. „Uitgebracht zijn van de 1481 geldige stemmen 785 op den heer Mirandolle, 610 Wintgens, 80 van Lijnden van Sandenburg. 6 vier andere personen. „Onder de laatste 6 stemmen waren er 3 op mt D. JL Mom Visch. Gaarne zou ik dat beschouwen als eene vingerwijzing naar Juni. Reeds lang bekend als uitste kend rechtsgeleerde, verlicht en bezadigd denker, heeft hij op politiek gebied zeker de gouden sporen verdiend door zijn opstel „Parlementaire regeering," in 't vorig jaar te Gorincbem waar hij lid der rechtbank is in 't licht gegeven. „Het pas ingediende wetsontwerp tot nadere regeling der kiesdistricten heeft voor Haarlem nog al wat te beteekenen. Dat de Zaan van Haarlem wordt gescheiden' is een goede maatregel. In dat huwelijk ontbreekt het aan de noodige harmonie. Men kent elkaar veel te weinig. Intusschen, de Zaan moge er al wel bij varen voor Haarlem, wanneer dat na de scheiding terstond weer met allerlei vreemdsoortige bestanddeelen wordt aangevuld, is het vooruitzicht minder schitterend. Er is eigenlijk niets anders van te maken dan een enkel district. De omstreken van Amsterdam staan met Haar lem in geen relatie en zuidwaarts af stuit men al weer spoedig op plaatsen die bezwaarlijk anders dan tot Leiden gebracht kunnen worden. „Over 't algemeen ben ik geen vriend van enkele districten; 't zijn eigenlijk maar halve districten, want zij nemen slechts aan een van de twee verkiezingen deel. Maar ik zou toch nog aan een enkel district de voorkeur geven boven eene combinatie van geheel vreemde bestanddeelen, „Voor de Zaan had ik juist eene combinatie zeer mo gelijk geacht, namelijk met Amsterdam."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 1