Utaitmlanft. BtfctijöinQen. 2töwrtmttcn. der artikelen 884 en 957 van liet burgerlijk wetboek; 4». verkorting van sommige termijnen in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering; 5°. afschaffing der judicieele boeten, en 6°. gedeeltelijke invoering der rechterlijke organisatie van 1861. De dag der dis cussie zal nader worden bepaald. De beraadslagingen zijn hierop voortgezet over bet wetsontwerp nopens do maten, gewichten en weegwerk tuigen, en wel het eerst over art. 7 en de daarop voor gestelde amendementen door de heeren Godefroi en Pijnappel. Behalve op dit artikel waren door den beer Pijnappel ook amendementen voorgesteld op de artt. 8 en 9. Deze drie artikelen werden gelijktijdig behandeld. Do slotsom der discussen, die hoofdzakelijk liep over de vraag of men door strenge bepalingen de invoering van het metriek stelsel zou bespoedigen, was, dat de minister de wijziging van den heer Godefroi overnam, waarmede de kamer zich vereenigde, zoodat art. 7 aldus werd aan genomen: „Het is verboden aan alle openbare besturen en col leges, om in stukken, door of vanwege die besturen en colleges of hunne ambtenaren opgemaakt, andere bena mingen van maten en gewichten uit te drukken, dan die in art. 3 genoemd. „Gelijk verbod geschiedt aan alle rechters, scheids mannen, deskundigen, notarissen, procureurs, griffiers, deurwaarders, secretarissen en alle andere ambtenaren, bevoegd om akten en processen-verbaal op te maken en exploiten te doen. „Het is verboden in verzoekschriften aan rechterlijke autoriteiten het onderwerp van het verzoek ia vreemde of afgeschafte maat of gewicht uit te drukken, behalve wanneer het verzoek goederen betreft, die zich in vreemde landen bevinden, naar vreemde landen bestemd zijn of van daar moeten worden geleverd, of koopwaren in de omschrijving van het laatste lid van artikel 11 vallende." De artikelen 8 en 9 zijn vervolgens goedgekeurd, nadat uit laatstbedoeld artikel de bepaling was wegge laten dat de daar bedoelde boete in debet kon worden gesteld. Hierop ontstond eene discussie over de artikelen 10 en 11, waarin het verbod voorkomt om in aankondigingen van koopwaren enz. andere dan de bij de wet toegelaten benamingen te bezigen. Ook hierover werd eene woordenwisseling gevoerd, ten slotte waarvan de artikelen 10 en 11 werden samen gevoegd in het volgend artikel „ln aankondigingen betrekkelijk onroerende goederen of van koopwaren, die bij de maat of het gewicht worden verkocht, hetzij in dagbladen, aanplakbiljetten of op andere wijze, daarouder begrepen de etiquetten aan de koopwaren zelve gehecht of daarbij aanwefcig, moeten de maten en gewichten, vermeld in art. 3, worden ge noemd. „Dit voorschrift is niet toepasselijk op buiten 's lands geleverde goederen, noch op koopwaren, die naar het buitenland zijn bestemd, of die bij de maat worden ver kocht in den toestand, waarin zij uit het buitenland zijn ingevoerd, mits zij onaangebroken en niet overgepakt zijn." Na eenigc discussie over art. 12, waarin het verbod voorkomt van het bezitten of voorhanden hebben van met de wet niet overeenkomstige maten, enz., werden dit artikel en de artt 13 —15 aangenomen. Bij artikel 16 werd, na beraadslaging, de bepaling ge voegd dat ook de gasmeters, alvorens ten verkoop of in den handel gebracht te worden, eene verificatie en stempe ling moeten ondergaan. Na goedkeuring van art. 17 kwam in behandeling art. 18, waarin bepaald wordt, dat de ijk en de herijk der maten, gewichten en weegwerktuigen kosteloos geschiedt. Door den heer Begram is als amendement voorgesteld dat artikel aldus te lezen „De eerste ijk der maten,.ge wichten en weegwerktuigen geschiedt kosteloos." Het doel van dit amendement is om de ƒ70,000, die het ij kloon thans jaarlijks aan don staat opbrengt, te behouden. De minister van binnenlandsche zaken en de heer Cornelis hebben dit amendement bestreden, vooral Wegens de groote kosten en bezwaren aan het ijken voor de handelaars verbonden, terwijl het verlies voor de schatkist zoo groot niet is, dat daardoor de handel zou moeten bezwaard worden. Bovendien zou de kostelooze ijk en herijk veel kunnen bijdragen tot vergemakkelij king der invoering van het nieuwe stelsel. Algemeen overzicht. Gisteren is de zitting van het Engelsch parlement namens koningin Victoria geopend met eene troonrede, waarbij in de eerste plaats, na de gewone verzekering van het voortduren der vriendschappelijke betrekkingen met de vreemde mogendheden, in de gegeven omstan digheden vergezeld van eene uiting van vertrouwen op hare vredelievende gezindheid - de tevredenheid wordt te kennen gegeven over het voorkomen van alle ernstige fust verstoring in het Oosten. Voorts vindt eene phrase om trent de onderhandelingen met Amerika over de Alabama- luaestie hare plaats, waarin de hoop wordt uitgedrukt dat het resultaat daarvan een „hechte grondslag moge Worden van vriendschap, welke steeds tusschen Enge land en Amerika moest bestaan." Overgaande tot het terrein der binnenlandsche aangelegenheden wordt, na «e mededeeling dat het budget van uitgaven minder groot is, omtrent het Iersclie vraagstuk het volgende gezegd: „De toestand van Ierland veroorlooft mij het vertrouwen dat gij niet in de treurige noodzakelijkheid zult gebracht zijn, waarvoor het laatste parlement moest zwichten,om de persoonlijke vrijheid aldaar door de schorsing der hubeas corpus act te beperken. Ik beveel u ter overweging aande bestaande wijze der verkiezingen voor parlement en gemeentebesturen om te zien of het mogelijk is aan de Ieren nieuwe waarborgen van rust en vrijheid te verschaffen. Een maatregel om het lot van zekere klassen van werklieden zooveel mogelijk te ver beteren zal aan uw oordeel worden onderworpen." Voorts wordt, met eenigc andere regeeringsvoorstcllen, een wetsontwerp aangekondigd ter verbetering van het onderwijs in Schotland en medegedeeld dat het ontwerp op de kerkelijke regeling voor Ierland zeer spoedig bij het parlement zal worden ingediend. Na het reeds in hoofdzaak medegedeeld artikel van the Times over de veroveringen van Rusland in Azië, komt het Londensch orgaan daarop nogmaals terug om nader te wijzen op de onzekerheid waarin men zich. be vindt ten opzichte der politieke plannen van Rusland tegenover Britseh-Indië. The Times dringt alzoo aan om te dien opzichte inlichtingen te St. Petersburg te vra gen en de verzekering te erlangen dat, waar'de regeering te Londen het voornemen niet heeft om hare bezittingen in Azië, met name vooral in Afghanistan, uit te breiden, ook Rusland geenerlei dreigende houding tegenover de Engelsche bezittingen zal aannemen. Dergelijke vriend schappelijke verhouding tusschen beide groote mogend heden zou, volgens the Times, niet slechts in beider belang wezen, maar ook van heilzamen invloed zijn op de toenemende beschaving in Azië. Hot bestaan der dezer dagen allerwege besproken Russische circulaire aan de verschillende vertegenwoor digers der regeering te St. Petersburg in den vreemde wordt door het officieel orgaan der Fransche regeering eindelijk eenvoudig ontkend. Le Journal officiel de 1'empire Francais verklaart dat de Russische legatiën in den vreemde „geene enkele circulaire van prins Gort- chakoff omtrent het Turksch-Grieksch geschil hebben ontvangen." Of deze verklaring echter na hetgeen daar over door do oflicieuse regeeringsdagbladen te Parijs gezegd is, wel geloof zal vinden, mag betwijfeld worden. Het is echter mogelijk want met dergelijke offieieelo verklaring kan men, gelijk de ondervinding heeft ge leerd, niet te voorzichtig wezen dat prins Gortchakoff geen circulaire heeft gezonden aan zijne agenten in het buitenland, maar „geheime instructiën" of „confiden- tieele mededeelingen." Volgens het Parijsch dagblad la Liberté zouden weder onderhandelingen zijn geopend met koning Ferdinand van Portugal, ten einde hem te bewegen zich de candi- datuur voor de Spaansche kroon te laten welgevallen, welke onderhandelingen met gnnstigen uitslag zouden zijn bekroond. Dit bericht vereisclit echter nader beves tiging, evenzeer als het gerucht dat de heer Olozaga, verstoord over de verkiezing van den heer Rivero tot president der Spaansche Cortes, zijn ontslag zou hebben ingediend als ambassadeur van Spanje aan het Fransche hof. De aanneming der Belgische wet op de overdracht van spoorweg-concessiën wordt te Parijs in de kolommen dor oflicieuse regeeringsdagbladen nog altijd besproken. La Patrie, le Public en le Peuple, laatstgenoemd blad in een tweede artikel, trekken heftig tegen liet Belgisch ministerie te velde. Le Peuple verklaart dat er in Frank rijk velen zijn, die de inlijving van België, óf uit een oog punt van veiligheid, óf wegens de voortdurende aan vallen tegen het Fransch gouvernement, óf van een nationaal oogpunt, als noodig ter handhaving van het Europeesch evenwicht, verlangen. Deze neigingen heeft de Fransche regeering nooit begunstigd, doch „het ministerie te Brussel kiest zonderlinge middelen om haar die gematigde hou ding in het vervolg gemakkelijk te maken, welke meer moeielijkheden oplevert, dan men wel geneigd schijnt te gelooveu." Deze gematigde houding zou, volgens le Peuple, nog moeielijker worden, „indien België ook zelfs maar ten onrechte deed vermoeden dat het als middel van vijandige aanslagen tegen Frankrijk werd gebezigd." Volgens brieven uit Parijs zijn deze ontboezemingen de getrouwe weerklank van do stemming, welke de Belgische wet op de overdracht van spoorweg-concessiën in de Fransche regeeringskriugen in het leven heeft geroepen, hetgeen nader de juistheid der bewering bewijst dat het Belgisch ministerie in deze zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt jegens zijn vaderland en ook hierin weder ge toond heeft de onafhankelijkheid van België, zij het ook ten koste van Frankrijk's toorn, te willen handhaven. Tijdingen uit Rio melden dat de verwachte bezetting der hoofdstad van Paraguay, Assumpcao, door Brazili- aansche troepen zou hebben plaats gehad en de president Lopez na zijne beslissende nederlaag zou zijn krijgs gevangen gemaakt. Deze laatste tijding wordt echter door mededeelingen uit Paraguay zelf niet bevestigd. Gisteren is te Veere, na hevige stormen doorgestaan te hebben, met verlies van zware ankers en kettingen en met verdere avary, als bijligger binnengekomen de/ Nederlandsche schoener Nerva, gezagv. I1. K. Gnodde,, februari 1RG0 Wmt A RTTTTK Draaien van Newcastle met kolen naar Barcelona bestemd. Z' i S fT Z* ii- Bteelcnmatter in de Bellmtrstraat. in zeer behoefti Gisteren is ter reede van Zierikzee gearriveerd h barkschip Stad Middelburg, gezagvoerder L. P. de Vries: Alles is wel aan boord. De heden door de Nederlandsche handelmaatschappij te Amsterdam gehouden veiling van 16,230 balen Java koffie, liggende te Middelburg, was zeer willig. Goed- smakende werd 14 a 2 cent boven taxatie verkocht. Graanmarkten enz. Amsterdam 17 Februari. Raapolie op 6 weken ƒ344. Lijnolie op 6 weken 32. Prijzen -van effecten. Amsterdam 17 Februari 1869. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 24 pet. 56fjj dito dito dito 3 654 dito dito dito 4 88/V Aand. Handelmaatschappij 44 dito exploitatie Ned. staatssp. 48J België. Certificaten bij Rothschild 2J- 604 Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 Certific. adm. Hamburg 5 744 dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 75| dito ƒ1000 1864 5 90 J dito 1000 1866 5 90 Hf Loten 1866 5 2284 Oblig. Hope Co. Leening 1860 44 84 Certific. dito4 Inscript.Stieglitz&Co.2«a4«L. 4 68 Obligatiën 1867 4 G5 Certificaten6 46 Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 1974 Oblig. dito 4 dito spoorweg Poti-Tiflis 5 82 Ju- dito dito 1868 5 8l| Polen. Schatkistobligatiën4 65Jy Pruisen. Obligatiën5 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 48 dito 1847/1852 24 23 Hf dito rente Amsterdam5 604 dito nationale5 52 Jy dito 1864 5 57Jy dito fr. 500 1865 5 60 4 dito 1866 O. W5 „49 Bankactiën3 708 f Oblig. metall. in zilver Jan./Juli 5 55 jg I dito dito April/Oet. 5 54 j ,S dito in papier Mei/Nov. 5 50 Jy •g (_dito dito Febr./Aug. 5 50 j Italië. Leening 18615 53J Certific. bij Lamaison c. s. 5 Spanje. Obligatiën3 thans 2J 31 (4 dito Binnenlandsche3 28 Jy Portugal, dito 18561863 3 364 dito 1867 3 „364 Turkije. dito (binnenl.)5 40 Jy Griekenl. dito (blauwe) 5 Amerika, dito Vereenigde Staten (1874) 5 864 dito dito dito (1904) 5 784 dito" dito dito (1882) 6 82Jj dito dito dito (1885) 6 814 dito Illinois7 864 dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec. (p) 7 574 dito dito geconsolideerde 7 364 dito dito debentures 8 35f dito St.Paul Pac. Spw. 2e sec. 7 654 Brazilië. dito 1863 44 704 dito 1865 5 82 Mexico. dito 1850 3 15Jy Grenada. dito afgestempeld6 Venezuela.dito3 Ecuador. dito'1 Q5jarige Echtvereeiiigiiigf VAX AARNOUT MARIJS EN MAGDALEM VAN RIJSWIJK. Ritthem, 17 Februari 1869. Voor de vele blijken van deelneming, bij het overlij den hunner Zuster, Mejufvrouw C. E. VAN DOLDER, ondervonden, betuigen de overgeblevenen hunnen op rechten dank. Oostkapelle, 15 Februari 1869. Aan allen die van hunne belangstelling hebben doen blijken bij zijne benoeming tot Lid van den Raad dezer Gemeente, betuigt de ondergeteekende zijn welgemeen- den dank. en, Ml P. J. CALLENFELS. 16 ÏN?brua^l869. Aa- en teelenmattér in de BeHrngst'raat, in zeer behoeftige nktandigbedon verkeerende, zijh ïOsten Verjaardag

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 3