iLHütfnlcmö.
bare vergadering der Maatschappij tot nnt van den Javaan
heeft, na de vurige, maar wat overdrevene philippica
van den heer Enklaar tegen het dwaugcultuurstelsel,
niet geleid tot de discussie waarop ik gevlast had.
Waarom de oud-gasten, wien het werkelijk om de zaak
en om waarheid te doen is, den strijd ontweken hebben,
is mij nog niet recht duidelijk.
„En de heer Heemskerk Az., nog nauwelijks lid der
tweede kamer, is zoo d'emblée tot voorzitter zijnerafdeeling
gekozen. Vermoedelijk omdat men hem dadelijk als leider
der oppositie, eeue rol, die wijlen mr. Koorders hem
misschien betwist zou hebben, -voorop stellen wil.
De bekwame, maar hartstochtelijke man zal het zich
laten welgevallen, denk' ik, en reeds moeten zich ver
schijnselen hebben voorgedaan van eene heftigheid,
die ahveêr niet in het belang des vaderlands wezen
zal. De afdeelingen hebben zich dezer dagen bezig
gehouden met het onderzoek van het wetsontwerp be
treffende wijziging der concessie voor den spoorweg van
Samarangover Soerakarta naar Djokjokarta. Het ontmoet
van verschillende zijden vrij wat tegenstand en zoo het
aangenomen wordt, zal het niet zijn zonder belangrijke
wijzigingen, waardoor de overeenkomst, door den staat
te sluiten, voor dezen minder onereus wordt. De rente
garantie voor dat gedeelte van het kapitaal, dat tot aan
leg van den spoorweg naar Buitenzorg noodig is, zal
vooral sterk bestreden worden. Op dit oogenblik is de
kamer bezig de nominatie voorde vacature in den hoogen
raad op te maken. Zonderling genoeg, schijnen de kansen
van den heer Meerbeke, om wien de vorige keer zoo
veel te doen is geweest, geheel verkeken. Daarentegen
schijnt men nu weèr meer op de aanbevelingslijst van
den hoogen raad te willen letten. De uitslag, die u
waarschijnlijk nog wel voor de ontvangst dezes per
telegraaf bekend wordt, zal leeren hoe ver de inconse
quentie der kamer kan gaan."
Do heer de Beaulieu, gewezen gezant van België bij
het Nederlandsche hof, heeft heden de residentie ver
laten, om zich naar zijn post te Londen te begeven.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft eergisteren
besloten het aanbod van den minister van binnenlandsche
zaken betreffende de Noorderhaven op Feijenoord aan te
nemen, en mitsdien vastgesteld dat liet rijk, tot afkoop
der onderhoudskosten van die haven en hare beide
mondingen, in eens 100,000 zal storten, doch bierbij is
tevens bepaald dat de gemeente bij hét voortdurend
diephouden alleen verplicht is te zorgen voor het ouder-
houd eener geul van 40 el breed, op minstens 6.34 el
onder A.P.
De minister van binnenlandsche zaken heeft ter
kennis gebracht van de belanghebbenden dat bij de
rijkstelegraaf navel-gelijkend onderzoek ongeveer twintig
klerken zullen worden in dienst gesteld. Voor het ver
gelijkend onderzoek om als zoodanig te worden benoemd,
moet men zich uiterlijk 26 Maart 18(59 bij het departe
ment van binnenlandsche zaken hebben aangemeld.
Voorts heeft die minister békend gemaakt, dat bij de
rijkstelegraaf ongeveer twintig leerlingen zullen worden
toegelaten, om te Amsterdam onderricht te ontvangen,
waartoe men zich uiterlijk op 21 April 1869 bij het
departement van binnenlandsche zaken moet hebben
aangemeld.
Benoemingen en besluiten.
gezantschappen. Benoemd tot Nederlandsch gezant
bij het hof te Petersburg de heer m'. J. P. J. A. graaf van
Zuijlen van Nyevelt.
ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den
Nederlandschen Leeuw, de heeren van Hartrop, koop
man te Macassar, en Lingard, handelaar te Goenoeng
Tabor (Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo).
posterijen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan
den heer A. G W. graaf van Hogendorp uit zijne betrek
king van directeur van het postkantoor te Zwolle,
behoudens aanspraak op pensioen.
Kerknieuws.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche her
vormde gemeente te 's-Bosch de heer H. Pierson, thans
te Heynenoord.
Onderwijs,
Aan de statistiek in de Nieuwe bijdragen ter bevor
dering van het onderwijs en de opvoeding ontleenen wij
nog het volgende
Als vacant staan vermeld28 openbare scholen voor
gewoon lager onderwijs, 2 voor uitgebreid lager onder
wijs en 4 gesubsidieerde bijzondere scholen. Er worden
18 hulponderwijzers gevraagd, waaronder 4 voor uitge
breid lager onderwijs.
Er worden 6 vergelijkende examens vermeld, die door
2, 3, 4, 7, 8, 15 en 17 sollicitanten werden bijgewoond.
Vijfmaal is n°. 1, eens n°. 2 benoemd. Waar slechts 2 sol
licitanten opgekomen waren, heeft de gemeenteraad
geweigerd uit de voordracht een benoeming te doen,
waarom een nieuwe oproeping heeft plaats gehad. Uit
gebrek aan sollicitanten heeft men op eene plaats het
traktement van ƒ400 met ƒ25 moeten verhoogen, in de
hoop door die aanzienlijke verhooging tal van sollicitan
ten te lokken, lutusschen is dit traktement nog niet eens
gering, want er is zelfs een plaats vacant, die behalve
vrije woning en tuin 325 traktement geeft, maar daar is
ook een hulponderwijzer voldoende. Een verblijdend
verschijnsel is, dat door den openbaren onderwijzer
te Haaksbergen een gesubsidieerde bijzondere school
geopend is ten behoeve van kinderen die in de fabriek
arbeiden. Deze school wor it aanvankelijk iederen
avond, behalve Zaterdags, van 8 tot 9j uur gehou
den. Nog een opmerking. Art. 22 der wet schrijft voor,
dat de betrekking van hoofdonderwijzer uiterlijk binnen
zes maanden na het openvallen moet zijn vervuld. Even
wel vindt men nog als vacant opgegeven een school, die
met April '68, en zelfs een die met Februari '67 en een
die met Juni 1867 vacant is geworden.
Marine en leger.
Met den 1™ Maart a. worden bij het hospitaal der
marine te Willemsoord gedetacheerd: de officieren van
gezondheid 2e klasse II. C. Steenbergen en J. Lamie, en
de officieren van gezondheid 3n klasse G. L. Aalbertsberg
en M. C. Pannevis.
De 2« luitenants bij het korps mariniers A. R. de
Wendt en H. B. Stenfert, kommandeerende de detache
menten mariniers aan boord van Zr. Ms. wachtschepen te
Willemsoord en te Hellevoetsluis, worden met den laat-
sten dezer maand eervol van dat bevel ontheven, en
daarin vervangen door de 2» luitenants C. H. Pilaar en
H. A. J. Battekê.
Rechtzaken.
Bij vonnis der arrondissements rechtbank van Heeren
veen van den 6r" October jl., werd de geneesheer R. Hou-
wink schuldig verklaard aan het hem ten laste gelegde
feit: dat hij op zeven en twintig tijdstippen van het jaar
1866 ten behoeve van den ambtenaar van den burgerlij
ken stand der gemeente Schoterland, geene opgave heeft
gedaan van de oorzaak van den dood der door hem als
geneesheer behandelde lijders bij de afgifte der verkla
ringen aan genoemden ambtenaar, opmerkende dat hij
dit niet kon doen wegens den afgelegden eed van geheim
houding; en, met aanneming van verzachtende omstan
digheden (niet toebrengen van schade en bekentenis),
veroordeeld tot zeven en twintig geldboeten, ieder van
ƒ2, bij niet-betaling te vervangen door éen dag gevan
genisstraf voor elke boete, alsmede in de kosten.
Het provinciaal gerechtshof in Friesland echter heeft
gisteren, rechtdoende in hooger beroep, den veroordeelde
van alle rechtsvervolging ontslagen.
Gemengde berichten.
De Nederlandsche handelmaatschappij heeft negen
schepen bevracht, waaronder twee voor Middelburg
zijnde: de Honigbij, gezagvoerder J. van der Valk Dz.j
groot 399 lasten, vracht 82.88; en Burgemeester van'
Middelburg, gezagvoerder P. Hoek, groot 395 lasten,
vracht 86.49.
Onder de toebereidselen welke voor het te houden
Ocumenische concilie gemaakt worden, wordt het vol
gende gemeld. Dp halve cirkel welke de zetels der aan
het concilie deelnemende bisschoppen bevat, is reeds
afgeteekend. Er worden 900 zitplaatsen ingericht, eene
estrade voor den redenaar en een afgesloten ruimte voor
die geestelijken welke stenographeeren zullen. Deze
laatste zullen uit alle natiën worden gekozen, hetgeen
hen in staat zal stellen de redevoeringen, welke wel is
waar allen in de Latijnsche taal doch met verschillende
uitspraken gehouden zullen worden, te verstaan. Aan de
rechterzijde van den paus zullen de kardinalen plaats
nemen en aan de linkerzijde de gezanten, indien deze
namelijk het concilie bijwonen. Van de 850 bisschoppen
rekent men dat 700 tegenwoordig zullen zijn.
Naar men nader verneemt is er wel proces verbaal
opgemaakt tegen den officier, die zich te 's Hertogenbosch
op de rails van den spoorweg bevond, bij gelegenheid
van een ongeluk en om de behulpzame hand te bieden
doch wordt aan de zaak geen gevolg gegeven.
Eenige Engelsche dagbladen bevatten het volgende
verzoekschrift, door mevrouw de weduwe Lincoln aan
den vice-president der Vereenigde staten gericht:
„Mijnheer! Ik doe bij deze met allen eerbied een aan
vrage om een jaargeld. Ik ben de weduwe van een presi
dent der Vereenigde staten, wiens leven in dienst van
zijn land opgeofferd werd. Die treurige ramp heeft mijne
gezondheid zeer ondermijnd, en qp raad van mijn'ge
neesheer begaf ik mij naar Uuitscliland om de bronwa
teren te gebruiken en vervolgens den winter in Italië
door te brengen, doch mijne geldelijke middelen veroor
loven mij niet den dringenden raad mij gegeven op te
volgen, en ik kan niet leven, ofschoon ik dit zoo zuinig
mogelijk inricht, als het der weduwe van het hoofd eener
groote natie betaamt. In aanmerking nemende de groote
diensten, welke mijn diep betreurde echtgenoot aan de
Vereenigde staten bewezen heeft, en van het schrik
kelijke verlies dat ik door zijn ontijdigen dood ik
mag het zijn martelaarschap noemen onderga, leg ik
eerbiedig dit verzoekschrift aan het achtbaar staats
lichaam voor, in de hoop, dat mij spoedig een jaargeld
toegelegd worde, teneinde ik van geldelijke zorgen ont
slagen zij.
„Ik blijf met alle achting,
„Mevr. A. Lincoln.
„Frankfort. Duitschland."
(Zooals men weet heeft „de groote natie" eene jaarwedde
van 5000 doll. 12,500) toegestaan aan de weduwe des
mans, aan wien do republiek naast Washington het
meest te danken heeft.)
Te Trowbridge (Engeland) hebben twee mannen
op treurige wijze hun leven in een groot biervat ver
loren. Jl. Dinsdag was een knecht uit de herberg de Duif
met zijn zoon bezig het biervat te reinigen; laatst
genoemde daalde met een touw om het lijf daarin af.
Door de uitdamping bedwelmd, werd hij dadelijk bewus
teloos, en nu trachtte de vader te vergeefs zijn zoon
naar boven te trekken. Toen hij om hulp riep schoot de
herbergier toe. Inmiddels was het touw gebroken en
liet de herbergier zich, zonder bedenken, in het vat
glijden, alwaar hij dadelijk hetzelfde lot onderging als
de jonge man dien hij trachtte te redden. Alle ge
neeskundige hulp was te vergeefs.
Thermometerstand.
12 Febr.'s av. 11 u. 42 gr.
13 's morg.7 u. 42 's midd. 1 u. 43 gr.
Statcn-generaal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 12 Februari. Ingekomen wetsont
werp en stukken; opmaking nominatie hoogen raad;
bepaling dag discussie.
In deze zitting is ingekomen een wetsontwerp tot
wijziging van hoofdstuk XI der staatsbegrooting voor
1868 (pensioenen).
Voorts is ingekomen 1°. een afschrift der overeenkomst
tot wijziging van het internationaal telegraaf-verdrag,
dat in handen gesteld wordt eener commissie bestaande
uit de heeren Kien, Heemskerk, de Brauw, Begram en
van Kerkwijk; 2". een afschrift eener overeenkomst met
Oostenrijk gesloten betreffende eene nieuwe verminde
ring der kosten van het vervoer der brievenmalen tus-
schen het rijk en Nederlandsch Indië, langs den weg van
Triest; gesteld in handen eener sommissie bestaande uit
de heeren van Beyina, de Bruyn Kops, Nierstrasz, van
Eek en Fokker.
Vervolgens is overgegaan tot het opmaken der nomi
natie voor de vervulling der vacature in den hoogen raad,
ontstaan door het overlijden van nu. J. H. van de Sande.
(Reeds in ons vorig nommer medegedeeld.)
Tot lid der huishoudelijke commissie, in de plaats van
den heer Geertseina, is benoemd de heer de Brauw met
28 stemmen tegen 26, die op den heer de Roo van Alder-
werelt werden uitgebracht.
Algemeen overzicht.
Bij de opening der Spaansche Cortes op eergisteren
heeft de maarschalk Serrano, namens het voorloopig be
wind, eene toespraak voorgelezen. Daarbij werd in de
eerste plaats Spanje's herleving geconstateerd en gezegd
dat het voorloopig bewind slechts in hoofdtrekken de
lijnen voor het toekomstig staatsgebouw had aangegeven,
altijd in overeenstemming met liet programma der revolu
tie; daartoe behooren de vrijheid van godsdienst,van druk
pers, van onderwijs,alsmede van vereeniging en vergade
ring,welke vrijheden de Cortes door wetten zullen hebben
te regelen, zonder die te beperken. Heeft het voorloopig
bewind aanvankelijk schijnbaar tot dergelijke beperking
moeten overgaan, het was omdat er machtige vereeni-
gingen, nog met den geest van het vroeger regeerings-
stelsel bezield, tegenover de revolutie bestonden, welke
in bedwang moesten gehouden worden. Voorts wordt
in deze regeeringstoespraak gewezen op de te Burgos
gepleegde misdaad, waaruit de Spaansche natie leeren
kan welke toekomst haar wachten zou als die onverzoen
lijke vijanden der vrijheid, de geestelijkheid en haar
aanhang, weder aan liet bestuur kwamen. Eindelijk
wordt een beroep gedaan op de eensgezindheid en krach
tige medewerking der vergadering en verklaart de voor-
loopige regeering na nog het vertrouwen op het
dempen van den opstand op Cuba, eene erfenis van
vorige gouvernementen, te hebben geuit dat zij thans
eerbiedig de handhaving van gezag, vrijheid en orde aan
de Cortes overdraagt.
Omtrent de verhouding der verscheidene staatspar
tijen in de Spaansche vertegenwoordiging worden thans
met meer zekerheid dan vroeger de volgende cijfers
medegedeeld. Van de 346 leden behooren 129 tot de
progressistische partij, 80 tot de unionisten, 76 tot de
republikeinen, 37 tot de demoeraten en 24 tot de cleri-
cale partij. Tot deze laatste behooren eenige hooge
geestelijken, die uit Rome echter den last hebben ont
vangen om geen zitting te nemen. Omtrent de groote
quaestie van den te proclameeren regeeringsvorm schijnt
nog altijd weinig zekerheid te bestaan met het oog op
de moeielijkheid der keuze van een vorst,zoodat, althans
voorloopig, het instellen van een uitvoerend geza'g uit
drie personen aan velen vvenschelijk voorkomt, behalve
natuurlijk aan de unionisten, waaronder men de eenigs-
zins meer behoudend gekleurde monarchalen moet
verstaan, en de republikeinen, die zich slechts met dit
denkbeeld zouden kunnen vereenigen als dergelijk met
het uitvoerend gezag bekleed driemanschap werd inge
steld zonder de monarchale onschendbaarheid en zonder
de met het democratisch systeem strijdige onverant
woordelijkheid.
De Fransche regeering heeft het noodig geacht om
door hare officiense organen, bij de opening der zitting
van de Spaansche Cortes, eenige betuigingen van sym
pathie voor de revolutie ten beste te doen geven. Le
Constitutionncl verklaart dat de keizerlijke regeering
zich in geenerlei opzicht in de Spaansche aangelegen
heden zal mengen en bereid is om den candidaat, dien
Spanje zich tot vorst zal kiezen, te erkennen, „zonder