MIDDELBURGSCHE
COURANT.
W°' 24.
Donderdag
11 Februari.
1869.
Editie van Woensdag avond 8 uren.
Middelburg ÏO Februari.
De tweede kamer der staten-generaal heeft gisteren
hare werkzaamheden hervat.
Do heer 111'. J. Heemskerk Az., onIang3 in het kies
district Gorinchem tot afgevaardigde gekozen, is toege
laten.
Behalve verschillende reeds bekende wetsontwerpen
zijn ingekomeneen wetsontwerp tot wijziging van eenige
bepalingen der wetten betreffende de personeele belas
ting; een tot regeling der contentieuse rechtsmacht;
een tot regeling der samenstelling van het college van
zetters voor de directe belastingen, alsmede nadere be
palingen omtrent bezwaarschriften tegen den aanslag in
de directe belastingen.
Tot voorzitters der afdeelingen zijn gekozen deheeren
Fransen van de Putte, Heemskerk Az., Dullert, van
Voorthuysen en W. van Goltstein; en tot ondervoorzit
ters de hoeren van Nispen, J. K. van Goltstein, van der
Linden, Blussé en Begram.
De nominatie voor de vervulling der opengevallen be
trekking van lid van den lioogen raad der Nederlanden
zal Vrijdag worden opgemaakt.
De heer T. J. Stieltjes heeft bedankt voor de candida-
tunr voor het lidmaatschap der tweede kamer, hem door
de kiesvereeniging Neêrlands heil, te Groningen, aan
geboden.
De gemeenteraad van Middelburg heeft heden met
9 stemmen tot directeur der wisselbank benoemd den
heer J. A. Tak. Op den heer K. S. Frederiks waren
4 stemmen uitgebracht en 2 biljetten waren oningevuld.
Aan commissarissen over de wisselbank is, op hun
verzoek, machtiging verleend: a. tot af-en overschrij
ving van een tweetal posten op de begrooting voor 1863,
en b. om de van het traktement van den overleden direc
teur overgeschoten som van 200 te bestemmen voor
gratificatiën aan de ambtenaren der bank wegens ver
richte buitengewone werkzaamheden.
In verband met de opheffing van het beurtveer tus-
schen Middelburg en Utrecht, is aan den heer J. A. Sis
termans eervol ontslag verleend als commissaris over
dat veer.
Eene gewijzigde voordracht van burgemeester en
wethouders betreffende den aanleg van riolen, hoofdza
kelijk met betrekking tot het scheepsdok, is voor de
leden ter inzage gelegd, om later, na ingewonnen advies
der commissie van fabricage, in behandeling te worden
genomen.
Het proces-verbaal der opneming van de boeken en
kas van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt dat op
22 Januari jl. 9,417.",0 in kas moest zijn, is goedge
keurd.
Naar aanleiding van een brief van den kommandant
van het garnizoen alhier, die vbor de maand Mei a. meer
ruimte beschikbaar weiischt te hebben voor huisvesting
van militairen, hebben burgemeester en wethouders
getracht een lokaal te huren en zijn zij met de heeren
Spoors Sprenger in correspondentie getreden over het
huren van een gedeelte der voormalige garancinefabriek.
Deze correspondentie is, met daartoe behoorende be
scheiden, voor de leden ter inzage gelegd.
Een ingekomen dankbetuiging van de kommiezen en
den bode der plaatselijke belastingen voor de hun ver
leende gratificatie, is voor kennisgeving aangenomen.
Eindelijk is de vernietiging goedgekeurd van vijftien
stuks stedelijke obligatiën, zijnde veertien van 1Ó00 en
een van f 200, alzoo te zamen 14,200.
In ons volgend noramer geven wij een meer uitvoerig
verslag.
Gisteren heeft te Vlissingen de opening plaats gehad
der biljetten voor de verkiezing van een lid van den
gemeenteraad, bij herstemming tusschen de heeren
Ph. J- Callenfels en II. E. Kleynhens. In de bus bevonden
zich 136 briefjes, hoezeer slechts 135 kiezers aan de
stemming hebben deelgenomen; 2 biljetten waren onin
gevuld en 1 was van onwaarde, als zijnde een verkeerd
biljet. Op den heer Callenfels waren 83, op den heer
KleynhensöOstemmen uitgebracht, zoddat eerstgenoemde
is gekozen.
Tot lid van den gemeenteraad van Krabbend ijke is
bij herstemming gekozen de heer B. den Exter van den
Brink met 12 stemmen. De heer Jaoob Blok verkreeg
10 stemmen.
Naar wij vernemen bestaat het voornemen om de
opening van den spoorweg van Gent naar Neuzen op den
1 cti Maart aanstaande te doen plaats hebben.
Op het door den gemeenteraad van Neuzen aan den
minister van oorlog ingediend verzoekschrift en het
adres van gelijke strekking van een aantal ingezetenen
dier vesting, om het thans daar aanwezige garnizoen
met Mei te blijven behouden, zijn thans afwijzende be
schikkingen ontvangen, zoodat na vertrek van den batal
jonsstaf en twee compagniën, er alsdan twee compag-
niën in bezetting zullen blijven.
De Vlaamschc dichter Jan van Beers heeft Maandag
te Zierikzee, door het daar gevestigde departement der
Maatschappij tot nut van 't algemeen daartoe uitgenoo-
digd, een voordracht gegeven zijner dichtstukken, de
Verstooteling en de Oorlog, van welke beide reeds meer
malen in dit blad is melding gemaakt. De opkomst, ook
van elders, was buitengewoon talrijk, en de geestdrift
door den dichter opgewekt, recht levendig.
ITet Provinciaal blad van Zeeland n°. 13 bevat eene
kennisgeving van gedeputeerde staten dezer provincie,
dat bij koninklijk besluit van den 25"" Januari jl. aan
Wilhelm Arntz, doctor in de genees-, heel en verlos
kunde te Cleve (Pruisen), vergunning is verleend tot
uitoefening der genees-, heel,-)en verloskunde in het
koninkrijk der Nederlanden.
Te Leiden is door verscheidene invloedrijke perso
nen, waaronder ook eenige professoren, een adres onder
teekend, waarbij zij aan de tweede kamer hunne adhaesie
betuigen aan het adres van het hoofdbestuur van het
anti-dagbladzegelverbond, en op de aanneming van het
voorgedragene wetsontwerp aandringen.
De Staatscourant van 9 dezer bevat het koninklijk
besluit van den 31™ December 1868, bepalende de plaat
sing in het Staatsblad van de op den 21™ Juli 1868 te
Weenen gesloten overeenkomst tot wijziging van de
internationale tclegraaf-overeenkomst van 17 Mei 1865
(koninklijk besluit van 25 Augustus 1865, Staatsblad
n°. 111). De tekst dier oiereenkomst en de vertaling
daarvan zijn mede in genoemd nommer der Staatscourant
opgenomen.
Uit Leiden schrijft men ons:
„Vandaag, den 8st™ Februari, vieren wij hier feest.
Het is de Dies Nataiis der academie. De aftredende
rector magnificus heeft, als naar gewoonte, eene plech
tige oratie in het groot auditorium gehouden en zijne
waardigheid overgedragen aan den nieuw benoemde.
Gelijk gij weet geschiedt die overdracht echter op geen
andere wijze, dat dus de aftredende rector op het einde
van zijn speech verklaart de fasces academicae aan zijn
opvolger over te geven.
„Terwijl het pro/anum vulgus zich dus alleen kan
verheugen in het gezicht van de breede schaar van
hoogleeraren, voor deze éene keer met toga en bef uit
gedost, en terwijl het verder bij den aanvang, in het
midden, en aan het einde van de plechtigheid de wel
luidende tonen van het orchestje kan bewonderen, is het
dank zij de gewoonte om nog steeds in het Latijn te
oreeren den ingewijde alleen gegeven, het verslag
over de lotgevallen der academie in het afgeloopen jaar,
en de daaraan voorafgaande rede te genieten.
„Ditmaal was het professor Dozy die sprak, en gij
zult mij nauwelijks gelooven, wanneer ik u zeg, dat hij
zijn gehoor heeft opgewonden. Mevr. Niemann-Seebach,
heeft slechts een flauwen triomf behaald, in vergelijking
van de toejuichingen die den spreker van heden ten
deel vielen. Hij sprak „over de oorzaken van den
achteruitgang der Mohainedaansche beschaving bij de
Christelijke vergeleken" {de causis cur Mohammedanorum
cultura et hunmmtas prae ea qaae Chrislianorum immunita et
corrupta sit). In korte trekken gaf hij eerst aan, hoezeer
de Arabieren in de middeleeuwen de Christenvolken in
beschaving vooruit waren. En daarop stelde de hoog
leeraar de vraag, die het onderwerp zijner rede uit
maakte.
„Drie oorzaken noemde hij daarvoor op. In de eerste
plaats: de stabiliteit van de rechtsinstellingen bij de
Mohamedanen, die niet gescheiden zijn van hun gods
dienst, terwijl juist bij ons het recht zich steeds zelf
standig ontwikkelt. In de tweede plaats wees hij op de
weinige geschiktheid van de Mohamedaansche volkeren
om zich als staat te ontwikkelen. Zoolang zij nieuwe
landen veroverden, waren zij sterk; toen zij tot staan
gekomen waren, bleek hunne onmacht, om een staat te
vormen, waarin de machten juist verdeeld waren. Het
was echter vooral een derde oorzaak die den achteruit
gang van de Mohamedaansche volkeren had tengevolge
gehad. Bij hen was de invloed der geestelijkheid, in den
aanvang gering, al grooter en grooter geworden, zoodat
zij zich ten slotte over alles en, niet het minst, over alle
takken van onderwijs uitbreidde. Bij de christelijke vol
keren was dit juist omgekeerd: de invloed van de geeste
lijkheid was hij hen in den beginne onbeperkt geweest,
maar hij was al meer en meer ingekrompenhet onderwijs
voor het volk was uit de banden der kerk genomen, en
wat het hooger onderwijs betrof, was de macht der kerk
in de laatste jaren zoozeer gevreesd, dat in twee nieuwe
vrije universiteiten, te Londen en te Brussel, de theologie
zelfs niet meer als faculteit voorkwam, en dat men het
vreemde schouwspel had gezien dat een Nederlandseh
ministerie, dat zich meer toelegde op het conservare, dan
op het renovarezelf3 in een ontwerp van wet op het hoo
ger onderwijs de theologische faculteit had geschrapt.
„Doch de strijd tegen de geestelijkheid was ook bij
ons niet volstreden: dit bewezen de woelingen van,de
laatste tijden. Met het voorbeeld nu van de Mohamedaan
sche maatschappij voor zich, waar wel is waarde kinderen
leeren lezen en schrijven, maar waar elke vrije ontwikke
ling wordt tegengewerkt, waarschuwdede hoogleeraar met
nadruk tegen de gevolgen die een nieuwe overheersching
der geestelijkheid bij ons zou na zich sleependen met klem
voegde hij er bij; dat, al mochten ook onze tegenstanders
voor een'tijd zegevieren, en al moest ook het aantal
overloopers dagelijks toenemen, hij den wensch uitsprak
dat dan eenmaal de nakomelingschap zou kunnen zeggen
dat er een klein hoopje mannen was geweest, die onver
moeid, onverschrokken den strijd niet opgegeven hadden,
maar met ai hunne krachten dien kamp voor beschaving
en ontwikkeling tot den laatsten man hadden gestreden,
en dat die mannen waren de vertegenwoordigers der
Leidsche academie
„Het was hier dat de opgewondenheid van alle toe
hoorders zich in daverende toejuichingen lucht gaf, en
niet alleen was de wijze, waarop de hoogleeraar zijn
schoone rede uitsprak, door hier en daar een bijzonderen
klem op een enkel woord te leggen gevoegd bij de
kortheid en kernachtigheid zijner taal, iets wat reeds,
afgescheiden van de actualiteit van zijn onderwerp,
indruk maakte, maar een ieder trof het voorzeker, langs
zuiveren historischen weg, door een zoo bij uitstek
wetenschappelijk man als prof. Dozy, als van zelf een
argument voor de openbare school te hooren ontwikke
len, dat, al is hetni et afdoende, toch zeker van groote
beteekenis is.
„Een tijd lang hielden de toejuichingen aan, toejui
chingen, gelijk het Leidsch Dagblad zegt, zooals in het
academisch auditorium zelden gehoord werden. Ver
scheidene .professoren wedijverden hief bij met de stu
denten. Bij het herdenken van de lotgevallen der acade
mie, wijdde de hoogleeraar een woord aan den overleden
secretaris van curatoren mt J. Luzac, en bracht hij een
warme hulde aan de nagedachtenis van prof. Jan van der
Hoeven Cz., van wien hij vooral deed uitkomen hoe hij
bijna alles door eigen studie verkregen had.
„Heden middag is het gewone diner bij den afgetreden
rector magnificus, terwijl de nieuwbenoemde prof. Everts
als naar gewoonte, een soiree geeft."
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Benoemd tot grootkruis der orde van
den Nederlandschen leeuw de baron Beaulieu, buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister van Z. M. den
koning der Belgen.
belastingen. Opgeheven de ontvangkantoren der
directe belastingen, accijnsen en Rijnvaartrechten te
Vreeswijk c. a., en der directe belastingen en accijnsen
te Houten c. a. (Utrecht)en ingesteld een nieuw ont
vangkantoor voor de directe belastingen en accijnsen
te Vreeswijk, voor de gemëenten Vreeswijk, Jutphaas,
Houten, Schalkwijk en Tuil en 'tWaal.
Eervol ontslag verleend aan den heer W. H. J. van
Hien uit zijne betrekking van ontvanger der directe
belastingen en accijnsen te Houten c. a.
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen, in- en
uitgaande rechten en accijnsen te Wehl c. a. (Gelderland)
de heer J. O. P. baron van Alderwerelt Houtuyn, eervol
ontslagen ontvanger der directe belastingen en accijnsen
te Voorst, thans tijdelijk belast met de waarneming van
het ont vangkantoor der directe belastingen en accijnsen
te Twello.
Necrologie.
De Vlaamsche letterkunde heeft een groot verlies
ondergaan door den dood van den dichter J. M. Dautzen-
bergden 4™ dezer maand -op zestigjarigen leeftijd
overleden.