De heer Fokker ondersteunt zeer het voorstel van den heer de Jonge. Bijhet bestuur der Maatschappij van nijverheid is deze zaak mede ter sprake gebracht, doch sommigen meenden dat dit punt meer tot de zorg van het gemeentebestuur dan wel tot die der genoemde maatschappij behoort. Dat er hier verscheidene pompen zijn die minder goed water opleveren is bekend. Ook te Rotterdam heeft men proeven met grondboren genomen; de wijze waarop dit geschiedt is zeer eenvoudig, zoodat hij ook hier gaarne een proef genomen zou Willen zien, vertrouwende dat de vrees van den voorzitter ten aanzien der kosten zal blijken weinig grond te hebben. De heer N. J. C. Snouck Hurgronje- heeft tegen de zaak zelve geen bezwaar. De kosten zijn zóo gering dat hij, vooral voor het geval van watergebrek, het toestaan der noodige 50 voor een proefneming zou goedkeuren. Doch het voorstel kan zij us inziens thans niet goedschiks behandeld worden, daar eerst uitgemaakt dient te wor den waar gebrek aan water en pompen bestaat. Hij zou daarom de beslissing willen aanhouden totdat daarom trent zekerheid zal zijn verkregen. Niet overal toch slagen de proeven met grondboringen even gemakkelijk, althans in het voormalig 4« district dezer provincie schijnt dit het geval niet te zijn. De voorzitter zegt dat hij van het door den heer de Jonge gedane voorstel vooraf geen kennis heeft gedra gen; ieder lid heeft echter vrijheid tot het doen van een voorstel, maar aan den anderen kant staat het ook ieder lid vrij te verzoeken dat de behandeling van zoodanig voorstel worde aangehouden. Hij stelt daarom voor, het voorstel van den heer de Jonge te verzenden naar bur gemeester en wethouders, ten einde deze later een volle dig voorstel doen, ook ten aanzien van de plaats. De heer Lantsheer ondersteunt het voorstel van den heer de Jonge, hij vindt het evenwel goed dat de behan deling daarvan worde aangehouden, ten einde ieder tijd tot onderzoek hebbe, doch niet op de door den voorzitter voorgestelde wijze, welke in overeenstemming is met hetgeen de heer N. J. C. Snouck Hurgronje heeft aange voerd. Yolgens spreker is hier toch alleen sprake van het toestaan van 50 tot het nemen eener voorloopige proef, welke strekken moet om te zien of men goed water krijgen kan. Omtrent de plaats kan eerst later beslist worden. De voorzitter merkt op dat de proeven op verschil lende plaatsen kunnen genomen worden, doch hij vreest dat bij groote droogte ook de te boren putten ledig zul len zijn. Ook de heer Lambrechtsen van Ritthem ondersteunt het voorstel van den heer de Jonge. De heer N. J. C. Snouck Hurgronje zegt, tot nadere toelichting van het reeds door hem aangevoerde, dat men vooral zekerheid moet hebben waar de behoefte aan water bestaan zal, want men behoeft de proeven niet' te nemen daar waar zich een goede pomp bevindt, zooals bijvoorbeeld op de Markt en elders. De heer Lambrechtsen van Ritthem acht dit geen bezwaar. Schaft men den toestel aan, dan kunnen bur gemeester en [wethouders proeven laten nemen waar zij zullen verkiezen. De heer Fokker wil ook het nemen van proeven aan het dagelijksch bestuur overlaten, doch wijst onder anderen op het Bagijnhof, waar geen pomp aanwezig is. Het voorstel van den heer de Jonge wordt alsnu in om vraag gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. Overeenkomstig een door de kommiezen bij de plaat lij ke belastingen ingezonden adres is met algemeene stemmen besloten om, evenals in 1867 en 1868, ieder hunner, alsmededen bode bij die administratie, een gratificatie toe te staan, thans ten bedrage van 24.60 daar het totaal bedrag der consentgelden ten vorige jare voor ieder hunner in plaats van 30 slechts 5.40 heeft bedragen. Van commissarissen over de wisselbank is ingekomen een concept-instructie voor den directeur. In art. 1 daar van wordt bepaald dat de directeur in de bank zal moe ten tegenwoordig zijn eiken werkdag des voormiddags van 9—10 uren, alsmede tegen .12 uren, zijnde het uur der sluiting, terwijl hij zich in den regel ook in de tus- schenuren beschikbaar behoort te stellen, voor het geval hij in de bank noodig mocht zijn. In de begeleidende missive wordt aangevoerd dat de in art. 1 genoemde tijd voldoende kan worden geacht, in verband met den aard der werkzaamheden van den directeur. Op voor stel des voorzitters is besloten, de concept-verordening voor de leden ter inzage te leggen en de beraadslaging daaromtrent aan te houden. Op een daartoe door de kamer van koophandel en fabrieken alhier ingezonden verzoek is besloten, aan die instelling een buitengewone toelage ad 24.54 te ver- leenen, zijnde het bedrag van het over 1868 verkregen kwaad slot, tengevolge van het doen drukken van adres sen aan de regeering betreffende de brievenposterij en de verkoop van gouvernements-producten in Indië. Bij de inwilliging van dit verzoek is vooral gelet op de om standigheid, dat sedert het jaar 1860 (toen mede een zoodanige buitengewone toelage is verleend) eene som van 104 minder subsidie uit de gemeentekas aan de kamer is moeten verstrekt worden. De heeren Fokker en Luteyn hielden zich als leden der kamer van koop handel en fabrieken, bij het nemen van genoemd besluit, buiten stemming. De voorzitter deelt mede dat een tweetal brieven bij burgemeester en wethouders zijn ingekomen van den heer W. H. van Meukeren, te Rotterdam, welke beide worden voorgelezen. In den eersten geeft genoemde heer te kennen dat hij den 31c" December jl. met den minister van oorlog eene conferentie heeft gehad, welke drie kwartier uurs heeft geduurd, en waarin de belangen van den spoorweg BoxtelGennep—Cleef— Wezel besproken zijn. Het is daarin tot een vergelijk gekomen en alle bezwaren zijn uit den weg geruimd, zoodat de concessie binnen weinige dagen kon worden tegemoet gezien, waarop de heer van Meukeren te meer meende te mogen vertrouwen, daar de minister aan het slot der conferentie op de meest welwillende wijze beste zegeningen voor den spoorweg wenschte. In den tweeden brief wordt kennis gegeven van de sedert door Z. M. den koning geteekende concessie voor genoemden weg. Beide brieven zijn voor kennisgeving aangenomen. Naar aanleiding van een ingekomen missive van den heer Simon, eerstaanwezend ingenieur bij de staats spoorwegen te Vlissingen waarin hij te kennen geeft dat hij dit jaar gebruik zal maken van de gronden in do oude Arne, tot welker ko3teloozen afstand aan het rijk s gecontracteerdis met algemeene stemmen een nader besluit tot dien afstand genomen. De heer Rekker komt ter vergadering. Bij de uitloting van een aandeel in de negotiatie voor de verwijding der kaaimuren bij de Bellingbrug, is ge trokken n". 14, tot welks uitbetaling aan den gemeente ontvanger machtiging is verleend. De begrooting van den MiddelburgVllssingschen rijweg is zonder bedenking met algemeene 'stemmen goedgekeurd tot een bedrag van 3,020.53 in ontvang, f 3,010 in uitgaaf, goed slot 10.53. De voorzitter deelde hierbij mede dat met het bouwen der tolgaarderswoning wordt gewacht tot de weg gereed zal zijn. Op voorstel van burgemeester en wethouders is beslo ten, hen te machtigen tot het doen maken eener dub bele basculebrug, ter vervanging van de Langevijle- binnenbrug, waarvan de geraamde kosten bedragen 7000; en zulks in de plaats van een draaibrug, waartoe bij de vaststelling der gemeentebegrooting voor 1869 ƒ8,600 was toegestaan. De kosten bedragen alzoo ƒ1600 minder. Burgemeester en wethouders zijn verzocht de noodige bestekken en begrooting te laten opmaken, om daarna tot de aanbesteding over te gaan. Mede is, op voorstel van burgemeester en wethouders, besloten het slechtste gedeelte van de houten beschoeiing bij de Langevijle binnenbrug, in de richting der Zand straat, te doen vernieuwen, waarvan de kosten op ƒ3,055 zijn begroot, welk bedrag zal worden gevonden uit den post voor de vernieuwing van kaaimuren over 1868, terwijl bij een mogelijk tekort een nader voorstel tot regularisatie door het dagelijksch bestuur zal worden gedaan. De voorzitter deelt mede, dat een ampel rapport van den gemeentebouwmeester is ingekomen betreffende de rioleering. Burgemeester en wethouders stellen echter voor dit stuk aan te houden, doch doen inmiddels een nader voorstel, t. w.: om hen, in het belang der volksge zondheid, te machtigen onverwijld te doen overgaan tot het dempen van de sloot in de Kalkstraat langs de Vlissingsche poort tot de Winterstraat en tot het leggen van een riool, dat sneert in het Domburgseh schuitvlot, ten einde dit werk gelijktijdig met de spoorweg- en kanaalwerken kunne uitgevoerd worden. Dit voorstel is, zonder beraadslaging, met algemeene stemmen goed gekeurd. De zitting wordt voor eenigen tijd met gesloten deuren voortgezet. Na de heropening wordt beraadslaagd bij resumtie omtrent de voordracht van burgemeester en wethouders tot uitgifte van 961 vierk. el grond van de erve achter het voormalig Bierhuis op den Dam, loopende achter de wisselbank, uitsluitend met bestemming tot tuin, aan vier personen, tot een gezamenlijk bedrag van ƒ281.771- (zie het verslag der zitting van 16 December jl. in het noramer dezer courant van den 17en). Na enkele in lichtingen is met algemeene stemmen overeenkomstig die voordracht besloten. In de zitting van 16 December jl. werd door den heer van Diggelen rapport uitgebracht namens de commissi^, belast met het uitbrengen van advies omtrent de quaes- tie tusschen de directie der gasfabriek en den heer P. J. Lienders. Dat advies strekte (zooals wij reeds vroeger mededeelden) om den heer Lienders te kennen te geven, dat de vereischte werkzaamheden aan de gas leidingen enz. eene vergoeding aan de gemeente vorde ren volgens taxatie ad ƒ145.74, met uitnoodiging die som bij den gemeente-ontvanger te willen voldoen. Tegen dit rapport, welks behandeling in genoemde zitting werd aangehouden, zijn thans door den heer N. J. C. Snouck Hurgronje eenige schriftelijke bedenkin gen ingebracht. Die heer is van oordeel dat hier alleen art. 8 van het gas-contract toepasselijk kan zijn; mocht men echter meenen dat art. 28 van genoemd contract toepasselijk ware, dan stelt hij als amendement voor, de door de commissie genoemde som van 145.74 eerst met 15 te verminderen, daarna het overschot met 12 te verhoogen en het geheele bedrag alzoo te bepalen op 142.74. Ook dit stuk is voor de leden ter inzage gelegd, de beraadslaging aangehouden en de zitting gesloten. ■<5- TiTi SNELPBBSDRUKKERIJ TAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 6