öuitcnlanö. Troonrede van Napoleon III. Brieven uit België. ten platten lande en buiten de ziekenhuizen is echter datzelfde cijfer op de duizend lijders slechts 110. Derge lijke verhouding vertoont zich ook bij andere ziekten- gevallen. Professor Simpson schrijft dit toe aan het veelvuldig en voortdurend gebruik der groote zieken huizen, waarin eene soort van besmetting zetelt, welke door de dikwijls gebrekkige ventilatie niet is weg te nemen. Hij zou dan ook wenschen, niet slechts dat de ziekenhuizen ten platten lande wierden gevestigd, maar ook dat zij luchtig wierden gebouwd en gemakkelijk gereinigd konden worden. In allen gevalle zouden die gebouwen, zooveel mogelijk, van éene verdieping moeten zijn. Indien men echter de groote stads-ziekenhuizen wil blijven gebruiken, zou men die in gedeelten moeten afdeelen, die bij afwisseling behoorden te worden ge bruikt. Een der cijfers, waarmede de heer Simpson zijne verklaring van het verschijnsel waarschijnlijk maakt, is, dat in het groote Londen-hospitaal, toen het nieuw was, gemiddeld slechts 50 a 60 van de duizend amputatiën een doodelijken afloop hadden. In de tropische afdeeling van het Londensche kristallen paleis te Sydenham, werd dezer dagen een duivententoonstelling geopend, onder de leiding der National Peristenic Social, een vereeniging van duiven- fokkers en duivenliefhebbers. Van de verzameling van 400 verschillende paren, waaronder bijna alle soorten van alle landen van Enropa, worden er sommige«p een waarde van 900 tot 1200 gulden geschat. Bijzondere opmerkzaamheid trekken de duivenparen uit verre streken, zooals uit Archangel (Rusland), de ijsduiven uit Nieuw Brunswijk en de om hun buitengewoon snelle vlucht beroemde briefpostduiven uit België. Burgerlijke stand. Middelburg. Eerste huwelijks-afkondiging van den 17 dezer: F. J. Tuitjens, jm. 42 j. met M. J. Le Mar- chand, jd. 35 j. J. C. van der Meer Mohr, weduwn. 47 j. met M. G. H. van Diggelen, jd. 41 j. (Van 9 tot 16 Januari.) Vlissingek. Gehuwd: F. Koster, jm. 25 j. met J. M. Seidenspinner, jd. 24 j. Bevallen: N. Vader, geb. Stijlders, d. C. M. Willemse, geb. Baan, z. M. E. van Outryve, geb. Demulder, z. C. van Houts, geb. Sinke, d. A. Weezepoe), geb. Maas, d. M. J. van Beusichem, geb. van Rosevelt, d. OverledenP. C. de Wolf, wed*, van A. van de Ree, 34 j. L. Baart, man van E. Lasoe, 70 j. W. de Rijcke, vrouw van A. Maas, 28 j. J. F. W. de Vlieger, z. 2 m. Goes. Gehuwd: E. L. Bogaert, jm. 34 j. met J. J. L. M. van Geen, jd. 26 j. Bevallen: K. A. Versé, geb. Polderdijk, z. K. Nonne- kes geb. Breeker, z. M. S. Dalebout, geb. van de Vol- kere, z. A. P. Smolders, geb. van der Does, d. M. van den Busseher, geb. Dirks, d. (levenl.) Overleden: C. F. Vaes, wede. van F. A. Susijn, 71 j. J. Dirriks, man van L. Hoogerheide, 39 j. J. Minnaar, man vap B. Willeboer, 63 j. Ziekikzeb. Bevallen: W. Papeveld, geb. Peute, .z. J. Enters, geb. Coertens, d. E. P. van Duijn, geb. Mus, d. P. M. Pankow, geb. de Graaf, z. A. P. Lochmans, geb. de Crolij, z. (doodgeb.) OverledenW. van Putte, weduwn. 81 j. L. Marinusse wede. van A. Braam, 70 j. Thcriuomcterstanci. 18Jan.'s av. 11 u. 36 gr. 19 's morg. 7 u. 31gr.'smidd.lu. 34gr,'sav. 11 u.31 gr. 20 's inorg.7 u. 31 's midd. 1 u. 35 gr. Algemeen overxleht. De openingsrede van keizer Napoleon wordt, gelijk gewoonlijk met dergelijke stukken gaat, zeer verschil lend beoordeeld. Behalve de meer bepaald officieuse regeeringsorganen, die natuurlijk zich in bewonderende vertoogen over de troonrede verliezen, is ook het meer onafhankelijk dagblad la Liberté zeer ingenomen met de redevoering van Napoleon III, „den vroegeren journalist, lid der redactie van het dagblad le Progrès du Pas de Calais." La Liberté noemt de redevoering kernachtig, acht de wijze waarop gesproken wordt over de wet ten, welke het gevolg waren van het op 19 Januari 1867 genomen initiatief, uitnemend en beweert dat de keizer werkelijk eene schrede op den weg van den vooruitgang doet door zijn vertrouwen op de toe komst uit te spreken. „Voor ieder die kan lezen is voorts aan de zinsnede omtrent „de militaire hulp bronnen van Frankrijk, welke voortaan in overeen stemming zijn met zijne positie in de wereld," de betee- kenis te hechten dat de in 1866 begane fouten bij de eerste gunstige gelegenheid zullen hersteld worden. De positie van Frankrijk in de wereld kan niet blijven zooals de slag van Sadowa, de omverwerping van den Duitschen bond en de militaire eenheid van Duitschland, onder bevel eener zoo stoutmoedige en naar uitbreiding hakende natie als Pruisen, die in het leven hebben geroe pen. Ja, de vrede moet gehandhaafd worden, maar met de teruggave onzer grenzen van 1801, met onze natuur lijke en noodzakelijke grenzen, met de verdeeling van den Rijn in twee gelijke deelen. Aan de Germanen de rechteroever, aan de Galliërs de linkeroever." Het dag blad le Siècle daarentegen ziet juist in dat wijzen op Frankrijk's militaire organisatie een ongunstig verschijn sel en betoogt dat juist waar alles zoo gunstig wordt voorgesteld als in de troonrede het geval is, tot ontwa pening moest worden overgegaan. Met het oog op al deze verschillende dagbladbeschou wingen is dan ook weder ditmaal voorden onpartijdigen lezer de indruk omtrent de keizerlijke redevoering dat zij noch bepaald vredelievend, noch bepaald oorlogzuch tig, noch liberaal noch absolutistisch is. Dubbelzinnig heid, een der hoofdelementen der Napoleontische poli tiek, waarin tevens ook voor een deel hare kracht ligt, is ook in dit dokument weder ruimschoots waar te nemen. Zelfs omtrent de conferentie verneemt men eigenlijk niets belangrijks en men mag uit de te dien opzichte in de troonrede voorkomende zinsnede alleen opmaken dat er nog bezwaren zijn gerezen bij de onderteekening van het protocol. Volgens geruchten zou de Turksche ambas sadeur, die niet alle grieven in het ultimatum vervat door de conferentie zou hebben zien bekrachtigd, gewei gerd hebben het protocol te onderteekenen alvorens nader instructiën bij de regeering t# Constantinopel te hebben aangevraagd. Volgens een bericht uit Parijs van gisteren heeft de Turksche ambassadeur op last zijner regeering wel het protocol geteekend, maar bezwaar blijven maken om eene bij dat protocol gevoegde verklaring te onderteekenen. Een telegram uit Brussel meldt ons dat de toestand van den kroonprins met elk oogenblik achteruit gaat, ook tengevolge van vrij hevige dissenterie. Gisteren is de graaf van Vlaanderen in alle haast naar Laelcen ontboden. Het hoog gerechtshof in Bohemen heeft dezer dagen het vonnis van een lager rechtscollege, waarbij de aarts bisschop-primaat von Schwarzenberg ter zake zijner strafbare daden van oppositie tegen de nieuwe wetge ving op het huwelijk veroordeeld was, bevestigd. Het namens dezen geestelijke aangevoerd middel van verde diging dat hij krachtens art. 14 van het concordaat on vervolgbaar zou wezen, is door het hoog gerechtshof gepasseerd, zijnde, volgens het hof, het concordaat, immers voor wat die bepaling betreft, door de nu laatste lijk ingevoerde constitutie-wijziging afgeschaft. De zitting der Zweedsche wetgevende vergaderingen is Maandag door den koning in persoon met eene toe spraak geopend. Vooral was daarin merkwaardig hoeveel politiek gewicht gehecht wordt aan het aanstaande huwelijk tusschen prinses Louise en den kroonprins van Denemarken, „waardoor een nieuwe band tusschen de Noordsche koningrijken in het-leven wordt geroepen." Deze zinsneden zullen vooral door de zoogenaamde Scandinavische partij, welke de stichting van éen rijk uit Denemarken, Zweden en Noorwegen beoogt, zeer op den voorgrond worden geplaatst èn als argument worden gebezigd ten bewijze dat de vroeger wel eens beweerde oppositie aan het Zweedsche hof tegen deze politieke combinatie langzamerhand verdwijnt. Na de verkiezingen voor de kiesbureraux in Spanje, zijn thans de werkelijke verkiezingen voor leden der cortes aangevangen. Een telegram uit Madrid meldt dat aldaar al de candidaten der monarchale partij met eene overgroote meerderheid werden gekozen. De candidaat der monarchalen, die het kleinste getal stemmen ver kreeg, werd gekozen met 29,430 stemmen. Het grootste aantal stemmen op eenigen candidaat der republikeinen uitgebracht bedroeg slechts 14,964 stemmen. Behalve hetgeen wij in de tweede editie van ons nom- mer van Maandag omtrent de dien morgen bij de opening der zitting van de wetgevende vergaderingen uitgespro ken rede van den keizer reeds mededeelden, ontleenen wij daaraan nog de volgende gedeelten, welke ons het (belangrijkste voorkomen: „De taak, die wij samen hebben ondernomen is zwaar. Inderdaad, het is niet zonder mocielijkheid om op een door zooveel omwentelingen bewogen grond een gouver nement te stichten, dat zoowel genoegzaam van de be hoeften zijns tïjds doordrongen is, om alle weldaden der vrijheid te aanvaarden, als krachtig genoeg om zelfs de buitensporigheden daarvan te dragen. „De beide wetten, die in uwe vorige zitting zijn aan genomen en die ten doel hadden het beginsel der vrije discussie te ontwikkelen, hebben twee tegenovergestelde uitwerkselen voortgebracht, welke het nuttig is te constateeren. Aan de eene zijde is door de drukpers en de openbare vereenigingen in zekere kringen eene kunst matige agitatie teweeg gebracht en zijn er weder denk beelden en hartstochten te voorschijn gekomen, die men meende dat verdwenen waren; maar van de andere zijde is de natie, ongevoelig voor de hevigste opruiingen, rekenende op mijn krachtige houding tot het handhaven van de orde, in haar vertrouwen op de toekomst niet aan het wankelen gebracht. „De militaire wetgeving en degelden door uwe vader landsliefde beschikbaar gesteld, hebben er toe bijgedra gen om het vertrouwen des lands te bevestigen en het volk heeft in een rechtmatig gevoel van trots een wezen lijke voldoening gevonden, toen het zich bewust werd geheel voorbereid te zijn op alle mogelijke gebeur- tenisen. „De land- en zeemacht krachtig geconstitueerd, zijn op voet van vrede. De effectieve sterkte, die onder de wapens moet worden gehouden, overtreft niet die der vorige regeeringenmaar onze meer volmaakte wapening, onze volle arsenalen en magazijnen, onze geoefende reserves, de georganiseerd wordende mobile nationale garde, onze getransformeerde vloot en onze' in goeden staat zijnde versterkte plaatsen, geven aan onze macht eene onmisbare ontwikkeling. „Het voortdurend doel van mijne pogingen is bereikt. De militaire hulpbronnen van Frankrijk zijn voortaan in overeenstemming met zijne positie in de wereld. Onder deze omstandigheden kunnen wij luide ons verlangen naar de handhaving des vredes verkondigen. Het is geen teeken van zwakheid dit te zeggen wanneer men gereed is tot de verdediging van de eer en de onafhankelijkheid des lands. „Onze betrekkingen met de vreemde mogendheden zijn van den meest vriendschappelijken aard. „De omwenteling, die aan gene zijde der Pyreneeën is. uitgebroken, heeft onze goede verstandhouding met Spanje niet verstoord en de conferentie, die gehouden wordt om een dreigend conflict in het Oosten te onder drukken, is een groote gebeurtenis, waarvan wij het hooge gewicht niet mogen miskennen. Zij loopt teneinde en alle gevolmachtigden zijn het eens geworden over de beginselen, die tot een toenadering tusschen Griekenland en Turkije kunnen leiden. „Indien dus, gelijk ik vast vertrouw, hietsde algomeene eensgezindheid komt verstoren, zal het mogen gelukken om vele ontworpen hervormingen tot stand te brengen en zullen wij trachten alle practische vraagstukken, door de landbouw-«a?»é?c gesteld, op te lossen. „Het oogenblik nadert, waarop voor de derde maal sedert de vestiging des keizerlijks het wetgevend lichaam door verkiezingen zich op nieuw samengesteld zal zien. „Ondersteund door uwe goedkeuring en medewerking heb ik het vast voornemen om voort te gaan op den weg, welken ik mij heb afgebakend, namelijk om te bewilligen in eiken maatregel van waarachtigen vooruitgang, maar de fondamenteele grondslagen der constitutie, welke de volksstemming buiten het bereik van eiken aanval heeft gesteld, onaangetast te handhaven. „Weldra zal de natie in hare comitiën samengeroepen de door ons gevolgde staatslieden bekrachtigen; zij zal eenmaal te meer door het kiezen harer vertegenwoordi gers blijk geven dat zij geene revolutiën wil, maar de toekomst van Frankrijk wenscht te grondvesten op het innig verbond van gezag en vrijheid." Brussel 18 Januari. Er bestaan zekere intellectucele, moreele en politieke stroomen die zich ondanks alles een weg banen, evenals onderaardsche bronnen welke steeds hun loop voort zetten, zelfs al moesten zij daartoe rotsen doorboren. Zelden is dit duidelijker gebleken dan door hetgeen thans in de kamer der vertegenwoordigers voorvalt. Wat toch zien wij bij de discussie over de begrooting van binnenlandsche zaken? De politieke quaestiën voor 't oogepblik bijna volkomen verdrongen door de maat schappelijke quaestiën. Zelfs in een doctrinairen, van maatschappelijke quacsties afkeerigen kring als de kamer van afgevaardigden, dringt de sociale quaestie zich in zekeren zin op aan de beraadslagingen der wet gevers. En wat was daartoe noodig? Eenvoudig een rapport van een academie-lid, den heer Küborn, hetwelk op pathetische wijze treffende bijzonderheden aan den dag bracht omtrent de betreurenswaardige gevolgen van het arbeiden van vrouwen en kinderen in mijnen en fabrieken. Een Brusselsch afgevaardigde, de heer Funck, die, hoewel van bloed-rood tot de zuiver ministerieele

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1869 | | pagina 2