OIJRANT.
N° 10.
Zondag
6imunlanix
1869.
17 Januari.
Editie van Zaterdag avond 8 uren.
PLAATSELIJKE BELASTINGEN.
De Burgemeester pn Wethouders van Ylissingen,
maken bekend
dat de raadsbesluiten tot heffing van plaatselijke be-
1°. op het gemaal, van den 10 December 1855 en
16 Maart 1861; goedgekeurd bij koninklijk besluit van
den 20 December 1855 n». 79, en 22 Juli 1861, n°. 1
2°. op het gedistilleerd, van den 23 Januari 1865, ge
wijzigd bij dat van den 28 Maart 1866goedgekeurd bij
koninklijk besluit van den 27 April 1866, n». 57;
bij besluit van den raad dezer gemeente van den
28 October 1868, voortdurend van kracht zijn verklaard,
en die heffing tot ultimo April 1870 is goedgekeurd, bij
Zr. Ms. besluit van den 17 December 1868, n". 15.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort, den 4 Januari 1869.
De Secretaris, De Burgem. en Weth. voorn.
P. FORBES WELS. WINKELMAN.
SCHOOLWEZEN.
De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen,
doen te weten
dat door den raad dier gemeente, in zijne vergadering
van den 28 October 1868, is vastgesteld de volgende
verordening
VERORDENING tot wijziging van het besluit
tot Heffing van Schoolgelden.
De gemeenteraad van Vlissingen;
Gezien het voorstel van de plaatselijke schoolcom
missie.
Herzien zijne verordening tot heffing van schoolgel
den, van den 29 November 1858, goedgekeurd bij konink
lijk besluit van den 5 Maart 1859, n°. 62, gewijzigd bij
zijn besluit van den 21 Maart 1863, goedgekeurd bij
koninklijk besluit van den 1 Mei 1863, n°. 45.
Besluit:
De verordening op de heffing van schoolgelden van
den 29 November 1858 wordt gewijzigd, door toevoeging
aan het shit van artikel 1, van het volgende
„Voor hen die tevens de dagschool bezoeken twee
cent per week."
Aldus vastgesteld door den gemeenteraad van
Vlissingen, den 28 October 1868.
De Secretaris, De Burgem. en Weth. voorn.
P. FORBES WELS. J. W. CALLENFELS.
Behoort bij het koninklijk besluit van den 17 De
cember 1868, n». 15.
Mij bekend,
De minister van binnenlandsche zaken,
Voor den minister, -
De Secretaris-generaal,
(get.) G. J. FEITH, 1. s. g.
Accordeert met het oiigineel,
De Secretaris generaal,
(get.) C. J. FEITH, 1. s. g.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort, den 4 Januari 1869.
De Secretaris, De Burgem. en Weth. voorn.
P. FORBES WELS. WINKELMAN.
Middelburg 1G Januari.
De Staatscourant van 13 dezer bevat de wet van den
31 December 1868, houdende vaststelling der begrooting
van het fonds, voortspruitende uit de koopprijzen van
domeinen, voor het dienstjaar 1869.
In het nommer van 14 dezer zijn opgenomen de wetten
van den 31 December 1868: tot wijziging en verhooging
van hoofdstuk III der staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1867tot wijziging der begrooting van Nederlandsch
Indië voor het dienstjaar 1867, hoofdstuk I (uitgaven in
Nederland), cn tot wijziging van hoofdstuk VIlc der
staatsbegrooting voor het dienstjaar 1867.
Het nommer van 15 dezer bevat de wet van 31 De
cember jl. tot wijziging van hoofdstuk VIII e der staats
begrooting voor bet dienstjaar 1867.
cheMt c
w
Op de voordracht voor de betrekking van griffier bij
de arrondissements-rechtbank te Almelo zijn geplaatst
de heeren m«. B. Mulder, procureur bij de rechtbank
aldaar; B. Ermerins, griffier bij het kantongerecht te
Zierikzee, en G. Bake, substituut-griffier bij de recht
bank te Almelo.
De heerC.J.A.Fercken, candidaat-notaris te Neuzen,
is benoemd tot vice consul van België aldaar, in plaats
van den heer J. T. de Smidt, die op verzoek uit die be
trekking eervol is ontslagen.
Het voorloopig bestuur der Algemeene kiesvereeniging
voor Nederland heeft het reglement dier vereeniging,
gelijk het in een vergadering den 12 December 11. te
Utrecht gehouden, is vastgesteld, publiek gemaakt met
de circulaire, die tot medewerking en aansluiting op
wekt. Van het reglement deelen wij de volgende hoofd
bepalingen mede:
Art. 1. De Algemeene kiesvereeniging in Nederland
heeft ten doel de kiezers bij het doen van keuzen voor
leden der tweede kamer van de staten-generaal en der
provinciale staten voor te lichten, hunne aandacht te
vestigen op personen voor de openvallende betrekkingen
meest geschikt, misleiding door valsche voorstellingen
van personen of zaken tegen te gaan, op te wekken tot
trouwe opkomst bij de stembus en zooveel mogelijk te
bevorderen, dat het stelsel der verkiezingen, in de kies
wet ncdergelegd, eerlijk en getrouw worde toegepast.
Art. 2. Zij staat do monarchaal-constitutioneele regee
ring voor, zooals die in de herziene grondwet van 1848
is omschreven;
zij wil de rechten der kroon en die der vertegenwoor
diging gelijkelijk zien gehandhaafd;
zij erkent de overzeesche bezittingen te zijn toever
trouwd aan bet opperbestuur des konings, te beheeren
in het belang der bevolking in verband met dat van
het moederland; zij verlangt dat de wetgeving, wordt
hare medewerking bij de regeling van dat beheer
ingeroepen, dit helpe verbeteren, niet door plotselinge
omkeeringen, noch door ondoordachte overplaatsing van
westersche begrippen, maar langs den weg van welbera
den ontwikkeling en beschaving der inlanders met eer
biediging hunner rechten, gewoonten, godsdienstige en
maatschappelijke instellingen en naar den eisch hunner
werkelijke behoeften;
zij begeert voor het lager onderwijs werkelijke vrij
heid voor allen met handhaving der neutrale openbare
school
grooten prijs stellende op wezenlijken vooruitgang op
zedelijk en stoffelijk gebied verlangt zij, dat de rijks- en
provinciale vertegenwoordigingen niet slechts helpen
bewaren het goede dat bestaat, maar ook zich beijveren,
om op verbetering aan te dringen en daartoe desnoods
het initiatief nemen, in de overtuiging, dat op elk
gebied voortdurend veel ter ontwikkeling te doen
overblijft.
Art. 3. Zij tracht haar doel te bereiken voornamelijk
door:
1». aanbeveling van personen door advertentiën, of
korte vertoogen
2°. ondersteuning of uitgave van dag-, week- of maand
bladen
3». uitgave of bekostiging der uitgave van brochures
over staatkundige onderwerpen.
Art. 4. Ieder bevoegd tot het kiezen van leden der
tweede kamer van de staten-generaal en van de provin
ciale staten, die zich met de beginselen in art. 2 om
schreven vereenigt, kan tot lid dezer vereeniging
worden aangenomen.
Het voorloopig bestuur is samengesteld uit de heeren
mr. J. Rau van Gameren [president prov. gerechtshof in
Gelderland, Arnhem], voorzitterjhr. mr. II. J, van der
Heini [lid der gedeput. staten van Zuid Holland, 's-Gra.
venhage], onder-voorzitterD. C. A. graaf van Hogen-
dorp 8-IIage], penningmeestermr. J. M. de Kempenaer
[advocaat, oud-minister van binnenlandsche zaken, Arn-
hem], 1« secretaris^ mr. W. van der Vliet [advocaat,
Amsterdam], 2« seciijtarismr. H. A. ridder van Rappard
[procureur-generaaFfbij het prov. gerechtsh. in Gelder
land, Arnhem]mr.)C. W. E. Vaillant [president van het
prov. gerechtshof in Zeeland, Middelburg]mr. H. R.
Warmolts [president van de arrondissements-rechtbank
te Heereveen]; jhr. mr. P. N. Quarles van Ufford [in 1866
lid van de arrondissements rechtbank te Zutfen]mr. H. F
baron van Zuylen van Nijevelt [lid der gedeputeerde
staten van Zuid-Holland, 's-Gravenhage]A. van Lennép
[Amsterdam]R. Crommelin [Wageningen]mr. W. van
Nauta Lemke [raadsheer in het provinciaal gerechtshof
in Drenthe, Assen]mr. J. A. Molster [advocaat, Am
sterdam].
Dit zijn alzoo dezelfde heeren van wie de bijeenroe
ping voor de bewuste vergadering van 12 December was
uitgegaan. De opgaaf der woonplaatsen en der betrek
kingen door deze heeren bekleed hebben wij er, voor
zoover die ons bekend waren, bijgevoegd.
Uit den Haag schrijft men ons:
„De heer Groen van Prinsterer had wel gelijk toen hij
beweerde dat er geen principieel verschil bestaat tusschen
onze liberalen en conservatieven op politiek gebied. Nog
altijd verdienen de laatsten den naam van halve ot tamme
liberalen. Het thans bekend geworden reglement der
„Algemeene kiesvereeniging" levert er het doorslaand
bewijs van. Ik geloof niet dat een der leden van het
voorloopig bestuur, die er hun naam aan hebben verbon -
den, weigeren zou den titel van conservatief als een
eeretitel te beschouwen. En toch... waar is er in dit
met behulp van hunnen dagelijkschen woordvoerder bij
uitnemendheid opgestelde, manifest een spoor te ontdek
ken van waarlijk conservatieve beginselen, beginselen
welke, als zij zegepraalden, voor die der liberale partij
doodelijk zouden zijn, of, omgekeerd, als zij de nederlaag
leden, door de onze zouden moeten vernietigd worden.
Een weinig nadruk op het bijvoegelijk naamwoord
„monarchaal-constitntioneel",waartegen de liberalen geen
bezwaar hoegenaamd kunnen hebben; zoo wat gescherm
met de slichworte: „plotselinge omkeeringen", „ondoor
dachte overplanting van westersche begrippen" waar er
van de koloniën, „waarlijke vrijheid voor allen" waar er
van het lager onderwijs sprake is, waarvan de beide
eerste door geen enkelen liberaal worden verdedigd,
waarvan het laatste ook aller ware liberalen leus is,
ziedaar de conservatieve saus over dezen liberalen
pudding.
„Daarentegen ontbreekt bijna niet éen van de ingre
diënten van dezeneerlijke trouwe toepassing der kieswet;
beheer van de koloniën in het belang der bevolking in
verband met dat van het moederland en met medewerking
van de wetgevende macht; handhaving der openbare
neutrale school; vooruitgang op zedelijk en stoffelijk
gebied, desnoods door bet initiatief van rijks- en provin
ciale vertegenwoordiging, „in de overtuiging dat op elk
gebied voortdurend veel te doen overblijft."
„En waar blij ven :"de handhaving van het cultuurstelsel;
het recht van de schatkist op het batig slot; de zedelijke
bancl tusschen kerk en staat; de opheffing der gemoeds
bezwaren tegen de wetten op het lager en middelbaar
onderwijs, waar zoo veel andere beginselen, die voor
't minst echt conservatief zouden klinken en door de
ledeh van het voorloopig bestuur buiten, door hunne
geestverwanten en vrienden in de beide kamers zoo
dikwerf met gemoedelijken ernst, ja niet zonder harts
tochtelijkheid zijn bepleit en verdedigd
„Neen, mijne heeren, uw programma is óf niet oprecht,
öf het beteekent niets. Gij vermijdt (en dan met opzet,
om de goê gemeente in het onzekere te laten, iets
dat uwer onwaardig zou zÜn 1) de rechte woorden te
gebruiken, die uwe beginselen uitdrukken; ót weldie
beginselen zijn in den grond geene andere dan die der
liberale partij. En liebt gij in haar belang uwe „Alge
meene kiesvereeniging" opgericht? Gij stelt, evenals
zij, „grooten prijs op wezenlijken vooruitgang", ja,
zooals de kapitein van gindsche stoomboot, die ook
verlangt vooruit te komen, maar, zelfs bij volmaakt hel-