MIDDELBURGSCHE
COURANT.
4.
Donderdag
7 Januari.
Bij deze couranl behoort een bijvoegsel, bevallende:
Editie van Woensdag avond 8 uren.
1», Verslagen van het verhandelde in de zittingen van
de eerste kamer van jl. Donderdag en Zaterdag;
2°. Verslag van de gisteren gehouden zitting van den
gemeenteraad van Vlissingen;
3°. Idem van den-gemeenteraad van Goes, zitting van
28 December jl.
Middelburg 6 Januari.
Uit Vlissingen schrijft men ons heden:
„Op de voormalige uitrustingswerf der marine alhier
is men begonnen met het afbreken der houten kappen
die zich aldaar bevinden; men schijnt voornemens te
zijn al de daar aanwezige houten getimmerten op te
ruimen.
„Naar wij vernemen zou eene Engelsche maatschappij
aan de1 regeering aanbiedingen gedaan hebben om de
constructiewerf alhier over te nemen."
Door de kamer van koophandel te Vlissingen is tot
voorzitter gekozen de heer F. Wibaut, en tot plaatsver
vangend voorzitter herkozen de heer W. van der Os.
Uit Neuzen meldt men ons
„In eene heden (Dinsdag) daartoe opzettelijk belegde
vergadering van den gemeenteraad is besloten, een adres
aan den minister van oorlog te richten, en is tevens eene
commissie uit den raad benoemd om van Z. E. persoonlijk
te vragen intrekking van het besluit, waarbij bepaald
wordt het garnizoen dezer vesting met 1 Mei a. met den
Staf en twee compagniën te verminderen."
Te Utrecht is in de laatste dagen van het afgeloopen
jaar, onder den naam van Constitutioneel gezelschap, eene
vereeniging tot stand gekomen, welke, den vrijen geest
onzer staatsinrichting hoog waardeerende, zich ten doel
stelt in denzelfden vrijen geest werkzaam te zijn tot be
vordering, tot uitbreiding en tot toepassing van politieke
kennis. De vereeniging bevat twee soorten van leden,
gewone en buitengewone. Beide vergaderen, behalve in
buitengewone gevallen, telkens wanneer de burgers van
het district tot eene verkiezing worden opgeroepen de
gewone leden buitendien eens in elke maand, met uit
zondering van de maanden Juli en Augustus, om de
belangen van staat, provincie en gemeente te behan
delen,, over de wijze waarop deze door de bestaande
machten worden behartigd en geregeld te spreken, en
aan te wijzen wat in grooteren en kleineren kring ter
verhooging der volkswelvaart kan gedaan worden.
Voorts behoort tot de middelen die door het gezelschap
zullen worden gebezigd het voeren van briefwisseling
met soortgelijke gezelschappen in andere plaatsen en
met het bureau van informatie, te 's-Gravenhage geves
tigd, alsmede het schrijven van dagbladartikelen en
andere geschriften ter voorlichting der burgerij. Het
bestuur bestaat uit de heeren m'. C. W. Opzoomer, voor
zitter, m'. J. A. Fruin, ondervoorzitter, en mr. G. H. van
Bolhuis, secretaris.
I Uit den Haag schrijft men ons:
„Gisteren (Maandag) avond werd in eene buitengewone
vergadering van het letterkundig genootschap Oefening
kweekt kennis eene indrukwekkende en gepaste hulde
gebracht aan de nagedachtenis des ontslapen voorzitters
van dien kring, den dichter S. J. van den Bergh. Aan
leiding daartoe gaf de geheel bijzondere betrekking,
waarin de overledene tot het genootschap heeft gestaan,
als mede- en hoofdoprichter in 1834, als eerelid sinds
1840, als voorzitter sinds 1845, en gedurende dat geheele
tijdsverloop als bezielende leider van de werkzaamheden
der zich steeds uitbreidende instelling. Keeds het feit
dat de plechtige begrafenis des dichters, op Maandag
28 December jl. onder de leiding yan het bestuur des
genootschaps (met aansluiting van verschillende andere
corporatiën en bijzondere vrienden en vereerders) had
plaats gehad, en het treffend woord, door het bestuurslid,
den heer J. Margadant, bij de geopende groeve gespro
ken, getuigden voor het diepe besef van verplichting,
dat het bestuur van Oefening jegens den overledene
bezielde.
„Krachtiger nog kwam dit uit en op de meest kiesche
wijze werd dit gemotiveerd door de gedachtenisviering
van gisteren. De vergaderzaal in het gebouw Diligentia
was voor deze gelegenheid op even indrukwekkende als
smaakvolle wijze ingericht. De estrade, waarop zich het
spreekgestoelte bevindt, was ter wederzijde daarvan met
zwarte draperiën behangen, waarop in zilveren kransen
van eiken en lauwerblaren, de herinnerings-dato van de
stichting des genootschaps en de aanvaarding van het
voorzitterschap door den overledene waren aangebracht.
In de beide hoeken stonden zware laurier-boomen. Het
spreekgestoelte zelf, mede met zwart laken en rouwfloers
gedrapeerd en met zilveren ornamenten in strengen stijl
versierd, droeg, in een zilveren slaag omvat, het naam
cijfer des dichters.
„Te acht uren, nadat de zaal door een talrijk opge
komen schare van leden met hunne dames was gevuld,
traden, onder de tonen eener treurmarsch, door de zor
gen van den heer Lefèvre op ëen achter de estrade ge
plaatst orgel voortgebracht, de bestuurders, eere- en
werkende leden des genootschaps linnen. Toen de
laatste statige orgeltonen waren weggestorven, betrad
de heer van Westrheene, vice-president van Oefening
kweekt kennis, het spreekgestoelte en bracht namens
het bestuur eene welsprekende en diepgevoelde hulde
aan de nagedachtenis des overleden voorzitters. In
breede trekken schetste hij hoe van den Bergh in en
voor het genootschap meer dan een gewoon voorzitter,
hoe hij er de ziel en de drijvende kracht van geweest
was, en deed daarbij een beroep op de herinnering der
twee nog overige mede-oprichters, die beter dan iemand
de waarheid zijner voorstelling konden beoordeelen. Zoo
ieder der tegenwoordige leden de geheel eigenaardige
betrekking des voorzitters tot dezen kring had kunnen
waardeeren, enkelen vooral konden de kracht begrijpen
der uitdrukking, eenmaal door zijn vriend en mede
oprichter van Zeggelen gebezigd, toen hij hem „den vader
van het kind" noemde. Vervolgens herinnerde de spreker
hoe „Oefening" door en met den dichter van den Bergh is
ontstaan, door en met hem zich tot zijn tegenwoordig
standpunt ontwikkeld heeft, zoudat oefening en de
kunst als 't ware in het leven van den mensch en den
dichter waren saamgeweven. Deze herinnering gaf als
van zelf aanleiding om de verschillende ontwikkelings
perioden van het talent des overledenen, zijne romantieke
richting, zijne gaven als vertaler van uitheemsche dich
ters, zijne vaderlandsche poëzie, zijne lyrische en be
schrijvende dichtwerken te kenschetsen. Zonder over
drijving of overschatting deed de heer van Westrheene
van den Bergh's verdiensten uitkomen en tevens wat
deze zelf aan den door hem gestichten letterkundigen
kring te danken had. Hij eindigde met de aansporing
om de nagedachtenis des ontslapenen in dezen kring in
eere te houden en met eene aanhaling uit de verzen des
dichters, waarin deze den geest had gekenmerkt, dien
hij in dezen kring wenschte te zien voortleven.
„Na deze lijkrede, die met weemoedige, diepe aandacht
werd aangehoord, werd, onder orgelbegeleiding een graf
lied van Lindpaindtner door mannenquartet aangeheven,
terwijl na de pauze door eeriige van de bestuursleden
onderscheidene van de beste verzen des dichters in ver
schillende genres werden voorgedragen. Zijne vertalin-
lingen van Longfellow's Voetstappen van engelen, en
Excelsior, zijne ballade Miskende trouwe; zijne lierzan
gen Bij een gesloopt wordend schip en Aan de zee; zijne
natuurbeschrijvingen Stemmen der kleuren en Beek,
behoorden tot de best gekozene proeven van 's dichters
talent. Nadat vervolgens het tenor-aria uit van den
Bergh's llansken van Gelder, muziek van Nicolaï, op uit
muntende wijze was gezongenwerd deze treffende
gedachtenisviering besloten door het voordragen van
eenigc dichtregelen, waarin de lieer W. J. van Zeggelen
eene innige, door hare eenvoudigheid diep aandoenlijke
hulde bracht aan den vriend en kunstbroeder.
„In haar geheel maakte deze gedachtenisviering van
een man, die onaijpjn eerlijk, onafhankelijk en warm
gemoed en zijn rtSijeloozen ijver op het gebied der lette
ren, niet alleen dö'qr zijne vrienden en geestverwanten,
maar in alle kringen onzer gemeente en ook daarbuiten
hoog geacht werd, op allen die haar bijwoonden een
diepen indruk."
VERBETERING.
In het bericht betrekkelijk de installatie van de offi
cieren der schutterij te Vlissingen wordt gesproken van
den „kapitein." De lezer zal wel begrepen hebben dgt.
dit moet zijn de „kommandant."
Benoemingen cn besluiten.
ridderoroen. Benoemd tot ridder der orde van dep
Nederlandschen leeuw: de kapitein-luitenant ter zee
J. A. van de Velde, onder-directeur der marine te Am
sterdam; de luitenant ter zee 1« klasse H. van Goens,
adjudant van den minister van marine; en de kapitein
1« klasse bij het korps mariniers F. G. H. Hornbostpl
belast met de opleiding der cadets bij genoemd korps.
waterstaat. Eervol ontslagen, behoudens aanspraak
op wachtgeld, de ingenieur van den waterstaat 1« klasse
P. J. de Quartel, toegevoegd [aan den inspecteur van
den waterstaat in de le inspectie.
telegraphie. Benoemd tot telegrafist 1« klasse M. P. F.
Bom, J. Mekenkamp, G. C. E. Burger, C. van Kempe
Valk, H. P. H. Eversen, C. B. Looze, W. J. Geerling en
A. Kruyt, thans telegrafisten 2" klasse; tot telegrafist
2c klasse H. J. van Vianen, J. A. A. Plok, J. A. Verveen,
W. Leyds, I. S. Mars, L. M. J. Thijssens, J. G. Horsthuis,
J, H. Nagel, A. Admiraal, J. F. Vaes en G. H- Sweers,
thpns telegrafisten 3* klasse; na afgelegd examen, tot
telegrafist 3* klasse G. J. le Rutte, J. H. Kemper, J. W.
Smits, T. Vos, A. van Bommel, C.H. Verhulst, P.Vorster,
H. W. Hagedorn, A. Meijer, J. J. van Kersbergen, M. Speyer,
M- v. Breda en J. L. v. Noort, thans leerlingen-telegrafist.
marine. Op verzoek met den laatsten dezer maand
eervol uit 'srijks dienst ontslagen de ingenieur 2<= klasse
bij de marine B. W. Tideman.
leger. Overgeplaatst in hunnen rang bij het regiment
grenadiers en jagers, de le luitenants J. C. J. Wentz,el
van het 4e reg. infanterie, A. P. J. Rutten van het 5e reg.
infanterie, C. C. Krieger van het 6* reg. infanterie, L. de
Vlaming van het 4e reg. infanterie, en J. H. Engelbregt
van het instructie-bataljon.
Kerknieuws.
Het kiescollege der Nederd uitsehe hervormde gemeente
te Goes heeft gisteren avond het volgende drietal van
predikanten opgemaakt: de heeren W. Mensë, te Bode
graven; G. H. Bleeker, te Fijnaart, en H.V. Hogerzeil Sz.,
te Veenendaal.
Door het kies-college der Nederduitsche hervormd®
gemeente te's Bosch, is het volgend twaalftal van predi
kanten gemaakt: de heeren van Doesburgh te Zuidzijpe,
Rutgers te Brummen, van Borssum Waalkes te Joure,
van Konijnenburg te Hoogeveen, Moorrees te Vianen,
Mossel te Nederhorst den Berg, Moulijn te Weesp, Nijhoff
te Drimmelen, Pierson te Heinenoord, Vliegenthart te
Vreeland, Boon te Oude Pekela, Snellen te Nieuw veen.
Marine en leger.
Een verslag van de verrichtingen der zeemacht in
Oost-Indië van 1 Juli tot 30 September jl. is in de Staats-:
courant van heden opgenomen.
Koloniën.
Onder het opschrift „Eene stem uit Indië, ook tot
Nederland" heeft de heer Keuchenius bij de aanvaarding
der redactie van het Nieuw Bataviaasch handelsblad een
soort van manifest in het licht gezonden. Dat stuk, op
genomen in de Nieuwe Rotterdamsche courant, verdient
alleszins in zijn geheel te worden gelezen, en het doet
ons leed dat gebrek aan ruimte ons verhindert om
er heden iets meer dan de inleiding van mede te deelen
en er voor een volgend nommer meer dan enkele trek
ken aan te ontleeneu. De aanhef luidt aldus:
Door de uitgevers van het Nieuw Bataviaasch Handels
blad, tengevolge van in Nederland met mij aangeknoopte
onderhandelingen, reeds maanden lang als de toekom
stige redacteur van hun blad bij het publiek aaugekon-