01IRANT. l\°- 204. Dinsdag 1868. 22 December. Editie van Maandag avond 8 uren. Middelburg 21 December. De begrooting voor het departement van financiën is Zaterdag door de tweede kamer met 41 tegen 27 stem men aangenomen. Heden is de discussie over de begroo ting van koloniën aangevangen, waaraan onderscheidene sprekers, ook de heer Thorbecke, hebben deelgenomen. Morgen is.de minister hot eerst aan het woord. De eerste kamer is bijeengeroepen tegen 28 dezer. In de memorie van toelichting op het wetsontwerp waarbij voorgesteld wordt den accijns per vat gedistilleerd, ad 50'pct., van f 50 op fh3 te brengen (als aequivalent over de afschaffing der zegelbelasting) zegt de minister van financiën, dat de regeering zich niet vereenigen kan met het in die afdeelingen der tweede kamer aangegeven denkbeeld, om bovendien in eene verdere verhooging van den accijns op het gedistilleerd nog een aequivalent te zoeken voor de afschaffing van den accijns op het geslacht. Hoewel hij geen overwegende bedenking heeft tegen de door hem voorgestelde verhooging van f 3 per vat, doet de minister opmerken, dat de tothiertoe verkre gen uitkomsten niet van dien aard zijn om met gerust heid verder te kunnen gaan. Terwijl toch de gemiddelde hoeveelheid vcraccijnsde vaten gedistilleerd over 1863 en 1864 bedroeg '273,000 vat, was die over de jaren 1865'67 slechts 265,000 vat. Bovendien zijn de sluike- rijen langs de grens werkelijk toegenomen. De gemeenteraad van Amsterdam heeft dezer dagen eene commissie van drie deskundigen benoemd, bestaande uit de heeren A. Caland te Middelburg, J. G. W. Fijnje te's-Gravenhage en T. J. Stieltjes te Delft, om te onder zoeken welke de gevolgen voor Amsterdrm kunnen zijn eener afdamming van den zeearm genaamd het Weste lijk IJ, en daarover rapport uit te brengen. Men zal zich herinneren dat onlangs door de kamer van koophandel en fabrieken te Vlissingen het punt is ter sprake gebracht, om in den vreemde de aandacht te vestigen op de uitmuntende gelegenheid, die Vlissingen door zijn natuurlijke ligging en door de in aanleg zijnde haven-, kanaal- en spoor wegwerken aanbiedt voor ondernemingen op groote schaal. Aan het toen op gevat voornemen schijnt thans gevolg te zijn gegeven, althans in een vijftal dezer dagen verschenen Engelsche dagbladen komt een artikel voor, waarin de Engelsche kapitalisten worden gewezen op de voordeelen die het bezit der terreinen, vroeger bij de marinewerf in gebruik voor handel en scheepsbouw zouden kunnen opleveren. Kerknieuws. De heer J. H. Gravenstein, predikant bij de Neder- duitsche hervormde gemeente te Serooskerke (Walche ren) heett voor het beroep naar die gemeente te Nijkerk bedankt. Ter vervulling in de bestaande vacature is tot predikant der Nedcrduitsche hervormde gemeente te Grijpskerke beroepen de heer Gobius du Sart, predikant te Raamsdonk. De heer C, de Wilde, predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Poortvliet, heeft voor het beroep naar Giessen Oudkerk bedankt. Rechtzaken. Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft jl. Zater dag de volgende arresten uitgesproken Nicolaas Duburg, oud 20 jaren, sjouwer, wonende te Middelburg beklaagd als zou hij in den avond van den 12 Octoberjl., na zons ondergang, arglistig hebben weggenomen en zich toegeëigend eene rol ruw katoen, toebehoorende aan den koopman Samuël Wiener te Middelburg, en staande in een ijzeren raam in den win kel, deel uitmakende van diens woning is schuldig verklaard aan diefstal gepleegd bij nacht in een bewoond huis, en, onder aanneming van verzachtende omstandig heden, veroordeeld tot eene correctioneele gevangenis straf van zes maanden, in eenzame opsluiting te onder gaan, alsmede in de kosten der procedure. Johanncs Schooncn, oud 16 jaren, en Franciscus Schoonen, oud 10 jaren, beide wonende te Zierikzee, thans gedetineerd in 's hofs gevangenis alhier be klaagd als zou de tweede beklaagde in den avond van 17 September jl. uit de door den koopman J. J. Verbeke -bewoonde kraam, destijds staande op de Oude Haven te Zierikzee, ten diens nadeele een mesje, ter waarde van 10 eent, arglistig hebben weggenomen en zich toege ëigend; en als zou de eerste beklaagde korten tijd daarna dit mesje, wetende dat het door diefstal verkregen was van den tweeden beklaagde hebben aangenomen en bij zich geborgen zijn schuldig Verklaard: de tweede aan diefstal bij nacht in een bewoond huis, gepleegd met oordeel des onderscheids, en de eerste aan medeplichtig heid aan dien diefstal, door des bewust helen van het gestolene; en, onder aanneming van verzachtende om standigheden, veroordeeld tot eene correctioneele gevan genisstraf, de eerste van drie maanden en de tweede van veertien dagen, alsmede solidair in de kosten der pro cedure. Gemengde berichten. Vrijdag werd eene vergadering van de afdeeling Mid delburg der Vereeniging Schuttevaer gehouden, waarin o. a. werd medegedeeld dat de vereeniging in bloei toe neemt en in het bijzonder de afdeeling Middelburg, die thans ruim 90 leden telt. Bij acclamatie werd besloten om den heer A. Caland, die zich als lid had doen voorstel len, het eerelidmaatschap aan te bieden. Voorts werd besloten dat de unie-vlag der Middelburgsche afdeeling bij verzoek om hulp halfstoks zou worden geheven, ter wijl het den schippers is vrijgelaten deze ten allen tijde in top te voeren. Zaterdag is te Rotterdam eene vergadering gehou den van de leden der Schouwburg-vereeniging, waarin voorloopig in het vertrouwen dat de inschrijvingen voor subsidie en coupons voldoende zullen zijn beslo ten is om de Duitsche opera, onder directie van den heer Saar, voor den tijd van twee jaren voort te zetten. De Fransche minister Pinard heeft op zeer weinig beleefde wijze van zijne ongenade kennis gekregen door middel van den generaal Fleury werd hem des avonds te elf uren eerst zijn ontslag medegedeeld, dat den volgenden morgen, met aanwijzing van zijn opvolger, in den Moniteur verscheen. De heer Aulois, substituut van den procureur des keizers, had echter dien morgen den Moniteur nog niet gelezen toen de zaak van het dag blad la Tribune voor de zesde kamer der Seine-rechtbank werd behandeld en hield bij die gelegenheid nog eepe zeer overdreven lofrede op den „minister" Pinard. De uitgevers Hachette en C». te Parijs, hebben den minister van onderwijs honderdnizend boekwerken aan geboden, om die onder de 3000 daar te lande bestaande volksbibliotheken te verdeelen. Onder die werken zijn bijna 20,000 Fransche klassieken en evenveel werken van eene godsdienstige strekking, terwijl alle vakken van onderwijs in die collectie goed vertegenwoordigd zijn. Titer iiiomcterstaiKl. 19Dec.'sav. 11 u. 42 gr. 20 's morg. 7 u. 39gr.'smidd. lu.41 gr.'sav. 11 u.39gr. 21 's inorg.7 u. 38 's midd. 1 u. 41 gr. Staten-generaal. TWEEDE KAMER. Zitting van Zaterdag 19 December. Voortzetting dis cussie en aanneming begrooting financiën. De beraadslagingen over de begrooting voor het de partement van finamciën zijn in de zitting van heden voortgezet en ten einde gebracht. De heer Guljó bracht hulde aan het denkbeeld des ministers, om door matiging in de uitgaven het even wicht in 's lands financiën te herstellen, en wel zonder verhooging of invoering van belasting. Maar tevens had de minister gezegd geen afschaffing van belastingen te zullen voorstellen zonder aequivalent. En toch zijn er verschillende wetsontwerpen aanhangig, waaruit ver mindering van ontvangsten zal voortvloeien, zonder dat er een aequivalent tegenover staat. Hij drong verder aan op herziening der wet nopens den zeepaccijus en keurde de nieuwe organisatie van het beheer der indirecte belastingen af. Hij wenschte verandering in de examens voor de surnumerairs en wilde intrekking der circulaire waarbij bepaald is, dat onderwijzers van bijzondere scholen vrij zullen zijn van het patentrecht. De heer Fransen van de Putte meende, dat de sprekers die gisteren het woord hebben gevoerd, volstrekt niet geadviseerd hebben tot het uitbrengen van een votum van wantrouwen öf in het hoofd van het departement van financiën, óf op grond der politiek van het kabinet. Niemand heeft de fiuancieele bekwaamheid des ministers ontkend, maar men wilde het kabinet treffen in den per soon des ministers van financiën. Men voerde het als een grief aan, dat er geen zichtbaar hoofd was van het kabinet, maar dit juist keurde hij goed. Wij moeten hier geen premier hebben. De organisatie in het beheer der indirecte belastingen en het verlangen om eene herzie ning der belasting kunnen ook geen redonen van wan trouwen zijn. En wat de redenen van wantrouwen van den heer W. van Goltstein betreft, het eerste verwijt was dat de heer van Bosse gezeten had naast de heeren Rochussen, Fransen van de Putte en de Waal. Maar in 1858 stond de heer Rochussen liberale beginselen voor en later, toen er sporen van reactie kwamen, trok de heer van Bosse zich terug. En wat het zitten naast hem en den heer de Waal betreft, zoowel spreker als de heer de Waal en de minister van Bosse zijn in hoofdzaak éene richting toegedaaner is slechts verschil in de onder- deelen. Maar wat hiervan zij, als verschil in hoofddenk beelden voor den heer van Goltstein reden tot wantrou wen oplevert, waarom daarvan dan niet doen blijken tegen de heeren van Zuylen en Heemskerk, die op onder wijsgebied lijnrecht tegenover elkander stonden. Spreker voegde ten slotte hen, die den aanval gisteren geopend hebben, toe, dat zij niet al te haastig moesten zijn, want hun tijd was nog niet gekomen. Hij vroeg of de oppositie nu reeds bereid was de teugels van het bewind te aan vaarden. Zoo-neen, dan moest zij zich onthouden. Zij moet geen overwinning bij overrompeling trachten te behalen. De heer Haffmans motiveerde zijn stem tegen de be grooting. Hij zal er niet zoo zeer tegen stemmen wegens de politieke veranderlijkheid des ministers, ook niet wegens het betreurenswaardig schouwspel, dat de heer van Bosse thans denzelfden weg volgt als die hij weinige maanden geleden nog in zijn voorganger veroordeelde, maar wel omdat hij bezwaar had tegen 's ministers denk- deelden omtrent onze fiuancieele verhouding tot Indië. Het grondbeginsel daarbij is, dat Nederland geen recht heeft op de Indische baten en dat beginsel acht hij on rechtvaardig en in strijd met 's lands belang. Daar tegen nu op te komen, achtte hij plicht, omdat men thans gekomen is tot den tijd der practijk; en die practijk acht hij zeer gevaarlijk. Wel tracht het ministerie de practische oplossing te verdagen, maar hij schrijft dit toe aan kiezersvrees. Ook dit keurde hij af, want de liberale partij moest den moed hebben harer overtuiging. Z. i. moesten allen die gekant zijn tegen de liberale theoriën op financiecl-koloniaal-gebied, samenwerken omhet drei gend onheil te keeren. Ook de heer Rochussen verklaarde tegen de begrooting te zullen stemmen in de eerste plaats wegens financieele redenen, maar hoofdzakelijk wegens de inconsequentie des ministers, die vroeger het beginsel voorstond van losmaking der Indische baten en ons thans er juist sterk aan vast heeft gemaakt. Hij keurde ook af de afschaffing der zegelbelasting, omdat er een aequivalent tegenover gesteld wordt dat de minister zelf niet goed acht. Van bezuiniging is ook in deze begrooting geen spoor te vinden. Wat nu de bewering van den heer Fransen van de Putte betreft, dat hij in 1858 andere beginselen was toegedaan dan nu, deed hij opmerken, dat hij niet ver anderd was, maar dat hij in 1858 alleen aan de voor waarde van den heer van Bosse tot wettelijke vaststelling der Indische begrooting had toegegeven, omdat hij dien heer als financieele specialiteit in zijn kabinet wilde hebben. Ten slotte verklaarde hij tegen de begrooting te zullen stemmen als protest tegen de politieke en finan cieele richting van dezen minister. De heer de Bosch Keinper verdedigde op nieuw breed voerig zijn stelsel, dat meu geen begrootingen mag afstemmen om redenen er buiten gelegen. Hij zou daarom stemmen voor de begrooting, omdat hij geen aanmerking had op de cijfers en ook omdat hij gedurige ministerieele verandering schadelijk acht voor het land. Hij wcnscht stabiliteit en die kan alleen verkregen worden door onpartijdig onderzoek der wetsvoordrachten. Maar daar om wilde hij toch de quaestie van vertrouwen of wan trouwen niet ontwijken en verklaarde hij ten aanzien van dezen minister teleurgesteld te zijn, omdat hij van hem hervorming in het belastingstelsel had verwacht. De minister achtte zoodanige hervorming thans ontijdig, maar volgens spreker moeten juist nu reeds middelen ter voorziening worden genomen. Deze beschouwingen waren voor hem echter geen genoegzame redenen voor wantrouwen, want hij erkende den minister als kundig financier en wilde zijne wetten afwachten. De heer van Nispen van Sevenaer outwikkelde zijne bezwaren tegen de richting des ministers die, zooals de heer van de Putte heden erkend heeft, behoort tot de liberale koloniale partij. Hij had ook bezwaar tegen het stelsel van den heer van Bosse, dat Nederland geen recht heeft op de Indische bijdrage, en voorzag van de kolo niale politiek dezer regeering bederf voor onze financiën. Den heer Kemper deed hij opmerken dat diens eonstitu- tioneele leer hier in de kamer nog zeer weinig opgang had gemaakt. De heer van Sypesteijn motiveerde mede zijn afkeu rende stem over de begrooting. Zijn voornaamste be zwaar was gelegen in de Koloniale politiek des ministers. Overigens moest ook hij vertrouwen ontzeggen op grond der groote losheid in beginselen en zelfs wegens het geheel gemis van beginselen bij den minister. Ter ver

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1