zulk ecne pessimistische beschouwing geleverd heeft;
dat het moeielijk is die tegen te spreken, wijl zij gegrond
is op mogelijke eventualiteiten, maar toont aan dat het
cijfer der belastingen tshana nog 7000 minder bedraagt
dan tijdens het in werking zijnde accijnsenstelsel. Voorts
moet hij ten aanzien van de bemerking der financieele
commissie dat de kosten van onderhoud der gemeente-
eigendommen te hoog zijn opgevoerd, wijzen op de bere
kening door den bouwmeester opgemaakt ten bedrage
van 16045, die door burgemeester en wethouders slechts
op ƒ9829 zijn gebracht, en door hen alleen het hoog
noodzakelijke op de begrooting is aangegeven, maar dat
indien de leden sommige van die posten mochten afstem
men, het dagelijksch bestuur de verantwoordelijkheid
voor de gevolgen welke het niet uitvoeren van die werken
mocht hebben, geheel van zich afwerpt en op den raad
overdraagt.
Daarna wordt tot de artikelsgewijze behandeling
overgegaan en wel in de eerste plaats de uitgaven.
Hoofdst. 1 afd. 2 art. 2: jaarwedde van genees- en
verloskundigen. De heer Verhagen zal daarover nu
geen voorstel doen, wijl hij dat punt besproken heeft bij
de behandeling der begrooting van het burgerlijk arm
bestuur, uiaar meent uit de toen gevoerde discussiën te
moeten afleiden dat de bestuurders van eenig college bij
de behandeling der belangen van hunne administratie,
niet altijd tevens de belangen der gemeente behartigen.
De heer Fransen van de Putte zegt die zienswijze niet
onbeantwoord te mogen laten, als zou op hem als voor
zitter van het burgerlijk armbestuur toepasselijk zijn
dat hij die zwijgt consenteert. Bij het ter vorige verga
dering door hem aangevoerde ten bewijze van de onbil
lijkheid om het burgerlijk armbestuur nog meer lasten
op te leggen, kan hij nog voegen1°. dat door dat arm
bestuur, op uitnoodiging van dezen raad, voor zijne
rekening genomen is de kosten van verpleging der
syphilitische vrouwen, niettegenstaande dit een politic
zaak is; 2o. dat het eene verhoogde bijdrage heeft
toegelegd aan den hoofdonderwijzer der weezen- en
armenschool, om daardoor diens jaarwedde buiten be
zwaar der gemeentekas te verhoogen; en 3°. dat de
kosten der verbouwing van de weezen- en armenschool
in de begrooting voor 1869 van het burgerlijk armbe
stuur is gebracht, en derhalve tot stand zal komen zonder
bezwaar der gemeentekas.
Bij art. 6: jaarwedde der klokluiders, stelt de heer
Verhagen als amendement voor dien post te brengen op
ƒ20, en voor het luiden der klok bij brand extra te beta
len. Bij de toelichting van dit amendement toont hij aan
dat de klokluiders slechts 4 uur in het jaar voor de
gemeente dienst doen en ƒ20 als goed betaald mag wor
den aangemerkt, terwijl zijns inziens voor het luiden
der klok bij het aangaan der kerk, de kosten daarvoor
door de kerkelijke administration behooren gekweten
te worden.
De heer de Laat de Kanter zegt tegen dat amendement
te zullen stemmen, maar had gaarne dat er pogingen
werden aangewend met het kerkbestuur een overeen
komst aan te gaan, dat tegen het gratis gebruik van de
klok bij het aangaan der godsdienstoefeningen, het ber
gen der brandspuiten in het koor dier kerk zonder
betaling aan de gemeente te vergunnen.
Na ampele discussie is de post behouden zooals die
was voorgedragen, en het amendement verworpen met
9 tegen 2 stemmen. Vóór stemden de heeren Verhagen
en Fransen van de Putte.
Art. 8Jaarwedde van leeraars, onderwijzers enz.
De heer van Kenterghem stelt achtereenvolgens voor:
lo. het getal leeraren met een te verminderen en wel van
7 op 6 te brengen; 2°, om de ƒ300 te doen wegvallen,
betaald aan de onderwijzers der lagere scholen als leera
ren aan de burger avondschool, en de lessen op te dragen
aan de leeraren der hoogere burgerschool zonder ver
hooging hunner jaarwedden; en 3, van de. jaarwedde van
den directeur met ƒ200 te verminderen, daar zijns in
ziens die betrekking genoegzaam beloond wordt door
het genot van vrije woning, vuur en licht. Deze drie
voorstellen worden achtereenvolgens ingetrokken, op
grond dat het in de begrooting voorgestelde het gevolg
is van reglementaire bepalingen, welke alsdan in de eerste
plaats zouden moeten worden gewijzigd. De heeren van
den Bosch, Verhagen en de voorzitter hebben op die
gronden de voorstellen bestreden, waarna art. 8 is aan
genomen.
Art. 10 Jaarwedde keurmeesters slachtvee, vleeseh
en spek. De heeren van den Bosoh en Verhagen geven
in bedenking die keuring op te dragen aan den zich
alhier gevestigd hebbenden provincialen veearts van
Mervennee.
De heer Fransen van de Putte geeft in bedenking dien
post voor 1869 te behouden en burgemeester en wethou
ders uit te noodigen in den loop des jaars te onderzoeken
in hoeverre aan het denkbeeld van de voorstellers kan
voldaan worden.
Uithoofde het vergevorderd uur, verdaagt de voorzitter
de zitting tot Donderdag 3 December, des avonds te
7 uren, om alsdan in de eerste plaats dit artikel verder
te behandelen.
Zitting van Donderdag 3 December. Goedkeuring raads
besluiten voortzetting behandeling gemeentebegrooting.
Tegenwoordig al de leden.
De voorzitter deelt als ingekomen stukken mede een
brief van gedeputeerde staten, ten geleide der goedge
keurde suppletoire kohieren van den hoofdelijken omslag
en de belasting op de honden.
Daarna wordt de behandeling der gemeentebegrooting
voortgezet, en wel over art. 10, afdeeling 2, hoofdstuk 1:
jaarwedden der keurmeesters.
De voorzitter zegt bezwaar te hebben tegen de benoe
ming van den heer van Mervennee tot keurmeester van
het slachtvee, vleeseh en spek, op grond dat die heer
provinciale veearts is en als zoodanig dikwijls, en soma
voor langen tijd, niet in de gemeente tegenwoordig
kan zijn.
De heer Verhagen zou, teneinde dat bezwaar uit deu
weg te ruimen, alsdan een der tegenwoordige keurmees
ters willen aanstellen tot adsistent of plaatsvervangend
keurmeesteren doet op verzoek van den voorzitter het
volgende bepaalde voorstelden heer E. L. van Mervennee,
provinciale veearts, wonende te Goes, te benoemen tot
keurmeester van bet slachtvee, vleeseh en spek, en uit
die betrekking te ontslaan den tijdelijken keurmeester
J. L. Kelmer alsmede om de jaarwedde van den keur
meester te bepalen op 150; en die van zijn adsistent of
plaatsvervanger op 50; tezamen 200, in plaats van
de thans uitgetrokken som van 150.
De heer van Kenterghem zou de jaarwedde van den
keurmeester stellen op 100, om daardoor gelijke som te
verkrijgen als voor 1869 was begroot.
De heer Verhagen zegt dat in vergelijking van elders
aan keurmeesters betaalde jaarwedden, 150 voor Goes
niet te veel is en men een wetenschappelijk man ook
niet minder mag geven.
De heer de Laat de Kanter zegt van beginsel te zijn
dat de keuring aan een wetenschappelijk man wordt
opgedragen, doch hij zich met het aangevoerde door den
voorzitter volkomen vereenigt en daarbij nog in herin
nering brengt dat door sommige gemeenten eene bijdrage
wordt verstrekt aan den heer van Mervennee, teneinde
hem de eerste drie jaren als het ware een vast inkomen
te verzekeren, waardoor het evenwel de plicht van dien
titularis is om bij eerste requisitie van een dier besturen
zich derwaarts te begeven^ en een wetenschappelijk keur
meester zijns inziens steeds in de gemeente moet zijn.
Na nog eenïge discussie stelt de voorzitter voorden
post op de begrooting te behouden en de zaak aan te
houden, teneinde burgemeester en wethouders gelegen
heid te geven die zaak te regelen en van den uitslag
hunner bemoeiingen rapport en voorstel aan den raad
te doen. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Art. 11: jaarwedde commissaris van politie, wordt van
500 op ƒ800 gebracht, ingevolge koninklijk besluit
van den 15 Augustus jl.
Art. 12. idem politiedienaren ƒ21.00. De heer Verha
gen zegt niet tegen de uitgetrokken som te zijn, maar
vraagt of er controle bestaat op de emolumenten dier
titularissen, daar hij geiuformeerd is dat zij 50 cent per
gemet genieten voor het houden van toezicht op het vee
in den Poel, en hem klachten ter oore zijn gekomen over
de onheusche invordering dier gelden. De voorzitter
zegt dat op de emolumenten geene controle bestaat, dat
het hem ook niet bekend is dat de ambtenaren 50 cent
per gemet genieten, maar wel dat zij op verzoek der grond
eigenaren toezicht houden op het vee in den Poel en
daarvoor eene belooning ontvangen, hetgeen zijns in
ziens niet meer dan billijk is.
De heer Verhagen zag gaarne dat al de politiedienaars
dienst deden binnen de bebouwde kom der gemeente,
teneinde de klachten over het politie-toezicht in de ge
meente tekeer te gaan.
De voorzitter zegt dat de vastgestelde instructie voor
die titularissen hen ook verplicht te waken in de buiten
kom der gemeente en er geene verandering in hunue
dienstregeling kan gemaakt worden.
Art. 20. Jaarwedde twee grafdelvers, a 50 ieder, ƒ100.
De voorzitter zegt dat in den loop dezes jaars door die
titularissen een adres is ingediend, strekkende tot ver
hooging hunner jaarwedde; dat burgemeester en wet
houders van oordeel zijn dat, vermits die jaarwedde uit
sluitend gegeven wordt en voldoende is voor het maken
der graven voor armen, waarvan geene begrafenisrechten
of loonen gevorderd worden, er geene termen zijn het
verzoek in gunstige overweging te nemen en alzoo voor
stellen het te wijzen van de hand. Hiertoe wordt
zonder discussie en zonder hoofdelijke stemmiughesloten.
Hoofdstuk II. Afd. 1 art. 2: aankoop meubelen 125.
De heer Verhagen geeft aan het dagelij ksch bestuur in
overweging, ook vooral met het oog op de spoedige
vermeerdering van het getal raadsleden, een nieuwe
tafel voor deze vergadering aan te schaffen.
De voorzitter zegt dat daarover ook reeds door burge
meester en wethouders is gedacht, maar dat aan de
verwezenlijking van dat denkbeeld in den weg staat
vooreerst de bekrompenheid der plaats en ten anderen
dat deze zaal ook door de rechtbank wordt gebruikt
en de rechters misschien bezwaren tegen eene grootere
tafel zouden hebbenhij verklaart zich bereid deze aan
gelegenheid met de wethouders nader te bespreken.
Afdeeling 2. De heer Verhagen merkt op dat deze
afdeeling, vergeleken met die voor 1868, verhoogd is
met 207.40, zonder daaromtrent eenige toelichting
gevonden te hebben, en acht liet wensehelijk, met het
oog op de positie waarin de gemeente verkeert, de cijfers
tot de vorige begrooting te herleiden.
De voorzitter zegt dat het onmogelijk is de artikelen
dezer afdeeling nader toe te lichten, en burgemeester en
wethouders geen vrijheid gevonden hebben minder voor
te dragen, daar alles op de werkelijke behoefte gegrond
is en dat de post van schrijfbehoeften steeds toeneemt
tengevolge van meer werkzaamheden die van hoogerhand
worden gevorderd.
De heer Fransen van de Putte zegt dat de verhooging
der posten voor vuur eu licht daaraan is toe te schrijven,
dat tegenwoordig alle commissiën uit den raad ten
raadhuize vergaderen.
De heerVerhagen zegt geinformeerd te zijn dat deprijs
van het gas verminderd is, en dit zoo zijnde vraagt hij of
dit niet van invloed zal zijn op het voorgedragen cijfer.
De voorzitter en de heer Fransen van de Putte zeggen
dat de onderhandelingen daarover eerst dezer dagen tot
een goed resultaat hebben geleid, maar het niet met
zekerheid op te geven is welk gevolg dat zal hebben op
de voorgedragen cijfers. Laatstgenoemde beer voegt
daar nog bij dat ieder gasverbruiker ondervinden zal dat
naarmate de prijs vermindert, het gasverbruik jaarlijks
toeneemt, waarom burgemeester en wethouders die som
niet hebben durven verminderen.
De heer Verhagen zegt nota te nemen van het laatst-
gëavanceerde en vindt het noodzakelijk een onderzoek
in te stellen naar de oorzaak van dat toenemend ver
bruik in het belang der geheele burgerijhij geeft den
wensch te kenn.en dat zoodanig onderzoek van wege het
gemeentebestuur zal plaats hebben.
De voorzitter zegt dien wensch gevolg te zullen geven.
Bij art. 5: bevolkingregisters ƒ30, stellen burge
meester en wethouders voor dien post met 70 te ver
hoogen tot vinding der kosten van nieuwe registers na
de tienjarige volkstelling, welke aan hot einde van 1869
zal moeten geschieden.
De heer de Laat de Kantcr vermeent dat die kosten
eerst in 1870 zullen behoeven gemaakt te worden, ver
mits de telling eerst ultimo December zal plaats hebben
en de nieuwe registers clus niet voor 1870 noodig zijn
en op de begrooting van dat jaar gebracht kunnen wor
den, waarom hij voorstelt den post op 30 te behouden,
waartoe wordt besloten.
Hoofdstuk III, afdeeling 1: gewoon onderhoud. De
heer Verhagen zegt dat deze afdeeling voor de raads
leden de moeielijkste der geheele begrooting is om daar
over iu beoordeelingen te treden. Zijns inziens zijn vele
posten te hoog opgegeven en vermeent hij dat deze afdee
ling met 80O verminderd kan worden.
De heer Fransen van de Putte verzoekt den heer Ver
hagen bij ieder artikel zijne bedenkingen mede te deelen,
waaraan de heer Verhagen zal voldoen.
Art. la: onderhoud openbare gebouwen 2333.50.
Omtrent de uitgetrokken som ad 75 voor onderhoud
der politiewacht, stelt de heer Verhagen voor dien post
met ƒ50 te verminderen, daar het stel nieuwe schuiframen
en liet bepleisteren van den gevel zijns inziens nog wel
een jaar uitgesteld kan worden.
Na discussie wordt dat voorstel met 6 tegen 5 stemmen
aangenomen. Tegen stemden de heeren Fransen van de
Putte, van den Bosch, van Renterghein, Kakebeeke en
de voorzitter.
Kosten onderhoud der koopmansbeurs ad 75; wordt
aangehouden totdat de volgende afdeeling, waarin het
vergvooten der beurs is voorgedragen, zal ziju behandeld.
Onderhoud brugwachters-woning ƒ262. De heer Ver
hagen vraagt of er geen mogelijkheid zou zijn dit perceel
te yerkoopen en de brugwachters eene andere woning te
verstrekken, daar dit gebouw een kavalje is en veel aan
onderhoud kost.
De voorzitter zegt dat de brugwachter in de nabijheid
der brug moet wonen, en hem daar ter plaatse geen ander
ter bewoning geschikt gebouw bekend is.
De heer Verhagen wijst op het kantoor, in gebruik bij
de vijks-koramiezen, waar de brugwaohter des daags zou
kunnen verblijven.
De voorzitter en de heer Fransen van de Putte ant
woorden dat dit eigendom is van J. Scheele, en dat, ver
mits ook de brugwachter 's nachts dienst moet doen, dat
geen lokaal is om als het ware in te wonen, en dat bij
verkoop van het tegenwoordige huis ook aan hem en
zijn gezin eene andere woning moest Worden aangewezen,
en alsdan der gemeente meer geld zou kosten.
De heer Kakebeeke zegt dat bij nader onderzoek ge
bleken is dat het schilderwerk ad 30 nog een jaar kon
worden uitgesteld welke vermindering met 9 tegen 2
stemmen, die van den heer Fransen van de Putte en den
voorzitter, wordt goedgekeurd.
Onderhoud manhuis 334. De heer Verhagen zegt
bezwaar te hebben tegen den post ad 65, yqo? het
schoonmaken der 'goten en het strijken der dakenhij
vindt dat cijfer te hoog.
De heer de Laat de Kan ter zegt tegen dien post geen
bezwaar te hebben, maar vraagt of het schilderwerk nog
niet een jaar kan worden uitgesteld?
De voorzitter zegt dat de aangegeven posten tot be
houd van het gebouw onvermijdelijk zijn, waarna de ge
heele post onveranderd wordt goedgekeurd.
Omtrent het voorstel om te beginnen met het mak©h
van een afdak tot berging der sasdeuren ad ƒ490,
zegt de heer Verhagen dat hij een persoonlijk onderzoek
heeft ingesteld en hem gebleken is dat een bergplaats
voor sasdeuren zou gemaakt worden, hetgeen zijns inziqns
duizenden zal kosten. Het doel was ook te bereiken
door de deuren met rieten matton te bedekken en z#
daardoor tegen den invloed van het weder te bewaren.
De voorzitter en de heer Kakebeeke toanen aan dat het
afdak tevens zal strekken ter vervanging van het maga
zijn, daar dat in zoo'n slechten toestand verkeert dat het
niet dan niet zeer vele kosten kan bruikbaar gemaakt
worden; dat hetgeen nog goed is aan het magazijn
bruikbaar gemaakt kan worden aan het afdak, en het
geheel geen duizenden zal kosten maar 1/3 der geheele
som ad ƒ490 than3 is uitgetrokken en de kosten van het
geheele afdak ƒ1500 zullen bedragen.
De heerVerhagen dankt voor de gegeven inlichtingen,
maar stelt alsnu voor dien post van de begrooting te
schrappen, welk voorstel door den voorzitter in behan
deling wordt gebracht.
De heer de Laat de Kantor vermeent dat het gelijk
luidend voorstel der financieele commissie d© prioriteit
had verdiend, maar afgescheiden daarvan komt het hem
niet onwaarschijnlijk voor, dat, vóór het geheele afdak
zal zijn voltooid, een nieuw plan voor sasdeuren, bijv.
voor ijzeren, zal zijn ingevoerd.
Het voorstel van den heer Verhagen, in stemming ge
bracht, wordt met 8 tegen 3 stemmen aangenomen. Tegen
stemden de heeren Kakebeeke, Fransen van de Putte en
de voorzitter.
Uithoofde van het vergevorderd uur verdaagt de voor
zitter de vergadering tot Maandag 7 December, 'savonds
te 7 uren.
SNELPERSDRUKKERIJ VAM DE GEBROEDERS ABRAHAMS-