MIDDELBURGSCHE COURANT. iV' 195. Zondag 6 December. 1868. Editie van Zaterdag avond 8 uren. Middelburg 5 December. Tot de heden in de tweede kamer behandelde artikelen ■Van de begrooting van binnenlandsche zaken behooren ook die betrekkelijk het tekort op de gewone werken der calamitense polders, mitsgaders do buitengewone voorzieningen ad 275,000, en de tegemoetkoming voor Werken aan den Nieuw-Neuzenpolder ad ƒ50,000, welke (de laatste zonder discussie) zijn aangenomen. Door den minister van binnenlandsche zaken zijn Hededeelingen gedaan omtrent de werken aan den hoek van Holland. Het plaats gehad hebbende ongeval kan van keen belang worden geacht en moet tot geen ongerust heid aanleiding geven. De minister moet echter erkennen dat nog wol eenige jaren zullen verloopen voor het geheele werk zal voltooid zijn. Bij de behandeling van den post voor rentebetaling voor de Noord-Hollandscbe Kanaalmaatschappij werd door den heer Pijnappel als amendement voorgesteld, het bedrag te verminderen met de vereischte som voor ''entebetaling voor de aandeelen van den aannemer, om dezen alzoo te dwingen tot overlegging van het aanne- kungscontract. Hierover zal Maandag in de eerste plaats Worden beraadslaagd. Bij de overweging van het wetsontwerp tot gedeelte lijke invoering der wet van 31 Mei 1861 (Staatsbl. n°. 49), houdende eene nieuwe rechterlijke inrichting, verklaar den in de afdeelingen der tweede kamer alle leden zich bereid tot verbetering van het rechtswezen mede je werken. Er bestaat echter groot verschil van ge spelen omtrent de middelen om daartoe te geraken. Benige leden betwijfelden of men op de voorgedragen Wijze uit den bestaanden onzekeren toestand zou ge kken. Zij wilden eerst gedeeltelijke herziening van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering en van dat van strafvordering en tevens het vaststellen der rechterlijke judeeling. Anderen wildon eerst dat de rechterlijke 'tulcel iug tot stand wierd gebracht. Daarentegen ver klaarden verscheidene andere leden dat zij de tegen woordige voordracht met genoegen hadden ontvangen, °tndat daardoor op nieuw gesproken kan worden over Ge al of niet wenschelijkhcid der invoering van de Rechterlijke organisatie. Verschillende leden oordeelden Voorts dat door aanneming van dit ontwerp geen einde tal gemaakt worden aan den onhoudbaren toestand Waarin ons rechtswezen verkeert Met nadruk drong men dan ook er op aan dat de regeering spoedig eene afdoende beslissing uitlokke omtrent do hoofdbeginselen der rech terlijke indeeling. Uit 's Hage schrijft men ons, 4 dezer „De beraadslaging der tweede kamer over de verschil lende hoofdstukken der begrootïng gaat geregeld, vrij eoulant, en, tot nogtoe, zonder noodelooze heftigheden en personaliteiten, haren gang. Zelfs de declamatiën en uitweidingen over andere onderwerpen dan die aan de 9'de zijn, welke men, wel niet alléén, maar toch vooral bij de begrootings-discussiën pleegt te hooren, blijven ditmaal achterwege of worden door den voorzitter, die Waakzamer schijnt te worden, rechtmatig afgesneden. Tant pis voor sommige afgevaardigden zooals de heer Saaymans Vader, dié zijn zal venden speech over de Verhouding van, kerk en staat bij de algemeene beraad slagingen over de hoofdstukken van ceredienst in den Zak had gehouden, totdat het eenige voor hem belang rijke onderdeel daarvan, zijn kerk waar de waarheid geleerd wordt, aan de orde, maar nu ook ongelukkiger wijze zijn speech buiten de orde was. „Het is merkwaardig hoe stevig de clericale fractiën der conservatieve partij den band tusschen kerk en staat hog willen vasthouden. Dat de protestantsche clericalen Zulks doen, laat zich nog verklaren uit hunnen niet °uduidelijk uitgesproken wensch dat de staat een handje zal helpen bij de zuivering der kerk van alle moderne, straks ook van alle liberale elementen, omdat, naar t schijnt, de reorganisatie in eigen boezem hun te lang zaam gaat. Maar dat ook de catholieke clericalen, nu de zelfstandige organisatie van hun kerkbestuur, dank zij de slecht beloonde medewerking der liberalen, die recht voor allen verlangden is tot stand gebracht eu krachtig werkt, dat ook zij nu nog aan dén band bechten, is mij onverklaarbaar', tenzij er eene arrière Pensee bij in het spel is. Het is te wenschen dat de togeering zich noch door deze, noch door andere beden kingen zal laten terughouden om werkelijk allo banden tusschen den staat en de verschillende kerkgenoot schappen los temaken en de afzonderlijkeadministratiën "is een overgangsmaatregel zal blijven beschouwen. Dat de beide hoofdstukken der eerediensten met zulk eene groote meerderheid zijn aangenomen, schrijf ik alleen hieraan toe dat de liberalen daarop vertrouwen. In het tegenstemmen van enkelen hunner kan ik niet een bewijs van wantrouwen, maar alleen een wenk voor de toekomst zien. „Het valt niet te ontkennen dat de indruk, door den minister van justitie bij de verdediging zijner begrooting gemaakt, minder gunstig was dan die welken zijn ambt genoot voor buitenlandsche zaken had achter 'gelaten. Tegenover diens bescheidene en beleefde houding, was er eene zekere suffisance in die van den heer Lilaar, die noch door hetgeen hij sprak, noch door de wijze waarop hij 't deed, werd gerechtvaardigd. Zulke kolossale dwaas heden, als hem door sommigen in den mond zijn gelegd, heeft hij wel niet gezegd, maar evenmin heeft hij voor alsnog recht om zich op iets anders dan op zijne goede intentiën te beroemen. „De quaestie der afschaffing van de doodstraf is door de discussie over het hoofdstuk justitie niet veel verder gebracht. De heer Dumbar, die haar als 't ware inciden teel wilde doen uitmaken, door het afmaken (in over drachtelijken zin) van den scherprechter, en daarbij gebrek aan tact genoeg had om bij een zoo hoogst ernstig ontwerp een grap te willen te pas brengen, ver diende de berisping, hem daarover door den heer van Voorthuysen toegediend. Minder gelukkig of gepast vervulde deze afgevaardigde de rol van censor, toen hij het tegen den heer de Roo van Alderwerelt voor de scherpschutters opnam. De heer Storm van 's Grave- 'sande, wiens onafhankelijkheid en cordaatheid telkens uitkomt, heeft hem dat dan ook duchtig doen gevoelen en de kwakzalverij, waardoor, in de toepassing, het uit nemend denkbeeld dat de scherpschntters-vereenigingen in het leven riep, wordt ontsierd, bij den rechten naam genoemd. Inderdaad, ik zou niet weten, waar 't heen moest als, waarvoor wij, hoop ik, bewaard zullen blijven, in oorlogstijd al die half gedisciplineerde en half ge oefende vrijkorpsen dienst zouden moeten doen, en al die met hunne officieele aanstelling voorziene officieren zouden moeten kommandeeren. „De begrooting van den minister van binnenlandsche zaken zal, ofschoon de algemeene beraadslaging nog al vlug is afgeloopen, nog al stof tot discussie geven. Vooral bij de afdceling onderwijs verwacht ik een uit voerig en wellicht vruchtbaar debat. Verscheidene leden van de kamer schijnen het wenschelijk te achten dat de quaestie der openbare school eindelijk eens zuiver worde gesteld, en tevens dat de positie der voor- en tegenstan ders der wet van 1857 duidelijk worde afgeteekend. „Het debat kan dus warm worden en daarin ligt geen kwaad, zoo men zich wederzijds slechts wacht voor harts tochtelijkheid en personaliteiten, en ook in den vorm gepast blijft. De eerste kamer, welker nut en noodzake lijkheid zoo vaak wordt betwist, zou in dit opzicht althans, door haar voorbeeld, zeer nuttig kunnen werken. Ook daar hebben zich, bij de behandeling der koloniale begrooting de richtingen scherp afgeteekend en krachtig uitgesproken, maar het decorum werd bewaard, de waar digheid gehandhaafd. „Er is sprake, zooals ge reeds weten zult, van de oprich ting éener algemeene conservatieve kiesvereeniging, die haré werkzaamheid over liètgeheele land zou uitstrekken en waarvan men voor 10 lid zal kunnen worden. De heer m>. J. M. Kempenaer, te Arnhem, ex-liberaal en oud minister van binnenlandsche zaken, moet een van de oprichters en ij veraars zijn. Als de vcreeniging tot stand komt, zullen, naar ik vertrouw, ook onze geestverwanten niet achter blijven om zich bij elkander aan te sluiten. Een eerlijke strijd met open vizier kan niet anders dan goede vruchten dragen voor het nog te weipig ontwik keld politieke leven in ons vaderland. „Ik schreef u de vorige keer dat er pogingen in het werk werden gesteld om den beroemden hoogleeraar Karl Vogt ook hier te doen optreden. Het hangt er nu slechts van af of de inteekenlijsten voor zes voordrachten over den vóor-liistorischen mensch, welke de heer Vogt hier wil houden, genoegzame deelneming zullen ontmoe ten. Waar hij zou optreden is nog niet zeker. De vorste lijke residentie heeft gebrek aan lokalen. Die, welke zij bezit, zijn nagenoeg allen voor het gcheele seizoen bezet. En hoe behelpt men zich dan nog! Jl. Woensdag werd het eerste concert Diligentia gegeven, en, gelijk ieder jaar, waren de klachten legio over de ontoereikende ruimte en do slechte inrichting. Letterlijk werd dan ook het kunstgenot duur gekocht. Het wonderschoone, breede, edele, krachtige pianospel van den beroemden Alfred Jacl en zijne talentvolle echtgenoote Jael—-Trautmann de onberispelijke uitvoering van Becthovens schoone vierde symphonie en de heerlijke ouverture Hamlet van Niels Gaade, sleepten overigens het auditorium mede. Ons orchest, onder aanvoering van Verhulst, doet won deren. Toch werd Verhuist ook ditmaal zeer koel ont vangen, toen hij voor het eerst weder als directeur optrad. Het Haagsche publiek vindt hem onbeleefd, en dat is hier eene zonde, die het genie zelfs zich niet kan doen vergeven. Zeker om hem een lesje te geven is men dan ook onbeleefd jegens hem. „Even onvoldoende als de zaal Diligentia voor de con certen is die van de Loge voor de kunstbeschouwingen van het genootschap Pulchri studio. Ook daar moet men zich bitter behelpen en moeten doorgaans een zestigtal personen wachten tot er eene vacature komt in het ledental, omdat die welke er nu zijn, reeds geen plaats kunnen vinden voor zich en hunne dames. „En tpch mislukken alle pogingen om hier een nieuw gebouw, met ruime en goed ingerichte concert- en kunst zalen te stichten. „Zelfs de kerken schijnen niet groot genoeg. Er wordt althans dezer dagen weêr druk gepreekt op 's lieeren straten, door dezelfde heeren die dat tijdens de kermis hebben gedaan." Benoemingen en besluiten. burgemeesters. Op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als burgemeester der gemeente Vlissingen, aan dl. J. W. Callenfels, onder dankbetuiging voor de goede diensten gedurende vele jaren in die betrekking be wezen, en tot burgemeester der gemeente Vlissingen benoemd H. P. Winkelman. Herbenoemd tot burgemeester der gemeentenSt. An- naland, A. J. Bierens; Bath en Rilland, D. Windhorst; Colijnsplaat, Kafs en Cortgene, j. H. Bijbau; Elleineet, J. Schalkwijk; Goes, mp. M. BlaaubeenGroede enNieuw- vliet, M. Mazure; Hengstdijk, J. F. van Elsbroeck; Hoofdplaat, Waterlandkerkje en IJzendijke, D. Bekaar; Hulst. Ph. P. Th. Pierssens; Kruiningen en Schore, W. J. Janssen; Nisse en Ovezande, C. de Fouw; Oostburg, F, L. Benteyn; Oostkapelle, m?. J. G. Sprenger; Onwer- kerk, J. van der Have,-secretaris dier gemeente; Overslag, J. M. Mattelé; Stoppeldijk, J. Vereecken; Tholen, C. J. de Vulder van Noorden, secretaris dier gemeente; Westdorpe,N. Kerckhaert; Wissekerke, J.II.L. Vader; Wolfaartsdijk, m'. O. P. Lenshoek; Zuiddorpe, A- J. Onghena. Kerknieuws. Tot predikant bij de Nederduitsche hervormde ge meente te Nijkcrk is beroepen de heer J. H. Gravensteyn, predikant te Serooskerke. De heer C. de Wilde Cz., te Poortvliet, is beroepen tot predikant bij de Nederduitsch hervormde gemeenten te Giessen Oudkerk c. s. De heer H. A. Gillot van Assendelft, heeft het op hem uitgebrachte beroep tot predikant bij de hervormde gemeente te Zierikzee aangenomen. Onderwijs. Donderdag aanvaardde de hoogleeraar P. J. van Kerck- hoft' zijne betrekking aan de hoogeschool te Utrecht, door het houden eener oratie, die „de chemische ver binding" tot onderwerp had. Marine en leger. De luitenants ter zee 2p klasse H. Vreedenberg en H. F. Verheggen, beide laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en van daar den 24 November jl. in Nederland teruggekeerd, zijn met dat tijdstip op non activiteit gebracht. Gemengde berichten. De op heden door diakenen der Nederduitsche her vormde gemeente alhier gehouden winter-collecte heeft 2348.36 opgebracht. De hier gevestigde Vereenigingtot werkverschaffing aan Zeeuwsche blinden vierde heden, mpt toespraken, gebeden, psalmgezang en een gemeenschappelijken maal tijd, in het met guirlandes en festoenen versierd werk lokaal haar vijfjarig bestaan. De directie der maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwégen heeft, om te voorzien in de bezwaren, die de dienst op de lijn in het noorden aanbiedt, aan de regeering eene nieuwe dienstregeling ter goedkeuring aangeboden, waarbij door het vermeerderen der treinen op marktdagen en het loopen van een goederentrein en van eën personentrein elke aanmerking op ongeregelde aankomst der treinen zal ophouden. Bij die nieuwe regeling zullen o. a. tusschen Groningen en Leeuwar den vier treinen daags loopen en wel twee gemengde, een goederen- en een personentrein, en bovendien des Vrijdags een veetrein. Een Pruisische landraad ontziet zich niet zich met de geringste zaken te bemoeien. Ziehier een blijk daarvan. De van zijne waardigheid ontzette keurvorst van Hessen bezit een landgoed in de omstreken van Hanau. Eenigen tijd geleden kreeg zijn opper-tuinman het in de gedachte

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1