MIDDELBURGSCHE
COURANT.
r 193
1868.
Donderdag
3 December.
Editie van Woensdag avond 8 uren.
Middelburg 2 December.
De begrooting voor roomsch-catholieken eeredienst
is gisteren door de tweede kamer met 51 tegen 14 stem
men aangenomen. Het hoofdonderwerp van de over
dit hoofdstuk der staatsbegrooting gevoerde discnssie,
was het beginsel van scheiding van kerk en staat. De
minister van Bosse heeft daarbij medegedeeld, dat het
in de bedoeling der regeering ligt de beide adminis-
tratiën voor de eerediensten op te heffen en het beheer
op te dragen aan twee afzonderlijke afdeelingen bij éen
der departementen.
Heden werd de begrooting voor hervormde en andere
eerediensten met 49 tegen 13 stemmen aangenomen,
waarna onmiddellijk een aanvang is gemaakt met de
behandeling der begrooting van binnenlandsche zaken.
De regeering heeft zich nogmaals uitdrukkelijk verklaard
voor eene volledige scheiding van kerk en staat.
De eerste kamer hield Maandag en Dinsdag zittingen,
welke gewijd waren aan voorloopige werkzaamheden of
de behandeling van wetsontwerpen van ondergeschikt
belang.
Heden was aan de orde de behandeling der Indische
begrooting waarvan het eerste hoofdstuk (uitgaven in
Nederland) met algemeene stemmen is aangenomen.
In de heden gehouden zitting van den gemeenteraad
van Middelburg is mededeeling gedaan van een voor
dracht van het bestuur der wisselbank voor de vervulling
van de vacature van directeur. Daarop zijn geplaats de
heeren J. A. Tak en K. S. Federiks. Op voorstel des
Voorzitters is besloten de benoeming aan te houden.
Voorts is goedgekeurd de gewijzigde begrooting van
het burgerlijk armbestuur voor 1869, alsmede het maxi
mum van onderstand voor 1869, het laatste vastgesteld
overeenkomstig dat van het loopende jaar.
Door de financieele commissieisrapportuitgebracht op
de in de vorige zitting in hare handen gestelde missieve
der commissie van bestuur over de bank van leening,
strekkende om het traktement van den klerk bij die
inrichting met f200 te verhoogen en alzoo te brengen
op /T)00, met ingang van 1 Januari van het loopende
jaar. De financieele commissie heeft geen bezwaar het
traktement op f 500 te brengen, daar de werkzaamheden
niet in verhouding tot de inkomsten staan. Zij kan zich
evenwel niet met de voordracht vereenigen om die ver
hooging reeds met 1 Januari 1868 te doen ingaan, maar
stelt voor, óver dit jaar eene gratificatie van f 100 toe te
staan,te vinden uit den post voor onvoorziene uitgaven.
Dienovereenkomstig is besloten.
Aan den heer P. de Wijs is op zijn verzoek een aarden
grafruimte voor 4 kisten onder de gewone voorwaarden
afgestaan, en daarvoor aangewezen n°. 68.
Voorts is gearresteerd het suppletoir kohier der plaat
selijke directe belastingen tot een bedrag van /189.35.
Tot hulponderwijzer op school G (school voor kinderen
Van onvermogenden, hoofdonderwijzer de heer L. de Man)
is met ingang van 1 Januari a. benoemd de heer P. J. J.
Dormaar te Serooskerke.
Ten slotte wordt overgegaan tot de benoeming ter
vervulling van verschillende door periodieke aftreding
te ontstane vacatures in de vaste commissiën. De uitslag
der stemmingen was dat al de aftredende leden zijn
herkozen.
Naar men verneemt zal in het begin van het volgend
jaar te Tholen een kantoor van de rijkstelegraaf geves
tigd worden.
In de gisteren te Aardenburg gehouden vergadering
van acht polders, deel uitmakende van de watering Kapi-
talendam en gelegen onder de gemeenten Aardenburg,
Eede, St. Kruis en Oostburg, is door de 130 aanwezige
ingelanden bij acclamatie besloten zich te verbinden tot
de jaarlijksche bijdrage van f 3 per bunder ten behoeve
van een te graven uitwateringskanaal in het voormalig
4e distriet.
Heden heeft de vergadering van den Eiland- en Brand-
kreekpolder, insgelijks bij acclamatie, hetzelfde besluit
genomen.
Met uitzondering van de watering Kadzand, die morgen
te Zuidzande, en van de polder^, deel uitmakende van de
watering Passluis, die Vrijdag te Sluis vergaderen, is
thans van allen de beslissing bekend.
Uit 'sHage schrijft men ons:
„In de laatste weken werd er eenige levendigheid be
speurd onder de aanvoerders der reactionaire beweging.
Thans weet men waarop hunne samenkomsten en raad
plegingen uitliepen. Er zal eene groote reactionaire
kiesvereeniging worden opgericht, die over het geheele
rijk hare vertakkingen moet verspreiden en wier taak
zal zijn, om de verkiezingen van Juni a. in den geest der
reactie te doen uitvallen. Op 15 December e. k. zal te
Utrecht in het Gebouw van kunsten en wetenschappen
eene constitueerende vergadering gehouden worden,
waar de zaak haar beslag moet krijgen. De circulaire,
waarbij eenige coryfeën der partij hunne medestanders
tot die vergadering oproepen, is een curieus document
dat wel aan de vergetelheid mag worden onttrokken.
De oorzaak en grondslag der ontworpen beweging wor
den er breed en ruim in opgevat. Het zijn niets minder
dan praatjes, die gedurende den laatsten verkiezings
strijd liepen. Er werden stemmen voor een candidaat
gewonnen met het valsche voorgeven dat diens broeder
de bedoelde man was, er werd geschermd met eene
militiewet, er werden naamlooze geschriften verspreid.
Daarom is het noodig dat alle vrienden der waarheid
zich vereenigen. Men zoude meenen dat het doel nu
moest zijn om deze afkeurenswaardige verschijnselen
tegen te gaan. Maar neen het doel is geheel wat
anders: den invloed der radicalen te bestrijden, die
de historische ontwikkeling van den Nederlandschen
staat loochenen, die de nationaliteit slechts zoolang
willen handhaven als dit met materieele belangen over
eenstemt, en die de grondwet slechts beschouwen als
een mijlpaal voor de republiek. Risum teneatis
voor een zoo gemakkelijk te bereiken doel behoefde
waarlijk niet zulk eene krachtsinspanning te geschieden.
Het zal aan de achtbare ontwerpers der kiesvereeniging,
die de maatschappij en de geest van het Nederlandsche
volk meer van het hooren zeggen, of liever lezen der reac
tionaire dagbladen, dan uit eigen ervaring toonen te
kennen, het moeielijkst vallen om den vijand op te sporen,
dien zij zoo gaarne willen bestrijden. Het schouwspel is
vermakelijk, de keurbende der reactie stormt den Spaan,
schen ridder onder een vervaarlijk krijgsgeschreeuw na;
zal zij zich spoedig overtuigen, dat de reuzen, wie hun
aanval geldt, slechts windmolens zijn
„Zoo het nog noodig ware dan bewijst deze uiting
van de hoofden der reactie op nieuw, hoezeer haar streven
eiken gezonden grondslag mist. Een poging om samen
werking van alle krachten in den lande te verkrijgen om
zulk een oorzaak opgezet, en met zulk een doel aanbe
volen! Is er iets meer noodig om alle verstandige n te
overtuigen dat er van deze mannen voor de stoffelijke
en zedelijke ontwikkeling van ons volk niets is te
hopen? Ontevreden over de staatkundige en weten
schappelijke voorrechten die 1848 ons schonk, en toch
zelf niet in staat om ze te ontkennen, willen zij liever
een hopeloozen strijd voortzetten, dan trouwhartig
aan de ontwikkeling en bevestiging onzer nationale
instellingen mede te werken. Tot dien strijd worden
nu weder alle krachten ingespannen door vereeniging
van heterogeene bestanddeelen zou het hun wellicht
mogelijk zijn hier of daar in den verkiezingsstrijd een
voordeel te behalen. Maar allen die niet naar den
tijd van vóór 1848 terug willen gaan, zullen met be
daarden zin te krachtiger en met te meer gerustheid
aan de ontwikkeling onzer liberale staatsinstellingen
blijven medewerken, naarmate de doelloosheid van het
reactionaire streven hun door de mannen die het drijven,
in stukken als deze circulaire duidelijker wordt aange
toond. Daarom hebben wij hare verschijning met vreugde
begroet."
Uit Brussel wordt ons medegedeeld dat, met het oog
op de bij de tweede kamer aanhangige wet tot afschaffing
van het dagbladzegel en de daarmede in verband staande
equivalenten, door onze regeering aan de Belgische de
vraag is gericht, of zij genegen is het in België bestaande
invoerrecht op de thee van 89 franken op de 100 kilo's te
handhaven, en tevens of zij den accijns op het gedistil
leerd zou willen verhoogen, dit laatste met het oog op
de waarschijnlijkheid van toeneming van den smokkel
handel, wanneer hier te lande de jeneverbelasting op
nieuw verhoogd zal worden. Onze berichtgever meent,
dat tegen het behoud van het invoerrecht op de thee, bij
de Belgische regeering geen bezwaar zal bestaan, maar
dat zij niet licht zal overgaan tot eene verhooging van
den accijns op het gedistilleerd.
Benoemingen en besluiten.
hooge baad. Benoemd, bij koninklijk besluit van
29 November, tot raadsheer in den hoogen raad der
Nederlanden mt E. G. P. Gertsen, thans rijks-advocaat
in Limburg.
waterstaat. Benoemd tot hoofdingenieur van den
waterstaat le klasse, de hoofdingenieur 2e klasse J. F -
Angiertot hoofdingenieur van den waterstaat 2« klasse,
de ingenieur 1« klasse J. F. W. Conradtot ingenieur
van den waterstaat 1» klasse, de ingenieur 2' klasse
Th.Bleckman; tot ingenieur van den waterstaat 2« klasse,
de adspirant-ingenieur R. O. van Manen en tot adspi-
rant-ingenieur van den waterstaat, de surnumerair J. W.
"Welcker.
Marine en leger.
Zr. Ms. ramschip de Schorpioen, onder bevel van den
kapitein-luitenant ter zee W. K. van Gennep, is in den
namiddag van den 29 November jl. te Hellevoetsluis
aangekomen.
Zr. M'. schroefstoomschip de Amstel, onder bevel
van den luitenant ter zee 1« klasse J. B. Everwijn, waar
van de aankomst te Cowes (Engeland) in ons vorig nom-
mer werd medegedeeld, is in den namiddag van jl. Zon
dag naar Nederland vertrokken, om te Hellevoetsluis
binnen te vallen. Staatscour
Koloniën.
De berichten uit Nederlandsch Indië, per Engelsche
mail hier aangebracht, loopen tot 21 October jl.
In het algemeen overzicht van het Nieuw Bataviaasch
handelsblad leest men
„Natuurlijk is de Balische expeditie voor de ingezete
nen van Nederlandsch Indië nog altijd de meest belang
rijke van alle gebeurtenissen der laatste dagen, en zullen
wij dan ook beginnen met te verbalen wat sedert ons
vorig overzicht aan onze expeditionaire troepen weder
voer.
'„Daar het gebleken was, dat de Balineezen, die onze
zijde hadden gehouden, weigerden of geen moed hadden
koeliediensten te presteeren, zoo waren de stoomschepen
Coehoorn en Cycloop naar Banjoewangie en Soerabaija
gegaan, om koelies te halen. Toen die schepen terug
kwamen met 500 koppen en de noodige gereedschappen,
toog men dadelijk aan het werk. Men had sedert 21 Sep
tember zich moeten bepalen tot het versterken van het
kamp.
„Op den 28 daaraanvolgende rukten 's morgens vroeg
de drie eerste kompagniën van het bataljon uit met éen
houwitser, om de koelies te heschermen, die het hooge
padiegewas gingen opruimen, dat den onzen het uitzicht
belet had.
„Daar het kampement niet ver verwijderd was van een
boschrand, welke zich aansloot aan den voet van het ge
bergte, was men zeer bevreesd voor een nachtelijken
overval, en bleef steeds de helft van het bataljon onder
de wapenen, terwijl de officieren gekleed sliepen.
„Al wat in den laatsten tijd had gedaan kunnen wor
den, waren eenige pogingen geweest van het stoomschip
Amsterdam, om van uit zee de sterkte Bandjar te be
schieten de afstand bleek te groot te zijn en de bommen
smoorden in de sawahs. Natuurlijk had onze onschade
lijkheid een hoogst nadeelig gevolg, en gelukte het dan
ook aan Ida Madeh Rahi allengskens alle hoofden en
kampongs van eenige beteekenis over te halen of te
dwingen, om zijne zijde te kiezen.
„Men zegt, dat de gevangenneming van Hi Kamassan
niet geheel fair was en tot afval van de andere hoofden
en kampongs aanleiding gaf.
„Van lieverlede werd het verzet van een zoogenaamd