MIDDELBURGSCHE
COURANT.
3f 192.
Dinsdag
1 December.
1868.
Editie
van Maandag avond 8 uren.
Middelburg 30 November.
De begrooting van justitie is heden door de tweede
kamer met algemeene stemmen aangenomen.
Bij de behandeling van de IV« afdeeling was door den
keer Dutnbar nog een poging gedaan om, door weglating
van den post voor scherprechters uitgetrokken, de kamer
bet beginsel van de afschaffing der doodstraf te doen
Uitmaken. Deze poging vond echter geen voldoenden
Dy val, daar de kamfer de zaak niet wilde praejudicieeren,
daarom dan ook genoemde post met 53 tegen 8 stemmen
*erd aangenomen.
Veel werd gesproken over het gebeurde in de straf
gevangenis te Leeuwarden, het cellulair stelsel, den
aanbouw van gevangenissen enz. Alle amendementen
daarop betrekkelijk werden evenwel verworpen.
Tegen morgen zijn de beide begrootingen voor eere
diensten aan de orde gesteld.
Bij de kamer is een wetsontwerp ingekomen waarbij
de wet op de octrooien wordt ingetrokken.
De gemeenteraad alhier zal op Woensdag a. des na
middags te half twee uur eene openbare zitting houden
'er behandeling der volgende zakenmissive gedepu
teerde staten goedkeuring raadsbesluiten missive bur
gerlijk armbestuur, gewijzigde begrooting 1869idem
teaximum van onderhoud 1869; missive bestuur leen
bank begrooting 1869suppletoir kohier n°. 1 plaat-
olijke directe belastingenvoorstel burgemeester en
Wethouders tot wijziging der gemeentebegrooting 1868
'dem onderhandsche verhuring van gemeente-gronden
voordracht hulponderwijzer school G.periodieke aftre
ding van bestuursleden gemeente administratiën.
Heden is hier geconstitueerd eene provinciale com
missie, tevens plaatselijke commissie voor Middelburg,
ter bekoming van inzendingen enz., voor de internatic-
öale tentoonstelling van voorwerpen voor de huishou
ding en het bedrijf van den handswerkman, in 1869 te
Utrecht te houden. Zij bestaat uit den commissaris des
bonings in Zeeland, als eere-voorzitter, en de directeuren
van het departement der Nederlandsche maatschappij
tet bevordering van nijverheid, als leden. Van deze zijn
benoemd tot voorzitter de heer A. H. G. Fokker, tot
secretaris de heer J. W. de Baad en tot penningmeester
de heer J. Fak Brouwer.
Üit Maastricht wordt gemeld dat de langdurige crisis
Waarin het gemeentebestuur door de handelingen van
bet ministerie Heemskerk gebracht is, in de vergadering
yan den gemeenteraad van 11. Vrijdag op de meest onver
wachte wijze tot eene oplossing is gekomen. In die zitting
bebben namelijk al de wethouders, ook in overleg met
de meeste leden der oppositie, hun ontslag genomen. De
raad is onmiddellijk tot de benoeming van vier wethou
ders overgegaan, niettegenstaande de heeren Mieheels
van Winterslioven zich lievig daartegen hebben verzet.
Door den raad zijn daarop tot wethouders benoemd de
beeren Pijls, oud-burgemeester; Marres, oud-wethouder
«n twee leden van de oppositie, de heeren van Halen en
Branquinet Naar men verzekert was het den burgemeester,
den heer Raat niet bekend dat dergelijke verandering
van de leden van hét dagelijksch bestuur zoo spoedig
ophanden was.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft Zaterdag, met
30 tegen 7 stemmen, besloten tot het aangaan eener
teening van 6 millioen gulden. Vooraf waren voorstellen
tet verhooging van het havengeld en der opcenten op
de hoofdsom van 's rijks personeele belasting, insgelijks
teet 30 tegen 7 stemmen, aangenomen. Naar men ver
leemt is do leening gesloten, door bemiddeling der Com
manditaire Bankvereeniging te Rotterdam, met den heer
Uacques Errera Oppenheim, te Brussel.
Kerknieuws.
Tot predikant bij de Nederduitsehe hervormde ge
meente te Stavenisse is beroepen de heer G. C. Boomer,
Predikant te Ritthem.
Ter voorziening in de vacature van predikant bij
de Nederlandsche hervormde gemeente te Groningen, ont
staan door het eervol ontslag van den heer E. J. P.
Jorissen, is ttoor het kiescollege dier gemeente een
twaalftal gevormd, waarop voorkomt de heer C. de Wilde,
te Poortvliet.
Marine en leger.
Zr. Ms. schroefstoomschip de Amstel, onder bevel
van den luitenant ter zee 1« klasse J. B. Everwijn, laatst
komende van de Kust van Guinea, is, op zijne terugreis
naar Nederland, in den namiddag van den 27 dezer te
Cowes (Engeland) aangekomen. Aan boord was alles wel.
Zr. Ms. ramschip de Schorpioen, onder bevel van
den luitenant ter zee W. K. van Gennep, is in den
namiddag van den 27 dezer van Northshield (Engeland)
vertrokken, met bestemming naar Nederland.
De officier van gezondheid 3« klasse M. C. Pannevis,
laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië, en
van daar den 23 dezer in Nederland teruggekeerd, is
met dat tijdstip op nonactiviteit gesteld.
Rechtzaken.
Het provinciaal gerechtshof in Zeeland heeft jl. Zater
dag de volgende arresten uitgesproken:
Adriaan Wilhelm Vogel, oud 14 jaren, Gerard van den
Boogaard, oud 17 jaren, en Hubrecht de Vos, oud 18 ja
ren, allen arbeiders, geboren en wonende te Sint Anna-
land beklaagd als zouden zij in den namiddag van
26 Juli jl., omstreeks twee uren, gezamenlijk en in ge
meen overleg eenige appelen arglistig hebben weggeno
men en zich toegeëigend, op het erf van de hofstede van
den heer F. Witterick, onder Sint Annaland, bewoond
door D. Vergauwen, na zich tot dat erf, dat als de aan-
hoorigkeid van een bewoond huis beschouwd moet wor
den, den toegang verschaft te hebben, door te gaan door
eene sloot, die het erf van den weg afscheidt zijn
schuldig verklaard aan diefstal gepleegd door meer dan
éen persoon, met inklimming, op eene plaats die niet als
bewoond buis kan worden aangemerkt of daarmede
gelijk gestelddoor den eersten gepleegd met oordeel
des onderscheidsop grond, dat het hof uit het voor
gelezen verbaal van plaatsopneming en de gehoorde ge
tuigenissen, wel heeft bewezen gevonden, dat de boom
gaard is van rondom afgesloten, maar geenszins dat die
boomgaard behoort binnen de algemeene omsluiting, en
integendeel het erf der woning van den boomgaard door
eene haag en heg is afgescheidenen te dier zake ver
oordeeld ieder tot eene gevangenisstraf van drie dagen,
alsmede solidair in de kosten der procedure.
Hendrik van der Klift, oud 24 jaren, arbeider,
wonende te Zierikzee, vroeger voortvluchtig, en bij arrest
van het hof dato 26 September jl. met nog een mede
beschuldigde, wederspannig aan de wet verklaard, doch
zich thans vrijwillig in arrest begeven hebbende be
klaagd van met nog zeven andere beschuldigden, die
reeds zijn veroordeeld, op den 28 Februari jl., vóór zons
opgang, te zamen en in vereeniging eene hoeveelheid
van ruim 23 mud rogge, ter waarde van omstreeks f 98,
afkomstig van een op de Zeehondenplaat gestrand schip,
uit het bewoonde vaartuig van den schipper J. J. de Rijke,
welk vaartuig destijds te Zierikzee lag, arglistig te heb
ben weggenomen en zich toegeëigend is schuldig ver
klaard aan diefstal gepleegd bij nacht in een bewoond
huis, en, onder aanneming van verzachtende omstandig
heden, veroordeeld tot eene correctioneele gevangenis
straf van 3 maanden, alsmede solidair met zijne op den
26 beptember 11. veroordeelde medebeschuldigden in de
kosten der procedure.
Ccmengde berichten.
In den nacht van 27 op 28 dezer omstreeks te 2 j uren
is te lJzendijke door een onbekende oorzaak brand
ontstaan in de zwingelkeet van L. de Meij, waardoor
deze en de aangrenzende werkplaats en het houtmagazijn
van den timmerman J. Bleijenbergh en een schuurtje
van den heer J. A. Bekaar een prooi der vlammen zijn
geworden. Door het stille weder en de algemeen aange
wende pogingen tot redding heeft men er in mogen
slagen den brand te bedwingen en de omliggende huizen
te behouden. In den ochtend zijn successievelijk van de
gemeenten Waterlandkerkje, Schoondijke, Biervliet,
Groede, Oostburg, Nieuwvliet, Zuidzande en Sluis de
brandspuiten gearriveerd om hulp te bieden en was
tegen 12 uren het meeste gevaar geweken. Naar men ver
neemt was alles, ook de ter waarde van omstreeks 7000
verbrande houtwaren, geassureerd.
Uit het thans gebeurde is, evenals uit zoovele andere
voorbeelden, de les te putten hoe gevaarlijk het is bin
nen den bebouwden kring der gemeente zwingelketen
te dulden.
lot surnumerair bij de Maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen, om te Goes werkzaam te zijn, is
benoemd de heer J. C. Reijers, van lJzendijke.
In zijn belangrijk werk over de drukpers deelt de
heer Hatin ook het een en ander mede omtrent den
oorsprong van het dagbladzegel. Volgens hem zou de
stad waar de eerste „kocrant" is verschenen, in 1605, ook
de bakermat van het dagbladzegel zijn. In 1674 zou
namelijk te Antwerpen verschenen zij neen „ordonnantie",
nae de welcke in den lande van Hollandt ende West-
Vrieslandt, sal werden geheven den impost op eenige
gedruckte soo Inlandtsche als Uytlandtsche Papieren,
Geheven t1 zedert den Jare 1674, ende vervolgens.
Als een eerste proef van een belasting op nieuwsbla
den, is deze „ordonnantie" niet enkel historisch belang
rijk; zij heeft ontegenzeggelijk ook uit een economisch
oogpunt veel waarde. In artikel 1 wordt vastgesteld, dat
na verschijning der „ordonnantie" van: „Yder Courante,
Gazette, Post ofte Nieuw-tydinge,niet verbode blaeuwe
Boeckxkens, ende diérgelyke, in Hollandt gedruckt, het
zy in de Nederlandtsche ofte Uytheemsche Tale, maer
een half vel aen beyde zyden op de ordinaris wyse vol,
ofte oock minder gedruckt zynde, of grooter zynde; meer
nae advenant, als mede van alle Staets Resolutien.
sal worden betaelt vier penningen door den Drucker die
de selve uytlevert; ende van die van buyten, omme te
venten ofte voor geldt of geldtswaerde uyt te geven,
zouden mogen worden ingebracht, acht penningen door
den Inbrenger ofte Verveyler; op poene van hondert gul
dens yder Courante enz." Wijders wordt gezegd, dat in
geen geval do poene hooger zal zijn dan „duysent gul
dens eens."
Artikel II bepaalt, dat boekverkoopers en „debiteurs'
van Novelles", in andere provinciën woonachtig, aan
deze belasting zuilen moeten voldoen, indien zij „ormne
te venten, ofte voor geldt of geldtswaerde uyt te geven,
koeranten of vlugschriften in Holland en West-Vriesland
brengen. Particulieren zijn daarentegen, blijkens het
zelfde artikel, van de belasting vrijgesteld, mits hunne
zendingen nooit meer inhouden dan twee nieuwsbladen
van „yder soorte."
Hoedanig de werking was dezer oorspronkelijke wets
bepaling, blijkt niet. Zeker is het evenwel, dat zij de
inkomsten van den „lande Hollandt ende West-Vries-
landt" eerder vermeerderde dan verminderde. Men is ten
minsten gerechtvaardigd, wanneer men dit opmaakt uit
de „Waerschouwinge", die in 1691 verscheen en waarbij
de zegelbelasting aanmerkelijk werd verzwaard.
Het was: „wegens de zware lasten, die bij den tegen-
woordigen oorlogli gedragen moeten werden", dus
vernemen wij in de „Waerschouwinge" -en om „des
Gemeene Lands Finantiën zoo veel mogelyck te styven"
dat men overgingtot het „Introduceren van eenen Impost
op Coffy, Thee, Chocolate en andere Drancken, en het
verdubbelen van den Impost op de gedruckte Papieren."
De verdubbeling der zegelbelasting scheen goede re
sultaten op tc leveren, zij kon daarom gedurende ruina
een halve eeuw gehandhaafd worden. In het midden der
achttiende werd echter een hervorming wenschelijk ge
acht, deels wegens het toenemende getal van nieuws
bladen en „Gazettes" waardoor een strenger toezicht
noodig werd deels ook omdat de gebrekkige wetge
ving omtrent de verantwoordelijkheid der drukkers en
uitgevers niet langer zonder nadere regeling kon voort
duren. Den 14 Maart 1750 werd een „Ordonnantie"
wereldkundig gemaakt, „na dewelke by collecte zal ge-