öuttmlcmö.
De cholera ia te Astrabad in Perzië uitgebroken.
Het huis Rothschild te Parijs heeft den handel be
richt dat de leiding der firma, na den dood van baron
James, is overgedragen op diens zonen Alphonse en
Gustaaf. Geloofwaardige berichten zeggen dat de nala
tenschap van baron James, die in 1812 met een vermogen
van ongeveer een millioen franken naar Parijs is geko
men, oppervlakkig op meer dan 2000 millioen franken
wordt geschat. Baron James laat, behalve-zijne woon
huizen te Parijs, het kasteel in het bosch van Boulogne
en de prachtvolle bezitting te Laferrières, nog 51 groote
huizen te Parijs na, benevens onderscheidene eigendom
men in de aanzienlijkste steden van Europa. Vooral in
Italië zijn Rothschild's eigendommen in de laatste jaren
zeer toegenomen. Te Rome, Napels, Florence en Turijn
bezat hij ook onderscheidene paleizen en woonhuizen.
De MJiharajah van Jeypore heeft de rechten op alle
soorten van graan aan de grenzen van zijn gebied afge
schaft, met de bedoeling om den hongersnood aldaar
in Reypootana te verlichten. Die daad is te edeler,
daar zijn privaat inkomen uit die belasting 10,000 p. st.
bedroeg.
Dezer dagen zond een arme Bcrlijnsche arbeider
aan graaf Bismarek een korten brief, waarin hij den
graaf' aanraadt dagelijks twee ponden Virginia tabak te
rooken, dan zou hij spoedig van zijne ziekte geheel
hersteld zijn. De graaf zond den brief onmiddellijk terug
met een behoorlijk geldgeschenk en de volgende eigen
handige kantteekening: „De adressant verrooke de aan
bevolen tabak op mijne gezondheid"
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste huwelijks-afkondiging van den
22 dezer: A. Kalle, jm. 24 j. met M. J. Krijger, jd. 27 j.
J. Dekker, jm. 27 j. met M. Gies, wed. 34 j. J. Simonse,
weduwn. 41 j. met M. C. Meertens, wed. 47 j. F. J. Sturm,
jm. 27 j. met C. M. Ncugebauer, jd. 28 j. J. Schuit, jm. 19 j.
met C. Adriaansc, jd. 19 j.
(Van 14 tot 21 November.)
Vlissingen. Bevallen: Z. de Bruyn, geb. van Walen
burg, d. J. C. van der Steen, geb. Harte, d. E. L. Fasseur,
geb. Odem.d. A. E. Meyboom, geb. Heybeek, d. C. T. Fret,
geb. Wattez, z. A. C. Borgwat, geb. de Rijke, z.
Overleden: J. Piancon, vrouw van A. J. Laernoes, 72 j.
D. A. Naerebout, jd. 21 j.
Goes. BevallenA. John, geb. Wessels, z. M. do Waard,
geb. van Blitterswijk, d.
Overleden: P. de .Dreu, d. 6 w. D. Nonnekes, z. 3 j.
G. Nonnekes, z. 5 j.
Zierikzee. Gehuwd: G. van der Welle, jm. 27 j. met
J. Hofman, jd. 20 j. D. van der Ploeg, jm. 25j.metO.West-
straate, jd. 24 j.
Bevallen0. D. Jongmans, geb. Breügelmans, z. M. de
Valk, geb. Lookinan, z. M. Telle, geb. But, d. C. Vijver
berg, geb. Schippers, d. C. C. van Maanen, geb. van
Boxtel, d. P. J. van Bloppoel, geb: Rinkier, d. A. Nijs,
geb. Verlinde, d.
Overleden: M. de Vries, wed. vau A. Motuee, 91 j.
J. Botvliet, weduwn. 58 j.
Verkoopingcn en aanbestedingen.
Gisteren werd alhier aan het gebouw van het provin
ciaal bestuur van Zeeland in het openbaar aanbesteed,
het onderhoud en herstel of de vernieuwing der provin
ciale waterstaatswerken en wegen in Zeeland gedurende
1869, 1870 en 1871 in 15 perceelen.
Deze perceelen werden door verschillende aannemers
aangenomen vooreen gezamenlijk bedrag van 30,130,
Gisteren is alhier ten verkoop aangeboden, een
winkelhuis en erf, in de Lange Gortstraat, wijk K n°. 17.
Hoogste bod ƒ2727. Opgehouden.
Maandag avond zijn hier, behalve de vijf reeds in ons
vorig nommer gemelde perceelen, nog verkocht: Een
stal en erf op den Penninghoek-siugel, bij de Lambrecht-
straat, wijk L n». 81, en een daarnaast staand pakhuis.
Deze perceelen werden eerst afzonderlijk geveild en
voorloopig toegewezen voor ƒ450 en. ƒ320. Bij eene
daarop gevolgde veiling in massa zijn zij echter op
gehouden.
Tlicrmometerstand.
23 Nov.'s av. 11 u.48gr.
24 'smorg.7u.46gr.'smidd.lu.49gr.'sav.llu.39gr.
25 's morg.7u.39 's midd. lu.44 gr.
Stat en-generaal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Maandag 23 November. Benoeming rappor
teurs; nieuwe nominatie hooge raad; aanvang algemeene
discussiën staatsbegrooting 18G9.
Door den voorzitter wordt medegedeeld dat door de
afdeelingen benoemd zijn tot leden der commissie van
onderzoek van het voorstel des heeren de Bosch Iiemper,
tot herziening van het reglement vau orde, de heeren
Dullert, Storm van 'sGravesande, van Nispen van
Sevenaer, van der Linden en Geertsenia.
Tot rapporteurs zijn benoemd over de wetsontwerpen:
1". tot afschaffing van het zegelrecht op dagbladen enz.,
de heeren Dullert, Moens, van Kuyk, Thorbecke en Ro-
chussen2." nopens het plakzegêl, de heeren Dullert,
Moens, Blom, Thorbecke en Pijnappel; 3°. wijziging der
successiewet, de heeren van Blom, van Delden, van
Nispen, Dumbar en Geertsema; 4». maten en gewichten,
de heeren Begram, van Kerkwijk, Blom, Kalff en Geert
sema; 5°. wijziging der militaire pensioenen, de heeren
Westerhoff, van Sypensteijn, Saaymans Vader, Wybenga
en de Roo: 6». wijziging van het militair crimineel
wetboek, de heeren Lentihg, de Bosch Keuiper, Jonck-
bloet, Gratama en Pijnappel: 7°. nopens de zeebrieven
en Turksche paspoorten, de heeren van Voorthuysen,
Fransen van de Putte, Blussé, Dumbar cn Iloffmanen
8». gedeeltelijke invoering der nieuwe'wet op de rechter
lijke organisatie, de heeren de Brauw, Pypers, Bergman,
van Beyma en J. K. van Goltstein.
Hierna werd, op voorstel des voorzitters, overgegaan
tot het opmaken eener geheel nieuwe nominatie voor de
benoeming van een lid van den hoogen raad, na het
voeren eener woordenwisseling tusschen de heeren
Fokker, Gratama, Kalff, de Bosch Kemper, de Brauw,
Godefroi en van Voorthuysen, waarbij de eerste hoe
wel niet met het voorstel van den voorzitter instem
mende onmiddellijk stemming er over verlangde; de
tweede het gevoelen verdedigde dat de nominatie, zóo
als die nog was liggende, als geldig kan worden be
schouwd; de derde het voorstel deed, slechts een nieuwen
eersten candidaat te benoemen en de vier reeds benoem
den te handhavenen de vier laatsten het voorstel des
voorzitters ondersteunden, dat met 52 tegen 19 stemmen
werd aangenomen. [Do nominatié is reeds in ons vorig
nommer medegedeeld.]
De algemeene beraadslagingen over de staatsbegroo-
ting voor 1869 werden hierop geopend door den heer van
Kuyk, die niet wilde treden in eene bespreking van de
algemeene richting van het kabinet, maar zich bepaalde
tot een sterken aandrang tot geheele herziening van het
belastingstelsel, z. i. dringend noodig wegens de steeds
klimmende uitgaven, die niet in verhouding staan tot de
wisselvallige inkomsten.
Op voorstel van den heer J. K. van Goltstein werd
op grond dat de kamer heden nog niet geheel op de be-
grootingsdiscussie was voorbereid besloten de dis
cussiën te staken.
Sfateai-gemeraal.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dingdag 24 November.Voortzetting discussie
staatsbegrootiiig.
Het hoofdpunt der discussie betrof heden den finan-
cieelen toestand des rijks. De eerste spreker, de heer
J. K. van Goltstein, opende het debat met in de eerste
plaats als zijne meening te kennen te, geven, .dat het
kabinet volstrekt niet het getuigenis draagt vau dat
staatkundig inzicht en van dien constitutioneelen zin,
waarvan men het gemis aan het vorig kabinet bad ver
weten. De staatkundige richting van het ministerie is
niet met juistheid na te gaan en het mist ook de noodige
kracht om groote zaken tot stand te brengep. Hij
kwam daarbij op tegen de clausule gemaakt bij de be
noeming van den heer Roest van Limburg tot minis
ter van bnitenlandsehe zaken en noemde het bedingen
van voordeelen door ministers n a hunne aftreding als
éenig in de parlementaire geschiedenis. Tot de finan-
cieele qnaestie komende, constateerde hij dat er een
tekort was van 231 millioen, dat alleen door buitenge
wone middelen gedekt kon worden, en waaronder nog
wel 15.) millioen als Indisch batig slot, doch dat weldra
zou verdwijnen wanneer het cultuurstelsel zou zijn ver
nietigd. De regeering had dan ook moeten omzien naar
middelen om liet tekort te bestrijden en dit heeft zij
niet gedaan. Daarvoor bestaat echter een goede reden:
gemis aan kracht bij dit kabinet.
De heer de Bosch Kemper wensclite het staatkundig
beleid niet te bespreken, maar maakte twee opmerkingen
naar aanleiding der vorige rede: 1». het ministerie is met
een verzoenend programma op getreden en zoolang het
daaraan getrouw blijft, bestaat er voor hem geen reden
tot bestrijding; 2». bij de beoordecling van het fiuancieel
beleid komt geen politieke meerderheid te pas. Hij
meende dat de minister van financiën zich volkomen
gelijk was geblevendoor zich tc bepalen tot partieele
veranderingen, doch dit nam niet weg, dat wij in vier
opzichten op een keerpunt waren gekomen in onze finan
ciën 1». omtrent de koloniale, bijdragen, waaraan niet te
veel kan worden gehecht; 2°. omtrent de begrootingen
van ontvangsten en uitgaven, waarbij men denken moet
aan het invoeren van drie groote bezuinigingen: vereen
voudiging in het staatsbestuur door decentralisatie; be
zuiniging op het defensiewezen en in onze regeering in
de koloniën, waarbij komt vermindering der subsidiën
aan de West-Indische koloniën; 3<>. omtrent de ver
houding der rijks en gemeentelijke belastingen; en
4°. omtrent het belastingstelsel, waarbij gedacht moet wor
den aan restauratie, met zooveel mogelijk behoud van
het bestaande en invoering eener belasting op den tabak
met geheel nieuwe regeling van het personeel door do
patenten em-het mobilair tot grondslag te nemen. Hij
hoopt zijne stem aan de begrootingen te kunnen geven,
omdat hij vertrouwen heeft in de financieele inzichten
van den minister van Bosse.
De heer Bichou van IJsselmoude was van oordeel, dat
het kabinet geen waarborgen geeft voor eene echt
nationale Nederlandsche regeering, terwijl ook niet do
bewijzen waren geleverd dat het dor regeering te doen
was om conscientieuso handhaving der waardigheid en
rechten van de kroon en van de rechten en vrijheden des
volks. Ook de verklaringen omtrent de onderwijsquaestie
zijn verre van bevredigend, vooral niet voor die richting,
welke hij is toegedaau en die tot devies heeft „Vreest
God, eert den koning". Hij zal echtpr geen begrooting
om politieke redenen afstemmen, maar iedere begrooting
naar hare innerlijke waarde beoordeelcn.
De heer Gefken besprak hoofdzakelijk het financieel
punt en achtte onzen tinancieelen toestand wel ongun
stig, maar niet reddeloos. Hij vraagt echter don minister
yan financiën wat hij wel als afgevaardigde den
minister zou toevoegen die zulk eene begrooting fu
indienen als hij had voorgedragen. Z. i. had de minister
in tijds middelen moeten voorstellen tot dekking van
het te wachten tekort.
De heer de Roo van Alderwerelt besprak 's lands
defensie in verband met 's lands financiën. Hij heeft geen
bezwaar tegen hooge oorlogsuitgaven, maar men moet
een zoodanig stelsel aannemen, waardoor met de minste
ko3ten de meeste zekerheid kan worden verschaft. En
dan meent hij dat de IJsellinie moet worden opgegeven,
terwijl in verband hiermede de cavalerie kan worden
verminderd.
De heer van Voorthuysen constateerde dat de schuld
van onzen ongunstigenfiuaucieelen toestand niet geweten
kan worden aan dit kabinet, noch aan het vorige, maar
aan eene reeks van vorige regeeringen die, met de kamer,
de uitgaven hebben uitgezet, Men spreekt in het alge
meen van bezuinigingen, maar z. i. moet men bepaald
opgeven waarop bezuinigd kan worden.
De beer van Sypesteijn ontzegde zijn vertrouwen aan
het kabinet, vooral op grond der koloniale politiek van
het ministerie, en waarschuwde daarbij hen die ook thans
de rol van afwachters zouden willen vervullen.
De heer van Kerkwijk wees op het misbruik in den
laatsten tijd in de kamer geslopen om personen in plaats
van zaken te behandelen. Het prestige van het gezag en
de kamer ging daardoor verloren, terwijl de kracht
van het verte, ïwoordigend stelsel werd onder
mijnd. Ilij gaf d,,.rom in overweging voortaan op
kalme wijze aiscu.isiën te voeren. Hij beantwoordde
voorts den heer van Goltstein en voerde den heer Bi-
clion tegemoet dat het minder met de christelijke
beginselen in overeenstemming was de liberalen, zonder
onderzoek, te beschuldigen en het kabinet te bejegenen
met woorden, overvloeiende van gal en venijn. Overi
gens zou hij, zoolang niet duidelijk bleek van een
deficit, niet tot verliooging van belastingen medewerken.
De lieer van Wasseneer van Catwijck kwam krachtig
op tegen hetgeen door den vorigen spreker ten aanzien
van den heer Bichon is gezegd, doch stemde met heui in
wat betreft den wensch om bij de discussiën meer de
waardigheid der kamer in het oog tc houden. Hij had
daarbij echter het oog op de onparlementaire uitvallen
van den heer Dullert en den minister van financiën
tegen den heer Koorders.
De heer van Eek was dankbaar voor de optreding
dezer regeering, die het land uit een toestand van harts
tochtelijkheid heeft verlost. Wat de financiën betrelt,
wil hij voortgang op den weg van amortisatie; voorts
niet enkel bezuiniging, maar herziening van het belas
tingstelsel, terwijl Nederland in zekeren zin recht heeft
op het Indisch batig slot.
De heer Pijnappel wenschto dat alle klanken omtrent
liberaal en conservatief ter zijde werden gesteld en
drong ook aan op herziening van het belastingstelsel,
waarbij hij in overweging gaf het personeel geheel aan
de gemeenten over te laten.
Algemeen urerziclif.
Het vonnis waarbij l'Indépendant du Centre is ont
slagen van rechtsver» olg ng is breedvoerig gemotiveerd.
Daarbij werd ónder n eer overwogen
dat huldeblijken «pen ijk of niet openlijk gebracht
aan de nagedachtenis van overledenen, welke huldeblij
ken door traditie, algemeen gebruik en nationale
gewoonten bekrachti; d zijn, in bet algemeen als ten
volle geoorloofd moetin b ischouwd worden; dat, in dit
bijzonder geval, uit liet feit der Baudin-inschrijving,
lioewel niet onmiddellijk en op zich zelf als strafwaardig
beschouwd, door de beschuldiging wordt afgeleid dat
de beklaagde heeft begaan liet misdrijf van manoeuvres
a rintérieur met het doel om de openbare rust te verstoren
of om tot haat en verachting der regeering aan te zetten
dat echter do wet van 27 Februari 1853 moet worden
geïnterpreteerd in den geest van den toenmaligen
wetgever; dat bij de debatten in liet wetgevend lichaam
de president van den staatsraad om deze strafbare manoeu
vres te kenschetsen zeide: „Wat dergelijke manoeuvres
kenmeikt is (habitnde et le hut coupni/e": dat de Baudin-
inschrijving ten aanzien van l'Indépendant du Centre
een geïsoleerd en op zich zelf staand feit is en wat
het doel betreft, dit slechts gëconjectureerd kan wor
den; dat overigens, daar het strafrecht zijn grond
heeft in de beginselen der moraal, welke universeel,
essentieel en absoluut zijn, do waardigheid des gewetens
in overeenstemming met het gezond verstand de toe
passing verwerpt eener wetsbepaling, van streng co
exceptioneel recht, bij wege van bovenmatige uitbrei
ding of captieuseanalogie. Opdezegronden rechtdoende
ontslaat de rechtbank (len gérant Dufour van alle rechts
vervolging.
Deze uitspraak omtrent l'Indépendant du Centre door
de cotrectioneele rechtbank teClermout-Ferrand wordt te
Parijs algemeen als een nederlaag voor de regeering be
schouwd, het treurig maar logisch gevolg van de wijf
waarop het keizerlijk gouvernement de magistratuur ook
al als middel om to regeeren tracht te misbruiken. Daarbij
komt thans een tweede échecm den uitslag der verkiezing
voor een lid van het wetgevend lichaam te Angoulême.
Do regeeringscandidaat delfde met 13,528 stemmen hot
onderspit tegenover den heer Laroche-Joubert, dU-
17,690 stemmen op zich vereenigde. Wel tracht dc offi-
cieuse regeeringspers het te doen voorkomen alsof do
regeering zich, na het terugtrekken van den derden