MIDDELBURfiSCUË COURANT BIJVOEGSEL VAN DE van Donderdag 19 November 1868. No. 185. Gemeenteraad van YHssingen. Zitting van Zaterdag 14 November. Beslissing gratificatie kommiezenvoorstel verliooging jaarwedde keurmeester slachtvee; concept-bestek aanbesteding; vrijwilligers schut terij; installatie lid leenbank; benoeming leden commissie middelbaar onderwijs; herstelling abuis vergoeding zijkan ten wegen rekeningen; ampliatic verordening begraafplaat sen; overeenkomst pachter mestspeciëii; toelating leerlingen school meer uitgebreid lager onderwijsvoorstel verliooging subsidie arrn-gast- en weeshuis; suppletoir kohier lioofdelij- ken omslag; adres spoorweg; idem verplaatsing post- en telegraafkantoren; aanvraag ontslag burgemeester Voorzitter de lieer Callonfels. Afwezig dc heer Ver- knijl Quakkelaar. De notulen der vorige vergadering worden voorgele zen en met algeineene stemmen goedgekeurd. Aan de orde is de beslissing omtrent liet al of niet verleenen eener gratificatie aan dc kommiezen. De voorzitter herinnert de leden dat dit voorstel, in de vorige vergadering door staking der stemmen onafge daan gebleven, thans door eene nieuwe stemming be hoort beslist te worden. De beer Ockers merkt op dat hij als lid der commissie van financiën, tijdens dit verzoek bij de commissie in behandeling is geweest, zich tegen elke verhooging van traktementen heeft verklaard, op grond dat men daar mede tot gelegener tijd behoorde te wachten; dat echter in eene vorige vergadering, waarbij hij niet tegenwoordig was, aan onderscheidene ambtenaren verhooging van traktementen is toegestaan, terwijl juist aan lien, die dat het meest noodig hadden, „de kommiezen", zulks niet is gegeven geworden; dit nu heeft zijn gevoelen gewijzigd en hij zal zich dus thans verklaren voor de inwilliging van het verzoek. De heer Ruysch vraagt of' er niet gesproken is om de gratificatie alleen te verleenen aan ambtenaren die f 400 of minder hebben; dan wel of men bedoelt alle ambte naren, ook die, welke door de waarneming eener andere betrekking bijvoorbeeld, zooals die van adsistent-markt- meester, eene afzonderlijke belooning van f 60 boven hunne bezoldiging genieten? De heer Winkelman antwoordt den heer Ruysch, ter toelichting, dat het thans alleen de bedoeling is om uit te maken of er al dan niet eene gratificatie zal worden verleend, aangezien het voorstel luidt om daarna de toepassing en nadere regeling door den raad te doen be palen. ITet voorstel alsnu in omvraag gebracht wordende, verklaren zich 7 stemmen voor en 7 stemmen, tegen zoo dat volgens het voorschrift der gemeentewet het voorstel geacht wordt niet te zijn aangenomen. Tegen stemden de heeren van Uije Pieterse, de Groof, Laernoes, van dei- Os, Ruysch, Mestdagh en Winkelman. Vervolgens komt in behandeling het voorstel omtrent het al of' niet verleenen eener verhooging van jaarwedde aan den keurmeester van het slachtvee (mede in de vorige zitting door staking der stemmen onbeslist ge bleven). De heer Hector merkt op dat de jaarwedde van den keurmeester slechts gering is, waarvoor deze nogtans on afgebroken werkzaam moet zijn; terwijl hij vermeent dat zijn controle aanmerkelijk zal worden uitgebreid met het tijdstip der afschaffing van de belasting op het ge slacht, 1 Mei 1869, uithoofde alsdan de invoer geheel vrij zal zijn en hij mitsdien meer waakzaamheid zal moeten uitoefenen teneinde te voorkomen dat vee, zonder ge keurd te zijn, geslacht worde. Dc Voorzitter vermeent dat de werkzaamheid van den keurmeester door de afschaffing der belasting op het geslacht niet bezwaard zal worden. In stemming gebracht, wordt de verhooging ad f 100 met 8 tegen 6 stemmen goedgekeurd. Tegen stemden de heeren de Groof, Laernoes, van der Os, Ruysch, de Gelder en Mestdagh. Geschiedt overlegging van het concept bestek voor de algemeene aanbesteding der onderhoudswerken voor het jaar 1869. De voorzitter deelt mede dat, nadat de commissie van fabricage verklaard heeft zich met geen der zaken meer te zullen bemoeien, het genoemd concept in handen ge steld is van twee leden dezer vergadering, die deskundigen zijn en tot de commissie van fabricage behooren. Burge meester en wethouders hebben liet concept echter terug ontvangen met de verklaring van die heeren leden dat zij geen lust gevoelden om zich met dien arbeid te belasten. Intusschen wenschtcn burgemeester en wethouders dat dit belangrijk stuk met de meeste nauwgezetheid worde nagezien, daar het dagelijksch bestuur de verantwoorde lijkheid der goedkeuring daarvan niet alleen op zich nemen kan. Derhalve verzoekt de voorzitter dat de raad een paar leden benoemen mocht, in wier handen dat stuk tot onderzoek en advies gesteld kan worden. De heer Schraver zegt dat het bekend is dat de com missie van labricage niet weken, maar maanden lang aangedrongen en vergeefs gewacht heeft op de inzending van dat bestek. Terecht, heeft de voorzitter gezegd: het is een gewichtig werk, dat een ernstig onderzoek vcr- eischt. Het is niet genoeg dat bestek oppervlakkig na te lezen, het behoort bestudeerd en met allen ernst onderzocht te worden. Thans wil men de aanbeste ding tijdig doen geschieden is het te laat om dat onder zoek met vrucht ten einde te brengen en gevoelt de com missie geen lust meer om zich dien arbeid te getroosten. De commissie van fabricage heeft zich ontbonden ver klaard, doch al ware dit niet zoo, dan zouden de leden, in wier handen het concep't-hestek gesteld is, ook al wilden zij zooals zij in het slot hunner missive hebben opge merkt toch dat bestek niet kunnen nagaan, aangezien daaraan, evenals bij alle vroegere bestekken, het hoogst- noodige, eene gedetailleerde bogrooting van kosten, ontbreekt. De voorzitter merkt op dat nog ruim zes weken tijd voorhanden is om het onderzoek te doen en in die tijdruimte, indien het ernstig gemeend is, nog al ge legenheid is om dat concept na te gaan. De heer Laernoes meent dat geen raadslid mag weige ren de hem opgedragen werkzaamheden uit te voeren. Hoewel de heer Schraver wel gelijk heeft dat eene be grooting van kostenter beoordeeling van het bestek daarbij behoorde gevoegd te zijn, mag nogtaus de com missie niet nalaten in hare vergadering te arbeiden om het onderzoek tot een goed einde te brengen. Dc heer de Gelder oordeelt dat gèene andere com missie benoemd kan worden. De leden der commissie van fabricage hebben bij hunne benoeming de opdracht aangenomen en zijn dus verplicht hunne commissie waar te nemen. Hij zal zich onthouden om mede te werken tot benoeming eener andere commissie. De heer Hector verzoekt dat burgemeester en wethou ders, als belast zijnde met de uitvoering van de besluiten van den raad, inlichting zullen vragen aan personen buiten den raad. De heer van Uije Pieterse zegt dat burgemeester en wethouders geen bevoegdheid hebben daartoe andere personen uit te noodigen; daartoe behoeven zij machti ging van den raad. Bovendien zou zulks geld kosten, waarop bij de begrooting niet is gerekend, zoodat hij meent dat het verzoek van den heer Hector niet kan worden toegestaan. Het is treurig dat twee leden van den raad, die men met vertrouwen gevraagd heeft zich met het onderzoek te belasten, geen lust gevoelen om zulks te doen. De heer Hector repliceert hierop dat men zich bij de oprichting der gasfabriek ook van dergelijke voorlich ting bediend heeft. De heer Mestdagh vraagt of het reglement van orde niet bepaalt, dat er voor de leden geene redenen van verschooning zijn, om zich aan eene opgedragen com missie te onttrekken? De heer van der Os deelt volkomen het gevoelen van den heer de Gelder, dat de commissie verplicht is de haar opgedragen taak te vervullen. Hij, zelf lid der com missie van fabricage zijnde, oordeelt thans dat de leden verplicht zijn hunne werkzaamheden voort te zetten. De heer van Uije Pieterse zegt, dat de uitnoodiging aan de twee heeren meer gedaan is in hunne betrekking als leden van den raad, dan wel als leden der commissie van fabricage. De heer Schraver geeft zijne bevreemding te kennen over de uitspraak van den heer van der Os. Hij vraagt waarom de heeren van der Os en van der Hijden dan niet liever voortdurend de zittingen der commissie zijn blijven bezoeken De heer van Uije Pieterse wenscht dat de raad twee leden van de commissie van fabricage benoemen zal. Hij zal dan zien of zij, benoemd wordende, zullen blijven weigeren. Hij betreurt het zeer dat de leden der com missie om mag hij het zeggen futile redenen hunne medewerking weigeren. Ware er verschil over punten van technischen aard dan zou hij kunnen toe geven, maar nu er verschil is over een onderwerp het welk elk lid van den raad even goed kan beoordeelen als zij, acht hij hunne houding niet verantwoord. De heer Laernoes betuigt dat het hein leed doet te moeten zeggen, dat hij niet begrijpen kan hoe mensclien zoo met hun eed kunnen spelen. De leden van den raad hebben een plechtigen eecl afgelegd dat zij de belangen der gemeente zullen behartigen, en daaraan behooren zij te beantwoorden. Dc heer de Kruyff acht het beste middel ter beslech ting dezer quaestie, dat de raad twee leden benoeme. De voorzitter is het eens met den heer de Gelder, dat de commissie bestaat en alzoo verplicht is haar mandaat te vervullen. Daar dit denkbeeld het meest bijval vindt, brengt de voorzitter in omvraag of de raad oordeelt dat de com missie van fabricage niet ontbonden kau worden en mitsdien die commissie verplicht is hare medewerking te verleenen. Met 12 tegen 2 stemmen wordt deze zienswijze als het gevoelen van den raad aangenomen. Tegen stemden de heeren Schraver en van der Hij den. De heer de Kruyff zegt dat, hoe ongaarne hij zich het lidmaatschap der commissie kan laten welgevallen, hij evenwel bereid is zijn plicht als lid van den raad te vervullen. Betrekkelijk de vrijwillige dienstneming bij de schut terij deelt de voorzitter mede, dat eenige personen zich hebben aangeboden om als vrijwilligers dienst te nemen bij de schutterij. Dc kommandant is, volgens de wet, be voegd om vrijwilligers aan te nemen, doch wenschte dat zij voor rekening der gemeente gekleed zouden worden. De kosten daarvoor zullen niet groot zijn, daar vele kleederen voorhanden zijn, uithoofde het contingent, waarvoor die steeds gereed moeten liggen, grootcr is dan het getal dienstdoende schutters. Hij wenschtdaarom dat de vergadering zal toestaan om die vrijwilligers te kleeden voor rekening der gemeente. De heer de Kruyff vermoedt dat deze vrijwilligers in het volgende jaar toch schutterplichtig zullen worden; dan moet toch ieder onvermogende gekleed worden, zoo- dat het als 'tware slechts eene vervroegde uitgifte is.- Hij acht het beter kleederen te geven dan dat zij, in het magazijn liggende, door de motten verteerd worden. De heer van Uije Pieterse gelooft dat de opvatting van den heer de Kruyff de ware is. Het is slechts eene ver lenging van diensttijd. De heer van der Os merkt op dat steeds veel moeite bestaat om het personeel voor de brandweer voltallig te krijgen, waarom hij ernstig in overweging geeft, om den kommandant der schutterij aan te bevelen, geen personen als vrijwilligers aan te nemen die verplicht zijn aan de brandspuiten dienst te doen. De heer Winkelman merkt op, dat de aanneming van vrijwilligers voornamelijk dienen zou om daaruit het kader van onderofficieren voltallig te maken. De toestand der schutterij is op dezen oogenblik niet zooals die behoort te zijn. Er is gebrek aan alles. Men zou daarom wenschen tegemoet te komen aan de pogingen van den kommandant om het kader zooveel mogelijk aan te vullen. Op een vraag van den heer Ruysch, of die candïdaten zullen worden opgeleid tot onderofficier, antwoordt de heer Winkelman, dat hij niet op de hoogte is van de zaken der schutterij. De bevordering tot onderofficier en de beoordeeling der personen die daarvoor in aanmerking kunnen komen behoort tot de bevoegdheid van den kom mandant der schutterij, lij heeft alleen het voorstel willen toelichten. De heer Ruysch meent dat door aanneming van het voorstel een gevaarlijk antecedent gesteld zal worden, kostbaar voor de gemeente. De kleeding voor onderoffi cieren is ook veel kostbaarder dan die der schutters. De heer van Uije Pieterse gelooft dat er misverstand heerscht. Het is volstrekt niet zeker dat deze vrijwilli gers onderofficier zullen worden. Zij nemen dienst als gewoon schutter en blijken zij later geschiktheid te be zitten om tot onderofficier bevorderd te worden, dan kan de kommandant hen daartoe benoemen. Do heer Winkelman herinnert dat hij niet gezegd heeft dat zij dienstnemen als onderofficier, maar alleen, dat men hoopt, door de vrijwillige dienstneming van ge schikte mensclien als schutter te bevorderen, daaruit een goed kader van onderofficieren te kunnen vormenhet is alleen de vraag of die vrijwilligers als schutters al clan niet voor rekening der gemeente zullen gekleed worden. De heer van der Os vraagt of de wet op de schutterij niet bepaalt dat alleen de ouverraogenden voor rekening van de gemeente gekleed zullen worden. Begint men nu deze vrijwilligers te kleeden voor rekening der gemeente, dan vreest hij dat zulks aanhoudend raclamatiën van anderen tengevolge zal hebben. De voorzitter zegt dat hij wel wenschte dat alle schut ters voor rekening der gemeente konden gekleed worden. Hij vindt het hard dat zoo'n dienst op de ingezetenen wordt gelegd en zij dan nog bovendien kosten moeten maken om zich te kleeden. De heer de Gelder wenscht dat de vergadering het principe zal uitmaken of de vrijwilligers al of niet voor rekening der gemeente gekleed zpllen worden. Dit door den voorzitter in omvraag gebracht zijnde, staken de stemmen, zoodat cle beslissing wordt aange houden. Tegen stemden de heeren van der Hijden, Pot, de Groof, Laernoes, van der Os, Ruysch en Ockers. Voor kennisgeving wordt aangenomen dc mededeeling dat de heer P. Goeree als lid der commissie voor de leenbank is geïnstalleerd. Aan de orde zijnde de vaststelling van 't eerste supple toir kohier van den hoofdelijken omslag, wordt besloten dit kohier te bespreken met gesloten zitting, doch, op voorstel van den voorzitter, vooraf de overige punten te behandelen. In de plaats van het ontbrekende lid der commissie voor het middelbaar onderwijs wordt bij derde stemming benoemd de heer W. de Kruyff met 8 stemmenen in plaats van den heer Calten, vertrokken naar Amsterdam, bij tweede vrije stemming de heer A. Schraver met 8 stemmen. De heer Schraver zegt dat hij de aanneming van het lidmaatschap in beraad zal nemen. De voorzitter deelt mede, dat dezer dagen gebleken is dat. in dc goedgekeurde overeenkomst regelende de ver goeding voor clen afstand van de zijkanten der wegen een klein erreu'r is ontdekt, bedragende f 20, zoodat de teruggaaf, in plaats van f 479, f 499 zal bedragen. Hij vertrouwt dat de vergadering er niets tegen zal hebben dat dit worde hersteld. Zonder omvraag goedgekeurd. Wordt overgelegd cle rekening van de commissie over de teekenschool en de kamer van koophandel. Op voorstel van den voorzitter wordt met algemeene stemmen be sloten deze rekeningen te stellen in handen der commissie voor de financiën. De voorzitter brengt nog in deliberatie eene ampliatie op de verordening op cle begraafplaatsen. Tot toelichting herinnert hij, dat onlangs aan de israëlieten alhier een afzonderlijk gedeelte der begraafplaats is afgestaan. Het zal dus noodig zijn eenige regelen dienaangaande vast te stellen, in "t bijzonder het tarief betreffende. Het voorstel luidt om cle middelsom van den prijs der overige begraafplaatsen daarvoor aan te nemen. Na mededeeling dat eene verdeeling in klassen door het israëlietisch geloof verboden wordt en de gemeente verklaard heeft daarmede genoegen te nemen, wordt het voorstel van burgemeester en wethouders zonder omvraag goedgekeurd. Ingevolge machtiging, aan burgemeester en wethou ders gegeven, om met clen pachter der mestspeciën te onderhandelen over eene verhooging der pachtsom, wordt namens dat college medegedeeld dat eene verhooging van f 100 bedongen is, en cle pachtsom alzoo nu f 1500 zal bedragen. De heer Schraver verzoekt eenige inlichting te mogen ontvangen omtrent het feit, dat op de school voor meer uitgebreid lager onderwijs leerlingen zouden zijn opge nomen buiten den tijd, welke daarvoor bij besluit van den raad in December van het vorige jaar is vastgesteld. Dc heer Winkelman, als voorzitter der schoolcommissie hierop antwoordende, zegt dat hij van een der leden een briefje ontvangen heeft, waarin hem deze zaak werd medegedeeld. Hij heeft daarop de schoolcommissie bij-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 5