MIDDELBURGSCHE
COURANT
X* 181.
Donderdag
12 November.
1868.
Ömnfnlartö.
Editie van Woensdag avond 8 uren.
AANBESTEDING.
Op Vrijdag den 4 December 1868, des voormiddags
,u 10 ure, zal, onder nadere goedkeuring, door den com-
®'Ssaris des konings in de provincie Zeeland, of, bij zijno
aLvezigheid, door een der leden van de gedeputeerde
Maten, jn bijzijn van den hoofd-ingenieur in het 1 lJe dis
trict van den waterstaat, in liet locaal van het gewestelijk
"estuur te Middelburg worden aanbesteed:
Het onderhoud van het gebouw in gebruik
bij het Provinciaal Geregtshof te Middel
burg, en van het gebouw voor de Arron-
dissements-Regtbank te Zierikzee, gedu
rende de jaren 1869 en 1870, en zulks in
2 pereeelen.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij-
ymg, volgens 434 der algemeene voorschriften, voor
Jeder perceel afzonderlijk en voor de twee onderhouds-
Jaren in eens.
Het bestek ligt ter lezing in het lokaal van het minis
terie van justitie, in dat van het gewestelijk bestuur, en
verder op alle plaatsen alwaar gewoonlijk de bestekken
van waterstaats-werken in gemelde provincie ter lezing
gelegd worden.
Don zevenden en vierden dag vóór de besteding zal
aanwijzing in loco worden gedaan, en nadere informatiën
z'jn te bekomen aan het bureau van den hoofd-ingenieur
Van den waterstaat te Mid ielburg, en bij de arrondisse-
teents-ingenieurs te Veere en te Zierikzee.
Middelburg, den 10 November 1868.
Dc commissaris des konings in de
provincie Zeeland,
R. W. VAN LIJNDEN.
Middelburg 11 November.
Hoor de commissie in wier handen de stukken gesteld
zÜn, die met de door den gewezen minister Hasselman
aan den heer Huet verleenden vrijen overtocht in verband
Maan, is in de zitting der tweede kamer van gisteren
rapport uitgebracht. De conclusie strekt om de stukken
v°or kennisgeving te doen aannemen.
Van de begrooting voor Nederlandsch Indië voor 1869
18 heden het 2<i« hoofdstuk (uitgaven in Indië) aange
komen met 54 tegen 14 stemmen. Ook van het lste hoofd-
Muk (uitgaven in Nederland) is de behandeling afge
lopen; alleen het stemmen daarover is uitgesteld tot
"a de afdoening van de raming der middelen, teneinde
•ten sluitpost der bijdrage aan de Nederlandsche geldmid
delen met juistheid te kunnen bepalen.
Gisteren heeft eene inspectie over de dienstdoende
tehutterij alhier plaats gehad en zijn de onlangs be
noemde 2» luitenants G. A. Visscher, m'. E. Z. L. van der
'vernp, H. J. Dronkers j'\ en J. A. Zip als zoodanig
geïnstalleerd.
Uit Leiden schrijft men ons nog onder dagteekening
Van 8 dezer
„De rust is hier verder ongestoord geblevenVrijdag
€k Zaterdag avond hebben patrouilles huzaren, infante-
testen en schutters zich den geheelen avond in alle wijken
en straten van Leiden vertoond, terwijl nog buitendien
'•et stadhuis door de scherpschutters werd bewaakt. De
teeleg der onruststokers moest dus al zeer ernstig ge
feest zijn, wanneer deze maatregelen hen niet van verdere
Pogingen tot rustverstoring hadden afgeschrikten aan
den ernst van den toeleg, aan het bestaan van eenig
v°oraf beraamd plan, begint men hoe langer hoe meer te
^ijfelen. De namen van hen, bij wie de glazen Donderdag
avond zijn ingeslagen, wijzen duidelijk aan, dat men niets
akdors wilde dan baldadig zijn. Het waren bijna allen
rttstige burgers, waarvan enkelen zich door niets anders
*ja'i door de grootte hunner ruiten, de overigen zich in
kot geheel niet, boven anderen onderscheidden. Men
kïoge nu wel gehoord hebben, dat een enkele riep„Wij
billen niet het schoolgeld betalen voor de rijkeluiskin
deren", maar zoo die grief de baldadige menigte de
8teenen deed opnemen, dan liad zij hare wapenen wel
tegen anderen aangewend! Die grief namelijk is in den
laatsten tijd, dank zij de oppositie van enkele raadsleden
tegen de organisatie van het onderwijs, wellicht daardoor
weder eenigszins opgewarmd, omdat in de plaatselijke
belasting thans voor de eerste maal verscheidenen zijn
aangeslagen, die anders-niet tot de belastingschuldigen
behooren. In de laatste weken zijn er reeds velen met
bun aanslagbiljet naar het stadhuis gegaan, om hunne of
hare (het waren dikwijls de vrouwen die het woord
deden) verontwaardiging te kennen te geven, dat zij
moesten betalen, terwijl hunne kinderen geen brood
hadden
„Voeg hier nu nog bij, dat in den laatsten tijd werk
volk is afgedankt, dan geloof ik dat gij op de hoogte zijt
van al de elementen, die hier, op het voorbeeld van Rot
terdam, tot ongeregeldheden kunnen aanleiding gegeven
hebben. Ten slotte nog een enkel woord over de teeken-
school: men heeft Woensdag avond getracht om de
jongens van die school tot een oproertje op te zetten
daaraan is dien avond niet voldaan, en de jongens zijn
stil naar huis gegaan, nadat zij zoolang op school gehou
den waren, totdat het volk niet meer voor het gebouw
der school stond. Daarop is den volgenden dag die school
voorloopig gesloten, omdat men vreesde, dat soms het
uitgaan dier school, bij hetgeen den vorigen avond had
plaats gehad, aanleiding tot rustverstoring kon geven.
Maar dat die jongens Donderdag avond hebben mede
gedaan, gelijk de Nieuwe Rotterdamsche courant schrijft,
daarvan is mij niets bekend en betwijfel ik zeer."
Dc minister van financiën acht, blijkens zijn antwoord
op het verslag der kamer over zijne begrooting, het
oogenblik tot algemeene, herziening van het bestaand
belastingstelsel nog niet gekomen. Hij acht beter gedeel
telijke verbeteringen waar dit mogelijk is. Deherziening
der algemeene wet van 26 Augustus 1822 (Staatsbl. n». 38)
over de heffing der rechten van in-, uit- en doorvoer en
van de accijnsen, is door den minister op nieuw in over
weging genomen. Het ontwerpen van een nieuw samen
stel van bepalingen omtrent het onderwerp is echter een
omvangrijk en moeielijk werk, en daarom meent de minis
ter dat het doelmatiger is de werking der in te voeren
nieuwe voorschriften, alvorens die bij de wet worden
bekrachtigd, aan eeno proef te onderwerpen. Dit doel
kan worden bereikt door het verleenen eener tijdelijke
machtiging tot het toelaten van afwijkingen in het belang
van den handel bij algemeenen maatregel van inwendig
bestuur.
In den loop van dit zittingjaar hoopt de minister nog
in te dienen een wetsontwerp tot regeling van het beheer
en de verantwoording der geldmiddelen van den staat,
waarbij tevens geregeld is de geldelijke verantwoorde
lijkheid des ministers.
Omtrent eene in te voeren internationale munteenheid
wordt als de zienswijze der regeering te kennen gege
ven: ingenomenheid met het denkbeeld, doch erkenning
van het gewicht der bezwaren die tegen de verwezenlij
king bestaan.
Bij don tegenwoordigen toestand onzer geldmiddelen
vindt de minister vooralsnog overwegend bezwaar in de
afschaffing der loterij.
Nog in het tegenwoordig zittingjaar hoopt de minister
een wetsontwerp tot herziening van onderscheidene be
palingen der bestaande postwet bij de kamer te kunnen
indienen. Daarbij zal de toepassing van differentieel port
voor de ongefrankeerde brieven worden voorgedragen.
Ter verdediging der opheffing van de beide departe
menten van eeredienst, wordt in het rogeeringsantwoord
aangevoerd, dat dc regeering, dc vrijheid der kerk in
den staat beoogende, geene instelling mocht laten voort
duren, die er van den beginne niet op was aangelegd
om die vrijheid te bevorderen. Dat de tegenstanders
van die vrijheid de opheffing van deze staatsinstelling
zouden afkeuren, heeft de regeering moeten verwachten,
maar dit mocht haar niet terughouden van hetgeen zij
tot openbaring van hare beginselen en tot toepassing
daarvan noodig keurde.
Het voorloopig behoud der bijzondere afdeelingen is
een overgangsmaatregel, bestemd om eenlateren toestand
voor te bereiden, welke de vereeniging en oplossing
dezer twee bijzondere afdeelingen in eene gewone af-
deeling van een der departementen van algemeen bestuur
mogelijk zal maken.
De regeering bestrijdt op nieuw het denkbeeld van
jaarlijksche uitkeering eener vaste som aan de kerkge
nootschappen.
De regeering is volstrekt niet voornemens aan predi
kanten, die door het kerkelijk gezag van hun leeraars
ambt zouden zijn ontzet, desniettegenstaande het aan die
betrekking verbonden landstraktement te blijven uitbe
talen. Het zou eene grove staatkundige ketterij zijn het
staatsgezag te doen dienen tot bevordering van verzet
tegen de wettig kerkelijke autoriteiten.
Het is de ernstige wensch der regeering de banden
loste maken welke alsnog de vrijheid van hetlsraëlietisch
kerkgenootschap belemmeren. Blijkt de onmogelijkheid
van het tot stand komen der sedert lang besproken orga
nisatie, dan zal den koning worden voorgesteld de souve-
reine besluiten van 26 Februari 1814 en 12 Juni 1814,
waardoor de tegenwoordige onderlinge betrekking van
den staat en het Israëlietisch kerkgenootschap geregeld
is, in te trekken en de nieuwe organisatie aan het kerk
genootschap zelf over te laten.
Benoemingen en besluiten.
ridderorden. Vergunning verleend aan den heer
J. G. E. Schiissler, geheim hofraad en secretaris van
H. M. de koningin van Zweden en Noorwegen, tijdelijk
woonachtig te Stockholm, tot het aannemen en dragen
van het kommandeurskruis der orde van Wasa en van
het ridderkruis der orde van Dannebrog, hem geschon
ken door hunne majesteiten den koning van Zweden en
Noorwegen en den koning van Denemarken.
koninklijke bibliothebk. Op verzoek eerval ontslag
verleend aan den heer J. W. Holtrop, als bibliothecaris
der Koninklijke bibliotheek, met dankbetuiging voor de
door hem bewezen goede diensten, en tot bibliothecaris-
der Koninklijke bibliotheek benoemd de heer M. T. A. G
Campbell, tegenwoordig onder-bibliothecaris.
MINISTERIEELS DEPARTEMENTEN. Op Vei'ZOek eervol
ontslagen jhr. E. W. J. Six tot Oterleek, als referendaris
bij het departement van binnenlandsche zaken, en tevens
eervol ontheven van het hem bij besluit van 7 Februari
1866 opgedragen toezicht op de inrichting en den gang
van het werk ter algemeene landsdrukkerij, een en ander
tengevolge zijner benoeming tot lid der algemeene re
kenkamer.
leger. Benoemd bij het wapen der infanterie: bij het
2c regiment, tot kapitein 3? klasse (naar ouderdom van
rang) de R luitenant F. G. Otterbein, van het reg. gre
nadiers en jagers; bij het 7e regiment, tot majoor de
kapitein R klasse W. Roloff, van den generalen staf.
In hunnen rang overgeplaatst: bij den generalen staf,
de kapitein J. C. O. den Beer Poortugaal, van den staf
der infanterie, werkzaam bij het departement van oorlog
bij den staf van het wapen der infanterie, de R luitenant
S. A. Lutz, van het regiment grenadiers en jagers.
Kerknieuws
De grooto kerkeraad der Evangelisch luthersche ge
meente te 'sGravenhage heeft, ter voorziening in de
bestaande en door 't bedanken van den heer F.H.Michelsen,
predikant te Middelburg, voortdurende vacature, in zijne
vergadering van 9 November uit een zestal den heer Mi-
chelsen andermaal beroepen.
Het kiescollege der Nederduitsclie hervormde ge
meente te 's Hertogenbosch heeft het volgend zestal
predikanten opgemaakt, ter vervulling in de bestaande
vacature: de hceren J. van Loenen LCz., te Hardegarijp
A. J- Kan, te Nieuw- en St. Joosland F. L. Rutgers, te
Brummen; W. Vliegenthart, te Vreeland; H. A. Gillot, te
Assendelft; F. W. Smits Pz., te Hellevoetsluis. Den 19
November a. s. zal hieruit het beroep worden gedaan.
De heer A. van Griethuisen, predikant bij de her
vormde gemeente te Yerseke, heeft het beroep naar
Oud-Alblas aangenomen.