CHtitenlcmö.
vacature van predikant: de heeren van Loenen, te Har-
degarijp; van Hille, te RossumRutgers, teBrummen;
Smits, te Hellevoetsluis; Boer, te Onwerkerk a/d IJssel;
Yliegenthart, te Vreeland; Gillot, te Assendelft; Maas.
te Zaandijk; Rademaker, te Sneek; van Stipriaan Luis-
cius, te Scherpenzeel; Bleeker, te Fijnaard, en Kan, te
Nieuw- en St. Joosland.
Gemengde berichten.
Men schrijft uit Leeuwarden omtrent de reeds met een
enkel woord gemelde ontvluchting, het volgende:
„In den afgeloopen (Zaterdag) nacht heeft alweder
eene ontvluchting uit hqt tuchthuis alhier plaats gehad,
door vijf zware gevangenen, die in een onderaardsch
cachot 'waren opgesloten. Behalve de beruchte Wilhelm
Spelleken en Gerardus Hendrikus Schafstal, die dezen
zomer waren ontvlucht en ook laatstelijk weder aan de
poging daartoe hadden deelgenomen, zijn het Huibert
van den Assem,oud 50 jaren; Jan Seip, oud 41 jaren en
Frederik Klokkers, oud 27 jaren. Een zesde gevangene,
die mede in het komplot was, is achter gebleven, daar
hij niet verder schijnt te hebben kunnen komen. Door
een loopgraaf, waaraan zij verscheidene nachten moeten
hebben gearbeid, zijn zij op de zoogenaamde oude Blok
huisplaats gekomen, van waar zij zich langs een trap
naar het magazijn hebben begeven. Daar hebben zij zich
van burgerkleeding voorzien. Na op het dak van het
aangrenzende gebouw te zijn geklommen, hebben zij zich
op de eene of andere wijze naar beneden laten zakken.
Toen waren zij bij een der buitenmuren der gevangenis
en hadden zij nog slechts den in de gracht liggenden
boom over te stappen, om in volle vrijheid te zijn. Zij
slaagden maar al te wel, in weerwil van een paar daar
heen en weder loopende schildwachten. Het stormweder
heeft van zelf de vlucht niet weinig in de hand gewerkt."
- Dezer dagen is te Amsterdam door een twintigtal
ingezetenen van onderscheiden maatschappelijke positie
en kerkelijke richting een circulaire verspreid, hou
dende kennisgeving der oprichting van een bureau van
informatie naar behoeftigen, ten doel hebbende om
vooral de particuliere weldadigheid binnen Amsterdam
voor te lichten bij de vraag naar de werkelijke of voor
gewende armoede van onderstandvragenden of bedcl-
briefschrijvenden. Alle diaconiën hebben hare mede
werking toegezegd Het abonnement, recht gevende op
het vragen van inlichting nopens bepaalde personen, is
voor hetwintersaizoen van 1 November tot uit". April e. k.
bepaald op ten minste f 2. Tot ontvangst van die aan
vragen zal eene bus aan het lokaal geplaatst zijn. Zij
moeten ten minste bevatten den naam, de opgegeven
woonplaats en zoo mogelijk het kerkgenootschap van
den persoon, omtrent wien informatie verlangd wordt.
Het bestuur zal bij het inwinnen daarvan, voor zoo verre
noodig, gebruik maken van personen, met zorg gekozen
en behoorlijk gesalarieerd.
De laatste telegrammen omtrent den toestand van
den Belgischen kroonprins luiden weder iets gunstiger.
De plotselinge tijdelijke verergering was het gevolg van
een rijtoertje in het park te Laeken. Gedurende den
daarop volgenden nacht zijn de zeven geneesheeren voort
durend aan het ziekbed gebleven. Eerst later op den dag
werd er weder eene tijdelijke beterschap waargenomen,
welke schijnt voort te duren.
Eergisteren heeft te Madrid eene manifestatie
plaats gehad ten gunste der afschaffing van de doodstraf,
waarbij het schavot op do executie-plaats door de
menigte is verbrand.
EenParijsch dagblad meldt dat de kroonprinses van
Pruisen na hare terugkomst uit Londen nog eenige
dagen te Compiègne zal vertoeven, alwaar ter lntrer eer
verschillende feestelijkheden zullen plaats hebben.
„Den 28 Februari 11., zoo meldt de Arnli. cou
rant - kommandeerde de 1« luitenant van het 2« regiment
huzaren, de heer Thirion, eene kolonne onbereden officie
ren van het garnizoen te 's Hertogenbosch, op den weg
tusschen die vesting en de gemeente Vught en had de
onvoorzichtigheid, rijdende over het voetpad naast den
straatweg gelegen, den aannemer Lathouwers, die over
dat voetpad zijn weg volgde, tegen het. lijf te rijden, welke
hierover in drift gerakende, den naam van den luitenant
verlangde te weten, tegelijkertijd de teugels van het
paard vast nemende. In plaats van hieraan te voldoen,
dreigde de luitenant hem onder grove uitdrukkingen
met zijne karwats te zullen slaan en bracht op het niet
loslaten der tengels ook werkelijk daarmede eenige
slagen toe waarna, zoo men zegt, genoemde Lathouwers
hem terugsloeg. Van een en ander werden processen-
verbaal opgemaakt.
„Beide personen stonden den 16 April daarna voor de
rechtbank te 's Bosch, wegens de werzijdscho mishande
deling, terecht. De verdediger van den heer Thirion,
mt Schlesinger, concludeerde na de instructie dezer
zaak dat de rechtbank zich zou onbevoegd verklaren
om van de zaak kennis te nemen, waarop de rechtbank
op grond van art. 14 van het crimineel wetboek voor het
krijgsvolk hier te lande, zich onbevoegd verklaarde om
van de aanklacht tegen den luitenant kennis te nemen.
Het openbaar ministerie kwam van dat vonnis in hooger
beroep en het hof van Noord-Braband bevestigde het
vonnis van den eersten rechter.
„Daarna diende deze zaak voor den krijgsraad alleen
en werd de heer Thirion, op grond dat hij tijdens
het gepleegde was in de uitoefening van
zijne functie, vrijgesproken. Van deze uitspraak
werd hooger beroep ingesteld voor het hoog militair
gerechtshof, welk rechterlijk college het vonnis van
den krijgsraad vernietigde, den luitenant schuldig
verklaarde aan moedwillige mishandelinggepleegd
onder verzachtende omstandigheden en hem te dier zake
veroordeeld tot 8 dagen kamer-arrest, ter vervanging
eener geldboete, benevens in de kosten van het proces
in beide instantiën. Deze sententie werdjl. Zaterdag door
den krijgsraad alhier met open deuren uitgesproken."
Tot welke straf de aannemer Lathouwers werd veroor
deeld, zegt de Arnh. courant niet. Het zou anders wel
merkwaardig zijn om de tegen dien beklaagde uitgespro
ken straf te kunnen vergelijken met de veroordeeling
„tot 8 dagen kamer-arrest" van den officier.
Burgerlijke stand.
Middelburg. Eerste, huwelijks-afkondiging van den
25 dezer: J. Louwerse, jm. 41 j. met C. Walrave, jd. 24 j.
F. C. J. Freeze, jm. 25 j. met T. W. M. Beurskens, jd. 31 j.
G. Brandt, jm. 30 j. met C. W. Huijsse, jd. 29 j. C. van
den Berge, weduwn. 36 j. met C. B. van Loo, jd. 32 j.
K.Theune, jm.25j.met M.Huibregtse, jd. 27 j. W.P. Toe-
burg, jm. 28 j. met P. Labruijère, jd. 27 j. P. Bolleman,
jm. 31 j. met J. Willeboordse, jd. 25 j. J. Kam bier, jm.
32 j. met C. Lampert, jd. 25 j. A. Harinek, jm. 25 j. met
N. de Nooijer, jd. 22 j. J. de Bliek, weduwn. 42 j. met
L. L. van de Gruijter, wed'. 50 j. A. Nieuwenhuizen, jm.
25 j. met H. G. J. van den Brink, jd. 22 j.
(Van 17 tot 24 October.)
Vlissingen. Gehuwd: H. P. van Leersum, jm. 32 j.
met A. A. A. W. U. van Taerenhout, jd. 28 j.
Bevallen: C. I. Dehenauw, geb. Beijé, d. A. C. van Olm,
geb. Stelles, z. E. Kloeg, geb. van Duure, z. en d. (tweel.)
J. G. E. Stocker, geb. Klijberg, z. J. Polak, geb. de
Haas, d. A. Halffman, geb. Hoelandt, d. K. P. Warman,
geb. Amrhein, d.
Overleden: M. E. Kersteman, d. 8 j. P. F. de Meijer,
man van A. Luppens, 46 j. J. S. Geybelswed', van
P. Meijers, 76 j.
Goes. Bevallen: C. M. A. den Boer, geb. van Rooij, d.
K. L. van Lindonk, geb. Krabbe, d.
OverledenN. M. Nathan, z. 0 w. D. van der Weele,
weduwn. van P. Steketee, 66 j. K. O. van Liere, d. bijna
4 w. A. de Haas, vrouw van P. Boer, 69 j.
Zierikzee. Gehuwd: P. Sies,weduwn.45 j.met D. Wa
ling, jd. 47 j.
BevallenJ. A. Bax, geb. Bakker, d. J. H. Leeuwe,
geb. de Wit, d. W. C. Wansink, geb. Koevoets, z.
Overleden: S. J. van Driel, jd. 48 j. M. Adriaanse, z.
10 w. P. ,T. van Steyn, man van N. Stuik, 23 j. P. Find-
som, z. 2 m.
Verkooplns<en en a;»ii!>o ><e«lïvigftHi
Gisteren werd te 's Hage aan het ministerie van marine
aanbesteed: het stellen en maken van een ijzeren licht-
opstand met koperen lantaarn, benevens het maken der
daarvoor noodige fundeering aan de val bij Zierikzee.
Daarvoor hebben ingeschreven: Narden Lukerhoff, te
Zierikzee, voor 1990Schretlen O., te Leiden, voor
1808; Collignon, te Amsterdam, voor 1385; Vigé, te
Haarlem, voor f 1848; L. J. Enthoven O., te 's Hage,
voor 1583; H. Anker, te Zierikzee, voor 1559; Nolct
en Driessen, te Schiedam, voor 1840; de Maatschappij
tot vervaardiging van ijzeren schepen en stoomwerk
tuigen „de IJssel" te Kampen, voor/1372; Broekman
te Amsterdam, voor /1720. De minste inschrijving
was dus die van do laatstgenoemde maatschappij „de
IJssel."
TlierinomcfersfaniL
26 Oef. 's av. 11 u.51 gr.
27 's:morg.7 u.50gr.'s midd. 1 u. 52gr.'sav. 1111 46 gr.
28 's morg.7u.45 's midd. 1 u.52 gr.
Al gemeen ovcrzichi.
Gelijk reeds bleek uit den in ons vorig nominer voor
komenden brief uit Brussel, maakt hot proces tegen den
heer Doulton bij onze Belgische naburen zeer veel
sensatie.
De zoo zeer gewraakte uitdrukkingen van den substi
tuut van den procureur des konings komen ons echter,
indien voor de door hem aangevoerde feiten grond is,
wat later zal moeten blijken, alleszins gerechtvaardigd
voor. Aan de rede, waarmede hij zijn requisitoir, strek
kende tot veroordeeling wegens oplichting, toelichtte,
ontleenen wij het volgende:
„Men moet de houding van sommige dagbladen ten
aanzien van deze zaak zeer betreuren. Is het waar, gelijk
een talentvol lid der magistratuur eenmaal zeide, dat de
vrijheid van drukpers de bekrooning is van alle andere
vrijheden, dan moeten ook hare organen de naijverige
wachters zijn der publieke moraliteit. De plicht eener
vrije pers is om de schandaden van allen, die met het
bestuur van algemeene belangen belast zijn en deze door
onverstand of oneerlijkheid krenken, onmeedoogeloos te
brandmerken. Terwijl sommige dagbladen het stilzwij
gen bewaarden, schreven anderen een artikel, waarin zij
verzekerden hetgeen valsch is datgeene Belgische
kapitalen in deze onderneming waren gebezigd. Ik ben
verontwaardigd geweest toen ik ontdekte dat do eige
naar van dat blad twintig duizend franken had ontvangen
om de zaak te ondersteunen. Dit zelfde artikel bevatte
overigens nog eene beleediging voor de magistratuur,
welke beschuldigd word twee maten en twee gewichten
te gebruiken. Dat is eene infamie, waartegen ik met
volle overtuiging protesteer. Neen, de Belgische justitie
heeft slechts éene maat en éen gewicht." Do spreker
ontwikkelde vervolgens de feiten en herinnerde hoe ver
schillende contracten zijn gemaakt tusschen Doulton,
Swann, de stad Brussel en de Engelsche compag®1
betoogende voorts dat het contract, waarbij Doulton ztc
een wijnpenning van twee en een half millioen franke
toekende, frauduleus was, en bedriegelijkc middelen zij
gebezigd.
„Ik meende steeds zoo vervolgde de ambtenaar v®
het openbaar ministerie dat de taak der drukpers be
stond in het voorlichten der publieke opinie en ikmeen®
tevens dat men voor die edele en roemrijke taak niet i®
het bijzonder betaald moest worden. Is die meening
onjuist, zegt mij dan, mannen van de drukpers, wat er
overblijft van uw priesterschap en van uw apostelschap'
waarop gij zoo fier zijt? Wij allen zijn voorstanders d®r
vrijheid van drukpers, wij willen haar uitgebreid, ernstig;
volledig; doch indien de drukpers de vrijheid, welke zj]
geniet, wil verdienen evenals de voorrechten welke z'J
bezit, dan is hare eerste plicht om zich deze waardig te
betoonen. Wil zij gerespecteerd zijn, dan moet zij be
ginnen met zich zelf te respecteeren."
L'Etoile Beige bevat echter in haar nommer van gisteren
een uitvoerig artikel ter beantwoording van het openbaai
ministerie. Daarbij wordt gezegd dat de zonder eenig
bewijs beweerde omstandigheid nopens het geven van
twintig duizend franken aan 1'Etoile onwaar is, da'
indien die bewering juist ware, de resultaten van die
betaling, om de zaak der Engelsche compagnie te verde
digen, in artikelen zou moeten te vinden zijn, hetgeen
niet is aangetoond en ook niet waar is. In het artikel
waarop het openbaar ministerie doelt, wordt niet gespre
ken van de Engelsche compagnie en den beklaagde
Doulton, maar van de heeren Smith en Heritage, die
gearresteerd waren, onmiddellijk daarop weder werden
losgelaten, en ook blijken onschuldig te zijn. Het artike'
had alleen de strekking om de individueele vrijheid te
verdedigen en niet om do belangen van Doulton of qe
Engelsche compagnie voor te staan. Over deze verdedi
ging der individueele vrijheid is het openbaar ministerie
boos geworden, volgens 1'Etoile, welke aldus voortga®'-
„In de meening van eenige jonge lieden, die verblind
werden door de eer van tot de magistratuur te zijn toege
laten, zijn zij evenals hunne hoogcre en lagere ambtge-
genooten onschendbaar, zoo zelfs dat, waar men de dade®
der kroon,door de onderteekening van ministers gedékt
kan beoordeelen, men niet slechts de magistratuur en har"
uitspraken zou moeten eerbiedigen, maar ook voor al harf
handelingen, welke die ook zijn, zonder critiek te moge"
uitoefen, het hoofd moet buigen. Dc fout, de eenige fo®'
van 1'Etoile is van niet op deze wijze de roeping de'
rechterlijke macht begrepen te hebben. Wij hebben ee"
meer verheven denkbeeld van de rechten en plichten de'
magistratuur dan de heer substituut Laurent. Naar onz®
meening heeft de derde macht in den Staat zich nietslecb"
bezig te houden met do inbreuken op do burgerlijke e®
strafwetten te vervolgen, maar heeft zij ook ten plich'
om de politieke rechten van alle burgers ie doen eer
biedigen, en dit is dc grootste eer welke een openba®'
persoon kan beoogendeze eer zou echter gevaarlijk
worden, indien de magistratuur op eenigerlei wijze de
beoordeeling harer eigene handelingen kan verhinderen-
Hoe eerbiedwaardig en verheven de positie der rechter;
lijke macht in de sociale hiërarchie ook zijn moge, zjl
moet vrij en in het openbaar worden gecontroleerd-
Ware dit niet het geval, dan zou hare macht absolu"'
en overheerschend worden. Onze waarachtige eerbied
voor de magistratuur verbiedt ons te gelooven dat d't
haar doel zou wezen."
L'Indépendance Beige had zich omtrent deze zaak
nog niet uitgelaten, maar verklaard dat zij de uitspraak
der rechtbank zou afwachten, alvorens „den jeugdige®
substituut Laurent in zijne stoute beweringen te beant
woorden." Zij bepaalde zich voorloopig slechts tot de ver
klaring dat, wat 1'Indépendance aangaat, „elke bewerin?
van het openbaar ministerie eene grove onwaarheid '9
geweest."
In haar nommer van heden bevat zij echter een uit
voerig artikel, aanvangende met de verklaring dat d®
aanvallen van eenige dagbladen haar nopen om reeds n®
te spreken. L'Indépendance noemt het requisitoir va®
het openbaar ministerie „een mengsel van gemeen plaatse®
en valschc beweringen, met eene kinderlijke verraderlijk
heid gecombineerd." Zij beweert verder dat de directe®'
van haar blad geen der oprichters van de Engelsche
compagnie kende, nooit iets geweten heeft, noch van de
samenstelling dier maatschappij, noch van hare fina®'
cieele combinatiën, en dat 1'Independance nooit cc®
enkelen regel ten voordeele dier maatschappij heeft op
genomen. Dit heeft de directeur der Independance ook
voor de rechtbank verklaard en toch heeft het openba®'
ministerie, die alleen liet woord voerde daar de zaa®
bij verstek werd behandeld en dus geen advocaat ko®
optreden, durven beweren dat „de som aan onzen dir®c'
teur toegekend ter belooning van persoonlijke dienste®'
vele jaren voor de oprichting der maatschappij, slecht
de prijs was voor do ondersteuning van ons blad en u®
dit betaald werd om pressie uit te oefenen op de publiek
opinie." De heer Laurent moest dit dan toch bewijze"'
betoogt 1'lndépendanco verder. De door hem gesprok®"
woorden kan zij in het algemeen geheel en al onde'
schrijven, maar zij waren in deze zaak volstrekt
toepasselijk. Ook 1'Indépendance komt voorts tot h®
zelfde thema als 1'Etoile „Er was een tijd - zoo gaat Z'J
voort waarin de groote menigte beefde voor ®e
geestelijke, dien zij van de menschhoid afscheidde
hem in zekeren zin te verwarren met God. Wat de g0®
telijkeook durfde doen of zeggen, hij ging door V®
onfeilbaar en zondeloos. Die tijd is thans lang voort".)-
Men heeft eindelijk begrepen dat de geestelijke v'0
strekt niet van verhevener natuur is dan andere mel