middelburgsche COURANT N°' 172. Dinsdag 27 October. 1868. Editie van Maandag avond 8 uren. •Sa in eenige algemeene beschouwingen te zijn getre- aangaande de groote strategische waarde der vesting i lJ'legen, en omtrent den aard der verbeteringen die zij oioeten ondergaan, ten einde aan hare bestemming te uknen beantwoorden, komt de minister tot de conclusie al moge de taktische waarde der versterkingen met gewicht der stelling niet genoegzaam overeenstem- ''n! hij toch aan deze stelling zooveel gewicht toekent S zelfs in het geval dat de toestand der werken daar- k minder verdedigend vermogen gaf dan thans het tn Va' 's' hi.i zich nog geenszins verantwoord zou achten te voldoen aan het verzoek van den heer Stieltjes v darmede alle voordeden prijs te geven, die het bezit k dit bruggenhoofd waarborgt. Middelburg 36 October. ■O® gemeenteraad, alhier zal op Woensdag a., des voor- ®'ddags te elf uren, cene openbare zitting houden, ter ehandeling der volgende zaken: ingekomen missives; Seweentebegrooting en daartoe behoorende stukken aan wijzing van een terrein tot bergplaatsen van petroleum. Uit het verslag der afdeelingen van de tweede kamer omtrent hoofdst. I der staatsbegrooting blijkt, dat in twee r afdeelingen door eenige leden de formatie van het 'U'inet is afgekeurd, doch daarentegen door anderen JW'dedigd, terwijl tegenover de grieven tegen dit minis- er'e door sommigen opgesomd, een aantal leden hunne sywpathie uitspraken. Insgelijks werd verschil van mee- ®"ig ontwikkeld aangaande de financieele quaestie en inrichting der bcgrooting, vooral met betrekking tot "e daarop gebrachte koloniale baten. De ongunstige be schouwingen of verwachtingen van sommigen werden «oor veie ]etien zcor overdreven geoordeeld, daar aan benemende uitzetting der uitgaven een einde gemaakt W'd'd en eenig overschot verkregen is. Vele leden had- Oen nog meer bezuiniging op de uitgaven voor het ^partement van oorlog gewon scht. Uit het voormalig vierde district dezer provincie •heldt men ons «Mijn jongste schrijven en uwe daarbij gemaakte op merking heeft reeds in zóóverre vrucht opgeleverd dat ln het kanton Oostburg een adres circuleert aan de Uovinciale staten, waarin verzocht wordt, dat zij mogen fluiten tot het aankoopon van geschikte vaartuigen, °Pdat de overtocht van Vlissingen naar Breskens vice v°rsa veilig zon kunnen geschieden en daardoor de ^gelijkheid geboren worden tot een geregeld brieven vervoer, en aan het reizend publiek de gelegenheid Z°U kunnen worden verschaft naar den anderen oever "V(-'r te steken op de uren dat er geene stoomboot vaart. «Bedoeld adres is reeds van verscheidene handteeke- nil!gen van belanghebbbendc ingezetenen voorzien, en ■hen verwacht dat uit het kanton Sluis een adres van ^haesie daaraan zal worden ingezonden. «Een verzoekschrift aan de regeering tot wijziging het hrievenvoer herwaarts zal na de beslissing van e provinciale staten volgen, als daarmede in nauw ver bod staande." Ue minister van oorlog heeft aan de tweede kamer de ver adr ea van .''zochtê inlichtingen doen toekomen op het er> heer T. J. Stieltjes te Delft, houdende in substantie 4®t verzoek om mede te werken tot spoedige slooping vestingwerken van Nijmegen op den zuidelijken 'Ciloevcr (fort Kraijenhoff uitgezonderd) en tot het in hoorlijken staat brengen der verdedigingswerken op ttl noordelijken rivieroever. 0'; de toestand der vestingwerken behoeft, volgens Minister, in geenendeele er toe te leiden om Nijmegen k Vesting op te heffen, hetgeen door hem in bijzonder- n wordt aangetoond. De minister meent dat het Ij '^e vvat noodig zal zijn om de stelling aan hare gewich- e bestemming te kunnen doen beantwoorden, is een aardewerk in den Ooi-polder, een dergelijk minder be langrijk werk voorwaarts van de Sterreschans en het aanbrengen van eene geringe uitbreiding aan gemeld fort. Hierdoor zal de stelling Nijmegen met betrekkelijk geringe kosten eene hoogst belangrijke verbetering kunnen ondergaan. Uit het publiek gemaakt verslag van het afdeelings- onderzoek dergemeentebegrooting van Amsterdam blijkt, dat niet minder dan 31 voorstellen daaromtrent zijn in gediend, verschillende posten betreffende, meestal van financieelen aard. Een voorstel tot verhooging der trak tementen van hoogleeraar van 't athenaeum illustre, niet behoorende tot de geneeskundige school, trekt de alge meene aandacht. De heeren P. N. Muller, Jitta en van Kempen stellen namelijk voor het traktement te brengen op f4000. Het deswege op de begrooting hooger te ramen bedrag van f 15,600, zou intusschen geheel of althans grootendeels worden gedekt, indien men bepaalde dat ieder student jaarlijks voor de bijwoning van een of meer der collegies dezer hoogleeraren een som van f 200 ten behoeve der gemeentekas zou betalen. De helft der col- legiegclden ten behoeve der hoogleeraren zou dus worden afgeschaft, hetgeen èn voor de waardigheid èn voor het belang dier wetenschappelijke mannen zeer is toegejuicht. Die traktementen toch zijn zeer ongelijkmatig en onbillijk geregeld, vermits sommige hoogleeraren f 2000, andere slechts f 1600 uit de gemeentekas genieten en dat terwijl de hoogleeraren in de geneeskunde minstens f 3200, hoogstens f 4500 ontvangen, behalve nog een aandeel in de collegegelden. Het schijnt dus, dat een geneeskundige meer waard is dan een jurist of een letterkundige. De hoogleeraar Boot, die vele collegegelden ontvangt, zou de eenige zijn, die door deze regeling schade lijdt. De voorstellers stellen op dien grond voor, hem van eenige werkzaam heden te ontlasten en het college in de Grieksche taal op te dragen aan den heer N. J. B. Kappcyne van de Coppello, rector van het stedelijk gymnasium. Deze heer zou bij laatstgemeld ambt dat college gratis waarnemen, maar tot den rang van buitengewoon hoogleeraar worden verheven. In deze zou, naar het oordeel der voorstellers, zonder nieuwe schade voor de gemeente-financiën, eene onevenredige en onbillijke regeling worden opgeheven, en het hooger onderwijs worden bevorderd door de aanwinst van de uitnemende talenten van den heer Kappeyne. Benoemingen en besluiten. ridderorden. Benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen leeuw do heeren: G. L. A. F. von Guaita, consul-generaal te Frankfurt a/M.jhr. J. W. Ploos van Amstel, consul-generaal te Melbourne; en F. D. Leiden, consul te Keulen. eereteekenen. Verleend als blijk van koninklijke goedkeuring en tevredenheid de zilveren medaille en een loffelijk getuigschrift aan den kapitein der Noordsche brik Ariadne, Bergenius Johannissen, wegens de redding der in levensgevaar verkeerende equipage van het Neder- landsche schoonerschip de Tijd, op 23 Augustus jl., nabij Texel, en de aan die equipage verstrekte ver pleging. gezantschappen. Op verzoek eervol ontslag uit 's lands dienst verleend aan m'. F. J. W. baron van Pallandt, secretaris van legatie, laatst werkzaam bij het gezant schap te Brussel, met vergunning tot het voeren van den titel van raad van legatie honorair. Benoemd tot minister-resident bij deVereenigde staten van Amerika de heer J. A. Mazel, minister-resident, thans tijdelijk belast met de waarneming der zaken van hot gezantschap te Washingtonen tot raad van legatie bij het gezantschap te Parijs mr. B. O. T. H. Westenberg, thans raad van legatie buiten werkelijken dienst. Overgeplaatst de volgende secretarissen van legatie: jhr. m'. A. P. C. van Karnebeek, van het gezantschap te Parijs bij dat te Berlijn, met toekenning van den titel van raad van legatie honorairmt F. W. C. P. graaf van Bylandt, van het gezantschap te Berlijn naar dat te Weenen en mr. W. F. H. von Weckherlin, van het ge zantschap te Weenen naar het departement van buiten- landsche zaken. posterijen. Op verzoek eervol ontslagen de heer J. J. Schultens Dozij als inspecteur der posterijen te Arnhem, behoudens aanspraak op pensioen en onder dankbetuiging voor zijne den lande bewezene diensten. Benoemd tot inspecteur der posterijen in de provinciën Gelderland en Limburg, ter standplaats Arnhem, de heer H. N. G. Neujean, vroeger benoemd tot directeur der spoorwegkantoren, welk besluit is ingetrokken; tot directeur der spoorwegkantoren AmsterdamEmmerik en ArnhemBentheim de heer Mispelblom Beijer, thans directeur van het postkantoor te Helder. consulaten. Met intrekking van het koninklijk besluit van 5 Februari jl. benoemd tot Nederlandsch consul- generaal te Parijs de heer Martin Coster. pensioenen. Pensioen ten laste van den staat verleend aan J. Capetein of J. Kaptijn Jzngewezen opzichter van den waterstaat 2e klasse, ten bedrage van/1471 'sjaars; G. Hendriks, gewezen oud-conducteur-opzichter van den waterstaat, ten bedrage van /SOf) 'sjaars, en dr. G. J. Mulder, eervol ontslagen hoogleeraar in de wis- en natuurkundige faculteit aan de hoogeschool te Utrecht, ten bedrage van /T768 'sjaars. Kerknieuws. De heer G. C. Boomer, predikant bij de Nederdnitsch hervormde gemeente te Ritthem, heeft een beroep ont vangen naar de gemeente Puttershoek. Onderwijs Men verneemt, dat de hoogleeraar Brill, op verzoek van eenige hoofdonderwijzeressen te Utrecht zich heeft bereid verklaard te haren behoeve eene college in de Nederland- sche taal en letterkunde te openen, waarbij ook enkele hulponderwijzeressen zullen worden toegelaten. Jl. Vrijdag aanvaardde de nieuw benoemde hoog leeraar in de rechten mt H.P. G. Quack aan de Utrechtsche hoogeschool zijn hoogleeraarsambt met het houden eener redevoering in het groot auditorium. Hij trad daarbij in eene historische beschouwing over den staat en de maatschappij, en besprak tevens beider verschillende kenmerken. Rechtzaken. Jl. Woensdag is door de arrondissements-rechtbank te Groningen een apotheker veroordeeld tot betaling van vijf geldboeten, ieder van tien gulden, en twee ieder van drie gulden, ter zake van1». het wel voorhanden, doch niet bewaard hebben, in eenegeslotene kast, zonder eenig leesbaar opschrift en zonder eenig kenmerk, van geneesmiddelen, voorkomende op do lijst B ais vergif, volgens de wet van den 1 Juni 1865; 2°. het niet bewaard hebben als voren van eene flesch met een geneesmiddel dat voorkomt op de lijst A als vergif; en 3°. het niet aanwezig hebben van geneesmiddelen, voorkomende in de Nederlandsche pharmacopoea, in zijn apotheek. Gemengde berichten. H. M. de koningin der Nederlanden is jl. Vrijdag van Londen naar Torquay vertrokken. Zaterdag jl. heeft men een begin gemaakt met de betonstorting in den sluisput der groote zeesluis te Vlissingen. -De handelwijze van den gewezen minister|Ilasselman, met betrekking tot den aan den heer Huët en zijn huis gezin verleenden vrijen overtocht, vooral Ilasselman's dolzinnig rapport aan den koning, is in de laatste dagen in onderscheidene dagbladen, naar verdienste, aan de kaak gesteldheden wordt zij nog eens even gehekeld in de Nederlandsche Spectator. Flanor vindt het hoogst edel dat Hasselman de zeden der Oostersche volken bewaakt, maar meent toch dat de zeden der Westersche en met name Nederlandsche menschen ook iets beteeke- nen. En tegen die zeden nu strijdt het koopen van spion- neerende dwarskijkers ten koste van hen die gespion- neerd moeten worden. Omtrent het plan tot oprichting van een standbeeld voor Jan Pieterszoon Koen te Batavia zegt Flanor in hetzelfde nommer van den Spectator het volgende: „Het is zeker een natuurlijk en in vele opzich-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1