middelburgsche
COÜRAN l\
Zaterdag
1868.
17 October.
166.
tï'.j deze courant behoort een bijvoegsel,
bevattende:
Editie van Vrijdag avond 8 uren.
1- Het verslag van het verhandelde in de eergisteren
®e"°uden zitting van den gemeenteraad van Middelburg;
g jj- Idem van den gemeenteraad van Goes, zitting van
Middelburg 16 Oclober.
Het wetsontwerp tot afschaffing van het zegelrecht op
'tikwerken en advertentiën in nieuwspapieren is heden
de tweede kamer ingekomen. Als equivalent wordt
'Jaarbij voorgesteld eene belasting op den verkoop in
etail van tabak, thee en gedistilleerd, en verhooging
Van bet invoerrecht op de thee.
Voorts zijn nog ingekomen wetsontwerpen tot her-
Zlening van de wetgeving op het stuk van zeebrieven
e" Turksche paspoorten en tot afschaffing van hetregis.
tltierècht voor buitenlandsche schepen.
He afdeelingen hebben tot rapporteurs gekozen voor
°ofdstuk Vder staatsbebrooting (binnenlandschezaken)
e beeren Begram, van Kerkwijk, Jonckbloet, Dumbar
1,1 Heertsema.'
beer K. C. van Vliet is, onder de gewone bepalingen 1
onderhoorigheid, toegelaten als consulair agent der
ereenigde staten van Amerika te Nieuwediep.
Benoemingen en besluiten.
Ridderorden. Vergunning verleend aan J. J. baron
van Amerongen, kamerheer bij Z. K. H. prins
'ederik der Nederlanden, tot het aannemen en dragen
Sr orde van de Poolster, hem door Z. M. den koning van
',,vMen en Noorwegen geschonken.
EeReteekenen. Vergunning verleendaan J.Schaper Az
P. Veldmans Sz., te Workum, tot het dragen van het
flUs piqei et virtuti, en aan den laatsten bovendien van
gouden medaille 4« klasse, welke eereteekenen hun
"oor z, u ,jeil pau3 Werden toegekend.
Rabinet des konings. Eervol ontslag verleend aan den
«er p, _I;iriot uit zijne betrekking van adjunct-commies
'J het kabinet des konings, behoudens aanspraak op
Rsioen.
la«te
Departement van koloniën. Pensioen verleend, ten
van den staat, ten bedrage van 1386 's jaars, aan
R eervol ontslagen commies bij het departement van
0|°niën J. G. P. Serrnrieri
^Rechterlijke macht. Herbenoemd tot plaatsvervangend
Rntonrechter te Axel de hecren mr. J. P. Dronkers en
de Stnidt.
R®kenkamer. Benoemd bij de algemeene rekenkamer
|.ot voorzitter de heer 0. W. Hora Siccama, thans lidtot
i.. 'Ie heer jlw. E. W. J. Six tot Oterleek, referendaris
J het departement van binnenlandsche zaken; tot
pJRnct-commies de heeren J. L. C. M. Nagtglas en
H. Pabbruwé, thans eerste klerken.
^^R'derwijs-beurzen. Op verzoek eervol ontslagen jhr.
I 'G. A. Melort, uit de betrekking van president der bij
departement van binnenlandsche zaken adviseerende
j^lissie voor de zaken betreffende de stichtingen van
(j(' beurzen voor het onderwijs, met dankbetuiging voor
do0r hem in die hoedanigheid bewezen diensten;
*31 bij die commissie is benoemd: tot president
lljt' W. Wintgens, oudste lid dier commissie; tot lid
jj H- H. M. Hanlo, raadsheer in het provinciaal gerechts-
'i Zuid-Holland.
Kerknieuw».
He kerkeraad te 'sGravenhage heeft besloten zich
v erniaal tot het klassikaal bestuur te wenden met het
k om den heer Zaalberg als leeraar te ontslaan op
L "d van immoraliteit, daar hij in zijn afscheidsgroet
dat eet^'en deze bewering later niet teruggeroepen heeft,
tn geweten hem verbood langer die kerk als leeraar
'dienen:
l,e J1 afwachting van de uitspraak van het klassikaal
v 'lUr is de heer Zaalberg onmiddellijk in zijn ambt
r °°P'g geschorst
- Het kiescollege der Nederduitsche hervormde
gemeente te 'sGravenhage heeft gisteren uit het vroeger I
medegedeelde drietal van predikanten beroepen den
heer C. J. Brijce, te Alphen.
Onderwijs.
Door de provinciale commissie van onderwijs in Utrecht
werden Dinsdag geëxamineerd 13 candidaten voor eene
acte als hulponderwijzeres, waarvan 4 werden toegelaten-
Door de provinciale commissie voor het lager onder
wijs in Friesland zijn toegelaten als hoofdonderwijzer 11,
voor het Hoogduitsch 2, voor het Engelsch 2, voor de
gymnastiek 2. Afgewezen zijn als hoofdonderwijzer 9,
voor de gymnastiek 2.
Het provinciaal examen voor lager onderwijs in
Noord-Braband is afgeloopen. Van de 20 adspiranten
voor acten van hoofdonderwijzer zijn slechts 6 toegelaten.
Van de 19 adspiranten voor het Fransch werden 12 afge
wezen, terwijl 2 adspiranten voor het Duitsch niet
slaagden, en van de 3 voor het Engelsch 2 werden
afgewezen. Voor de acte van wiskunde slaagden van de
9 adspiranten slechts 4.
Aan het dezer dagen te Groningen gehouden
examen voor den rang van hoofdonderwijzer bij het
lager onderwijs hebben 23 candidaten deelgenomen.
Aan 13 hunner is de verlangde acte verleend, 7 zijn
afgewezen, terwijl 3 zich hebben teruggetrokken.
Xecrologie.
Mr. Martinus des Amorie van der Hoeven, hoogleeraar
in de rechten aan het athenaemn illustre te Amsterdam,
geroemd als een man van zeldzame geestesgaven en veel
zijdige geleerdheid, is Dinsdag middag op de bovenzaal
van het leesmuseum aldaar tengevolge van eene bloed
spuwing onverwacht overleden. Hij bereikte den ouder
dom van slechts 45 jaren
Marine en leger.
De minister van oorlog heeft bij de tweede kamer een
wetsontwerp ingediend tot verhooging zijner begrooting
voor 1868 met 127,603 ter voorziening in de behoeften
ontstaan door den brand in de kavalerie-kazerne te
Amersfoort. Uit die som zal worden verleend eene scha
devergoeding van ƒ1737 wegens verlies van paarden,
voorwerpen van zadeltuig en kleeding43,050 is uitge
trokken voor aanschaffing van 123 paarden en ƒ70,000
voor den opbouw van eeu stal te Amersfoort.
In een ander wetsontwerp wordt eene som van 18,250
aangevraagd ter uitbetaling aan den heer Stevens te
Maastricht wegens niet te voorziene en buitengewone
werkzaamheden aan 25000 getransformeerde geweren.
De adjunct-administrateur H. Horneer wordt met
1 November a. geplaatst op Zr. Ms. wachtschip te
W illemsoord.
Rechtzaken.
Anna Catharina Kouyzer heeft beroep in cassatie aan-
geteekend, tegen het jl. Maandag uitgesproken arrest
van het provinciaal gerechtshof in Zeeland, waarbij zij,
ter zake van vergiftiging tot de doodstraf is veroordeeld.
Heden vier dagen na het uitspreken van bovenge
noemd doodvonnis werd voor het provinciaal ge
rechtshof in Zeeland weder een afgrijselijk misdrijf
behandeld. Augustinus Geilleit, oud 40 jaren, zadelmaker
te Boschkapelle, thans hier gedetineerd, stond namelijk
terecht,beschuldigd van moedwilligen doodslag,gepleegd
met voorbedachten rade (moord), welke moord heeft
gestrekt om diefstal door middel van binnenbraak in
een bewoond huis gemakkelijk te maken en te kunnen
volvoeren.
Twintig getuigen waaronder de heeren T. F. Martin
en J. C. Douw, genees-, heel- en verloskundigen, de
eerste te Hulst, de tweede te Kapenhnrg, tevens als
deskundigen waren door het openbaar ministerie
gedagvaard. Een der getuigen echter, J. B. Lauwers,
werkman te Stoppeldijke, is inmiddels overleden. Zijne
in de instructie afgelegde verklaring is ter terechtzitting
voorgelezen.
Aan de getuigenverklaringen en de ter terechtzitting
voorgelezen processtukken ontleenen wij het volgende.
Omstreeks 7 uren in den morgen van Zondag 24 Meijl.
is de beschuldigde door de niet afgesloten voordeur
binnengekomen in de woning van den landbouwer
P. F. Asselman, te Stoppeldijke. Genoemde landbouwer
was met zijne vrouw Elisabcth Lauwers, naar de vroeg
mis te Kapenburg vertrokken. Alleen hun nichtje, de
16-jarige Anna Catharina de Gyzel, die als dienstmaagd
bij hen inwoonde, was thuis gebleven. Dit was eene toe
vallige omstandigheid, want in de regel ging zij naar de
vroegmis en Asselman en zijne vrouw naar de hoogmis.
De reden waarom de beschuldigde zich naar genoemde
woning begeven had was dezehij moest aan zijne moeder
twee-a driehonderd gulden betalen, die hij niet bezat;
hij meende evenwel dat Asselman, die als een gegoed
landbouwer bekend staat, die som wel in huis zou hebben;
hij ging dus naar diens woning met het doel om eene toe
reikende som te stelen, en had daartoe opzettelijk een
steekbeiteltje medegenomen.
In de woning gekomen trof hij daar het genoemde
meisje aan. Dit strookte niet met zijn plan. Hare tegen
woordigheid kon, zoo ai niet den diefstal verhinderen,
dan toch tot ontdekking van het te plegen misdrijf
leiden. Hij vatte dus dadelijk het voornemen op, haar
van het leven te bcrooven. Ten einde haar spoedig
te kunnen bereiken vroeg hij haar een kus. Zij weerde
hem met de hand af, doch hij greep haar aan en bracht
haar met een op tafel liggend en door hem opgenomen
broodmes een tal van diepe sneden aan hoofd, arm
en hals toe, sloeg haar met het hecht van het mes
zoodanig op het hoofd dat zij bedwelmd ineen zakte, en
sneed haar vervolgens, toen zij daar in bewusteloozen
toestand lag, den hals af, zoodat zij onmiddellijk een
lijk was.
Na alzoo den moord volbracht te hebben begaf de be
schuldigde zich in eene aangrenzende kamer en brak
met zijn steekbeiteltje het daar staande kabinet, alsmede
in een aan dat vertrek grenzend opkamertje een daar
aanwezige kist open, waaruit hij een gering aantal centen
en zilvergeld, ter waarde van ongeveer 1.90, ontvreemdde
en zich toeeigende, waarna hij zich verwijderde.
Met een en ander was nog geen half uur verloopen.
Uit de vroegmis te kwartier vóór 8 uren teruggekeerd,
bereikte vrouw Asselman eenige oogenblikken vóór
haren man haar woning. Zij vond de voordeur gesloten,
opende die, trad binnen en zag te midden van het voor
huis haar nichtje op den steenen vloer liggen, met het
aangezicht naar den grond en de voeten naar de voordeur
gekeerd, badende in haar bloed, met afgesneden hals en
verder deerlijk verwond. Op den vloer onder een stoel
nabij de verslagene bemerkte zij haar broodmes, geheel
met bloed bevlekt, en op de tafel de muts van het meisje
met losgesneden keelbanden. Toen ging zij onmiddellijk
weder naar buiten om haren in de nabijheid wonenden
schoonbroeder C. de Gyzel, den vader der vermoorde, te
roepen. Deze, het gebeurde vernomen hebbende en naar
de woning zijner schoonzuster gegaan zijnde, vond daar
alles in den beschreven toestand. Na het aangezicht
zijner dochter met water te hebben afgewasschen, legde
hij het lijk in een hoek van het vertrek naast den haard
neder. Daar het lijk nog warin was koesterde hij hoop
dat zijne dóchter nog leefde, welke hoop echter weldra
bleek ij del te zijn, daar de heer Douw reeds te kwartier
voor acht uren het lijk onderzocht en bevonden heeft dat
alle levensgeesten waren uitgebluscht. Op verzoek van
de Gijzel riep vrouw Asselman ook haar buurman
P. J. Bogaert, die op haar geroep: „huurman, daar zijn
verschrikkelijke dingen gebeurd; van de vroegkerk te
huis komende heb ik Catharina de Gyzel met afgesneden
hals op den grónd vinden liggen 1" tegelijk met haren
man in huis is gekomen.
Asselman had reeds op weg naar zijne woning van
P. de Gyzel, broeder van het meisje, het ten zijnen huize
voorgevallene vernomen. Bij zijne thuiskomst trof hij
dan ook den vader der verslagene daar aan met het
vreéselijk bebloede lijk in zijne armen. Bij een nader
onderzoek in zijn huis bemerkte hij dat het kabinet en
een eikenhouten kist waren opengebroken. Uit het kabi
net vermiste hij niets, uit de kist drie knappers, elk van
50 centen, en uit een in die kist liggend beursje ongeveer
30 a 40 centen. Daar de verschillende goederen weinig
in de war lagen, maakte hij daaruit op dat die voorwerpen
slechts zeer vluchtig waren nagezien. Na deze bevinding
deed hij daarvan bij de maréchaussée te Hontenisse
aangifte.
De brigadier der maréchaussée J. Tegenbosch kwam
spoedig daarna, vergezeld van den maréchaussée Paauwe,
op de plaats van het misdrijf aan en vond daar het lijk
van het vermoorde meisje op een hoop stroo in een hoek
van het vertrek met een wit laken overdekt, alsmede
vloer, muren, stoelen en tafel met bloed bevlekt, en op
den vloer nabij de tafel een groot evenzeer met bloed
bevlekt broodmes. De maréchaussées van den Ende en
Meijer stelden, op last van den brigadier in den omtrek
een onderzoek in. Te ongeveer drie uren in den namiddag
keerden zij in de woning van Asselman terug met het