heeft gezien, (hetgeen men uit de vroegere reizen punt
voor punt en pas voor pas even goed weet) en hoeveel
diners en thee-dansants zijn gegeven (hetgeen niemand
ignoreert), men zou niet eens weten dat de gouverneur-
generaal op reis isniemand spreekt er van en zelfs de
Javasche courant is zoo sober als mogelijk in hare offi-
cieuse mededeelingen. Die onverschilligheid vindt haar
natuurlijke oorzaak in de algemeene overtuiging, dat de
bezoekreizen van den gouverneur-generaal hoegenaamd
geen nuttig doel noch uitkomst hebben en dat de gang
der zaken, die zich immers heden toch beperkt tot het
onvermijdelijk noodzakelijke, behoorlijk aan den gang
blijft; indien de niéuwe minister van koloniën bij zijn
„om zich heen zien" in de Indische financiën de hand
legt op den post voor de „voyages obligés" van den
gouverneur-generaal, wij gelooven niet eens, dat hij
tegenstand zal vinden bij Z. Exc., want die reizen zijn
meer vermoeiend dan aangenaam, en de wierook (in
wezenlijken en overdrachtelijken zin), die bij deze gele
genheden verbrand wordt, kan een helder hoofd onmo
gelijk zoo bedwelmen, dat de reukjes, die er tevens aan
zijn, niet zouden opgemerkt worden.
„Het is te hopen, dat voor Nederlandsch Indië ook
eenmaal van staatswegehygièniscliemaatregelengenomen
worden, die de cholera als toevallige kalamiteit wel niet
weren, maar toch kunnen voorkomen, dat de onwelkome
gast periodiek verschijnt en ieder met schrik vervult.
„Het tweede punt, dat te Batavia sensatie maakte, was
het incident met den nieuwen redacteur van de Ja va-bode.
Slechts op een punt in deze zaak wenschen wij de aan
dacht nog te vestigen, op de bewering namelijk, die men
hier gehoord heeft en die in Nederland wel zal herhaald
worden, dat de demonstratie tegen den heer Busken
Huet zou ontstaan zijn door het verlangen, om hier geen
conservatief blad te doen opkomen. Die bewering wordt
reeds ontzenuwd door het feit, dat de Java-bode zoo vele
jaren conservatief was, dat niemand hem tegenwerkte en
dat hij zijn eigen dood zou gestorven zijn, zoo hij niet
van redactie en daarmede van beginselen veranderd
ware; zij valt echter geheel in duigen, wanneer men den
gang der zaak nagaat en zich overtuigt, dat niemand
tegen de beginselen van den heer Huet is opgekomen,
maar wel ieder tegen zijne onoprechtheid en dat niemand
zich wil tevreden stellen met de bewering van den redac
teur van de Java-bode, dat men van den minister Hassel-
man een belangrijk geldgeschenk aannemen en toch
onafhankelijk blijven kan. Men noemt die bewering hier
te recht baarsch, omdat geen Indisch publicist die had
durven uiten, overtuigd als die zijn, dat het „baarschjes
verschalken" in Indië zoo gemakkelijk niet is als in
Europa.
„Kan de heer Busken Huet zich hier een clientèle
vormen, hetgeen betwijfeld wordt, niemand zal er iets
tegen hebben, want nergens is men meer, dan bier gene
gen, het Jiberty alt" bovenal op de drukpers te zien
toepassen."
In het algemeen overzicht van den Java-bode leest
men onder anderen
„In de huisgezinnen hier ter stede heerscht bezorgd
heid uithoofde van het om zich grijpen der cholera.
Eenige treffende sterfgevallen, welke in de kinderwereld
hebben plaats gehad, doen vele ouders vreezen, dat het
zelfde lot ook hunnen lievelingen boven het hootd zweeft.
Onder de Europeesche bevolking der hoofdstad breidt
de ziekte zich wel niet sterk uit, doch zij eischt niettemin
van tijd tot tijd offers.
„Erger is het met de inlandsche bevolking in de kam
pongs gesteld. Deels tengevolge van gebrekkige genees
kundige hulp, deels, en voornamelijk, door het gulzig
eten van onrijp ooft, sterven aldaar een betrekkelijk groot
aantal personen aan de cholera. Nauwkeurige opgaven
evenwel ontbreken dienaangaande, en bovendien is het
de vraag, of al degenen, die worden aangegeven of ge
noemd als aan de cholera overleden, werkelijk cholera-
lijders geweest zijn. Wordt toch eenmaal die ziekte
geacht, op deze of gene plaats te heerschen, dan plegen
alle plotselinge sterfgevallen anders voorwaar geen
vreemd verschijnsel in dit klimaat op hare rekening
gesteld te worden.
„Intusschen stelt het plaatselijk bestuur loffelijke
pogingen in het werk, om volledige statistieke opgaven
te bekomen en, door het doen opruimen van vuilni3hoopcn
in dc straten en op de openbare wegen, eene voorname
aanleiding tot voortplanting der ziekte te verwijderen.
De assistent-resident van politie heeft bekend gemaakt,
dal bij voorkomende gevallen van cholera ten zijnen
huize en bij de Europeesche wijkmeesters, zoowel als bij
de inlandsche kommandantcn en schouten, geneesmidde
len te verkrijgen zijn. De oefeningen der schutterij zijn
eerst voor eene week, en vervolgens voor de geheele
maand Augustus geschorst.
„De gouverneur-generaal heeft thans ongeveer de helft
van zijne reis over Oost-Java volbracht. Den 28 Juli van
Passoeroean te Soerabaijaaangekomen,iszijneexcellentie
den 5 dezer van daar naar Grissee en Sidayoe vertrokken.
De Passoeroeansche, Soerabaijasche en Samarangsche
couranten geven uitvoerige beschrijvingen van de festivi
teiten, waartoe het bezoek van zijne excellentie aan
leiding heeft gegeven of, gelijk te Samarang, later
geven zal.
„In het begin van Juni hebben in de Noorder-districten
van Oelebes en onderhoorigheden eenige ongeregeldheden
plaats gehad, welke, volgens de jongste berichten, nog
wel niet geheel en al onderdrukt waren, doch met dat al
geen ernstig aanzien hadden. De onruststoker, genaamd
Sanre, gewezen makowa van Tjamba-Tjamba (regentschap
Maros), is door het volk van den regent van Taaralili,
met verlies van eenige dooden, gewonden en gevangenen,
op de vlucht geslagen. Hij heeft met zijne 200 man de
wijk genomen naar Tjani, in het bijna ontoegankelijke
gebergte van Boni.
„Volgens berichten van de Zuid- en Ooster afdeeling
van Borneo (Juni) bleef onder het personeel der kolen
mijn Pelarang de berri-berri bij voortduring hevig heer
schen. De gezondheidstoestand der bevolking ter hoofd
plaats Bandjermassin was insgelijks minder gunstig.
Daarentegen liet de politieke verhouding met de vorsten
en hoofden der Westkust niets te wenschen over.
„De belangrijke post van gouverneur van Sumatra's
Westkust is opgedragen aan den heer Arriens, voorheen
gouverneur der Molukken, laatst resident van Bagelen.
Van Sumatra's Westkust wordt intusschen gemeld, dat
de gezondheidstoestand over het algemeen minder gun
stig was. Op vele plaatsen deden zich koortsgevallen
voor, en verscheiden personen werden door buikloop
aangetast. De veeziekte werd nog slechts in lichten graad
waargenomen in drie districten. Van het begin der ziekte
tot 1 Juni zijn daaraan 79,381 karbouwen en 53,438 run
deren bezweken.
„De kamer van koophandel te Samarang heeft zich
insgelijks tot den minister van koloniën gewend met een
adres van adliaesie aan het bekende tweetal adressen der
kamers van koophandel te Amsterdam en te Rotterdam.
Ook zij verzoekt den minister, eene geleidelijke uitbrei
ding te geven aan den verkoop van gouvernements-
produeten in Indië en dit, even als tot dusver, vroegtijdig
ter kennis te brengen van belanghebbenden.
„In de drie Bataviasche couranten is sedert bet vertrek
der vorige mail levendige strijd gevoerd over eene door
den redacteur van den Java-bode gegeven opheldering
omtrent het feit, dat hem door het gouvernement te
'sHage vrije overtocht naar Java verleend is. Over dat
feit en die opheldering heeft heden vóór acht dagen,
den 1 Augustus, eene samenspreking plaats gehad in de
Handelsvereeniging alhier. Bij het openen der vergade
ring waren, blijkens een aan den redacteur van den
Java-bode verstrekt afschrift der notulen, 59 leden
tegenwoordig; bij hare sluiting 34. Van deze laatsten
hebben 29 zich verklaard vóór het voorstel, om zoolang
de Java-bode onder de leiding van den tegenwoordigen
redacteur zal staan, dat blad van de leestafel der ver-
eeniging te weren. Een lid stemde tegen het voorstel,
terwijl 4 andere leden, waaronder de redacteur van het
Bataviaasch en die van het N. Bat. Handelsblad, zich
buiten stemming hielden. De redacteur van den Java-
bode betwist aan niemand de vrijheid om zijne handel
wijze af te keuren. Hij vraagt alleen verlof, ook zelf
daaromtrent eene meening te mogen hebben. Zijn ge
weten spreekt hem vrij van elk vergrijp, en de tijd
zal beslissen, aan welke zijde, bij zijne tegenstanders
of bij hem, de warmste belangstelling in het lot van
Indië en Nederland gevonden wordt. Aan dien onwraak-
baren rechter draagt hij zijne verdediging op."
Aan het algemeen overzicht van het Nieuw'Bata
viaasch handelsblad wordt het volgende ontleend:
„Nog even vóór het afdrukken van ons vorig mail-
nommer hadden wij gelegenheid, kennis te nemen en
aan onze Nederlandsche lezers mededeeling tc doen van
de confessie van den nieuwen redacteur van den Java-
bode, den heer Busken Huet, dat hij na de aanvaarding
van de redactie van dat blad zich met den heer Hassel-
man had in relatie gesteld en uit 'slands kas een ge
schenk van drie duizend gulden, in den vorm van vrijen
overtocht naar Indië, had aangenomen, waartoe de
minister vrijheid had gevonden, omdat het hem aange
naam was, dat hij, Huet, in Indië dagbladschrijver ging
worden. Die confessie, door hem „vrijwillig" genoemd,
doch in werkelijkheid afgedwongen door onze schrifte
lijke bekendstelling, dat wij-de zaak openlijk zonden
bespreken, heeft hier eene algemeene verontwaardiging
opgewekt, gelijk in jaren niet werd gevoeld. Doheer Huet
durfde het natuurlijk noemen, dat hij, op het punt
van als toekomstig Indisch publicist te vertrekken, een
geschenk van het reactionaire bewind heeft aangenomen,
dat met het oog op zijn aanstaanden werkkring gegeven
werd, en hij achtte het even natuurlijk, dat hij het recht
zoude hebben behouden jegens de regeering onafhan
kelijk, dus ondankbaar te zijn.
„De natuurlijkheid wordt door ieder ontkend. Natuur
lijk integendeel is het, dat even algemeen die voor beide
partijen compromittante en door den heer Iluot zei ven
„ongewoon" genoemde largesse in verband wordt ge
bracht met het onverklaarbare feit, dat hij een man als
Koorders aanbevolen had, met de weifelende en reeds
dadelijk gewantrouwde houding, welke hij als redacteur
van den Java-bode heeft aangenomen, en met zoo vele
handelingen, waardoor het afgetreden bewind zich heeft
doen kennen. Het Bataviaasch Handelsblad en wij hebben
den heer Huet op nadrukkelijke wijze het onvoldoende
van zijne zoogenaamde opheldering en het ongepaste
van den daarbij aangeslagen toon onder het oog gebracht.
Doch in stede van zich te rechtvaardigen, heeft hij zich
vroolijk gemaakt over een hevig debat, waarin wij even
te voren met het Bataviaasch Handelsblad gewikkeld
waren, en hij heeft gevraagd, of daarbij over en weder
attributen waren toegekend geworden, welke het par
nobile fralrum, zoo als hij ons noemde, bevoegd maakten,
hem te dagvaarden voor zijn rechterstoel.
„Wij hebben ons niet verwaardigd te antwoorden op
de „onjuistheden", waarvan het stuk aan elkander hing,
omdat de man geen antwoord verdient, die ten koste dei-
waarheid zich in aardigheden afslooft op het oogenblik
dat zijne eer de quaestie is van den dag.
„Het is ook niet ons beider rechterstoel, waarvoor wij
den heer Huet hebben getrokken, het is die van het
publieke moraliteitsgevoel. Hoe dat gevoel over de zaak
denkt, is hem niet onbekend en geeft voorzeker wein'?
reden om hem te stemmen tot luim. Op ondubbelzinnig®
wijze heeft dat gevoel zich lucht gegeven, onder anderen
in een besluit van de Handelsvereeniging alhier, om het
abonnement op den Java-bode op te zeggen en, zoo lang
niet van redacteur veranderd wordt, dat blad van d®
leestafel te weren."
Gemengde berichten.
Uit Berlijn wordt 'gemeld dat in de woning van den
heer von Bismarck in de Wilhelmstrasse alles wordt
gereed gemaakt om de bewoners te ontvangen, waaruit
wordt afgeleid dat de minister spoedig weder zijne
werkzaamheden zal komen hervatten.
Do uitkomsten der onlangs te Londen door de
politie genomen maatregelen om de hoofdstad van de
hondenplaag te verlossen, worden door the Times mede
gedeeld. Er zijn tot den 17 dezer elf a twaalf duizend
honden aangehouden en opgesloten; daarvan zijn acM
a negen duizend op eenigen afstand van de stad gedood;
de anderen zijn verkocht of door eigenaren opgevraagd-
Omtrent het ongeluk te Metz in Frankrijk wordt
nader gemeld: Donderdag namiddag te 2 uren hoorde
men eene verschrikkelijke ontploffing in de geweer-
patronenfabriek van het arsenaal. De werklieden, ten
getale van 109, waren op dat oogenblik verdeeld in twee
lokalen. In het eene bevonden zich 71 vrouwen en in
het andere 14, terwijl 10 manschappen van het korps
jagers, 10 vuurwerkmakers, met een chef en drie onder
chefs, in de beide lokalen verdeeld, bozig waren. Naar
men zegt, had eene der jongste arbeidsters een andere
een groote schaar toegeworpen, die op een slaghoedje
nederkwam; dit ontplofte en daarop volgde de algemeene
ontploffing, waardoor de houten wanden van het lokaal
uit elkander sprongen en het dak geheel werd wegge*
slagen. Spoedig werden de nog levenden uit de puin-
hoopen te voorschijn gebracht; men vond er 16 lijken,
die totaal onbekend waren. Van de gekwetsten werden
er dadelijk 59, die verschrikkelijk gekneusd, verminkt,
sommige'zelfs half verpletterd waren, naar het hospitaal
overgebracht. Eenige zijn in den loop van den dag of
des nachts bezweken. Naderhand zijn er nog meer ge
wonden getransporteerd zoodat het aantal in het geheel
82 beliep. Onder de slachtoffers waren vele huismoeders-
Al het mogelijke werd gedaan om andere ontvlambare
of ontplofbare goederen uit het brandend houtwerk te
verwijderen. Men moest eenige vaatjes kruit midden
onder den smeulenden hoop weghalen; dit gevaarlijk
werk werd met volharding volbracht. Snel en voor
zichtig werd de geheeie voorraad weggevoerd. De minis
ter van binnenlandsche zaken heeft terstond een bedrag
van 10,000 franken beschikbaar gesteld, om in de eerste
behoeften der nagelaten betrekkingen te voorzien. DO
keizer en de keizerin hebben verder hun leedwezen
wegens die ramp te kennen gegeven en ondersteuning
beloofd.
Den 15 Augustus jl. is door den sergeant-majoor
Wapstra, uit Harderwijk, een aangeteekende brief naar
Hamburg verzonden, inhondende een bankbiljet van
f 25, litt. MM. n°. 7593, en geadresseerd aan den heer
A. Leids, aan het Amerikaansche dépot, ten einde voor
dit bedrag twee van de door hem in llollandsche dag
bladen te koop aangeboden aquariums van Elson te ont
vangen, waaraan de geadresseerde echter niet heeft
voldaan. Volgens ontvangen bericht van den directeur
van politie te Hamburg, heeft Leids zich aan meer der
gelijke oplichterijen schuldig gemaakt. Indien hij zich
in Holland mocht vertoonen, verzoekt de burgemeester
van Harderwijk daarvan bericht.
Toen na de restauratie in Frankrijk het voorstel
werd gedaan, om een milliard franken bijeen te brengen
voor de Fransche émigrés, riep generaal Foy uit: „Een
milliard, maar weet gij dan niet, dat er sedert de ge
boorte van Christus nóg geen milliard minuten verloo-
pen is?" Ofschoon nu reeds eene halve eeuw is voor
bijgegaan, sedert dit gezegd werd, is het milliard minu
ten nog niet vol. Aanstaande kersmis zullen ook slechts
982,368,000 minuten voorbij zijn. En daar een jaar
slechts 525,600 minuten heeft, moeten nog 34 jaar ver-
loopen vóór het milliard bereikt is, waarmede wij tot het
jaar 1902 zullen gekomen zijn. Den gemiddelden duur
van het menschelijk leven in aanmerking genomen,
zullen in 1902 negentienden van de menschen, die uu
op aarde leven, niet meer zijn.
Tengevolge van het uitbreken der veeziekte in
Amerika is in Engeland wel de invoer van Amerikaansch
hooi verboden, doch onder bepaling: dat het verbod
geldt, behoudens speciaal verlofaan denkooper, tot invoer
van Amerikaansch hooi, uitsluitend bestemd tot voeding
van paarden. Nu rijst de vraag, of het geheele verbod
daardoor niet krachteloos wordt gemaakt. Het hooi toch
is gevaarlijk, of het is dit niet. In het laatste geval kan
er natuurlijk geen sprake zijn van een verbod, doch 1,1
het eerste geval is het zeker geen bewijs van consequen
tie, den invoer niet geheel en al te verbieden. Hoe menig'
een kan nu verdacht of gevaarlijk hooi koopen, onder
voorwendsel dat men geen besmetting er van heeft te
vreezon. Ja, ieder kan uit Amerika nu hooi laten komen,
zoo het heet voor zijne paarden, maar hoe zal men don
kooper beletten het ook aan zijn rundvee te geven
Gesteld toch dat hij met de beste bedoelingen dit
vermijden, wie staat er dan borg voor, dat zijne knecht
het niet doen? Men moet ook niet vergeten, dat he
Amerikaansch hooi goedkooper is dan het Engelsche en
dat sommige speculanten dus van die zonderlinge bcpa
ing partij zullen weten te trekken, om zich een ruime
aanvoer van dat hooi te verzekeren en dit, met Engels®