6uihmlcmïr.
e spreker er zich op, dat de organisatie nu althans zoo
Was dat binnen zes uren alle oals uit de Londensche
stiaten kunnen verwijderd worden. Nog altijd scheen er
'°°P te bestaan op de hulp van sir R. Mayne, het hoofd
aei' Londensche politie, doch die hulp zal waarschijnlijk
*el uitblijven.
Dezer dagen is te Londen zekere vuistvechter,
v°seph Ross genaamd, in hechtenis genomen, die op den
1 October een kampstrijd zou aangaan met zekeren Allan,
daarvan de prijs bestond in het „kampioenschap" en
00 P- st. Deze persoon heeft voor sir Thomas Henry
terecht gestaan, en twee personen moeten aanwijzen, die
S'cli, elk voor eene som van 500 p. st., borg er voor heb-
Oeu gesteld, dat hij gedurende 12 maanden den vrede
bewaren zou, dat is, dat hij geen kampstrijd zou aangaan;
ii zelf heeft zich tot het betalen van eene gelijke som
®oeten verbinden, ingeval hij deze verplichting niet
uakwani. Sir Thomas Henry heeft nadrukkelijk ver
klaard, dat de regeering aan het vuistvechten een einde
^ilde maken, en dat daartoe tal van maatregelen, ook
'J parlements-acte, genomen waren. Goss heeft ver-
aai'd, nimmer weder aan een kampstrijd te zullen deel-
uemen; „doch (voegde hij daarbij) indien het vuistvech-
fen hier te lande wordt onderdrukt, dan hoop ik dat het
zal vervangen worden door eene nog gevaarlijker
^!ize van geschillen te beslechten."
Verkoopiagen en aanbestedingen.
Gisteren avond zijn te Vlissingen in het openbaar te
°°P aangeboden: 1. Een huis en erve in de Lange
^'cuwstraat, wijk II n°. 236. Verkocht voor ƒ2100.
Len pakhuis en erve in het Oostmansslop, wijk H
242. Verkocht voor 611. 3. Een huis en erve in de
"ge Nieuwstraat, wijk II n». 237. Verkocht voor 1305.
Tliermometerstand.
jlSept. 's av. 11 u. 62 gr.
12
's morg.7 u. 61 's midd. 1 u. 70 gr.
UITTREKSEL
UIT HET
icrslaij van Gedeputeerde Staten van Zeeland over 1867.
Vervolg.)
In den toestand der veren en overvaarten op de
rivieren en stroomen in dit gewest greep in den loop
Van 1867 geene verandering plaats.
Aan den kop van den oostelijken veerdam aan het Sloe
a<l op den 6 Februari 1867 eene afschuiving plaats,
aarvan de voorzieningskosten bedroegen 1426.65.
in 1°°P van 1867 is de veerdam bij Kortgene
"gericht tot steigerdam en een steiger daar gemaakt,
etgeen was aangenomen voor 13,970. Mede is de stei
ger bij AVolfaartsdijk verbeterd, waarvan de kosten bij
""besteding ƒ1650 hebben bedragen.
Als buitengewoon hooge vloeden gedurende 1867 zijn
vermelden, die welke veroorzaakt werden door 'de
1 "luien van 6—9 Februari, 9 en 11 April, 1 October,
13 December.
Jen aanzien van dien van 2 December, meldde de
Wd-ingenieur van den waterstaat dat hij een der
°gste was van den laatsten tijd, en, onder anderen
p het Goesche sas, slechts 40 duim beneden die van
"hruari 1825 bleef,
de g tient ijsbezetting op de Zeeuwsche stroomen deelde
hoofd-ingenieur van den waterstaat aan gedeputeerde
"ten onder meer het volgende mede. Op den 1 Januari
tot f'e vorst met eenige hevigheid in, en duurde voort
"a i?°n ^Cn ^'C1 maan<h Die vorst was van korten duur,
j bracht geen drijfijs op de stroomen te voorschijn. Op
v 12 dier maand begon het op nieuw te vriezen. Deze
ïst ginjr vergezeld met sneeuwbuien, die ook den vol-
^"den dag aanhielden. De wind was toen zuidwest. In
t-1nacht van den 14™ op den 15™ veranderde hij van
'hting, eu kwam met kracht uit het noordoosten
Qvv O} iliui itI v 11CL UUUl UUUöLtlll
^tten, waardoor de vorst in strengheid toenam. Daarop
op den 16™ een sneeuwstorm, zooals zelden gezien
iti n c'en avon(' bedaarde hij evenwel, doch ging over
>-In
een aanhondende en dichte sneeuwbui, waardoor den
la Senden morgen de velden onder eene dikke sneeuw-
"jS bedolven waren.
Ho 6 vorst hield voortdurend met een snerpenden kouden
gg^'Loosten wind aan tot in den namiddag van den
(j> toen de dooi zachtjes te voorschijn trad, en in de
ïr°P volgende dagen doorging.
0ev6ze elfdaagsche vorst heeft haren invloed op de
Crs en vaarwaters in deze provincie, blijkens hetgeen
Sc.'"utrent in het verslag wordt medegedeeld, in ver-
)>e ""de mate doen gevoelen. Het kanaal van Zuid-
ij a a)jd kan evenwel gezegd worden geheel vrij van
("ikV'''n Sewcest> daar de dunne ijskorst, die zich op
(W plaatsen gevormd had, weinig of niets te bcdui-
Vlucl ^en en Januari was dit kanaal het toe-
i>0„ "tsoord van een groot getal vaartuigen, ofschoon er
r scheepvaart plaats had.
Van\T1867 werden de volgende werken aan het kanaal
dtoo r nzcn aanbesteed: 1°. het afdammen, droogmaken,
tlj Rh°uden en herstellen der spuisluis naast de beneden-
s0ni Sas van Gent, den 17 Mei aangenomen voor eene
NeUi,Van 36; 2». het uitdiepen der buitenhavens van
Uity en> den 21 Juni aangenomen voor 9938; 3». het
°ron van eenige herstellingen in de rechter water
leiding te Sas van Gent, den 21 Juni aangenomen voor
7906.
De westelijke en oostelijke havens werden uitgediept
en ruim 14000 kub. el specie daaruit verwijderd.
Als een gevolg van den grooten afvoer van Belgisch
opperwater, ontstond eene belangrijke uitspoeling in het
stortebed van de rechter waterleiding te Sas van Gent,
die gevolgd werd door belangrijke scheuren en vooruit-
sch ui vingen van de beide muren langs die waterleiding.
Het aanvullen van het achter den zuidoostelijken muur
ontstane gat en de verdere voorloopige herstelling vor
derde eene uitgaaf van /T132. Tot geheele herstelling
had de sub n°. 3 hierboven vermelde aanbesteding plaats.
De werkzaamheden waren op het einde des jaars voltooid,
met uitzondering van de betonvoeten langs de muren.
Voorts werd nog eene som van 509 besteed voor het
vervangen van een gebroken ijzeren tandreep van de
ijzeren deuren aan de west-buitensluis te Neuzen, door
eene nieuwe; alsmede eene som van ƒ820.90 voorde
herstelling van den ingestorten duiker, gelegen over de
oostelijke berm- of afwateringsloot langs het kanaal en
onder den dijk van den Vlooswijkpolder.
Naar aanleiding van de adressen van verschillende ge
meentebesturen, werd door den vorigen hoofd-ingenieur
een ontwerp ingezonden voor de voltooiing van het
zij kanaal, loopende van het kanaal van Neuzen bij Sluiskil
naar Axel en Hulst, waarbij tevens eene globale bereke
ning van kosten was gevoegd, volgens welke die op
650,000 zouden te ramen zijn. De hoofd-ingenieur deelde
echter mede dat in verschillende deelen van het ontwerp
bezuiniging zou kunnen worden gebracht. Te dien
aanzien geraadpleegd en het daarvoor houdende dat
zonder bezuiniging het ontwerp weinig kans op verwezen
lijking zou hebben, is de tegenwoordige hoofdingenieur
uitgenoodigd, zijn gevoelen daaromtrent te willen
mededeelen.
Omtrent de havenwerken die voor rekening van het
rijk onderhouden worden en tot de havens van Vlissin
gen, Veere en Breskens behooren, wordt het volgende
medegedeeld.
In 1867 werd aanbesteed het opruimen en vernieuwen
van het Bakkcrshoofd, over eene lengte van 30 el, en
van het Leugenaarshoofd over een lengte van 26 el,
beide te Vlissingen. De uitvoering daarvan werd aan
genomen voor eene som van ƒ9359. Tot herstel van
stormschade aan hetWesterkoopiuanshavenhoofd aldaar,
werd eene som van 1385 vereischt. In het onderhoud
dor havenwerken te Vlissingen werd gezamenlijk met
dat van 's rijks zee-weringen aldaar voorzien.
Het onderhoud van de havenwerken te Veere werd aan
besteed voor eene som van 645. Het nog ontbrekende
aan de havengeul aldaar werd in den loop van 1867, na
indienststelling van de spuisluis, voltooid. Met die sluis
zijn ongeveer 250 spuiingen tot diephouding van de
havengeul en opruiming van slikken gedaan. Het onder
houd van de havenwerken te Breskens gedurende 1867
werd aanbesteed voor eene som van 3200. Bij verreke
ning van meer en minder werk werd aan dat onderhoud
nog eene sonr van 688 besteed. Het tweede gedeelte
der werken tot herstel en vernieuwing van deze haven,
werd in den loop van 1867 voltooid.
Het onderhoud van het postliaventje te Gorishoek,
gezamenlijk met het onderhoud van de contrescarpen te
Tholen, gedurende het tijdvak 1866—1868, werd voor
rekening der provincie aanbesteed voor 1290 per jaar.
Aan hetgeen ten aanzien van de overige havens en
havenkanalen in deze provincie in het verslag wordt
gemeld, ontleenen wij het volgende.
De haven van Brouwershaven verkeert, sedert de ver
betering 1863/64, in zeer goeden staat. Evenzoo de haven
van Bruinisse. De haven te Burghsluis bleef in den
vroegeren toestand en was steeds zeer ongunstig als
ligplaats voor schepen, vooral bij stormweder. De haven
van Clinge was in voldoenden, die van Colijnsplaat in
zeer goeden, die van Ellewoutsdijk in uitmuntenden
staat. De toestand der haven aan de Paal was, evenals
die van Goes, goed; die van 's Heer Arendskerke zeer
goed, van Hoedekenskerke voldoende. De haven van
Hoek bleef, tengevolge der aanslibbingen in den Brak
man, veel te wenschen laten. Die van Walsoorden was
doelmatig en in goeden toestand, waarvoor als bewijs
wordt aangevoerd, dat tamelijk groote zeeschepen en
stoombooten van tijd tot tijd daarvan gebruik maken
om te laden of te lossen, of om eene veilige schuilplaats
te zoeken. De haven van Hoofdplaat zal eerlang eene
groote herstelling behoeven. Die van Kats is in goed
bruikbaren staat gebracht. Aan het oostelijk gedeelte
der havenbeschoeiing te Cortgene had eene buitenge
wone degradatie plaats gehad.
Do uitbaggering van het havenkanaal of de buiten
haven te Middelburg had weder plaats, gedeeltelijk met
den beugel en gedeeltelijk met den stoom baggermolen.
In het rechte gedeelte dier haven werd met den beugel
1000 kub. el zand gebaggerd en opgelegd, om bij her
bestrating te worden gebezigd; dit werd aangenomen
voor 89 cent de kub. el. In de bocht der haven en in de
binnenhavens werd met den baggermolen 27778 kub. el
slijk uitgemalen, terwijl met de schop 6171 kub. el van
de scheepszaten werd afgenomen en in de klepschuiten
naar buiten gevoerd. Vóór de dokdeuren en op andere
plaatsen werd 765 kub. cl met den baggerbeugel wegge
haald. De werkzaamheden met den baggermolen kunnen
gerekend worden eene uitgaaf van 3790 te hebben
veroorzaakt, die met de schop ƒ1477, ad 0.25 de kub. el.
Tot demping van het Molenwater, of tot ophooging van
het reeds gedempte gedeelte, werd ook in 1867 naar
gissing 3000 kub. el slijk, liggende op de scheepszaten
in de verschillende binnenhavens, gebezigd. Dit werk
werd aangenomen voor 1690. Aan de leidijken van het
haven kanaal werden gelegd 32000 vierk. el zomer- en
45000 vierk. el wintermat, met het onderhoud daarvan
tot 1 September 1868,aangenomen tegen 7 de 100 vierk.
el zomermat, en 10.50 voor gelijke oppervlakte winter
mat, zijnde tegen denzelfden prijs als in 1866. De dijks-
boorden hebben gedurende den winter weinig geleden,
zoodat in het voorjaar geene buitengewone werken, ter
voorkoming van grondverlies, noodzakelijk zijn geweest.
Op de bollen van de havendijken zijn, ten gerieve der
scheepvaart, verkenningsteekens geplaatst; namelijk op
den zuidelijken bol een wit geverfd zeebaken, en op den
noordelijken een toestel dat 's nachts verlicht wordt,
welk licht, ter onderscheiding der in de nabijheid bran
dende kustlichten en der gewone sclieeps-seinlichten,
eene oranjekleur heeft.
Aan de kaaimuren werden 128 kub. el metselwerk
vernieuwd; aan den Dam twee nutteloos geworden stee-
nen bermen weggeruimd; de halfverteerde en overtollige
wrijfpalen langs de Smallekade en de Rouaansche kade
uitgepenst en sommige op nieuw op andere plaatsen in
geheid, of tot herstel van andere palen gebezigd. Dit
laatste, aanbesteed met het gewone jaarlijksche teerwerk,
vorderde eene uitgaaf van 689. Voor vernieuwing van
kaaimuren was eene som van 6985 op de begrooting
voor 1867 aangewezen. De wenschelijkheid echter om
zoo spoedig mogelijk met het leggen der nieuwe riolen
(een gevolg der kanaalwerken) een aanvang te kunnen
maken, deed besluiten die som hiervoor te besteden.
Het gewoon driejarig onderhoud van eenige kaaimuren
werd, zooals reeds in het vorig verslag is medegedeeld,
aanbesteed voor 783 per jaar.
De haven van Neuzen laat voortdurend meer en meer
te wenschen. Die van Oud-Vossemeer leed in den winter
veel schade aan beschoeiing en palen, tot welker herstel
echter maatregelen zijn genomen. Die van Scherpenisse
wordt door spuiing bevaarbaar gehouden, doch schijnt
miu of meer te verlanden, hetgeen evenwel vooralsnog
geen bezwaar oplevert. Die van St. Annaland is vol
doende. Door middel van spuiing wordt zij op de
vereischte diepte gehouden. In den loop van 1867 werd
de lading- en losplaats gemakkelijker en ruimer gemaakt
door het plaatsen eener beschoeiing. Te St. Maartensdijk
is aan de zuidzuide der kaai eene eikenhouten beschoeiing
aangebracht en het terrein aldaar aanzienlijk verbreed
en tot los- en ladingplaats ingericht. De haven van
St. Philipsland verkeert in goeden toestand. Die van
Stavenisse vorderde voor herstel eene som van ƒ200. De
havens van Vlissingen vereischten voortdurend uitbag
gering, hetgeen onder eigen beheer dagelijks geschiedde
door zes man met drie aken. Aan de gezamenlijke haven
werken aldaar werd in het geheel ƒ8,957.87 besteed. De
toestand van de haven van Waarde was voldoende. De
haven van Wemeldinge verkeert in goeden staat; de
los- en ladingplaats aldaar is tengevolge van het kanaal
door Zuid-Beveland met uit» December jl. vervallen. De
haven van Zierikzee was voldoende; voor de uitdieping
werd ook in 1867 zooveel mogelijk gezorgd. De hoeveel
heid uitgediepte grond bedroeg 802,500 kub. el. Twee
dukdalven aan het westhavenhoofd werden, als hinderlijk
voor de scheepvaart, opgeruimdaan het oosthavenhoofd
werd een dukdalf geplaatst. De haven van Zonnemaire,
eindelijk, verkeerde in gunstigen toestand.
Wordt veroolgd.)
Algemeen overzicht.
De onafhankelijke dagbladpers te Parijs gloeit van
verontwaardiging over het in ons nominer van gisteren
medegedeeld vonnis der rechtbank te Alais in de zaak
der aldaar ten huize van den baron de Larcy gehouden
bijeenkomst van kiezers. Die verontwaardiging komt
ons echter wel eenigszins naief voor. Zoo roept het dag
blad le Temps uit: „Er bestaat bij ons nu geen huiselijke
haard meer; wij zijn niet langer meester om bij ons te
ontvangen de personen welke wij goedvinden, en zooals
wij goedvinden, om te spreken over zaken, waarover wij
willen spreken. De regeering matigt zich een recht
aan, hetwelk de magistratuur haar ook toekentnamelijk
van ons aan onze deuren te komen bespieden om te weten
wie daar binnen gaat, hoe men wordt ontvangen, waar
over men spreekt, ten einde van al het gehoorde elemen
ten te maken van een misdrijf." „De regeering moet
overal en in alles gelijk hebben, wat zij ook doe: dat
schijnt thans het eenig hoofdbeginsel, hetwelk in de
Fransclie maatschappij vigeert."
Le Temps is volkomen in zijn recht, maar die ontdekking
werd buiten Frankrijk reeds tien jaren geleden gedaan
en thans verwondert men zich bij ieder nieuw feit van
dergelijken aard slechts hierover: dat „de Fransche
maatschappij" zich nog maar voortdurend aan zulk
een „hoofdbeginsel" blijft onderwerpen.
De aanstaande verkiezingen in het Fransch departe
ment du Var wekken eene ontzaglijke belangstelling, en
eene overwinning van den heer Dufaure, den oppositie-
candidaat, zou verpletterend wezen voor de regeering te
Parijs. Dit schijnt ook door de organen van het gouver
nement ten volle te wor(fëjT begrepen, want geen wapen
wordt door deze ongebruikt yéfeten om op de kiezers