73 gr. 20 min. NB. en 16 gr. 18 min WL. bevond. Op
dien dag drong eene boot van het in de nabijheid lig
gende Engeisehe schip Diana, van Huil, tot de in het ijs
vastliggende Germania door. Dat schip heeft de berichten
naar Europa overgebracht. Intussclien waren de voor
uitzichten gunstiger gewordende wind was naar het
noordwesten gedraaid, het weder was schoon, de hemel
onbewolkt, en het ijs begon uit elkander te drijven.
Dr.Petermann noemt de berichten tot dusver bevredigend.
De expeditie heeft, wat het seizoen aangaat, gedurende
het ongunstige gedeelte van den voor haar bepaalden
tijd, goede vorderingen gemaakt. Hoe dichter men don
winter nadert, des te opener wordt de zee. De drie groot
ste gevaren, ijs, nevelen en storm, had de expeditie
reeds ontmoet, en daarvan het eerste, volgens getuigenis
der Diana, in ongewone mate. De kapitein der Germania
roemt zijn schip en de bemanning zeer. D>'. Petermann
geeft voorts eene opgaaf van de geldelijke bijdragen,
door 50 vorsten en regeeringen, door verschillende
genootschappen en door een aantal bijzondere personen
geschonken, en liij maakt ten slotte melding van de
toezegging, hem uit Bremen, Hamburg en Londen
gedaan, om, ingeval dc Germania vóór den winter niet
mocht zijn teruggekomen, stoombooten naar de noorde
lijke zee te zullen zenden, ten einde haar op te sporen.
Het centraal crimineel gerechtshof in Old Bailey,
hetwelk thans zijne zittingen heeft geopend, kan voor
eerst genoeg te doen vinden, daar het niet minder
dan 121 beschuldigden moot verhooren, waaronder 12
wegens vervaardiging van valsche llussischo banknoten,
en ook de bekende madame Rachel. De zaak dezer laat
ste lokte ook daar weer zooveel nieuwsgierigen, dat de
voor het publiek bestemde plaatsen in de gerechtzaal
meer dan bezet waren. Het verlangen naar de uitspraak
werd evenwel niet bevredigd, doordien men in het proces
gestuit is op sommige punten van technischen aard.
In den laatsten tijd heeft men uit brieven, uit
Pruisen en van den Rijnkant ontvangen, vernomen, dat
sedert eenigen tijd verscheidene Fransche officieren, die
gekomen waren met last om daar onderhands opnemin
gen te doen, zijn gevat en in hechtenis genomen en dat
zich in de gemelde gewesten nog andere Fransche offi
cieren met eene zending van denzelfden aard bevinden.
Dienaangaande wordt de opmerking gemaakt, dat met
het zenden van zulke inspecteurs dezerzijds niet anders
woi'dt gedaan dan betalen met gelijke munt; want er
zijn in den laatsten tijd vele Pruisische officieren her
kend of zelfs gearresteerd, nabij de Fransche vestingen
niet alleen, maar overal op Fransch grondgebied. Sedert
een Fransch officier in Pruisen is aangehouden en gear
resteerd, wordt daar met dubbele zorg tegen ongeroe
pen inspecteurs gewaakt. Zoo is aan het ministerie
van oorlog op nieuw bevel uitgevaardigd om lieden, die
vreemd aan de administratie zijn, in geen geval binnen
de bureaux te laten komen. Een Fransch kolonel,
die zich door dat bevel niet had laten terug houden,
is deswege, naar verzekerd wordt, met arrest gestraft.
Omtrent deze zaak leest men in de Duitselie bladen
„Den 9 Augustus stapte aan het hotel „zumDeutschen
Haus" te Hersfeld in Keur-Hessen een vreemdeling af
die zich op de vreemdelingenlijst opgaf te zijn„(de
naam onduidelijk), schilder, gevestigd te Parijs." Na
gedaan onderzoek echter bleek het, dat bedoelde persoon
een Fransch officier was van den generalen staf. De
„Landrath" ontnam hem zijn papieren en schetsen, hield
hem „op zijn eerewoord'' in de stad, als arrestant, en
reisde naar Kassei om hieromtrent nadere instructiën te
ontvangen.
Ook de Frankfurter Zeitung maakt melding van de
aanhouding eens Franschen officiers van den generalen
staf, te Scliliichteren, die zich aldaar onledig hield mot
het schetsen van terrein. Het trekt in die plaatsen bij
zonder de aandacht dat de stafofficieren van Napoleon III
plotseling zoo veel belang schijnen te stellen in deze
omstreken.
Burgerlijiie stand.
Middelburg. Eerste huwelijks-afkondiging van den
23 dezer: A. Steijnjm. 27 j. met D. van Flierenburg,
jd. 35 j. J.P.Beckers, jtn. 27 j. met M. Humburg, jd. 30 j.
*B. A. Verhcijjm. 33 j. met C. L. van den Berg, jd. 24 j.
A. Geljon, jm. 31 j. met L. Toutenhoofd, jd. 22 j.
(Van 15 tot 22 Augustus.)
Vlissingen: Gehuwd: P. Warteel, weduwn. van A. C.
Baart, 29 j. met G. Linbeek, jd. 25 j. A. II. Jansen, jm.
28 j. met A. de Bruijn, jd. 24 j.
BevallenJ. P. Daamen, geb. Pcnnings, d. E. M. Wol
tering, geb. Witte, z.
OverledenE. J. Lignian, vrouw van J. Houbaer, 60j.
C. Hamme, d. 1 jaar.
Goes. BevallenS. Nathan, geb. Cohen, z. P. J. Visser,
geb. Logmans, d. P. D. Stokmans, geb. Sloover, z. J. P.
Mijnsberge, geb. de Jonge, z.
Overleden: E. Reijerse, d. 3 m. J. D. van der Mark,
z. 3 d. J. Walraven van Kerkwijk, 20 j. (den 19 Februari
te Makassar).
Zierikzee. Bevallen: J. C. Schell, geb. Gloude, z.
E Mulder, geb. de Vos, z. C. F. Bonman, geb. van Scha-
verbeke, z. O. M. Koole, geb. Koopman, z. W. Uijl, geb.
Moermond, d. E. Enzlen, geb. de Crolij, z. C. van Westen,
geb. van der Jagt, d.
Overleden: J. van den Endc, wed11, van G. Wijsman,
74 j. A. J. Boot, z. 1 m. M. II. Eindhout, d. circa 9 m.
IT. Doeleman z. circa 7 m. M. Berkhout, z. 14 m.
Thermo nieters tand.
24Aug.'sav. llu.59gr.
25 'smorg.7u.OOgr.'smidd.lu.65gr 'sav.11 u. 58gr.
26 's morg.7 u. 57 's midd. 1 u. 68 gr.
Gemeenteraad van Middelburg.
Zitting van heden, 2fi Augustus. Beschikking minister
spoorweg-adres; goedkeuring rekening schuttersraad; brief
C. Heijnis; adres A. van Leerzumrekening bestuur gods
huizen; uitgifte grafruimte begraafplaats; eervol ontslag
dr. J. C. van den Broeeke als curator gymnasium overleg
ging gemeentebegrooting; vaststelling gemeenterekening;
benoeming vaste commissiën; bespreking duinwaterleiding.
Voorzitter de heer Bijleveld van Serooskerke.
Afwezig de heeren Lantsheer, Verbrugge, beide uit-
laudig, Damme en van Diggelen. De heer van dc Graft
komt later.
Na goedkeuring der voorgelezen notulen van het ver
handelde in de zitting van 14 dezer, wordt voor ken
nisgeving aangenomen de mededeeling des voorzitters
betreffende de afwezigheid der bovengenoemde leden.
Wordt voorgelezen eene ingekomen missive van den
minister van binnenlandsche zaken, houdende beschik
king namens den koning op het adres van den gemeen
teraad van Middelburg tot ondersteuning van dat van
den raad van Vlissingen, waarbij verzocht werd de wer
ken tot voltooiing van den Zeenwseh—Limburgschen
spoorweg zóo te doen regelen dat met de afdamming van
het Sloe zoodra mogelijk worde aangevangen; middeler
wijl de spoorwegbaan van Vlissingen naar bet Sloe worde
gereed gemaakt, het kanaal van Vlissingen naar Middel
burg worde voltooid, en alzoo zonder onvoorziene ge
beurtenissen de ZeeuwschEimburgsche spoorweg in
1871 voor bet internationaal verkeer te Vlissingen worde
opengesteld.
Bedoelde beschikking houdt in een afschrift van het
aan den raad van Vlissingen toegezonden antwoord,
luidendedat de aanbesteding voor het graven van het
kanaal, het maken van de baan voor den spoorweg en
van eenige andere werken tusschen Vlissingen en Mid
delburg is aangekondigd dat in de voorwaarden van
aanbesteding is bepaald, dat de baan voor den spoorweg
in 1869 voltooid moet worden opgeleverd, om daarop als
dan de sporen te kunnen doen leggendat het maken
van de baan van den spoorweg van Middelburg tot de
Arncmuidsche haven, het graven der kanalen van Veere
naar de Middelburgsche haven en door de oude Arne,
en bet bouwen van de spoorwegbrug over dit kanaal
vermoedelijk ook in dit jaar zal worden aanbesteed, en
dat overigens de werkzaamheden voor de voltooiing van
het kanaal door en den spoorweg op Walcheren en voor
de afdamming van liet Sloe zooveel mogelijk zullen
worden bespoedigd.
Deze missive wordt voor kennisgeving aangenomen.
Is ingekomen een brief van C. IToijnis, die te kennen
geeft dat bij uit de Middelburgsche courant heeft verno
men dat het bestuur der godshuizen in de vorige raads
zitting een missive heeft ingezonden, waarin wordt
medegedeeld dat genoemd bestuur zich verplicht heeft
gezien aan hem en zijne vrouw met 1 November a. hun
ontslag te geven als kindervader en moeder in het oude
mannen- en vrouwen- en armweeshuis, omdat, hoezeer
op hunne vlijt en andere hoedanigheden niets te zeggen
viel, zij alle geschiktheid missen om met kinderen om
te gaan, en de moeder bovendien gedurig ziekelijk is.
Deze motieven zijn, volgens het schrijven van
Heijnis, geheel onwaar; geheel andere, niets beduidende
redenen hebben tot het ontslag geleid. Hij beroept zich
dan ook, tot staving van zijn beweren, op in zijn bezit
zijnde attesten, en zou het wenschelijk vinden dat men
eens tot de onschuldige kinderen in het gesticht de vraag
richtte, wie vader en moeder zijn. Aan den brief is
nog een postscriptum toegevoegd, inhoudende de klacht
dat hij en zijne vrouw door de aan'de zaak gegeven
voorstelling wellicht nooit meer eene betrekking zouden
kunnen krijgen.
Aangezien deze aan den raad gerichte brief behoort
bij de commissie van bestuur over de godshuizen, is op
voorstel des voorzitters besloten over te gaan tot de
orde van den dag.
Van A. van Leerzum, koopman te Brigdamme, is inge
komen een verzoek om een perceel gemeentegrond bij
de achtergracht tusschen de Noordpoort en Seisbarrière,
ter grootte van 480 vierk. ellen, in erfpacht te mogen
hebben, ten einde daarop een huis met stalling te bouwen.
Volgens het hieromtrent door den gemeentebouwmees
ter uitgebracht rapport wordt de door adressant verlangde
grond thans alleen gebezigd als plaats tot het branden
van varkens en is hij tot geen ander doel geschikt. Aa®'
gezien de sierlijkheid bij de inwilliging van het verzoen
winnen zal, adviseert hij den gevraagden grond voor den
tijd van 99 jaren in erfpacht af te staan tegen 15 cent de
vierk. el of plus minus f 57 'sjaars, alsmede betaling der
te taxeeren waarde van de op dien grond staande hoornen
en hakhout, onder beding van behoorlijke afsluiting enz-
De heer Luteyn wenscht de beslissing aan te houden-
De heer Lambrechtsen van Ritthem verlangt eene
inlichting. Hij heeft namelijk zoo even hooren spreke"
van eene afsluiting van het bedoelde perceel, hetzij doof
eene haag, hetzij door eene houten omrastering, en
vraagt dus, of dit aan het believen van den adressant
zal worden overgelaten.
De voorzitter antwoordt, dat de raad daaromtrent be
slissen kan.
De heer Fokker wijst er op dat, als de oppervlakte
480 vierk. el bedraagt, de totale pachtsom, berekend
tegen 15 cent per vierk. el, niet 57 maar f 72 moe'
bedragen.
Dit laatste wordt door den voorzitter toegestemd, en
op zijn voorstel alsnu besloten de zaak aan te houden.
De door het bestuur der godshuizen in duplo inge-
zonden rekening over 1867 wordt tot onderzoek e®
rapport gesteld in handen der financieele commissie.
Zijn ingekomen twee adressen, een van den heet'
Joh. van den Thoorn en een van mejufvrouw de wed'-
M. van Ooijen, beide inhoudende het verzoek om een®
aarden grafruimte voor acht lijken op de algemeen?
begraafplaats in den rang der eigen aarden graven.
Tegen de inwilliging van deze verzoeken bestaat,
volgons liet daaromtrent door den gemeente-bouwmees
ter uitgebracht rapport, geen bezwaar. Mitsdien wordt
daartoe besloten, onder aanwijzing van de graven
n°s. 66 en 67 voor den heer van den Thoorn en n". 32
voor mejufvrouw van Ooijen, met vergunning om deS-
verkiezende daarop een steen of zerk te plaatsen, en
voorts onder de gebruikelijke bepalingen en tegen beta
ling volgens tarief.
Aan dr. J. C. van den Broeeke wordt, op zijn daartoe
gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als curator ovef
het gymnasium, onder dankbetuiging voor zijne in die
betrekking ten behoeve van bet onderwijs bewezen
diensten.
Tevens wordt besloten curatoren uit te noodigen tot
het indienen eener aanbevelingslijst van twee personen,
om daaruit de vaeeerendo plaats aan te vullen.
De voorzitter legt over de gemeentebegrooting voof
1869 met de daarbij behoorende memorie van toelichting-
Tevens wordt voorgelezen een rapport van burgeineestef
en wethouders, houdende inlichtingen omtrent sommige
punten, waarvan in de memorie van toelichting geen
melding wordt gemaakt.
Onder andoren geldt dit rapport de gemaalbelasting
waaromtrent in hoofdzaak gezegd wordt, dat blijkens
rninistcrieele missive van 30 December jl. de heffing dier
belasting nog voor éen jaar aan don koning ter goedkeu
ring was voorgedragen, op grond van dc vele in 1868
uit te voeren buitengewone werken; daar dit nu in 1869
weder het geval zal zijn, hebben burgemeester en wet
houders gemeend dc gemaalbelasting andermaal op de
begrooting te moeten brengen, en geen voordracht t°'
vermindering daarvan te kunnen doen, op grond zoowel
van den financieelen toestand der gemeente als van de
door den raad aangenomen zienswijze om daartoe niet
over te gaan, maar zoodra mogelijk de geheele gemaal
belasting af te schaffen.
Voorts blijkt uit liet rapport, onder meer, dat op de
begrooting nog in ontvang moet gebracht worden d®
huursom voor de gebouwen der bank van leening, waar
omtrent de onderhandeling met de commissie van be
stuur eerst na het opmaken der begrootiug is geëindigd,
en waartoe eene som van f 400 is aangebodendat ge
bleken is dat geen termen bestaan om ton aanzien van het
meermalen besproken wachtgeld van den heer L.F.Krijger
eenige verandering te makendat met grond mag onder
steld worden dat de gemeente het gebouw der concertza"1
nog eenigen tijd in gebruik zal mogen houdendat
men niet geslaagd is om bij de wisselbank een militaire
schildwacht geplaatst te krijgen en het niet wenschelijk
wordt geacht zicli thans, ook in verband met de onzeker
heid van het voortdurend verblijf van het garnizoen
alhier, daaromtrent tot den minister van oorlog te
wenden, enz.
(De heer van de Graft komt inmiddels ter vergade
ring.)
Het totaal cijfer der begrooting bedraagt in ontvang
en uitgaaf /"269,146.25, met inbegrip ccuer geldlecniDr
van 33,600. Voor onvoorziene uitgaven is /"14H1L
uitgetrokken.