kamer-ontbindingen, maar van „luchtspoorwegen en an dere verhevelingen" niet weten wilde. „Gelijk zulks somtijds gaat: had Thorbecke de aanslui ting en overbrugging tegenover Rotterdam gewild, zoo koos Heemskerk het andere plan, de aansluiting om Rotterdam heen, de overbrugging bij I Jselmonde, en een station aan 't oostelijk uiteinde der gemeente. „Het verzet daartegen in de dagbladen en van den gemeenteraad, gesteund door de kamer van koophandel bij de regeering, herinnert men zich waarschijnlijk. De gemeenteraad drong tegenover de overbrugging bij IJsel- monde, die èn wat de spoorweghaven èn wat het station betreft bij Rotterdam de lijn allerondoelmatigst zou doen terecht komen, aan op de overbrugging tegenover de stad. De kamer van koophandel bleef bij het oorspron kelijk denkbeeld van het eindstation op Feijenoord zonder verdere aansluiting der spoorwegen doch, zóo deze laatste moest plaats hebben, dan op de plaatsing van de brug voor de stad, waar zij niet alle binnenland- sche scheepvaart aan Rotterdam onttrekken zou en voor den rivierhandel niet nadeelig zou zijn. „Het schijnt, dat de minister Heemskerk niet onver zettelijk was in de keuze van zijn aansluiting der Zuider- lijn. De bezwaren, hem ook in officieuse besprekingen met den burgemeester dezer gemeente blootgelegd, bleven niet zonder invloed. Nadere overleggingen met ingenieurs hadden plaats. Het wachtwoord wasbezuiniging door veranderingen in den aanleg der havens op Feijenoord en verdere opofferingen van wege de gemeente. Den 21 October reeds deelden burgemeester en wethouders mede,dat een voorsteldienaangaande spoedig kon gewacht worden. Doch de daarop gevolgde politieke verwik kelingen waren oorzaak, dat eerst thans de zaak weer aan de orde komt, en eerst thans de strekking kan mede gedeeld worden van een voorstel van burgemeester en wethouders met een advies van de commissie van plaatse lijke werken enbijbehoorendadvies van denadviseerenden architect en den directeur der gemeentewerken, betref fende deze zaak. Waarheen het voorstel gaat, zal uit de geschiedenis der onderhandelingen reeds wel vermoed kunnen worden. „De bezuiniging voor den staat wordt verkregen voor namelijk door veranderingen in den aanleg der havens op Feijenoord en het om niet afstaan van de gronden, die aldaar voor den spoorweg noodig en het eigendom der gemeente zijn. Gelijke vrijgevigheid zal de gemeente in acht nemen ten opzichte van andere gronden, die binnen haar gebied voor den spoorweg noodig zijn. De oprichting van een nieuw postkantoor, daar het oude in de as van den spoorweg ligt, heeft echter de gemeente niet voor haar rekening willen nemen. „De goedkeuring van den minister op de ontworpen overeenkomst is van 7 Augustus 11. „Gaat het plan door, dan zal het de gemeente ruim 1 millioen kosten. „De weg zal dan volgenderwijze loopen. Van den Hol landsehen spoorweg, eer men aan het station komt, zal de trein links afgaan, dan de Schie over, tusschen de huizen aan de overzijde door, waar hij dwars de We- nabuurt overgaat en doorsnijdt, en op de Beestenmarkt terecht komt,recht op de Rotte aan; die wordt gedempt, en langs deze klimt de weg tot achter de Groote kerk, steekt de Hoogstraat over en het Steiger, dat daarachter langs loopt, en gaat zoo langs het West-Nieuwland naai de Beursbrug. Deze zal dus echter geen brug meer zijn, maar een stuk grond, waaraan zich rechts een gedeelte van de gedempte Blaak aansluit, en waar onderdoor slechts een koker het water zal leiden. Op dien grond zal, waar de brug nu is, een personen-station en waar nu water is een nieuw postkantoor verrijzen. Vandaar volgt de weg de richting naar het Bolwerk in de nabijheid van de Koninginnebrug; hij passeert daarbij de Wijnhaven en de Scheepmakershaven, op het punt waar deze in elkaar uitkomen in de buurt der Koninginnebrug. Van het Bolwerk af gaat hij de Maas over en krijgt, op Feijenoord aangekomen, een dubbel station. Een eind verder nam el ij k splitst zich de weg en loopt een westelijke tak schuins rechts terug langs de haven op Feijenoord naar een goederen-station. „Het denkbeeld om een onderbrug voor voetgangers en rijtuigen onder de spoorwegbrug te schuiven, is opge geven. Het eenige, wat men denkt te maken, is een voet gangersbrug naast de spoorwegbrug en in den bouw daar van begrepen. Mocht dan later een brug naar Feijenoord gemaakt worden, zoo zou die brug voor voetgangers niet meer noodig zijn en de helft smaller kunnen gemaakt worden. Dat zou men dan althans bij de geschiedenis ge wonnen hebben. De financiën der gemeente laten niet toe, om dadelijk tegelijk met de spoorwegbrug een personen- brug te leggen. Daarenboven is in Feijenoord nog niets van een tweede Rotterdam te zien. Ware dit alles jaren te voren tot stand gekomen, zoo zou allicht de uitbrei ding der stad, die nu zich naar de ongezonde en onge legen polderstreken gekeerd heeft, zoo zij slechts een brug over de Maas gevonden had, de richting naar de overzijde genomen hebben. „De geheele zaak zal echter eerst volledig worden met de overbrugging van den Moerdijk; daarmede zullen nog jaren heengaan en eerst dan zal de Rotterdamsche aan sluiting een echt middelpunt worden. „Intusschen is en blijft het voorgenomen plan, als men eenmaal aansluiten wil, het eenig mogelijke. „De stad is natuurlijk het punt, waar zee- en rivier vaart elkander ontmoeten; er blijft dus niets over, zoo men geen van beide hinderen wil, dan de brug voor de stad en dus de spoorweg daarover te leggen. „De aansluiting van den Rijnspoorweg is van later zorg doch gemakkelijk te treffen. „Voor den staat is het gewijzigde plan, zooals het thans wordt voorgesteld 1 millioen goedkooper dan de aansluiting bij I Jselmonde, die door den vorigen minister een tijd lang is beoogd." De Staatscourant van heden bevat het koninklijk be sluit van den 12 dezer, houdende regeling van het port der brieven, der gedrukte stukken en der monsters van koopwaren, die tusschen Nederland en Zweden gewis seld worden. Kerknieuws. De heer C. Peters, predikant bij de Nederduitsche hervormde gemeente te Stavenisse, heeft het beroep naar Babylotiiënbroek (classis Heusden) aangenomen ïlariac en leger. Uit Amsterdam schrijft men aan de Nieuwe Rotter damsche courant: „Naar men uit goede bron verneemt, bestaat er bij de regeering ernstig sprake om de kweekelingen van de militaire geneeskundige school te Utrecht naar hier over te plaatsen en voor het houden der collegiën aan do stedelijke geneeskundige school alhier van rijkswege aan het gemeentebestuur een bijdrage van /12,000 in het jaar toe te kennen. Ofschoon curatoren dier inrich ting zich bereid hebben verklaard voor lokalen en andere door de regeering gevorderde zaken zorg te dragen, schijnt intusschen nog geen vast besluit te zijn genomen. Waarschijnlijk zal het plan tegenstand vinden van do zijde van hen, die oordeelen dat, waar de regeering zelve voor de academiën is en voor geneeskundig onderwijs zorg draagt, het niet te pas komt die kweekelingen naar een met dat academisch ouderwijs concurreerende bijzondere inrichting te zenden. De opmerking wordt gemaakt dat door dezen maatregel op de wet van het hooger onderwijs wordt geprejudicieerd, vermits het, bij aanneming daarvan, misschien niet wenschelijk zal voor komen aan drie hoogescholen gelegenheid voor genees kundig onderwijs te geven. Wat daarvan zijn moge, het voor en tegen der zaak verdient rijpe overweging." De minister van oorlog brengt in de Staatscourant van heden ter kennis van belanghebbenden, dat voor het vergelijkend examen tusschen adspiranten voor eene plaatsing als cadet aan de Koninklijke militaire academie, wat betreft den omvang van het examen en den leeftijd van hen die tot het afleggen daarvan worden toegelaten, in het jaar 1869 dezelfde bepalingen zullen gelden als voor het jaar 1868 zijn gesteld. De adspiranten zullen derhalve den 1 September 1869 den vollen ouderdom van 16 jaren hebben bereikt en den leeftijd van 19 jaren niet moeten hebben overschreden. Wat den omvang van het examen betreft wordt ver wezen naar de aankondigingen, die daaromtrent in de Staatscouranten van den 29 Januari, 3 Maart en 7 April jl. zijn geschied, wordende in het bijzonder de aandacht gevestigd op de vakken onder letter h daarbij vermeld. De vice-admiraal G Fabius heeft dezer dagen, bij gelegenheid zijner aftreding als lcommandant van Zr. M>>. zeemacht in Oost-Indië en chef van het marine-departe ment aldaar, van de officieren en ambtenaren bij dat departement als blijk hunner hoogachting een aandenken ontvangen, bestaande in een monumentaal bureau- ministre, hetwelk hem namens hen door den luitenant ter zee lc klasse P. Swaan werd aangeboden. De luitenant ter zee 1« klasse N. Mac Lcod, dienende op Z'. Ms. drijvende batterij Neptunus, wordt met den laatsten dezer op non-activiteit gebracht en vervangen door den luitenant ter zee 1|; klasse G. C. C. Thierens. Rechtzaken. Voor de arrondissements-rechtbank te Utrecht is de behandeling aangevangen van de zaak van Gerrit van Zijl, machinist bij den Nederlandschen rijnspoorweg, die in den avond van 2 Juni jl. den goederentrein bestuurde, welke in den sneltrein is gereden, waarbij de heer Wijnne uit Groningen den dood heeft gevonden en een tiental I passagiers min of meer belangrijk zijn gewond. De ge' tuige Mulder, uit Middelburg, die tengevolge van dat ongeluk mede ernstig gekwetst is en nog steeds te BreU' kelen verpleegd wordt, was nog niet in staat ter terecht' zitting te verschijnen. Veeziekte. Blijkens een te Rotterdam ontvangen particulier tel©" gram, heeft de Privy Council te Londen een bevel uit gevaardigd, inhoudende dat alle schapen bij den invoer, te beginnen met lieden, zullen onderworpen zijn aan eene quarantaine gedurende veertien dagen. Gemengde berichten. Ter herinnering aan haar 25jarig bestaan is door de Bossche liedertafel „Oefening en uitspanning" gedu rende twee dagen feest gevierd. Bij deze gelegenheid werd het borstbeeld onthuld van den gevierden baryton- zanger, den heer W. Dekkers. Woensdag was er groot muziekfeest. Z. K. II. de prins van Oranje woonde liet feest bij. Jl. Maandag is te Haarlem, onder voorzitterschap van den heer B. van Reijn van 's Gravenhage, de acht tiende algemeene vergadering der Broederschap van candidaat-notarisscn in Nederland gehouden. Uit het uitgebracht verslag bleek den gunstigen toestand dier vereeniging. Het in ons nommer van gisteren medegedeeld spoorweg-ongeluk, waarbij zooveel reizigers op jammer lijke wijze omkwamen, is voorgevallen bij een klein sta tion op de spoorweglij n van Ckester naar Holyhead. Het was bij het station Llanddulas dat de eergisteren morgen te 7 uren 15 minuten uit Londen vertrokken trein, die te 1 uur ongeveer het station Abergele pas seerde een half uur na het vertrek van den goederen trein van dit station tegen eenige met petroleum gela den losgeraakte wagens van dezen trein, welke op den hellenden weg terug reden, inliep. De locomotief en drie wagons der P klasse werden verbrijzeld en er had eene verschrikkelijke petroleum-ontploffing plaats. Drie en dertig lijken zijn naar Abergele overgebracht, maar men vreest dat velen dezer niet zullen kunnen herkend wor den, daar zij bijna geheel verkoold zijn. Onder de gedecoreerden op Napoleonsdag komt ook voor: „de heer Bignon, restaurateur." Deze bijvoe ging heeft te Parijs onder de aristocratische kringen sensatie gemaakt. Men gaat wel om met den heer Bignon, alle salons staan voor den rijken grondeigenaar, bezitter van een prachtig kasteel, wel open, maar men ont vangt hem als zoodanig en ignoreert zijne betrekking van restaurateur. Men zou dan ook geenerlei aanmerking maken op zijne benoeming tot ridder van het legioen van eer, ware het niet dat hij op de officieele lijst in den Moniteur als „restaurateur" voorkwam. Het werd echter waarlijk wel tijd dat men bij den algemeenen decoratie regen op Napoleonsdag, waarbij zooveel kruizen ten deel vallen aan de vertegenwoordigers van de kunst om menschen te dooden, ook eens eene decoratie gaf aan een vertegenwoordiger van de kunst om menschen zoo goed mogelijk te voeden en alzoo in het leven te houden. Te Geneve zullen van 30 September tot 3 October a- voordrachten worden gehouden over de sociale weten schappen. Die voordrachten zullen ten doel hebben de oprichting van een internationaal comité, tot bevordering der beoefening en tot verspreiding dier wetenschappen. Zij zullen gehouden worden in het palais électoral, in de zaal der zittingen van het instituut. Dames zullen wor den toegelaten. De toegangsbewijzen zijn personeel en worden kosteloos afgegeven. Men zal zich herinneren, dat voor eenigen tijdonder de mijnwerkers te Chatelineau, in Henegouwen, onge regeldheden plaats hadden, waarbij een luitenant der gendarmerie, met eenige zijner manschappen toegesneld om de rust te herstellen, met steenworpen begroet en hierdoor, alsook door slagen, vrij ernstig gewond werd. Nadat deze zaak tot een uitvoerig getuigenverhoor voor het hof in Henegouwen had geleid, heeft de jury thans uitspraak in die zaak gedaan en de beschuldigden vrij gesproken. De verdedigers der beschuldigden hebben voornamelijk betoogd, dat de mijnwerkers, door de ver mindering van hun dagloon, tot hunne manifestatiën waren uitgelokt geworden; dat de luitenant der gendar merie gewond was, tengevolge van het wettig middel der zelfverdediging van de zijde der arbeidslieden, en dat het in geen geval met eene goede rechtsbedeeling overeen is te brengen, eenige personen te treffen voor feitelijkheden, waaraan eenige duizende werklieden hebben deelgenomen. Nadat de president had verklaard, dat de jury op alle punten het „niet schuldig" had uit gesproken, legde de menigte in de gerechtszaal eene geestdrift aan den dag, die, volgens een der bladen, aan waanzin grensde; zelfs de leden der jury lieten zich doo1'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 2