MIDDELBURGSCHE
COURANT.
r 133.
Donderdag
20 Augustus.
1868.
Editie
van Woensdag
avond 8 uren.
Middelburg 19 Augustus.
Z- M. de koning heeft, zooals wij reeds gisteren aan
onze geabonneerden op het Bulletin mededeelden, be-
n°emd tot definitief minister van buitenlandsche zaken
T' M. Boest van Limburg.
Naar men verzekert zou de heer J. C. baron Gevers,
hans buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister
van Nederland bij het Russische hof, benoemd worden
ot gelijke betrekking bij het hof van Groot-Britannië.
De conferentie voor de internationale suiker-coa-
ventie is heden voortgezet. De vervulling harer taak
Wordt spoedig verwacht.
Do Staatscourant van Dinsdag 18 dezer bevat de wet
Van den 31 Juli jl., houdende bekrachtiging van eene
°vereenkomst tot wijziging van de concessie tot het
■haken van een kanaal ter verbinding van de Noord-
eh Zuiderzee.
Bij beschikking van den minister van koloniën van
15 dezer, zijn de lieeren J. J. Naefï, G. A. Wilken,
C. Hoogkamer, m>'. P. A. van der Lith, B. G. W. W. C.
baron van Hoëvell, m'. II. van Dissel Szn., P. H. van
r Kemp, C. P. J. van Koetsveld, G. J. G. van de Poel,
A. P. Weydung, K. F. H. van Langen, J. A. van Dorsser,
mr- D. de Feyfer, G. J. Grashuis, m>\ W. A. Brill, D. P.
Jentink, m'. C. W. Kist, G. W. W. C. baron van Hoëvell,
C. J. E. Leyds, J. F. H. Schultz, E. T. van Delden,
A. II. Fabius, mr. R. W. Craandijk, F. J. T. de Haart en
■h1'- H. Dentz, gesteld ter beschikking van den gouver-
heiir-generaal van Nederlandsch Indië, om te worden
ehoemd tot ambtenaar bij den burgerlijken dienst
daar te lande.
Benoemingen en besluiten.
errbteekenen. Verleend als blijk van koninklijke
Soedkeuring en tevredenheid de bronzen medaille be
mens een loffelijk getuigschrift aan F. Schweighard,
wartiermeester, en een loffelijk getuigschrift aan de
ajoeproeiers G. Andrée, W. van de Velde, M. van Pelt,
D. Bos en J. Barendrecht, allen behoorende tot de
'aringspost te Bath, wegens het redden der bemanning
Va" een aldaar gezonken Belgisch schip in den avond
Van December 1867de bronzen medaille met een loffe-
■Jk getuigschrift aan K. Schweig, tijdelijken visiteur,
eh een loffelijk getuigschrift aan IC. E. van Dijk, schip-
®eri alsmede aan de matrozen D. IC. Kamper, van de
L klasse, K. Jaring, van de 2« klasse, en J. Stapel,- van
e klasse, allen behourende tot het recherche vaartuig
h°- 3 Wegens het redden der equipage van het nabij de
erns gezonken Fransche schoonerschip Augustine op
d December 1807.
■uinisterieelb departementen. Benoemd, met ingang
van September, tot minister van buitenlandsche zaken
trir- T. M. Roest van Limburg, Zr. M». buitengewoon gezant
gevolmachtigd minister bij de Vereenigdc staten van
°°rd-Amerika, thans met de interimaire waarneming
van voornoemd departement belast.
Polytechnische sciiool. Voorloopig gedurende het
Jaar 1868/69 opgedragen het onderwijs in scheepsbouw
ende aan de polytechnische school aan den heer
J- Tideman, hoofdingenieur der marine te Amsterdam,
■net vergunning om tevens de laatstgemelde betrekking
e blijven waarnemen.
Hcrhnicuirs.
Het provinciaal kerkbestuur van Zeeland heeft ge
lamineerd en tot de evangeliebediening bij de her-
^ormde kerk toegelaten den heer W. M. de Ilaaij, van
barmond.
Onderwijs.
De heer S. de Graaff, hoofdonderwijzer te Bruinisse,
^'tdacht eergisteren zijn vijftigjarige loopbaan als
aderwijzer. Vele blijken van belangstelling en ver
killende geschenken vielen hem ten deel.
Marine en leger.
De luitenant ter zee 1» klasse G. Doorman en de lui
tenant ter zee 2« klasse C. H. Cornelissen, beiden laatste
lijk behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en
den 9 dezer van daar in Nederland teruggekeerd, zijn
met dat tijdstip op non-activiteit gebracht.
Rccklzaken.
De liooge raad der Nederlanden heeft gisteren ver
worpen het beroep in cassatie van den groefbidder
J. Graus, die door het provinciaal gerechtshof in Utrecht
bij arrest van 27 Juni is schuldig verklaard aan moord, op
zijne vrouw gepleegd, en tot de doodstraf veroordeeld is.
Gemengde berichten.
Heden is met goed gevolg van de werf de Vol
harding alhier te water gelaten het barkschip Riga,
groot circa 200 gemeten lasten, gebouwd door den
scheepsbouwmeester J. van Vliet, en speciaal bestemd
voor de houtvaart, voor rekening eener reederij onder
beheer van de heeren den Bouwmeester, Borsius en van
der Leijé; het schip zal gevoerd worden door den ge
zagvoerder P. Tobiassen.
Daar op sommige plaatsen in de provincie Gronin
gen de besmettelijke pokziekte zich onder de schapen
heeft vertoond, waartegen bereids krachtige maatregelen
van beteugeling zijn genomen, en het algemeen belang
zoowel als dat van den veehandel in het bijzonder de
meest mogelijke voorzichtigheid raadzaam maakt, terwijl
bij roekeloos vervoer van verdachte schapen, van de
zijde der Engelsclie regeering maatregelen te wachten
zijn, die den zoo gewichtigen handel in schapen op En
geland tijdelijk totaal zou vernietigen, hebben gede
puteerde staten dier provincie het meest strenge toezicht
gelast op den verkoop van schapen, speciaal in die
gemeenten waar de ziekte zich heeft geopenbaard.
Voorts zijn de belanghebbenden uitgenoodigd op de
meest nauwgezette wijze mede te werken, ten einde niet
slechts verdere verspreiding der ziekte, maar ook strem
ming van den handel in vee op Engeland te voorkomen,
die zulke ver uitziende gevolgen voor een belangrijken
tak van dien handel zou na zich slepen.
Het provinciaal gerechtshof in Zuid-Holland, in
raadkamer, heeft geene termen gevonden ter verwijzing
naar de openbare terechtzitting van de personen, be
schuldigd van het uitgeven van valsche geconfedereerde
en iMexicaanscho obligatiën, en hunne onmiddellijke
invrijheidstelling bevolen.
In the Times komen verschillende brieven voor
van vaders, die over de lange vacantie hunner zonen
klagen. Op de groote kostscholen als te Eton, te ITarrow
en Rugby, en op de academiën van Oxford en Cambridge,
hebben de jonge lieden meer dan een halfjaar vacantie.
Wanneer men zich herinnert hoe ontzaglijk kostbaar
het verblijf aan eene Engelsche academie is, waar al de
studenten in het gebouw zelf hunne kamers hebben, dan
is het stellig verwonderlijk, dat men voor al dat geld
slechts onderwijs, kost en inwoning voor een half jaar
krijgt. Voor ouders met groote gezinnen en kleine huizen,
die zich om den wille van hunne kinderen vele opoffe
ringen getroosten, moeten die zes maanden vacautie eene
groote ergernis zijn.
De Fransche Moniteur van Zondag avond deelt
den volgenden brief mede van den keizer aan generaal
Mellinet, kommandant der nationale garde van het depar
tement der Seine:
„Mijn waarde generaal, ik verzoek u aan de nationale
garde mede te deelen dat zij mij bij de revue van giste
ren veel genoegen verschaft heeft. Ik ben hoogst voldaan
over hare houding en den goeden geest die haar bezielt.
Steeds zal ik op hare vaderlandslievende gezindheid
blijven rekenen. „napoleon.
„Paleis van Fontainebleau, 15 Augustus 1868."
Men heeft opgemerkt dat bij de revue van Vrijdag
sommige bataljons van de nationale garde door een zwerm
politie-agenten waren omgeven, terwijl een kolonel het
20e bataljon, na afloop van het defileeren, heeft verweten
te weinig en niet luid genoeg: Vive rimpereur! te hebben
geroepen. Dat men bij genoemde militaire plechtigheden
toch wel eenigszins bevreesd was voor demonstraties,
blijkt daaruit, dat, gedurende al den tijd dat de revue
duurde, twee batterijen artillerie, behoorlijk geladen, in
reserve stonden, terwijl in sommige regimenten de sol
daten van scherpe patronen waren voorzien.
Een onder Engelsche vlag varende schooner, uit
Oran komende, is op vijf mijlen ongeveer van Carthagena
door een vaartuig van de Spaansclie douane aangehouden
en genoodzaakt geworden daar gedurende vier dagen
quarantaine te houden, onder verdenking vanzeerooverij,
waaromtrent een onderzoek is ingesteld. Ofschoon het
vermoeden onjuist is gebleken, heeft men de bemanning
30 uren gevangen gehouden. De Engelsche consul heeft,
in afwachting van de nadere bevelen zijner regeering,
protest aangeteekend tegen deze beleediging van de
Engelsche vlag.
De Correspondance Italienne deelt het volgende
mede: „Omstreeks het midden der vorige maand werd
te Skutari het lijk van Bib-Doda, den vorst der Mirditen
(of roomsch-catholieke Albaniërs) met groote praal en
eerbewijzen, ouder deelneming van de Turksche over
heden en van den Franschen consul, ter aarde besteld.
Vervolgens werd op de plaats alwaar het lijk begraven
was, op bevel van de stedelijke overheid, eene eerewacht
geplaatst; maar de Turksche landvoogd Ismaïl-pacha,
alsmede de militaire gouverneur van het gewest, vonden
dit niet goedzij wendden voor, dat zulk eene eerewacht
eene bijzondere onderscheiding was, waartoe noch in den
rang van den overledene, noch in 's lands gebruiken ge
noegzame grond te vinden was; dientengevolge werd de
eerewacht den 27 Juli van de begraafplaats verwijderd
en er niet weder geplaatst. Nu gebeurde het eenige
dagen later, in den nacht tusschen 30 en 31 Juli, dat de
grafkuil, waarin het lijk van Bid-Doda rustte, doorheilig-
schennige handen werd geopendeenige schreden van
daar vond men den volgenden ochtend het lijk van den
vorst, afschuwelijk mishandeld, en op zijn hoofd de stuk
ken van een kruis hetwelk op het graf had gestaan. Deze
gruwel werd terstond ter kennis van den Franschen
consul gebracht, en gaf aanleiding tot ophelderingen
tusschen hem en den landvoogd Ismaïl-pacha. Toen
het lijk gevonden werd, was het nog met de rijke
generaals-uniform bekleed, en geene van de daartoe
behoorende kostbaarheden was verdwenenzoodat de
schending van het graf niet kon worden toegeschreven
aan gewone boosdoeners, gedreven door de zucht om
zich te verrijken. Het gebeurde moest gehouden worden
voor een werk van dweepzucht; het moest verricht zijn
door .eenige mohammedanen, die in den overleden vorst
den volksstam der Mirditen en de christenen in het
algemeen hadden willen honen. Op grond daarvan werd
door den Franschen consul, als goedmaking voor de
beleediging, geëischt dat het lijk van Bib-Doda op nieuw
plechtstatig zou worden begravenverder dat er onder
medewerking van het Fransche consulaat een gerechtelijk
onderzoek omtrent het gebeurde zou worden ingesteld
en eindelijk dat er door de zorg en op de kosten der
plaatselijke regeering een grafteeken ter eere van Bib-
Doda zou worden opgericht. De tweede begrafenis heeft
werkelijk en wel reeds in den ochtend van 31 Juli plaats
gehad, in bijzijn van den Franschen consul en van den
roomsch-catholieken bisschopeene compagnie Turksche
soldaten diende daarbij tot geleide. Het gerechtelijk
onderzoek is ingelijks door de Turksche overheden aan
gevangen, onder toezicht van den tolk van het Fransche
consulaat. Aangaande het grafteeken heeft Ismaïl-pacha
geantwoord dat hij, zelf afgezet zijnde, niet meer in staat
was om den consul de oprichting daarvan te beloven."
De Parijsche Moniteur bevat het oflicieele rapport
van den minister van financiën omtrent de voorloopige
uitkomsten der inschrijvingen voor de leening van
429 millioen franken, en die van 6 tot 13 Augustus
waren geopend. Tot den koers van uitgifte van 69.25 fran -
ken, vertegenwoordigde het in te schrijven kapitaal
(450.)- millioen in hoofdsom en suppletie) een bedrag
van 19,516,245 aan rente van 3 pet. Het aantal inschrij
vers bedroeg 781,292 voor 660,184,270 franken rente,
dus een kapitaal van 15 millioenen of bijna 34 maal