middelburgsche COURANT. N°- 128. Dinsdag 11 Augustus. 1868. öinnenlcmïr. Editie van Maandag avond 8 uren. De Burgemeester van de gemeente Waarde, roept v°or de vierde en laatste maal opRechthebbenden op eene aan den Zeedijk aldaar gestrande Zivartc Sloep •Et een klein wit randje van buiten, en van binnen jonker bruin geschilderd, met een breede witte rand,"bn- aai'in 3 riemen, 1 roer, en 1 dreggetje. Waarde, den 11 Augustus 1868. De Burgemeester voornoemd J. VERËEKE. Middelburg lO Augustus. Het Staatsblad n°. 115 bevat het volgende koninklijk besluit van den 29 Juli 1868, houdende opheffing van het clepartement voor de zaken der hervormde en andere Erediensten, behalve die van den roomsch-catholieken. Wij Willem III, bij de gratie Gods, koning der Ne derlanden, prins van Oranje-Nassau, groot-hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Op het rapport van den raad van ministers, dd.21 Julil868; Gelet op art. 73 der grondwet Overwegende: de aan de kerkgenootschappen verzekerde vrijheid, alles,wat hunnen godsdienst en de uitoefening daarvan la hunnen eigen boezem betrott, te regelen, de instand houding van afzonderlijke departementen voor de zaken uur verschillende eerediensten niet noodzakelijk maakt; dat de voortdurende instandhouding van die departe menten niet strookt met het staatsrechtelijk beginsel van Eheiding van kerk en staat en dat, ook bij opheffing van die departementen, de Wenschelijke waarborgen voor de toepassing der grond wettige beginselen, in betrekking totdoaangelegenheden der kerkgenootschappen, door het staatsgezag kunnen Erschaft worden. Hebben besloten en besluiten Ons besluit van 2 Januari 1868 (Staatsblad n°. 1) in te Hekken Voorts in overeenstemmingmetons besluit van 21 April 1°02 (Staatsblad n°. 42), het volgende vast te stellen: te rekenen van 1 September a., wordt het tegenwoordig departement voor de zaken der hervormde en andere ee>'ediensten, behalve die van den roomsch-catholieken, °Pgeheven, en het beheer van die zaken aan onzen minister van financiën, tot hiertoe belast met het beheer van genoemd departement, opgedragen, onder bepaling 1°. dat de zaken van gemelde eerediensten zullen be handeld worden in de bureaus van het opgeheven depar tement, die eene bijzondere afdeeling zullen uitmaken, daarvan de directie, onder de bevelen van onzen voor- hemden minister, wordt toevertrouwd aan den hoofd- a(nbtenaar, die reeds vroeger onder den titel van „Admi nistrateur voor de zaken der hervormde en andere eere- niensten, behalve die van den roomsch-catholieken" heeft Sefungeerd en nu laatstelijk als secretaris-generaal bij net opgeheven departement werkzaam geweest is 2». dat over de uitgaven, bij hoofdstuk Vllc der staats- Egrooting voor het dienstjaar 1867 en bij hoofdstuk X voor het dienstjaar 1868 toegestaan, inet inachtneming Wn de bestaande verordeningen, onder verantwoorde lijkheid van onzen voornoemden minister zal worden beschikt 3°. dat dc staatsuitgaven voor de zaken der hervormde en andere eerediensten, behalve die van den roomsch- eatholioken, voor 1869 en volgende dienstjaren zullen h'Wdcn opgenomen in een afzonderlijk hoofdstuk C der begrooting voor het departement van financiën; en 4». dat onze voornoemde minister ons nadere voor bracht zal doen omtrent de organisatie van de hiervoren 8,lb 1 bedoelde afdeeling. Onze minister van financiën is belast met de uitvoering Van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst, en waarvan afschriften, tot naricht, zullen gorden gezonden aan de departementen van algemeen bestuur, aan de hooge collegiën van staat, aan de beide hamers der staten-generaal en aan den raad van ministers. Thun, den 29 Juli 1868. WILLEM. De minister van financiën, tijdelijk voorzitter van den raad van ministers, VAN BOSSE. Uitgegeven den zesden Augustus 1868. De minister van justitie, VAN L1LAAR. De hoeren F. P. L. Pollen, W. C. de Crane en 8. van Bochove zijn, onder de gewone bepalingen van onder- hoorigheid, toegelaten als consulaire agenten van den Noord-Duitschen bond, respectivelijk te Scheveningen, Zierikzee en Brouwershaven. Per telegraaf wordt ons I: J n gemeld dat de minister van binnenlandsche zaken eervol heeft ontslagen de volgende ambtenaren bij zijn departement: de hoofd commiezen W. G. de Bas en W. Coolde commiezen J. G. van Thiel, A. Schieke, P. van Sluijs de Quack en J. Manesse; de adjunct-commiezen A. Goijaars, P. J. Schiedges en J. W. K. Roger. Daarentegen zijn benoemd: tot referendaris de com mies J. H. A. Kuijper; tot commies de adjunct-commies J. H. van Cranenburgh; tot adjunct-commies de eerste klerken Wolff en van der Hoorn Vermeer. Benoemingen en besluiten. consulaten. Vergunning verleend aan den heer Chs. Nijssen, consul honorair te Tunis, tot het aannemen der betrekking van consul van Rusland aldaar. Onderwijs. Het aan den minister van binnenlandsche zaken uit gebracht verslag der commissie, belast met het afnemen van examen B, volgens artt. 61 tot 65 van de wet tot regeling van het middelbaar onderwijs, is opgenomen in de Staatscourant van 9 en 10 dezer. Marine en leger. De luitenant-generaal W. J. Knoop, bevelhebber in de tweede militaire afdeeling, heeft heden eene inspectie gehouden over het hier aanwezige garnizoen. Gisteren heeft hij met gelijk doel Vlissingen bezocht en morgen vertrekt hij naar Neuzen. Bij koninklijk besluit van 25 Juli 11. zijn bij de batal jons grenadiers en jagers en bij de overige acht regimenten infanterie de tirailleur-compagniën als zoodanig opge heven. De daarbij dienende onderofficieren en verdere manschappen worden gekleed en gewapend, en genieten de soldijen zooals dit voor de onderofficieren en verdere manschappen van de bataljons, waartoe de compagniën behooren, is vastgesteld. Door den minister van oorlog wordt het aantal scherpschutters bepaald, dat bij elk bataljon en depot aanwezig kan zijn en tevens de ver- eischten aangewezen, waaraan de korporaals en soldaten moeten voldoen om de voordeelen, aan die categorie van militairen toe te kennen, te verkrijgen. De korporaals- en soldaten-scherpschutters zijn gekleed en uitgerust als de overige militairen van het korps. Zij genieten eene soldij-verhooging van vijf cent daags. De soldaten-scherpschutters dragen op den linkerarm een chevron, zooals die tot dusverre door de tirailleurs 1« kl. werden gedragen. Met 1 September a. treedt dit besluit in werking. Zr. M.8. ramschip de Buffel, hetwelk voor rekening van de Nederlandsche regeering in Schotland aange bouwd en den 28 Juli jl te Glasgow, ouder bevel van den kapitein-luitenant ter zee J. A. H. Hugenholtz is in dienst gesteld, is in den namiddag van den 8 dezer van daar ter reede van Texel aangekomen. Landbouw. De Staatscourant van 8 dezer bevat hot volgende ver slag van dc verwachtingen van den oogst in de provincie Zeeland. De berichten omtrent dc tarwe luiden, over het alge meen, gunstig. Zij heeft van het heete weder niets geleden, en is in rijpwording bijna eene maand op ge wonejaren vooruit, zoodat in hot laatst van Juli reeds op onderscheidene punten der provincie met den oogst was aangevangen. Men verwacht eene meer dan middel matige opbrengst. In Zuid-Beveland en in hot voormalig 4« district heeft zich hier en daar brandkoren vertoond. De rogge is uitmuntend geslaagd. In Schouwen en Tholen is de oogst reeds afgeloopen. Ook van dit gewas wordt de opbrengst boven het middelmatige geschat. De wintergerst heeft van de droogte geleden en is daardoor licht van stroo gebleven. Men verwacht echter een tamelijk voordeelig beschot. Op vele plaatsen is zij reeds gesneden. De zomergerst is minder goed geslaagd, zoodat ze slechts een middelmatig beschot zal opleveren. Ook op de haver heeft het drooge weder een nadeeligen invloed gehad, zoodat de opbrengst nauwlijks het middel matige zal bereiken. De paardenboonen laten veel te wenschen. Ze zijn veelal door de hitte verschroeid en door de luis geteis terd. In Walcheren en in Tholen zijn ze als bijna geheel mislukt te beschouwen. Ook omtrent de erwten luiden de berichten ongunstig: vroegtijdig afgestorven, zijn ze klein van stuk gebleven- De vroeg gezaaide in Zuid-Beveland maken hierop eene gunstige uitzondering. Het koolzaad belooft slechts een middelmatig beschot. De korrel is echter, over het algemeen, olierijk en goed. Vele met dit zaad bezette gronden moesten worden om geploegd. Behalve in Zuid-Beveland voldoet het vlas, dat reeds getrokken en geweerd is, goed, ofschoon hot wat kort van stroo is gebleven. Het is blank van kleur en rijk in zaad. Van de aardappelen, waaraan vooralsnog geen spoor van de bekende ziekte te ontdekken is, verwacht men, behalve zooveel betreft dc latere soorten in Walcheren, eene ruime opbrengst. De driejarige meekrap belooft een goed, de tweejarige een gemiddeld beschot. De jonge meekrap wordt, door de droogte, op vele plaatsen belet goed door te groeien. De graslanden leden al vroeg van de droogte, zoodat de hooiopbrengst klein is. De na-etting is schier geheel verdord, zoodat liet weidend vee geen voldoend voedsel kan erlangen. Het is te verwachten dat de gevallen regen hierin nog eenig herstel zal aanbrengen. De hoedanigheid van het ingezamelde hooi is zeer bevredigend. Van de voedergewassen valt nog weinig met ecnige zekerheid te meldende regen zal daaraan veel goed hebben gedaan. De eerste snede van de klaver was ruim; van de tweede heeft men geene gunstige verwachting. Uit Schouwen schrijft men ons: De oogst is op dit eiland bijna overal ingezameld en de uitslag daarvan heeft de verwachting verre overtroffen. Alle gronden die in oenen voldoenden vruchtbaren staat verkeerden, hebben een zeer rijken oogst opgeleverd, althans voor zooveel betreft do rogge, tarwe, gerst en haver. Vooral is de qualiteit dezer gewassen uitmuntend en zal dit jaar' onder een van de beste graanjaren worden gerang schikt die men in lang heeft gekend. Het vlas is op vele plaatsen tegengevallendit is mede het geval met de blauwe erwten, uithoofde er van den laatsten bloei weinig is terecht gekomen. Dc paardenboonen zijn bijna algemeen slecht en zullen weinig meer opleveren dan het vorige jaar. De oude meekrap staat zeer goed en: doet een goeden teelt'verwachten, de jonge daarentegen; groeit zeer langzaam en lijdt blijkbaar door de aanhou dende en ongekende droogte. De aardappelen staan boven verwachting goed en hebben een goeden smaak, doch zullen vermoedelijk een geringe opbrengst geven. Zoo bevredigend in het algemeen de uitkomsten zijn van de bouwlanden, zoo bovenmate ongunstig is het, en vooral tegenwoordig, gesteld met do weilanden. De hooi opbrengst, hoewel een vrij goede qualiteit, is zeer gering, zoodat er in den volgenden winter met overleg zal moeten worden gevoederd. Van nagras is er bijna geen spraak en al de weilanden nagenoeg, geene uitgezonderd, zijn zoo dor en kaal als bevond men zich in den winter. Daarenboven bestaat er in verreweg het grootste gedeelte van hot eiland volslagen gebrek aan goed drinkwater voor het vee. zoodat dit op verren afstand moet worden, gehaald en alzoo zeer kostbaar is. Dat de veestapel hier onder lijdt behoeft nauwelijks gezegd te worden en even min dat het verlangen naar een milden en overvloedigen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1