MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' 127.
Zondag
9 Augustus.
1868.
Editie van Zaterdag avond 8 uren.
Middelburg 8 Augustus.
Ven aanzien der lijn RoozendaalVlissingen, sectie
Goes—Vlissingen, luidt het verslag betreffende den aan-
der staatsspoorwegen van 1 Januari tot 30 Juni jl.,
daarvan wij in ons vorig nommer met een enkel woord
Helding maakten, als volgt
a. Gedeelte Goes—Sloe.
Schikkingen tot aankoop van den dijk tusschen den
Nieuwen- en West-Kraaiert, alsmede van schorren onder
«Heer Arendskerke en Wolfaartsdijk moeten nog ge
troffen worden.
Op enkele gedeelten na, waarvan de voltooiing door
ket niet beschikbaar zijn van den genoemden dijk werd
vertraagd, is de aardebaan voltooid. In het geheel zijn
daartoe in de baan circa 250,000 kub. el grond verwerkt.
Overwegen en parallelwegen, voor zoover die tot alge-
Hcene gemeenschap moeten dienen, worden behoorlijk
""derhouden. De ijzeren bovenbouw der brug te 'sHeer
Arendskerke moet nog worden geplaatst.
Al de ijzeren buizen onder de baan zijn gereed, even
zo de aarden buizen onder de parallel- en overwegen.
De gemetselde doorgangen van de binnendijken, die
doorsneden worden, zijn, met uitzondering van die in
kovengenoemden dijk en den westelijken dijk van den
West-Kraaiert, op de bemetseling der schotbalken na,
foltooid.
Het hoofdgebouw te 'sHeer Arendskerke was den
1 Mei gereed; evenzoo de in bestek n°. 275 beschreven
trachterswoningen. Van het halte-terrein te 's Heer
Arendskerke heeft de drooglegging plaats gehad. De
spoorbaan is over ccne lengte van 8600 el gelegd, of van
kef begin dezer sectie tot nabij den westelijken dijk van
den Nieuwen Kraaiertpolder. De wissels en zijsporen op
de haite te 'sHeer Arendskerke zijn alle gelegd. Tot het
«Poorlichten van de baan zijn tot heden gebezigd eene
koeveclheid van 10,000 kub. el ballast. Met het maken
der werken voor de beveiliging, bewaking en afdeeling
vnn den weg, en met die van bij zonderen aard en strekking
's men geheel gereed.
Cledeelte SloeVlissingen en kanaal
door Walcheren.
Op enkele pcrceelen na, die vermoedelijk hij gereclite-
'like onteigening zullen moeten worden verkregen, zijn
a' de gronden op Walcheren aangekocht. Voor zoo ver
die gronden onder het beheer van de administratie van
«rijks waterstaat vielen, werden zij bij procesverbaal
overgenomen. Overigens wordt nog de administratieve
regcling gevorderd van den afstand van verschillende
gemeentewegen, die in de werken vallen. De gronden
d'c niet direct voor de werken benoodigd waren, werden
Achtereenvolgens door de zorg van de administratie der
domeinen verpacht.
Nadat bevonden was dat de beheiing der omkuiping
voor het buitensluishoofd der dubbele schutsluis te
Wissingen, "bij de diepte van den put van 6 el -f A. P.
V(;el bezwaar ontmoette, werd deze verdiept, en, ofschoon
d« damplaten daarna ongeveer ter lengte dier verdieping
dieper konden worden ingeheid dan vóór de verdieping,
kon echter de in het bestek voorschreven diepte van
dd el A.P. met de punt nog niet bereikt worden, noch
Mi damplaten van 15 duim, noch bij dampalen van
^5 duim dikte, terwijl meerdere verdieping van den put
"iet wenschelijk scheen. Dit gaf aanleiding dat de aan
nemer verzocht de beschreven damplaten van 8 el lengte
te mogen verminderen tot 6 el lengte en deze met de
P'mt te heien tot 12.50 el rr AP. in plaats van tot
M el -r AP. Nadat dit verzoek was ingewilligd, werd
''ieiiovercerikomstigvooi'tgewerkt. Niettegenstaande deze
c£emoetkoming bleef de beheiing nog aan groote be
swaren onderhevig; tengevolge waarvan de aannemer
sich verplicht zag voor cen groot deel de platen van
J duim door dampalen van 25 duim zwaarte te ver
bogen. De omkuiping voor het buitensluishoofd werd
ll'?'0o met die zwaardere dampalen voltooid en onmiddel
lijk daarop een aanvang gemaakt met de uitbaggering
binnen de omkuiping, welke tot 10 el -r AP. of omtrent
op de vereischte diepte gevorderd is.
Op gelijke wijze is met de omkuiping voor het groote
binnensluishoofd, sedert eenigen tijd een aanvang ge
maakt en daarvan 29 el afgeheid.
Zooals het zich aanvankelijk iaat aanzien, zal de be
heiing hier ter plaatse gelijke bezwaren ontmoeten als
bij het buitensluishoofd. Behalve zes klinkheistellingen
zijn daarbij drie stoomheistellingen in werking. De
beheiing der palen voor het binnensluishoofd der kleine
sluis is afgeloopen, terwijl die voor den kolkmuur der
kleiue sluis, de beide scheidings-bazaltmuren en voor
den aansluitings-bazaltmuur van het buitensluishoofd
der kleine sluis aan den westhavendam nagenoeg ten
einde zijn.
De hoeveelheid ontgraven en gebaggerden grond voor
de fundeeringputtcn enz., bedraagt in het geheel
188,446 kub. el.
De bemaling geschiedt voortdurend met een centrifu-
gaalpomp in elk der heide sluisputten, aan ieder waarvan
óen reserve is toegevoegd.
Met het aanvoeren van materialen en het kloppen van
steenstukken voor den beton, wordt krachtig voort
gegaan.
Aan den zeedijk is een tijdelijke losstijger gemaakt
van ongeveer 80 el lengte.
De dubbele dienstwoning was op den bij het bestek
bepaalden tijd gereed, behoudens de buitenbepleistering
met portlandcement, welke voorloopig achterwege is ge
laten om die later aan te brengen.
De bezinking voor de beide liavendammen van de
buitenhaven te Vlissingen, omschreven in bestek 296, is,
behoudens een nog te plaatsen kraagstnk aan den oost-
havendam, geheel afgeloopen, terwijl ook de nastorting
daarop nagenoeg geheel is volbracht. De westhavendam
is aan de westzijde opgewerkt, tot gemiddeld 3.50 el -f-
AP., afdalende tot ongeveer 0.75 el AP. aan de oost
zijde. Op het westelijk beloop daarvan is, behalve de
gevorderde bekleeding de navolgende definitieve verde
diging aangebracht
1200 vierk. el bazaltglooiing;
580 Doorniksclie steenglooiing, en
976 Vilvoordsche steenglooiing op puin
alle overeenkomstig de besteksbepalingen bezet met
perkoenrijen en deels bovendien met staakrijen. Met het
plaatsen der staketreeks op dit beloop is eveneens een
aanvang gemaakt.
De oosthavendam is als volgt opgewerkt:
van 23 cl uit den teen des dijks over 90 el, tot 0-25
cl AP.van hier tot 97 el verder opklimmende tot
4.70 el -j- AP. en verder over 10 el te dezer hoogte
eindelijk het binnenbeloop opgewerkt tot 3 el AP.,
afdalende tot 1 el -f— AP. van het buitenbeloop. De
grond, benoodigd tot het opwerken der liavendammen,
is ontleend, deels door ontgraving deels door uitbagge
ring met een stoombaggermolen, tusschen de heide
liavendammen, en voor een klein gedeelte door afgra
ving van het strand ten oosten van den oosthavendam.
De hoeveelheid ontgraven en gebaggerde grond bedraagt
in het geheel 44,913 kub. el.
De beide sluisputten van de binnen keer- en schut
sluis te Vlissingen, volgens bestek n». 303, zijn geheel
op diepte, en de toegangweg voor het gedeelte ten oosten
van den straatweg met den uit den buitensluisput voort
komenden grondonder het voorschreven profil op
hoogte of 3.50 el -f- AP. gebracht. De omkuiping voor
het binnensluishoofd werd het eerst ondernomen, en
nadat ook hier de beheiing bezwaarlijk bleek te gaan,
werd de aannemer op diens verzoek vergund dampalen
van 25 duim zwaarte bij 6 el lengte, in plaats van dam
platen van 15 duim zwaarte bij 7 el lengte, te bezigen.
Op deze wijze werd de omkuiping voor het binnen
sluishoofd met goed gevolg tot stand gebracht, waarin
de uitbaggering aangevangen en ten einde gebracht
werd, zoodat thans een aanvang ia gemaakt met het
heien der palen binnen de omkuiping, waartoe in
werking is een stoomhei op vlot.
Met de omkuiping voor het buitensluishoofd is even
eens een aanvang gemaakt; daarvan zijn 47 el afgeheid,
geheel met dampalen van 25 duim zwaarte en 6 el lengte.
De beide westelijke vleugels van het binnensluishoofd
zijn nagenoeg geheel afgeheid, terwijl de oostelijke
vleugels van het binnen- en buitensluishoofd onder
handen zijn.
De hoeveelheid ontgraven en gebaggerde grond be
draagt 60,704 kub. el.
De bemaling geschiedt met een ccntrifugaalpomp op
elk der beide sluisputten. Met het aanvoeren van mate
rialen en het kloppen van steenstukken voor den beton,
wordt geregeld voortgegaan.
Tot het vervoer van materialen werd een liulpspoor
gelegd van liet marinedok door de vestingwerken in ver
binding met liet werk.
De uitwateringsluis bewesten Vlissingen, aanvankelijk
met eenige werken in massa aanbesteed doch niet goed
gekeurd, werd den 9 April herbesteed en aangenomen
door G. van Dam te Rotterdam voor ƒ97.200. Nadat deze
aanbesteding was goedgekeurd, werd den 27 April met
de uitvoering een aanvang gemaakt. De put is geheel
op diepte gebracht en de daaruit voortkomende grond
verwerkt totophooging van deboezemzccdijken, waarvan
de sleuven voor de kleikist gegraven zijn; de put wordt
droog gehouden door een stoompomp.
Van het te maken gedeelte van den Middelburg-Vlis-
singschen watergang, is een gedeelte, ter lengte van
130 el, ter diepte van 2 el -r AP. en een gedeelte ter
lengte van 90 el, ter diepte van 0.40 el -1- AP. gegraven.
De hieruit voortkomende grond is voorloopig zijdelings
opgeborgen en zal per spoor vervoerd en verwerkt
worden in de boezemzeedijken. De geheele hoeveelheid
ontgraven grond bedraagt 7965 kub. el.
Een voorstel werd gedaan voor eene verbinding van
het marinedok met de ontworpen spoorweghaven te
Vlissingen, waarbij tevens in hoofdtrekken een plan
werd aangegeven om de terreinen der vestingwerken en
van de marinewerven tot bepaalde doeleinden te bezigen.
In afwachting dat zich het verkeer aan de zeezijde zal
uitbreiden, werd verder een plan voor eene voorloopige
stations-inrichting te Vlissingen ontworpen.
Een ontwerp van ijzeren deuren voor de buitensluizen,
zoowel teVeere als te Vlissingen, werd opgemaakt en ter
goedkeuring ingezonden.
Het bestek met teekeningen en begrooting van kosten
voor het graven van het kanaal en het maken van de
aardebaan tusschen Middelburg en Vlissingen en eenige
verdere werken is gereed.
Bij Middelburg werden nog verschillende gebouwen,
waaVonder de Vlissingsche poort met duiker, deze laatste
van gemeentewege, afgebroken ten behoeve van het
graven van het kanaal bij die stad en de ophooging van
het stationsterroin aldaar, uitmakende de werken vol
gens bestek nu. 289.
Het gedeelte van den Middeiburg-Vlissingschen water
gang werd, met de daartoe behoorende brug in den singel
bij eerstgenoemde stad, voltooid en voor de afwatering
van den polder in gebruik gesteld.
Het aardewerk volgens bestek n». 289 werd gedurende
deze 6 maanden, ook tijdens de vorst, krachtig voortgezet,
zoodat het oostelijke gedeelte van het kanaal hij Middel
burg ontgraven is tot eene gemiddelde diepte van 4 cl
-r AP., terwijl het westelijk gèdeelte ter gemiddelde
diepte van 3.50 el w AP. ligt. Op het middengedeelte,
omstreeks de ontworpen kanaalbrug, is het kanaal getuid
deld tot 4.50 el -f- AP. ontgraven.
In dit laatste gedeelte heeft aan den zuidelijken oever
een vrij belangrijke afschuiving plaats gehad, die door
het leggen van een ringdijk werd afgescheiden van het
overige kanaal, waardoor de ontgraving daarvan geregeld
voortgezet kon worden, zonder vrees voor uitbreiding
der afschuiving.
Dc gronden uit de outgravingen voortkomende, wor
den'gebezigd om hot stationsterroin, de kanaaldijken, de
spoorbaan enz., op te hoogen; er zijn in dit tijdsverloop
ongeveer 150,009 kub. el verwerkt; waarvan het vervoer
uitsluitend per kruiwagen geschiedt over 2 tot 5 handen.