MIDDELBURGSCHE COURANT. N* 118. Zaterdag 1868. 25 Juli. Editie van Vrijdag avond 8 uren. t Middelburg 34 Juli. lu de .avondzitting der eerste kamer van Dinsdag 's ingekomen het wetsontwerp tot wijziging der con cessie voor het Noordzee-kanaal, dat naar de afdeelingen is verzonden. In de zitting van gisteren is medegedeeld dat door de ehleelingen tot hare voorzitters zijn benoemd de heeren Oost Jordens, Scbimmelponninck van der Oije, van Dwinderen en Blankenheym; tot ondervoorzitters zijn benoemd de heeren Messchert van Vollenhoven, Ore roers, Smit en van Eysinga. De commissie van rapporteurs heeft haar ein dverslag uitgebracht over het wetsontwerp tot goedkeuring der overeenkomst met de directie van het Noordzeekanaal gesloten. Op verzoek van den heer Cremers, die den minister Vai1 binnenlandsche zaken eenige inlichtingen wenschte Ie vragen naar aanleiding der aan de leden omtrent (teze zaak, onder geheimhouding, medegedeelde stukken, gaat de vergadering over in comité. Na de heropeniug der zitting wordt besloten de open bare beraadslaging over het wetsontwerp te bepalen op aanstaanden Zaterdag te LI uren. Heden te éen nurzou 'Ie zitting met gesloten deuren worden voortgezet. De gemeenteraad van Vlissingen heeft gelijk wij reeds gemeld hebben in zijne zitting van 15 dezer besloten om, naar aanleiding van geuite klachten over vertraging van de in uitvoering zijnde spoorweg- en kanaalwerken nabij die gemeente, zich bij adres tot Z- M. den koning te wenden, met bescheiden aandrang dat met die werken zooveel mogelijk spoed worde Remaakt. Dit adres, waarvan de redactie aan burgemeester en Wethouders werd overgelaten, is thans ingezonden. Het is te hopen dat niet alleen de besturen der aan de spoorweglijn Vlissingen -Venlo gelegen gemeenten, roaar ook de provinciale besturen van Zeeland, Noord- Draband en Limburg van luinne instemming zullen doen blijken. Het adres luidt als volgt „Sire „Mocht Vlissingen zich in de laatste jaren door eenigen voorspoed gezegend zien, vooral door de aldaar gevestigd Seweest zijnde marine-etablissementen, voor het grootste deel de bron van bestaan dier gemeente; thans, nu die roarine-etablissementen zijn opgeruimd, gevoelt Vlissin gen maar al te zeer welk verlies het daardoor ondergaan heeft. „Gelijk het voegzaam is, zich te onderwerpen aan alle 'Maatregelen van bestuur, die in het algemeen belang gevorderd worden, zoo voegt het Vlissingen ook te berusten in den maatregel tot opheffing der marinewerf, begrijpende dat men tot zulk een maatregel niet dan uoode zal hebben besloten, omdat het belang van den staat dit vorderde. „Maar, berust Vlissingen in dien maatregel, die de gemeente zóo gevoelig treft, en zóóveel middel van bestaan ontneemt; berust de gemeenteraad, die haar ver tegenwoordigt, in datgene, wat het rijksbelang eischte eu nu niet meer voor verandering vatbaar isvan de undere zijde is het voor den gemeenteraad ernstige Plicht om middelen te beramen, ten einde den tegen woordigen gedrukten toestand der ingezetenen, zooveel roogelijk, op te beuren. „Is het wonder, dat de gemeenteraad daartoe het oog vestigt op de spoedige algeheele voltooiing van den ZeeuwschLimburgschen spoorweg, die thans tot Goes geopend is; een spoorweg die voor Vlissingen handel en Scheepvaart zal kunnen doen herstellen en uitbreiden, waardoor andere, wellicht betere bronnen van bestaan dan die Vlissingen door de siooping der marinewerf rooet derven, geopend kunnen worden. „Intusscben Sire! zullen, wanneer met de afdamming van het Sloe moet worden gewacht totdat het kanaal door Walcheren zal zijn voltooid en voor de vaart ge opend, nog ruim vijf jaren verloopen, vóórdat de oeuwsehLimburgsche spoorweg zal zijn voltooid! „Dietusschentijd Sire! zou voor de gemeente Vlissin gen een achteruitgang van vele ingezetenen veroorzaken, waardoor de energie gevoelig zoude schade lijden, zoo °uinisbaar bij de eventueele opening van den spoorweg, om datgene tot §tand te brengen, waartoe de verbinding met het Europeesche spoorwegnet zal kunnen aanleiding geven; een achteruitgang waardoor vele ingezetenen, en God verhoede dit! tot armoede zouden kunnen ver vallen! „Het is de plicht van den gemeenteraad daarvoor te waken. „De gemeenteraad van yiissingen is daarom bedacht geweest op middelen, die de algeheele voltooiing van den internationalen spoorweg zouden kunnen bespoedigen en veroorlooft zich de vrijheid die, met de meeste be scheidenheid, aan uwe majesteit in overweging te geven. „Volgens den tegenwoordigen toestand zal: „1. de zeesluis te Vlissingen worden opgeleverd den 1 Augustus 1870; „2. de zeesluis te Veere den 1 juni 1871, en zou „3. de afdamming van het Sloe eerst kunnen plaats hebben in 1872, zoodat, „4. wanneer do werkzaamheden geregeld voortgaan, zonder eenig oponthoud, hetgeen bij dergelijke groote werken een zeldzaam geval is, de Zeeuwsch—Limburg sche spoorweg eerst in 1873 tot Vlissingen zou kunnen zijn voltooid en voor het internationaal verkeer geopend worden. „De gemeenteraad heeft zich de vraag ter beantwoording voorgesteld: op welke wijze zou in dezen toestand eene gunstige verandering kunnen worden gebracht en neemt de vrijheid zijne beschouwingen omtrent deze zoo gewichtige vraag, eerbiedig aan uwer majesteits oordeel en dat van uwer majesteits regeering te onderwerpen. „1. Men zou in 1869 zóo verre het kanaal tusschen Middelburg en Vlissingen kunnen graven, als dit tot het daarstellen van de spoorwegbaan tusschen genoemde steden noodzakelijk is; het inmiddels aanleggen van de spoorwegbaan van het Sloe naar Middelburg kan geene zwarigheid opleveren, terwijl die op het eiland Zuid- Heveland geheel is voltooid. „2. Tegelijkertijd zou de spoorwegbrug over het aan te leggen kanaal van Arnemuiden naar de Middelburg- sche haven kunnen worden gebouwd, zonder dat kanaal zelve reeds te graven. „3. Het Sloe zou in 1870 kunnen worden afgedamd. „4. Alsdan kon de spoorweglijn GoesVlissingen reeds in 1871 worden opengesteld. „Wat het eerste punt betreft, naar het bescheiden gevoelen van den gemeenteraad bestaat er geene zwarig heid, om in 1869 de aardebaan tusschen Middelburg en Vlissingen te voltooien, zonder dat het kanaal geheel en al gereed zij. Men zou daarmede gereed kunnen zijn tegelijk met bet opleveren der zeesluis te Vlissingen, den 1 Augustus 1870, terwijl de werken te Middelburg reeds in 1869 moeten voltooid wezen. Het kanaal Vlis singen—Middelburg zon dan kunnen worden geopend, zonder op de voltooiing der werken te Veere te moeten wachten. „Wat het tweede punt aangaat zou men niet behooren te dralen, de spoorwegbrug over het aan te leggen kanaal van Arnemuiden naar Middelburgs haven daar te stellen de voltooiing er van vóór 1871 kan ook geene zwarigheid opleveren; waarschijnlijk zal ook over dit kanaal een brug worden gebouwd voor de gewone communicatie. „Wat liet derde punt betreft neemt de gemeenteraad hier, evenals in de beschrijving van den tegenwoordigen toestand, een afzonderlijk jaar voor de afdamming van het Sloe, hoewel hier in het voorbijgaan wordt opgemerkt, dat men in het eerste geval bepaald schijnt te willen wachten met de afdamming van het Sloe, totdat alle haven- en kanaalwerken op Walcheren zijn voltooid, iets wat in het plan van den gemeenteraad volstrekt het geval niet is. Immers is men bijna algemeen van gevoelen, dat liet tractaat met België aan de afdamming van het Sloe voor de opening van het kanaal door Walcheren niet in den weg staat. Mocht dit echter worden vooronder steld, dan ware dit wellicht met overleg van België te regelen; de grootste tegenstand toch van België is ontstaan uit de vrees voor groot nadeel, dat men zag in den aanleg der Vlissingsche lijn en daar dit nu eene afgedane zaak een fait accompli is, zoo zullen zeer waarschijnlijk nu geene nieuwe moeilijkheden door België worden gemaakt. Wierd onverhoopt de afdamming van het Sloe, hetzij door déze, hetzij door géne omstandigheid opgehouden, dan zou men, met betrekkelijk geringe kosten, de gelegenheid kunnen maken om tijdelijk met eene stoomboot de communicatie te openen tusschen het Sloe, de spoorwegbanen tusschen Vlissingen en het Sloe, als in punt 1 en 2 bedoeld en gewensebt, gereed gemaakt zijnde, in welk geval de spoorweg van Vlissingen naar Goes reeds in 1870 zou kunnen geopend worden. „Wat het vierde of laatste punt aangaat, de spoorweg zon dan uiterlijk in 1871 kunnen worden geopend, dus twee volle jaren vóór het tijdstip waarop dit, naar het tegenwoordige plan (afdamming van het Sloe na de opening van het kanaal door Walcheren) zon kunnen geschieden. „Het is overbodig hier op het groot belang daarvan te wijzen, een zoo groot belang, dat niet alleen bestaat voor de verschillende deelen van Zeeland, maar voor het geheele land, dat de internationale spoorweg zal doorsnij - den en niet het minst voor de Maatschappij tot exploitatie van de staatsspoorwegen in éen woord, een belang dat men zeer gerust als algemeen staatsbelang zal kunnen aanmerken. „De gemeenteraad van Vlissingen, overtuigd als hij is, dat het bevorderen der welvaart van uwer majesteits onderdanen bet hoofddoel van uwer majesteits streven is, draagt de belangen van Vlissing's ingezetenen, waar mede bet belang van zoovele anderen uwer majesteits onderdanen verbonden is, eerbiedig en met vertrouwen aan uwe majesteit op. „De gemeenteraad van Vlissingen zou zich gelukkig achten, indien uwe majesteit kon goedvinden de werken tot voltooiing van den ZeeuwschLimburgschen spoor weg zóo te doen regelen, dat mot de afdamming van het Sloe zoodra mogelijk wierd aangevangen; dat middeler wijl de spoorwegbaan van Vlissingen naar het Sloe wierd gereed gemaakt, het kanaal van Vlissingen tot aan Middelburg wierd voltooid en alzoo, zonder on voorziene gebeurtenissen, uiterlijk reeds in 1871 de Zeeuwsch —Limburgsche spoorweg voor het internatio naal verkeer te Vlissingen kon worden opengesteld." Woensdag had de opening der stembus plaats voor de verkiezing van een lid van den gemeenteraad van Axel, in plaats van den heer L. Hoelands Janssen, over leden. Er waren uitgebracht 90 stemmen, alle geldig. Hiervan bekwamen de heeren S. A. de Smidt 36, A. v. 0. Kruijsse 15, R. v. d. Ree 14, P. Marijs 10, Jan de Putter 5, L. C. van Vessem 4, M. H. Telchuijs 3, P. Raijmond 2, S. van Hoeve 1 stem. Er moet alzoo overstemming plaats hebben tusschen de twee eerstgenoemden. Bij de Woensdag te 'sHeer-Abtskerke plaatsgehad hebbende opening van stembriefjes voor 3 leden van den gemeenteraad zijn herkozen de aftredende leden M. Stevense met 11 en D. Koster met 13 stemmen. Voor het derde lid moet eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren W. L. Hirdes, aftredend lid, die 7 en J. Slabbekoorn die 9 en S. A. Smits die 7 stemmen erlangden. In de Dinsdag avond gehouden vergadering van leden der zangvereeniging te Goes is de lieer H. Reichser, van Breslau, benoemd tot muziekdirecteur in plaats van den heer H. J. Kirrwald. In eene vergadering van ingelanden van den Goeschen polder is benoemd tot gezworen van dien polder de heer J. Vcrmeule, te 'sHeer-Hendrikskinderen, ter ver vanging van den heer M. Zandee, thans dijkgraaf. Naar wij vernemen, heeft prof. G. J. Mulder, die reeds sedert een jaar door den ongunstigen toestand zijner gezondheid verhinderd werd in liet waarnemen zijner academische werkzaamheden, thans zijn ontslag gevraagd als hoogleeraar aan de Utrechtsche hoogesehool. In de Staatscourant van 23 dezer is opgenomen het verslag van commissarissen der Nederlandscli-Indische spoorweg-maatschappij, aan de algemeene vergadering van aandeelhouders, ingevolge art. 41 der statuten. Benoemingen cn besluiten. commissarissen des konings. Op verzoek eervol ont slagen m'. E. J. A. grave van Bylandt als 's konings commissaris in de provincie Overijsel, onder dankbetui ging voor de vele door hem den lande bewezen diensten. rechterlijke macht. Herbenoemd de heerentot griffier hij het kantongerecht te Middelburg II. J. van Deinse; tot griffier bij het kantongerecht te Sluis T. J. Jansen; tot plaatsvervangend kantonrechter te Sluis C. Schout Veltliuys; tot griffier bij liet kantongerecht te Oostburg M. Therie; tot kantonrechter te Heinkenszand P. J. Buteux tot plaatsvervangend kantonrechter te Cortgene J. II. L. Vader; tot griffier bij het kanton gerecht te Axel M. 11. Telcliuys; tot griffier bij het i kantongerecht te Brouwershaven G. van Wage.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1