öuiUnlcmt», ,3fctijMnQcn. Qanixclsbmcljten. Brieven uit België. terwijl de gemeente slechts zou moeten zorgen voor een honderd kub. el plaatzand, ten bedrage van 140, zoodat de kosten, met bijberekening van eenige kleine uitgaven voor spijkers en dergelijke, nog geen 200 zouden zijn. Daar met deze uitgaat' de baan geheel in orde en de bestaande grieven geheel weggenomen zullen zijn, stelt de voorzitter voor tot die herstelling over te gaan. Daartoe wordt besloten. De voorzitter zegt dat hij na dit besluit tot uitgaaf de 'eden kan verblijden met eene voordracht tot vermeer dering der inkomsten. De aan de gemeente behoorende klepschuiten zijn namelijk weder in huur gevraagd van heden af tot het volgende jaar, a ƒ2.50 per dag of 17.50 s weeks per schuit. Evenzeer verlangt men den stoom- baggermolen (waarvoor bij eene vroegere gelegenheid 115.50 daags huur is betaald) te huren. Op voorstel des voorzitters is, daar zoowel de molen als de klepschuiten verder gedurende dit jaar kunnen gemist worden, besloten burgemeester en wethouders totdio verhuring te machtigen, voor wat den stoombagger- folen betreft onder nader overeen te komen voorwaarden. [Wie de huurders zijn is niet medegedeeld. Alleen Werd terloops door den lieer de Jonge aan een der leden te kennen gegeven dat vier klepschuiten bestemd zijn voor de werken te Vlissmgen en vijf voor die te Veere.j De voorzitter herinnert dat bij besluit van 21 Mei jl. aan de heeren A. J. Jongkindt en D. Brouwenaar Dron- kers bij onderhandschen verkoop 21} vierk. el gemeen tegrond op het Molenwater is afgestaan, welk besluit ook reeds door gedeputeerde staten is goedgekeurd. Ge noemde heeren hebben zich sedert echter bezwaard verklaard met de gemaakte voorwaarden. Burgemeester en wethouders hebben hun evenwel bij missive te kennen gegeven dat zij geen termen vonden om tot wij- Zlging der voorwaarden, waarmede belanghebbenden voorat bekend waren, te advisecren, en voorts dat, zoo vöor den 22 Juli geene bepaalde beslissing over den gesloten koop bij hen was ingekomen, zij de intrek king van het besluit van den 15 Mei aan den raad zouden voordragen, doch de gemaakte kosten in alle gevallen door genoemde heeren zouden moeten gedragen worden. Daar tot heden niets omtrent deze zaak is vernomen, stelt de voorzitter voor en wordt zonder hoofdelijke omvraag besloten, meergenoemd besluit in te trekken en daarvan aan gedeputeerde staten kennis te geven. Daarna is de zitting gesloten. Jk8gcsH.'C!i overzicht. Volgens la France zal de zitting van het wetgevend lichaam aanstaanden Zaterdag worden gesloten. Intus- sehen moeten behalve de quaestie om vier honderd millioen franken aan de stad Parijs te bezorgen, welke, in at wachting van nadere goedkeuring door het credit foncier zullen worden voorgeschoten - nog behandeld worden: de begrooting van ontvangsten, de buitengewone begroe iing, de begrooting van bijzondere ontvangsten en het wetsontwerp omtrentdelecning. De meerderheid verlangt echter bij de tegenwoordige hoogte van den thermometer Zeer om naar huis te gaan, en zal dus geen lange rede voeringen der oppositie gedoogen, zoodat al deze mil- "Oenen-vraagstukken spoedig kunnen zijn afgedaan. Omtrent de ontdekking der laatste samenzwering te Madrid was te Parijs reeds spoedig, gelijk wij mededeel den, het gerucht verspreid dat de regeering van Spanje door de Fransche politie zou zijn gewaarschuwd. Twee officieuse Parijsche regeeringsorganen, le Constitution eel, la France en 1'Etendstrd, komen thans vrij laat ver klaren dat dit gerucht ten eenenmale onjuist is. In eene mededeeling uit Spanje wordt beweerd dat de hertog van Monpensier, in plaats van zich naar Enge land te laten brengen, ecu tijdelijk verblijf op Portu- geesch grondgebied verkozen heeft, om alzoo oen blijk te geven dat hij slechts gedwongen zijn vaderland heeft verlaten en thans ook op den minst van Spanje verwij derden afstand wil vertoeven. Overigens wordt in dezen hnei medegedeeld dat liet ministerie al het personeel Van het postkantoor te Seviila heeft ontslagen omdat dB had geweigerd de brieven aan den hertog van Mont- pensier gericht aan te houden en te openen. - Dit be- r'eht is echter vrij onwaarschijnlijk; eene ministeriëele aanschrijving en machtiging om die brieven aan te hou- den zou wel met geen weigering door het post-personeel 1° Seviila bejegend zijn geworden. Zelfs in Nederland toch bestaan voorbeelden van dergelijke aanhoudingen van brieven op zulke ministeriëele aanschrijvingen, on danks de tegen zulk eene aanhouding bestaande strenge Mrafbepalingcn. Het plan van de Beierscho regeering om gemeenschap pelijk met de andere Znid-Duitsclië staten een verdedi- ê'Ulgs systeem aan te nemen en daartoe een militair trac- aatte sluiten, schijnt bezwaren te ontmoeten aan de zijde van Baden en Hessen-Darmstadt. Men vermoedt'dat de "'uisische regeering haren invloed heeft aangewend om eze rljken, waarvan het in de tweede plaats genoemde Gedeeltelijk tot den Noord-Duitsohen bond behoort, de 'Ciersche voorstellen te doen afslaan. Indien dit zich ajocht bevestigen zou daaruit blijken dat de bewering, spt men te Berlijn zulk eene toenadering tusschen de ^uid-Duitsche staten hetzij dan tot een militair eedgenootschap, hetzij tot eon Zuid-Duitsehon bond 'et ongaarne zien zou, geheel en al onjuist is. Meende men gedurende den laatsten tijd dat de fenians, zoowel in Ierland als in de Vereenigde staten van hunne plannen tot agitatie des lands en tot een inval in Canada hadden afgezien, zoo blijkt uit een bericht uit Cork dat dit althans, wat het levendig houden der agitatie in Ierland aangaat, niet het geval is. Eergisteren is aldaar een geweermagazijn geplunderd, hetgeen weder eene groote spanning' onder de bevolking heeft teweeg gebracht. Omtrent de reis van prins Napoleon, die, gelijk men weet, Athene niet heeft bezocht, maar te Syra heeft ver toefd, aldaar eene deputatie uit Kandia ontvangen, welke aandrong op Frank rij k's bijstand in den strijd tegen de Turksche overheersching. Volgens een bericht uit Parijs heeft prins Napoleon hierop een zeer ontwijkend ant woord gegeven. De ministerieele meerderheid der Grieksche kamer van afgevaardigden heeft dezer dagen bet ontwerp-adres van antwoord op de troonrede aangenomen, waarin, onder meer,de volgende zinsneden voorkomen: „Wij beschouwen het als een heilige plicht om aan eene tot hetzelfde ras als wij behoorende natie de ondersteuning to schenken, welke voor haar onmisbaar is. Wij uiten den wensch dat het verlangen onzes volks te dien opzichte moge ver wezenlijkt worden." Brussel 19 Juli. Hoe meer men den in- en uitwendigen toestand van België met oprechtheid bestudeert, zonder zich te laten misleiden door bedriegelijken schijn, leugenachtige, par tijdige en huichelachtige verdichtsels, des te meer komt men tot de treurige overtuiging dat die toestand nooit, zelfs niet den dag na den 2 December waarop, naar men zegt, alleen het toeval belette dat de bekendmaking van de annexatie van België in den Moniteur universel geplaatst werd, ernstiger en meer van gevaren zwanger was. Het geen ik daar schrijf zal mogelijk negen tiende der Belgen en negenennegentig percent der vreemdelingen verwou- deren. En geen wonder, want is men niet gewoon op alle mogelijke wijzen den voorspoed van België, zijne voortreffelijke instellingen, zijne dynastie, zijne ministers, zijne staatslieden, zijnekunsten bij na had ik geschreven zijne letteren te hooren roemen Dat is zoo algemeen aangenomen dat hij, die niet met dat algemeen concert instemt, zich bloot geeft om door de beste dier Bel gen als een landverrader en door dezulke die het tegen deel zijn van hetgeen men eerlijk en goed noemt, als nog iets ergers behandeld te worden. Zoo als uwe lezers, door eene serie van brieven, die ik u gedurende geruimen tijd reeds toezend weten, ben ik er niet voor, alles met de zwartste kleuren af' te schilderen. Ik leg hier in de wekelijksche correspondentie met de meest volkomen onafhankelijkheid waarvoor ik de redactie van de Middelburgsche courant mijn dank schuldig ben niet alleen mijne indrukken bloot, maar ook de vruchten van mijne nasporingen, van mijne opmerkingen, en van die van anderen, die zich beijveren om zich rekenschap to geven van den wezenlijken toestand der gemoederen en der zaken, en die zich niet met het oppervlakkige tevre den stellen. De ernstige zijde dan van den toestand is juist daarin gelegen dat niemand, behalve hier en daar een enkele, bevroedt dat België een crisis doorleeft. Die crisis is tegelijk in- en uitwendig. Het van buiten dreigende gevaar, dat minder, of liever het minst te vreezen is, is dit: dat België gelegen is tusschen de begeerlijkheden van het Noorden en het Zuiden, tusschen het pangerma- nisme, onder welken dekmantel Pruisen zijne verslin- dingszncht verbergt en den onverzadclijken honger van het tweede keizerrijk, dat gaarne nog eens weer jong zou willen zijn, zij het ook ten koste van niéuw bloed. Juist deze wederzijdsche naijver kan België nog redden namelijk wanneer het zorgt dat het inwendig in orde is. De politieke tering strekt zich verder uit, en het is slechts ter nauwernood dat de liberaal-catholieke dagbladen, door de koorden tot het uiterste te spannen en de hevig ste uitvallen te bezigen, het zoo ver kunnen brengen van in den tijd dor verkiezingen eenige teekenen van politiek leven te voorschijn te roepen. Maar en dat is een der treurigste eigenschappen van den toestand indien al eenige publieke quaestie vermogend genoeg is en er in slaagt om het publiek uit zijne gevoelloosheid te doen ontwaken en het eenige teekenen van levenskracht te doen geven, ook dan nog kan men zeker zijn dat een persoonlijke quaestie op den achtergrond schuilt. Beginselen te bespreken is goed voor onnoozele lieden. De slimmen bedienen zich er van, maar lachen in bun vuistje en houden zich, na eene discussie in de kamer, in eene vergadering der provinciale staten of in een ge meenteraad den buik vast, en roepen uit: „als ge ons foppen wilt, zullen wij ons ook niet onbetuigd laten: a farceur, farceur el demi." Zulk eene comedie in de wet gevende vergadering is vervelend; geen toorn, geon geestdrift, hoogstens wrok, gekwetste eigenliefde en on derdrukte haat. De onafhankelijkheid van den afgevaar digde wordt in beide gelederen als tuchteloosheid be schouwd; men spreekt om te spreken of liever om te stemmen. Men moet toch immers voor het oog van het publiek zich houden alsof men besluiten die het volk duur moet betalen, nauwkeurig onderzoekt. Het volk eindelijk, ik bedoel de Iloten in de politiek, hen die geen stemrecht hebben omdat zij niet het minimum van de bij de grondwet vereischte belasting betalen, dat volk ziet dat alles met een starend oog aan, maar wordt er niet wijzer door. Het werkt, lijdt, en ziet toe. Maar allen zijn zoo lijdzaam niet, want in de laagste klassen der maat schappij, die door onze staatslieden veelal geïgnoreerd worden, huist een geest van ontevredenheid, van verzet, dien men ten onrechte licht zou achten. Dit komt doordat zij gevoelen dat de toestand van België zeer verschillend is van dien in 1848 en zelfs in 1851. Op die twee tijdstippen stond het nog inderdaad, wat politieke instellingen betreft, aan het hoofd der staten van het vasteland. De gebeurtenissen echter die sedert in Italië en in Duitsehland plaats grepen hebben het achteraan geplaatst. Hot gevoelt dit zonder het te willen bekennen. Onze staatslieden hebben het ongelukkige beginsel om geen vooruitgang te willen inwilligen dan wanneer men op het punt staat hun de toestemming met geweld te ontrukken. Zij werken eene hervorming daarom zoo krachtig tegen, omdat zij die als een middel beschouwen, waarvan zij het gebruik mcenen te moeten uitstellen tot een wanhopige toekomst Middelerwijl hechten zij niet het minste belang aan de verschijnselen die zich voor doen. Maar door het kwaad te ignoreeren doen zij het niet verdwijnen. Het is zeker dat de sociale quaestie zich in België voordoet zonder dat men er acht op schijnt te slaan. Misschien zal het internationaal arbeiders-congres, dat hier in September gehouden zal worden, de oogen openen. Maar steeds blijft België toch in een abnorma- len toestand, die zoodra deze onverwachts met eene gebeurtenis van buiten in aanraking mocht komen, ernstig zou kunnen worden. Indien 1'Echo du Parlement, bij voorbeeld, al gerechtigd was om het bestaan van onderhandelingen betrekkelijk een commercieel en mili tair verbond tusschen Nederland, België en Frankrijk, te loochenen, zou liet geenszins bewezen zijn dat Frankrijk het niet op het een of ander oogenblik zou kunnen nood zaken om met hem in zoodanige gemeenschap van belan gen te treden, hetgeen een eerste stap tot de inlijving zou zijn. Om ile gevaren die ik voor België zie oprijzen te vermijden, weet ik slechts een middel: een politiek van vooruitgang. België heeft geen raison d'élre meer wanneer het ophoudt liberaal en democratisch te zijn. Zijn liberalisme en zijne constitutie gaven het voor en in 1848 die populariteit; de vrijheid alleen kan zijn schild en zwaard nog zijn bij de dreigende gebeurtenissen der toekomst. De kermis van Brussel draagt dit jaar een ongewoon blijk van opgewektheid en leven. Men heeft de bevolking door alle soorten van feesten gedurende vijf dagen willen electriseeren. Optochten van ruiters, concoursen van zanggezelschappen en boogschutterijen, mastklimmen, publieke bals en nog veel meer. Men is goed geslaagd. Een stroom van vreemdelingen is naar Brussel heenge- lokt. De hotels zijn overvol. Dat zal den liandel doen herleven, zegt do burger. Het zij zoo, maar het zijn ge waagde middelen. Ik vrees dat, wat den handel betreft, alleen de koffiehuizen zullen profiteeren van deze zooge naamde philantropische en utilitaire feesten. Voor den voorspoed van den handel is er slechts éen hefboom: het vertrouwen van het volk op het tegenwoordige en op de toekomst. Maandag is het Nederlandsehe schip Julia, gezagvoer der J. van Loon, geladen met koffie, tin en bindrotting, met een diepgang van 16 a 17 voeten, rechtstreeks uit zee te Veere binnengekomen en ter reede geankerd. Het schip komt van Tilatjap (Java) voor rekening der Neder landsehe handelmaatschappij en is bestemd naar Mid delburg. In de op gisteren door de Nederlandsehe Handel-maat- schappij te Amsterdam gehoudene veiling van 55560 kranjangs Java suiker, is alles verkocht tot a 1 on der de in de veiling van Mei besteedde prijzen. Kraaamai-Iitcn cni. Amstkkdam 22 Juli. Raapolie op 6 weken ƒ32}. Lijn olie op 6 weken 36 j. Prjjzen van elfeeteu. Amsterdam 22 Juli 1868. Nederland. Certifie. Werkelijke schuld 2i pet. 57 dito dito dito 3 65$ dito dito dito 4 87$ Aand. Handelmaatschappij 4j 131$ dito exploitatie Ned. staatssp. 38 België. Certificaten bij Rothschild 2$ Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 93$ Certifie. adm. Hamburg 5 71 dito Hope Co. 1855, 6e serie 5 löJi dito ƒ1000 18645 87} dito 1000 1866 5 87 A Loten 1866 5 „215 Oblig. Hope Co. Leening 1860 4$ 79 Certifie. dito4 InscriptrStTeglitz Co. 2ca 4« L. 4 65 Obligati(iil_1867 4

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 3