MlDDELBURGSCHE
COURANT.
N°' l i 3.
Zondag
1868.
19 Juli.
Editie van Zaterdag avond 8 uren.
ISidtlclbiirg 18 .Juli.
Inde Staatscourant van 17 dezer zijn opgenomen de
wetten van den '27 Juni jl., houdende vaststelling van
hoofdstuk VII4 der staatsbegrootiug voor het dienst
jaar 1SC8, en die houdende nadere bepalingen omtrent
den accijns op de suiker.
De tegen gisteren te Goes belegde vergadering van
den gemeenteraad heeft geen voortgang kunnen hebben,
daar het vereischte getal leden niet tegenwoordig was.
™et kennisgeving waren afwezig: de heeren Saaymans
Vader, van don Bosch, en Pilaar; zonder kennisgeving:
do heeren Mortier, Verhagen, de Knokke van der Meulen
en van Voorst Vader.
De arrondisséments-rechtbank te Tiel heeft eone voor
dracht opgemaakt voor de vervulling der vaceerende
betrekking van rechter in dat college, waarop als tweede
eandidaat voorkomt m'. J. II. Ij. van Buren, thans kanton
rechter te Tholen.
Nadat Woensdag de verschillende sectiën van het te
Arnhem gehouden nijverheidscongres waren vergaderd
geweest, heeft Donderdag de algemeene zitting van het
congres plaats gehad, waarna de 2« zitting der algemeene
vergadering van de Maatschappij tot bevordering van
nijverheid werd geopend. Nadat nog verschillende on
derwerpen waren behandeld, zijn tot directeuren be
noemd, in plaats van de heeren Vrolik, Gevers Deynoot,
Kruseman en Previnaerc, de heeren dr. L. Mulder te
Arnhem; prof. A. C. van Hall te Groningend>'. E. II. von
Baumhauer te Haarlem, en Joh. Enschedé te Haarlem.
Bij acclamatie word tot voorzitter herkozen de heer van
der Boon Meseh.
De volgende algemeene vergadering zal te Groningen
worden gehouden.
Tot honorair lid der maatschappij is benoemd de heer
-■ Happé, lid van den raad van Nederlandsch Indië.
De gemeenteraad van Rotterdam nam den 13 Maart jl.
ee'i besluit, waarbij verworpen werd het geamendeerde
voorstel van het raadslid de Bruyn tot wijziging van
•M't. 31 der verordening op het burgerlijk armbestuur,
betreffende het verplicht schoolgaan der kinderen
van bedeelden op de openbare armenscholen.
De tegenwoordige minister van binnenlandsche zaken
beeft, naar aanleiding van dat besluit, onder dagteekeniug
Van 30 Juni, eene missive gericht aan den commissaris
bes konings in Zuid-Holland, waarbij hij zijne zienswijze
daarover te kennen geeft. De minister betreurt dat he
ruit, als zijns inziens niet bepaald in verband staande
oiet de toepassing van de wet op het-lager ouderwijs, en
Wenschto daarom, zooals hij in de zitting der tweede
kamer van 11 Junijl. te kennen gaf, door de regeering
maatregelen overwogen te zien ten einde daaraan geen
uitvoering te geven. Hij stelde echter prijs op de ziens
wijze der vergadering van inspecteurs van het lager
onderwijs, welke weinige dagen later onder zijne leiding
bijeenkwam, en stelde hen de vraag voor, of burgerlijke
ui'mbesturen bevoegd zijn aan ouders, die eenigen onder
stand ontvangen, als voorwaarde der bedeeling de ver
plichting te stellen dat zij hunne kinderen moeten laten
onderwijzen, en wel uitsluitend op de openbare armen
scholen? Het antwoord der inspecteurs luidde, dat naar
bun oordeel de letter der wet op liet lager onderwijs,
evenmin als die der armenwet, tot wier toepassing de
gestelde vraag in de eerste plaats schijnt te behooren,
baarop een bepaald antwoord geeft, hetgeen met het oog
op het te Rotterdam voorgevallene zeker te betreuren is.
Naar het eenparig oordeel der vergadering is echter de
genoemde voorwaarde niet overeenkomstig met den geest
van de wet op het lager onderwijs, noch met dien van
be staatsregeling, waarvan die wet een uitvloeisel is.
De grondwet immers heeft, met het welbekende doel, dat
uiemand verplicht wezen zou voor zijne kinderen van
be openbare school gebruik to maken, de vrijheid van
onderwijs op de meest ondubbelzinnige wijze gewaar
borgd, en de wet van 1857 heeft het in de grondwet
Uedergelegde beginsel nader ontwikkeld en in toepassing
gebracht. Indien nu geen ingezeten, die niet bedeeld
'si zou kunnen gedwongen worden, zijne kinderen naar
be openbare school te zenden, dan mag naar het een
stemmig gevoelen der inspecteurs, in de omstandigheid
bat iemand tot een burgerlijk armbestuur zijne toe
vlucht moet nemen, geen middel gevonden worden, om
hem op dit punt van slechter conditie te maken dan zijne
■ueergegoede burgers; om hem tot handelingen te dwingen,
uie tegen zijne gemoedelijke overtuiging indruisen, en
waartoe hij anders niet zou kunnen gedrongen worden.
En volgens den minister valt het niet te ontkennen dat
onder de arme zoowol als onder de gegoede standen der
maatschappij vele ouders gevonden worden, die met het
onderwijs, dat op openbare scholen gegeven wordt, geen
vrede hebben. Gemoedsbezwaren houden hen er van terug,
hunne kinderen aan dat onderwijs te doen deelnemen,
en daarvoor behoort men eerbied te hebben, al deelt men
er niet in. Geene reden, hoe schijnbaar gewichtig ook,
kan wettigen, dat iemand, 't zij arm of rijk, tot handelin
gen gedwongen worde in strijd met zijn geweten, en dat
liet onthouden van bedeeling aan hem, die zonder die
bedeeling gevaar loopt van gebrek om te komen, inder
daad dwang is, kan, naar het oordeel der inspecteurs, in
redelijkheid niet worden betwist. Op grond van deze
laatste opmerking waren enkelen zelfs van oordeel, dat
het stellen van de voorwaarde, dat de kinderen ter school
moeten gezonden worden, ook al wordt de keuze dei-
school vrijgelaten, niet overeenstemt met den geest onzer
wetgeving, die geene schoolplichtigheid kent en haar,
blijkens het dienaangaande in de vergadering der staten-
generaal voorgevallene, ook niet kennen wil. Kon de
groote meerderheid der inspecteurs in deze zienswijze
niet doelen, en achtte z j, dat artikel 24 der armenwet
do bevoegdheid geeft, om aan de bedeeling do voor
waarde van schoolgaan der kinderen in't algemeen te
verbinden, allen waren zij het er weder over eens,
dat het beperken der keuze van de ouders tot de open bare
school op den duur niet dan nadeelig voor die school
kan werken, omdat, bij don aangeboren vrijheidszin van
onze natie, eene instelling, tot welker gebruik men ge
dwongen wordt, onvermijdelijk eindigt met bij velen
weerzin te verwekken. Én evenzeer als het afkeuring
verdienen zou, bijaldien de vrijo ontwikkeling van het
bijzonder ouderwijs werd belemmerd, evenzeer ware het
te betreuren, indien het openbaar onderwijs, tengevolge
van dusdanige maatregelenin de openbare achting
daalde, en de eerbied voor de overheid, waarvan die
maatregelen uitgaan, hij de ingezetenen werd ondermijnd.
Op grond van deze beschouwingen was de vergadering
eenparig van oordeel, dat de besproken voorwaarde in
het belang van het onderwijs en van de verhouding der
ingezetenen tot de overheid niet raadzaam is en niet
overeenkomstig met den geest onzer staatsinstellingen.
De zienswijze dor inspecteurs stemde alzoo geheel
met die van den minister overeen, waarom hij voornoem
den commissaris des konings uitnoodigde daarvan mede-
deeling' te doen aan het gemeentebestuur van Rotterdam,
metbijvoeging datlietden minister aangenaam zou wezen
als tot de opheffing der bedoelde bepaling besloten werd.
Aan deze uitnoodiging is door den commissaris des
konings, uit volle overtuiging van de juistheid der be
schouwingen van den minister, bij missive van 2 dezer
aan burgemeester en wethouders van Rotterdam voldaan,
met verzoek te willen medewerken dat de raad besluite
om uit eigen beweging in te trekken of in bevredigen
den zin te wijzigen eene bepaling die terecht aanstoot
geeft en, naar hij vreest, eene voor Rotterdam weinig
vleiende vermaardheid heeft verkregen.
Bij missive van 13 dezer, aan den gemeenteraad gericht,
verklaren burgemeester en wethouders van Rotterdam
geene aanleiding te hebben om zich aan de gevraagde
medewerking te onttrekken, waarom zij de missives van
den minister en den commissaris des konings overleggen.
Lettende op de zienswijze van den minister; op zijne
verklaring in de tweede kamer bij de behandeling der
staatsbegrootiug, waaraan een der leden zijne adhaesie
schonk en welke door geen der leden werd wedersproken;
op de zienswijze der inspecteurs; op de door den vorigen
minister van binnenlandsche zaken kort vóór zijne aftre
ding ingediende wijziging der wet op het lager onderwijs,
waarbij onder meer de intrekking der bedoelde bepaling
werd beoogden uit dit een en ander ontwarende hoevele
bekwame en deskundige mannen onderling volkomen
eenstemmig oordeelen dat de bepaling in quaestie
niet langer onveranderd mag worden behouden, geven
zij in bedenking deze zaak nogmaals in overweging te
nemen. Mocht de raad besluiten, waartoe burgemeester
en wethouders wel zouden overhellen te adviseeren, tot
voldoening aan het te kennen gegeven verlangen, dan
bevelen zij eene wijziging van art, 31 der verordening
voor het burgerlijk aimbcstuur aan in den geest van het
voorstel, door het raadslid Viruly in de zitting van
12/13 Maart jl. gedaan.
[Dit voorstel strekte, om als hoofdbeginsel te doen
stellen dat het schoolgaan der kinderen van bedeelden
door raad en aansporing tot geregeld schoolbezoek zou
bevorderd worden, met vrijlating aan de ouders omtrent
de keus der school, doch onder bepaling dat, tot zeker
heid eener volkomen gelegenheid tot schoolgaan de
openbare armenscholen en bewaarscholen voor armen
voor die kinderen zullen worden opengesteld.]
in de raadszitting van eergisteren zjn al deze stukken
voor de leden ter inzage gelegd, om voor de volgende
zitting aan de orde te worden gesteld.
Benoemingen en besluiten.
pensioenen. Pensioen toegekend van f 4000 aan den
heer mr. J. P. J. A. graat van Zuylen van Nyevelt, laatst
minister van buitenlandsche zaken, onder intrekking van
het pensioen hem vroeger verleend.
consulaten. Op verzoek eervol ontslag verleend als
Nederlandsch sonsul te Bcyrut, voor Syrië, aan den heer
Pfaeffinger,en als zoodanig benoemd de heer A.G. Sayur.
leger. Pensioen verleend ten bedrage van f 1300
's jaars, aan de majoors C. II. L. Quarles de Quarles en
F. L. Rudolph, plaatselijke kommandanten 3» klasse,
respectievelijk te Bergen op Zoom en te Venlo, met toe
kenning aan beiden van den rang van luitenant-kolonel.
Kerknieuws.
Gisteren avond heeft de kerkeraad der Nederduit-
sche hervormde gemeente te Vlissingen het volgende
viertal predikanten opgemaakt: de heeren J. Brijce, te
Alphen; W. J. Geselschap, te IJsselinuiden; W. Mense,
te Bodegraven, cn G. H. Bleeker, te Fijnaart.
Het kiescollege der Nedcrduitsche hervormde ge
meente te 's Gravenhage, heeft ter beroeping van een
predikant uit het vroeger gemelde zestal het volgende
drietal gekozen: de heeren G. H. Bieeker, te Fijnaart en
Heiningen; J. W. Felix, te Utrecht, en W. J. Jorissen, te
Rotterdam.
-De heer J. E. van Toorenenboigen, predikant te
Lienden, is beroepen te Vrouwepolder.
Marime en leger.
De officier vanadministratie 1« kl. R. A. W. Jacobze,
dienende op Z'. M\ wachtschip te Vlissingen, wordt met
15 Augustus a. op non-activiteit gebracht en vervangen
door den officier van administratie 2c kl. J. A. Waldeck,
dienende op Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam.
Op Ms. wachtschip te Amsterdam wordt met den
1 Augustus a. geplaatst de officier van administratie
2c kl. W. F. Gouwe.
De officier van administratie 1' kl. A. C. Ruighart
dienende op Zr. M». ramtorenschip Prins Hendrik der
Nederlanden, wordt met den laatsten dezer maand op
non-aetiviteit gebracht en vervangen door den officier
van administratie le kl. C. J. S. Court.
De inspecteur van den geneeskundigen dienst der
zeemacht dr. G. F. Pop, gedetacheerd bij het departement
van marine, wordt met den laatsten September a. op
non-activiteit gebracht; de waarneming dier betrekking
wordt met den 1 October daaraanvolgende, naar aanlei
ding van Z''. Ms. besluit van den 4 dezer, opgedragen aan
don dirigeerenden officier van gezondheid lc kl. H. Slot.
De dirigecicnde officier van gezondheid 2C kl. J. D.
Sachse, thans geplaatst bij het hospitaal der marine te
Willemsoord, wordt met den laatsten Augustus a. op
non-activiteit gebracht; terwijl met den 1 October daar
aanvolgende bij gemeld hospitaal wordt overgebracht de
officier van gezondheid 2« kl. H. van Stocknm, thans
dienende op Zr. Ms. ramsckip de Buffel.
Gemengde berichten.
Donderdag is te Goes een aan den spoorweg verbon
den werkman eensklaps bezweken. In de nabijheid dier
gemeente is een arbeider, op het veld werkzaam zijnde,
insgelijks plotseling overleden. Op heide deze sterfge
vallen meent men dat de buitengewone hitte van grooten
invloed is geweest.
Ook te Brouwershaven heeft den 15 dezer liet baden
een offer geëischt. De 2Gjarige jongeling C. Gcleijnse.
die de steun zijner bejaarde moeder was, is bij het baden
verdronken.
Nader wordt medegedeeld, dat de predikantszoon,
die 11. Dinsdag in de Merwede, onder Giessendam, ver
dronken is, geen student te Leiden was De jongeling
was eerst circa 15 jaar oud. (A. Rolt. cour.)
Onder de besluiten, welke op de thans te Weenen
vereenigde internationale telcgraaf-conferentie genomen
zijn, behoort, dat voortaan op al de internationale lijnen
gebruik zal worden gemaakt van de schrijf-telegraaf
van Ilughes (die zelf aan de conferentie deelneemt), met
toepassing van den toestel van Morse, en dat de telegraaf
draden zoo veel mogelijk de dikte van vijf Ned. strepen
zullen moeten hebben; bepalingen, waarvan men zich
wat den spoed van het verkeer en de duidelijkheid der
telegrammen betreft, veel goeds belooft.
Te Dalfseu hebben burgemeester en wethouders
de inwoners gelast, dat ieder als voorzorgsmaatregel bij
brand voor zijne woning eene tobbe met water moet
plaatsen, ten einde zoo noodig daarvan een nuttig ge
bruik kunne gemaakt worden.