De weg van den Nieuwelandschen molen, tot den Hoofd
plaat-polder, verkeert in goeden staat, terwijl er voldoende
onderhouds-grint voorhanden ishet Duivelstraatje was
in beteren toestand dan ten vorigen jare, wat het profil
betreft; het ware echter nog veel te verbeteren zoo bij
het delven der slooten de opgedolven grond werd ge
bruikt om de hermen van den weg te verhoogen; hierop
is de aandacht gevestigd van den burgemeester en hem
aanbevolen om zorg te dragen dat, in overeenstemming
met het reglement op de buurtwegen, de uit te graven
grond niet aan den weg weid onthouden. De weg in den
Hoofdplaat-polder tot het dorp is voor een gedeelte goed
en voorzien van de noodige onderhouds-grint, doch wat
betreft het gedeelte bij het dorp slechts redelijk goed;
ook daarop is de aandacht gevestigd van den burgemees
ter, met verzoek daarop te willen toezien.
Van het dorp Hoofdplaat reed de commissie naar
Sasput. De grindbaan van den Hoogeweg tot het ge
hucht Sasput verkeert in zeer slechten toestand. Er was
medegedeeld dat deze weg eeno belangrijke verbetering
zou ondergaan en reeds voor een gedeelte was onder
handen genomen; verder dat er 170 kub. el grint be
schikbaar was voor de verbetering en dat er 80 kub. el
werd aangekocht tot onderhoud in den winter. De wijze
waarop de weg wordt verbeterd laat zeer veel te wen-
schen over, men is begonnen om er grint over te sprei
den, doch verzuimt om hem tonrond te maken, terwijl
door gemis aan afsluiting van de bermen, de zijkanten
van den weg en de grinthaan dooreen worden gereden,
zoodat het ontworpen werk niet van eenig nut zal
kunnen zijn. Ook schijnt de voorraad grint onvoldoende
om den weg behoorlijk te verbeteren. Het komt der
commissie voor dat het dijksbestuur van den Hoofdplaat-
polder, dat met hot onderhoud is belast, behoort te
worden gewezen op het onvoldoende van het werk en
aangespoord om betere maatregelen te nemen, met
verzoek spoedig te willen melden, welke maatregelen
zullen genomen worden.
De weg van Sasput naar Schoondijke verkeert in
onvoldoenden toestand, zoodat zich bevestigde wat bur
gemeester en wethouders van Schoondijke daaromtrent
hadden te kennen gegeven, namelijk dat er weinig tot
onderhoud is verricht. Burgemeester en wethouders
beklaagden zich dat de weg niet altijd zuiver wordt
gehouden en deelden tot staving daarvan mede, dat de
mest die in de maand September vau het vorige jaar,
tijdens het rijden der mestwagens, op den weg was ge
vallen, daarop is blijven liggen tot in de maand Decem
ber, waardoor de weg, voor de voetgangers vooral, veel
te wenschen overliet. Burgemeester en wethouders zijn
verzocht om een streng toezicht te houden, doch de com
missie acht het tevens noodig om de heeren Carpreau en
Lippens, als belast met het onderhoud van den weg, te
herinneren aan hunne verplichtingen en aan te sporen
tot een beter onderhoud en toezicht.
Te Breskens ontmoette de commissie den heer li. O. van
Manen, aspirant-ingenieur van den waterstaat, die mede
deelde dat de kunstwegen in het voormalig vierde dis
trict in vrij goeden toestand verkeeren, met uitzondering
van die waaromtrent hiervoren ongunstige berichten
zijn gegeven.
Wij vernemen dat Z. K. II. prins Frederik der Neder
landen op zijn verzoek ontheven is vau het oppertoezicht
over de verschillende wapenkorpsen en de koninklijke
militaire academie.
In de Nieuwe Groninger courant leest men
„In de goedonderrichte kringen verzekert men, dat de
bekende afgevaardigde uit Haarlem tegenwoordig een
zeer werkdadig aandeel heeft in de redactie van het
Haagsch orgaan, en wellicht bestemd zou zijn tot opvol
ger van den tegenwoordigen penvoerder. Wat hiervan
zij, zal de tijd leeren; groot verschil kan het echter niet
geven. De reactionaire partij onverschillig wie de
woordvoerder is zal niet ophouden liet land in rep
en roer te brengen, ten einde hare oogmerken te bereiken.
„In de zaak van het onderwijs toch sluit zij zich aan de
uiterste fractiën van het kerkelijke particularisme aan,
en waar Oostenrijk onze schoolwet overneemt, op poene
van de excommunicatie van het vaticaan, boeleert de
Nederlandsche reactionaire partij met de pauselijke ency
clieken van 1865 en 68, en met de orthodoxen van 1619.
Dezelfde mannen, die nog vóór eenige jaren de onver
draagzaamheid hadden van te laten schrijven: „Neder
land is een Protestantsche staat, de andersdenkenden
worden hier slechts getolereerd", zien er thans, uit par
tijbelang en staatkundigen hartstocht, geen bezwaar in
om de eischen der geestelijkheid ten aanzien van het
lageronderwijstesteunenen een ministerie te bestrijden,
dat niet gezind is ons lager schoolwezen, ons gezegend
openbaar onderwijs af te breken en te vernielen, en reeds
in het kinderhart de kiem van maatschappelijke en gods
dienstige tweespalt te leggen."
De groothertog van Luxemburg heeft benoemd tot
groot-officier der orde van de eikenkroon, generaal Neren-
burger, kommandant der militaire school in België; tot
kommandeur den luitenant-kolonel Liagre, van het Bel
gische leger, en tot officier den heer Edmond Vautier,
burgerlijk leeraar aan bovengenoemde school.
In de zitting der provinciale staten van Overijsel is
een voorstel ingekomen van de leden Campbell, van Roijen
en Hertzveld, om het gevoelen van gedeputeerde staten
te vragen nopens eene herziening hunner instructie, in
dien zin, dat aan de uitoefening hunner administratieve
rechtsmacht dezelfde vormen worden verbonden als
waardoor de orde van het administratief gezag voor den
raad van state wordt geregeld. Dit voorstel berust op
het beginsel van openbaarheid, wenschelijk geacht als
waarborg voor de deugdelijkheid der uitspraken van
gedeputeerde staten.
De Staatscourant van Zaterdag bevat de wetten van
den 27 Junijl., houdende vaststelling der hoofdstukken
VI en X der staatsbegrooting voor 1868.
In het nommer van Zondag en Maandag zijn opgenomen
de wet van den 27 Junijl. tot wijziging van de wet van
den 30 December 1865 (Staatblad n» 188) en aanvulling
van die van den 29 December 1866 (Staatsblad n» 231)
houdende aanwijzing van de middelen ter goedmaking
van de uitgaven, begrepen in de staatsbegrootingen voor
de dienstjaren 1866 en 1867. Voorts de wetten van de
zelfde dagteekening, houdende vaststelling van de hoofd
stukken III en XII der staatsbegrooting voor het dienst
jaar 1868, en die tot aanvulling der wet van den 20
December 1867 (Staatsblad n° 131) houdende aanwijzing
van de middelen ter goedmaking van de uitgaven be
grepen in de staatsbegrooting voor het dienstjaar 1868.
Eindelijk de wet van den 28 Juni jl. tot wijziging van
de begrooting van uitgaven voor de gestichten te Om-
merschans en Veenhuizen, dienst 1867, vastgesteld bij
de wet van 25 December 1866 (Staatsblad n° 183).
Benoemingen en besluiten.
eereteekenen. Vergunning verleend aan C. Strates
te Amsterdam tot het dragen der gouden medaille
Sc klasse cn van het zilveren kruis Fidei el Virlutihem
als zouaaf in dienst van Z. II. den paus geschonken.
betaalmeesters. Benoemd tot betaalmeester te Rot
terdam de heer J. II. Paehlig, thans te Middelburg, en
te Middelburg de heer W. P. van Visvliet, thans referen
daris bij het departement van financiën.
middelbaar onderwijs. Benoemd, met ingang van
1 Oc.tober a., bij de rijks hoogere burgerschool met drie
jarigen cursus te Warffum waarvan de vestiging be
paald is bij koninklijk besluit van 8 Februari 1866 tot
directeur en leeraar de heer R. Rijkens te Groningen;
tot leeraren de heeren G. Reinders te Groningen, H. J.
Makkink te Ilarlingen, P. G. Luitjes te Gouda, W. J. van
Goor te Assen.
Bepaald dat eene der rijks hoogere burgerscholen met
driejarigen cursus zal zijn gevestigd te Sappemeer, en
daarbij benoemd, met ingang van 1 October a., tot direc
teur en leeraar de heer dr.W.J.A.Renssen te Groningen;
tot leeraren de heeren H. Wefers Bettink te Utrecht;
H. Bol te Utrecht; mr. J. H. L. van Oven te Utrecht;
G. A. J. Franke te Delft; H. C. Spruyt te Sappemeer;
J. Molenaar te Sneek.
Bepaald dat eene der rijks hoogere burgerscholen met
driejarigen cursus gevestigd zal zijn te Assen, en daarbij,
met ingang van 1 October a., benoemdtot directeur en
leeraar de heer dr. J. B. Kan te Nijmegentot leeraren
de heeren A. van Hasselt te 's Hage, J. Doornbos te
Assen, H. C. Felser te Roermond, F. Meijer te Leiden,
J. E. Rijnbout te Utrecht.
leger. Benoemd bij het korps ingenieurs, mineurs en
sapeurstot kolonel de luitenant-kolonel D. G. Andreas,
van het korps, kommandant in de 3» stelling der genie;
tot majoor de kapitein 1» klasse J. P. Holtzschue, van
het korps, kommandant in de lle stelling der genie; tot
kapitein 3C klasse (naar ouderdom van rang) de lstc luite
nant F. Ermerins, van het korps, werkzaam bij de konink
lijke militaire academie; tot Pten luitenant (naar ouder
dom van rang) de 21'» luitenant J. Scholtens, mede van
het korps.
Onderwijs.
De gemeenteraad van Zierikzee heeft in zijne eergis
teren gehouden zitting waarvan wij het verslag later
zullen mededeelen benoemd tot leeraar in de natuur-,
schei- en werktuigkunde aan de openbare school voor
meer uitgebreid lager en middelbaar onderwijs den heer
P. Schuringa, candidaat in de wis- en natuurkunde te
Groningen. Op de lijst van aanbeveling waren met den
benoemde geplaatst de heeren J. E. Enklaar, candidaat
in de wis- en natuurkunde te Leiden, en S. P. Huizinga,
te Groningen.
De volgende alphabetisoh genoemde studenten aan
de polytechnische school te Delft hebben tot verkrijging
van het diploma voor civiel ingenieur voldoend examen
(C) afgelegddo heeren A. A. Bekaar, W. J. Brender
a Brandis, A. Schram de Jong, R. A. J. Snethlage,
J. A. Snijders C.Jz., M. Symons cn W. Verwey Azn.
voor bouwkundig ingenieur of architect de heer
J. P. E. Hoeufftvoor scheepsbouwkundig ingenieur
de heer B. Kruys Czn.voor werktuigkundig ingenieur
de heeren D. J. A. Drost en II. A. Ravenekvoor mijn
ingenieur de heer P. J. A. Renaudvoor technoloog
de heer J. Hartsen.
Jlariiic en leger.
Tegen 15 Augustus zijn bij de grenadiers en jagers
en bij de verschillende regimenten der infanterie opge
roepen al de miliciens van de lichting 1864 en een ge
deelte van die van de lichting 1865.
Rechtzaken.
Zaterdag stond voor het provinciaal gerechtshof in Zee
land terecht Jan Leeu we,oud 29 jaren,koopman, geboren en
wonende te Ellewoutsdijk, thans gedetineerd in'shofs ge
vangenis alhier, beschuldigd van 1". veertien valschheden
gepleegd in onderhandsche geschriften doorliet namaken
van handteekeningen en het verzinnen van overeen
komsten, en het desbewust gebruik maken van die valsche
stukken2°. diefstal gepleegd bij nacht in de aanhoorig-
heid van een bewoond huis door middel van inklimming;
3°. valschheid gepleegd in een onderliandsch geschrift,
door het namaken eener handteekening en het verzinnen
eener overeenkomst, en het desbewust gebruik maken
van het valsche stuk; en voorts gemeenschappelijk en
gelijktijdig 1». misbruik van vertrouwen, door ten nadeele
van den eigenaargoederen te verduisteren of weerlooste
maken, die hem waren ter hand gesteld tot eenen betaald
wordenden arbeid, om er iets bepaalds mede te doen
2°. oplichting, door onder aanneming van een valsche
qualiteit, zich door een ander goederen te doen afgeven,
en zich aldus bedriegelijk vau eens anders bezittingen
meester te maken.
De feiten zijn in hoofdzaak de volgende:
Op 30 Januari jl. zou de beschuldigde van den boek
handelaar Leonard de Fouw te Goes, verschillende boek
werken ontvangen hebbende om deze als colporteur tegen
belooning te verkoopen, die boekwerken wel hebben ver
kocht, doch de daarvoor ontvangen gelden niet hebben
verantwoord, maar ten eigen bate aangewend en ver
duisterd.
Op den zelfden tijd zou hij, van genoemden heer de
Fouw eenige gedrukte blanco bestelling-briefjes ont
vangen hebbende, om inteekenaren op verschillende
boekwerken te verzamelen, 14 van die briefjes zelf inge
vuld en met verschillende namen onderteekend hebben,
en vervolgens die op 4 Februari 11. aan genoemden heef
de Fouw ter hand hebben gesteld, en toen van dezen als
belooning voor het verzamelen van die inteekenaren
hebben ontvangen de som van f 5,50.
Ook zou hij een paard, hetwelk hem op 5 Februari 11.
door Pieter de Vriend to Iloedekenskerke was toever
trouwd, om het tegen genot van loon te verkoopen,
daarop hebben verkocht aan Johan Caboort te lvloetinge
cn het daarvoor ontvangen geld zich toegeëigend.
In den nacht van 8 op 9 Februari moet hij te Axel,
ten nadeele van Cornclis Smies, uit diens schuur, behoo-
rende tot de aanhoorigheid van diens bewoond huis,
arglistig hebben weggenomen en zich toegeëigend een
grijs linnen graanzak en eene zweep, tot welke schuur
hij zich den toegang heeft verschaft, door te klimmen
over den muur, die het erf, waarop zich het woonhuis en
de schuur bevinden, vau het daar naast gelegen erf
afscheidt, en door verder te klimmen door een venstertje
van de schuur zelve.
Ook heeft hij zich op 13 Februari jl. vervoegd bij
den heer Johan Heinrich Uchtmann, manufacturier alhier,
valschelijk voorgevende gezonden te zijn door den heer
Jansen te Axel, en overhandigende een door hem zeiven
geschreven en met den naam van den heer Jansen onder
teekend briefje, hetwelk een verzoek behelsde om aan
houder te willen afgeven 41 el fijn zwart laken, inkoop
ten behoeve van genoemden heer Jansen, welk laken
hem daarop is ter hand gesteld, en op den 15 Februari 11.
heeft hij zich vervoegd bij den heer E.K.Boudewijnse, ijzer-
liandelaar enz. alhier, valschelijk voorgevende gezonden
te zijn door den timmerman "Willemse te Oostsouburg,
op naam en ten behoeve van laatsgenoemden te koop
vragende twee trekzagen, welke hem daarop zijn ter
hand gesteld en die hij vervolgens aan anderen verkocht
en het daarvoor ontvangen geld ten eigen bate aange
wend heeft.
Alle deze feiten heeft hij gepleegd na reeds vroeger
door den militairen rechter tot eene kruiwagenstraf van
langer dan éenjaar veroordeeld te zijn geweest, ter zake
van een feit, waarop bij de gewone strafwet eene correc-
tioneele gevangenisstraf vau vijf jaren als maximum is
vastgesteld.
Het hof heeft den beschuldigde ten aanzien van het
eerste hem ten laste gelegde feit van rechtsvervolging
ontslagen, op grond dat volgens verklaring van don ge
tuige de Fouw, de beschuldigde niet door hem is aan-