MIDDELBURGSCHE COURANT. N° 112. 1868. Dinsdag ÖmttenlanlX 14 Juli. Editie van Maandag avond 8 uren. HENNISGEVISïCr. OPENING DER JAGT OP WATERWILD. De Commissaris des Konings in de provincie Zeeland, Gezien het hesluit van heeren gedeputeerde staten van den 9 Juli 1S68, no. 62; Gelet op art. 11 der wet van den 13 Juli 1857 (Staats blad no. 87) maakt bekend, dat de opening der jagt op waterwild, bedoeld in artikel 17, laatste lid der voornoemde wet, in deze provincie, door gedeputeerde staten is bepaald op Woensdag den 22 Juli aanstaande. Deze kennisgeving zal in het Provinciaal blad ge plaatst, en zullen afdrukken in plano aan de gemeente besturen ter aanplakking gezonden worden. Middelburg, den 11 Juli 1868. De commissaris des konings voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN. De Burgemeester en Wethouders van Vlisslngen, maken bekend, dat op Maandag den 20 Juli a. s., des namiddags te 2 uren, ten raadhuize aldaar, zal worden aanbesteed 1°. Het doen van herstellingen aan den stads toren 2°. het vernieuwen van den vloer onder de beurs 3». het schilderen van eenige gemeente ge bouwen 4». het schilderen van den stadstoren, Volgens bestek en op de voorwaarden ter lezing lig gende ter gemeente-secretarie. De aanwijzing in loco geschiedt des Vrijdagsvóor de besteding, van 10 tot 2 uren, door den gemeente-bouw meester, bij wien nadere inlichtingen zijn te bekomen. Vlissingen, den 10 Juli 1868. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, J. W. CALLENFELS. p- FORBES WELS. middelburg 13 Juli. In ons nommer van 28 Juni gaven wij een overzicht 'for mededeeling van gedeputeerde staten omtrent den Westand der wegen, welke met rentelooze voorschotten der provincie zijn aangelegd. Uit eene nadere mededee- '•ng daaromtrent, in de zitting der provinciale staten Van jl. Dinsdag overgelegd, blijkt dat gedeputeerde sta ten zich vleien, dat het tot dusver verrichte zal teweeg brengen dat de wegen, wier, toestand te wenschen laat, behoorlijken staat zullen worden gebracht. De uitslag van het door de commissie uit 't college-van gedeputeerde staten ingesteld onderzoek is in hoofdzaak 'te volgende. Den 20 Juni reed zij van Neuzen naar Zaamslag, langs den provincialen weg, tot even voorbij het gehucht Driewegen, en van daar over den grindweg naar het dorp Zaamslag. De provinciale weg, voor zoo ver zij dien bezichtigde, verkeert in goeden staat; de grintweg; daarentegen tot het veer van Zaamslag laat te wenschen °ver; wel was die weg tengevolge der droogte thans Vr'j goed, doch hij verkeert in een toestand, die doet voorzien dat hij, bij nat weder, onvoldoende zal zijn. De achteruitgang is toe te schrijven aan gemis van behoor lijk onderhoudmen heeft, zoo Verklaarden burgemeester eo wethouders, in de eerste jaren weinig zorg aan het onderhoud besteed, omdat de weg droog was en in goeden staat verkeerde en men meende dat het spreiden van grint onnoodig was. Er werd blijkbaar over het hoofd gezien, dat wat de weg des zomers door verstuiving verliest, tegen den winter, door aanvoer en verspreiding van grint, behoort te worden teruggegeven, wil Dij in stand blijven. Het gevolg van het verzuim in onderhoud 18 dan ook geweest, dat in den afgcloopen winter, tijdens bet natte weder, de weg, wiens grintlaag te zeer was Ogenomen, geen weerstand kon bieden aan vrachten die er over vervoerd werden, en derhalve in slechten toestand verkeerde. Men deelde der commissie mede dat er 650 kub. el grint beschikbaar werd gesteld om de wegen in de gemeente in orde te brengen, en daarvan 90 knb. el voor den weg van bet dorp naar het veer over eene lengte van 1955 el. Zij heeft betoogd dat deze hoeveelheid onvol doende was te achten tot herstel en aangespoord om met meer kracht het onderhoud op te vatten. De burge meester heeft toegezegd om bij het polderbestuur, dat met het onderhoud is belast, te zullen aandringen op het nemen van afdoende maatregelen en vóór de helft der maand Juli den uitslag zijner pogingen te zullen mededeelen. De burgemeester betreurde het gemis van de noodige politie-voorschriften, gericht tegen het misbruik, dat van de wegen wordt gemaakt, door het rijden met zware vrachten. Evenzeer beklaagde hij er zich over, dat de maatregelen tegen het rijden met zware vrachten die bij dooiweder worden genomenenkele malen te vroeg worden buiten werking gesteld. De weg door den polder Willem III en verder tot de grens van de gemeente Hontenisse verkeert in goeden staat, doch er is te weinig onderhoudsgrint voorhanden de commissie vertrouwt echter dat de hoeveelheid onderhoudsgrint zal vermeerderd worden door aanvul ling met een gedeelte der 650 kub. el grint, die verwacht worden, en dit te meer, omdat de aandacht als nu op nieuw is gevestigd op de nadeelen die ontstaan door verzuim in onderhoud. Te Grauw klaagde het gemeentebestuur zeer over de commissie, die belast is met het beheer van den weg der gemeente, loopende van Hulst naar de Paal. Men beweerde dat die commissie weinig zorg droeg voor het onderhoud en daarentegen te groote offers vergde van de gemeente. Ook hgd men bezwaren tegen de plaatsing der tollen en tegen de wijze waarop indertijd afkoop der tollen door de commissie is toegelatenterwijl men het ten slotte wenschelijk rekende dat het beheer over den weg door de commissie werd overgedragen op het gemeente bestuur. In antwoord op deze bezwaren werden door de commissie uit gedeputeerde staten verschillende raadgevingen gedaan, ten einde daarin zooveel mogelijk te voorzien. Hetgedeelte van den weg van Grauw tot Hulst verkeert in redelijken staat, doch is niet voldoende voorzien van onderhouds-grjnt. Daar echter het voornemen bestaat om den weg te verbeteren en het gemeentebestuur van Grauw vermoedelijk daartoe zal medewerken door althans over dit jaar de meerdere onderhouds-kosten te voldoen, kunnen gedeputeerde staten voorloopig in de zaak be rusten. De weg tusschen Hulst naar Sas van Gent, met een zijtak naar Axel, is thans, bruikbaar, en het saldo van de rekening der commissie van beheer over dien weg, ten bedrage van f 1900werd gebruikt tot aankoop van grint, waardoor met behulp der overige inkomsten tijde lijk in het onderhoud kan worden voorzien. Er zal thans worden afgewacht wat de verschillende polderbesturen over den toestand van dien, weg besluiten zullen, alvorens maatregelen te nemen om hem in goeden staat te doen brengen. Den 22 Juni bezocht de commissie de gemeenten Koewacht, Zuiddorpe, Westdorpe, Sas van Gent, Philip- pine en IJzendijke. De weg loopende van Koewacht naar Zuiddorpe ver keert in goeden staat; op, bet gedeelte gelegen in de gemeente Koewacht is echter zeer weinig onderhouds grint voorhandendaar het niet bekend is ot het voornemen bestaat om alsnog voorraad te ontbieden, schijnt het raadzaam daaromtrent inlichtingen te vragen aan het gemeentebestuur. De weg van de Drie Schouwen naar de Belgische j grens, die onderhouden wordt door de heeren Carpreau i én Lippens, bevindt zich, voor zoo ver die door de i commissie is bereden, in goeden staat en is vrijwel j voorzien van onderhouds-grint. De weg van de Drie Schouwen door de gemeente I Westdorpe naar Sas van Gent verkeert, naar haar oordeel iu een ongunstigen toestand, en het is geenszins te verwonderen dat hij vooral des winters zeer veel te wenschen overlaat. Er was op eenige plaatsen onder houds-grint gespreid, en verder was er eenige voorraad voorhanden, echter niet in groote mate. Het bericht van de gemeente Westdorpe indertijd ontvangen, als wordt de weg in goeden staat onderhouden, is alzoo gebleken niet overeenkomstig do waarheid te zijn. Het verdient misschien overweging om dit op te merken aan het gemeentebestuur, en om voor het vervolg aan te dringen op juister berichten. Verder is in de zaak te berusten in afwachting der berichten omtrent de besluiten die zullen genomen worden door de polderbesturen. Zoowel de dorpstraat, als de grintweg, genaamd de Posthorenstraat, in de gemeente Philippine, laten veel te wenschen over, terwijl er bijna geen onderhouds-grint voorhanden is. Het bericht, alsof de wegen in goeden staat verkeeren, indertijd door het gemeentebestuur ingezonden, kan alzoo niet gezegd worden juist te zijn. De commissie geeft in overweging om nadere inlichtingen te vragen aan burgemeester en wethouders omtrent hetgeen men zich voorstelt te doen tot herstel van den weg en daarbij tevens aan te dringen op het nemen van maatregelen. De straatweg' van de Belgische grens tot de gemeente IJzendijke, die door eene vereeniging is aangelegd op eigen kosten, laat hier en daar te wenschen over. Den heer Carpreau, die verklaarde belastte zijn met het beheer van den weg, is aanbevolen om den weg te verbeteren. Den 23 Juni reed de commissie van IJzendijke naar Biervliet en had daar een onderhoud met burgemeester en wethouders. De grintweg verkeert waarlijk in zeer slechten staat, het profil is geheel verloren gegaan, terwijl er geen voldoende voorraad grint tot onderhoud voor handen is. Het gerucht, alsof men in het vooijaar de zijkanten van den weg had afgestoken, en den grond had geworpen op de grintbaan bevestigde zichde burgemeester echter verklaarde dat dit was geschied tengevolge van een misverstand. Ten einde werk te verschaffen aan eenige ingezetenen, waren er een dertig- of veertigtal aan het werk gesteld om de zijkanten af te steken, om den weg rond te leggen, deze hadden den ontgraven grond op de baan geworpen, in plaats van hem weg te voeren en een en ander werd telaat ontdekt. Dit werk strekt zeer tot schade van den weg en het zal zeer veel moeite kosten om dien in orde te brengen. De commissie gaf in overweging om den weg door een deskundige te doen opnemen en in overleg met hem maatregelen te beramen tot herstel, en wees er op, dat, hoewel aan een dergclijken maatregel belangrijke uitgaven zouden verbonden zijn, hij nogtans vo'ordeeliger waste achten voor de financiën der gemeente dan elke andere, die slechts strekte om gedeeltelijk te verbeteren; omdatin dit geval er jaarlijks groote uitgaven zouden te doen zijn, daar in den winter zal vernietigd worden, wat in het najaar werd verbeterd. Ook toonde zij aan dat het belang der gemeente vorderde dat de weg in orde \yerd gebracht, ter verzekering van het verkeer. Burgemeester en wethouders hebben toegezegd de zaak in overweging te brengen bij den gemeenteraad en zeer spoedig den nitslag te zullen mededeelen. Zoo de ge meenteraad mocht weigeren afdoende maatregelen te nemen tot het herstellen van den weg, dan zal het noodig zijn dat gedeputeerde staten tusschenbeide komen om den weg voor ondergang te bewaren. De commissie had tevens een onderhoud met den heer Carpreau, zoowel omtrent de wegen die door hem en den lieer Lippens, als die welke door hem alleen worden beheerd. Hij wees hem op de minder gunstige berichten, die ontvangen warén omtrent den weg van Schoondijke naar Sasput, en omtrent den weg van Aardenburg naar de Belgische grenzen, de laatste wat betreft de zijkanten. Hij verklaarde dat voor den weg van Schoondijke door hem aan onderhouds-grint zou aangevoerd worden 120 kub. el, terwijl er nog 70 kub. el voorhanden was, en meende daarmede den weg in goeden staat te zullen kunnen brengen, terwijl, wat den weg' van Aardenburg 1 aanging', hij deze zou doen opnemen en herstellen. Lcn goed onderhoud is hem aanbevolen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1