ondermijnd was, en dat men niet verkoos om zijnentwille met het gouvernement te breken. Hij kon dus niets beters doen dan van twee kwaden het minste te kiezen, verzocht en verkreeg eene bijeenkomst met den assistent- resident, en verklaarde onder eede, afstand te doen van alle gezag, waarna hem de vergunning werd verleend, zijne laatste dagen in de doesson zijner familie te slijten." Uit Soerabaya wordt van 30 April gemeld„Volgens ontvangen particuliere berichten van Bandjermasin zou het in de Bovendoesson weder in het geheel niet pluis wezen. Het is er trouwens nooit pluis geweest, want nog altijd trotseert aldaar een Soerapattie, de sluipmoorde naar der bemanning van de Onrust, ons gezag; nog altijd waren daar rond de zonen van Antasarie en andere hoofdmuitelingen, die wel geslagen, maar niet ten onder gebracht worden. Dat een dergelijke toestand met eene verradelijke bevolking, zoo als die waarop Bandjermasin kan wijzen, weinig vertrouwen kan inboezemen op de toekomst,is eene treurige maar onloochenbare daadzaak. Volgens bericht heeft de resident een uitstapje gedaan naar Amounthay, en de overste, kommandant der troepen, dé posten bezocht, geéchelonneerd in de kleine Dajak. Den 21 dezer stoomde Zr- Ms- stoomschip de Onrust naar de Teweg. Den 22st™ zou de gouvernements-stoomer Tjinrana volgen, om met de Onrust, mocht de tijding van het uitbreken van vijandelijkheden zich bevestigen, de nooaige maatregelen te nemen. Het plaats gehad heb bende onderzoek naar de aanleiding van den brand, welke het Fort?} Tatas zoo teisterde, heeft tot niets geleid. Men beweert, dat petroleum ook hier eene verraderlijke ról heeft gespeeld." Rechtzaken. De arrondissements-rechtbank (kamer van correctio- neele zaken) te Amsterdam heeft dezer dagen eene zaak beslist, die de aandacht verdient in betrekking tot de al of niet toepasselijkheid der wet, regelende de uitoefening der artsenijbereidkunde van 1 Juni 18G5 (Staatsbl. n».61). Op aanklacht van den inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht in de provincie Noord-Holland stonden namelijk terecht een magnetiseur en een apotheker, be klaagd de eerste van het onbevoegd uitoefenen der genees kunst, de tweede van het onbevoegd uitoefenen der artse- nijbereidkunst. De eerste had namelijk, op 26 Juni 1867, zonder daartoe bevoegd te zijn, geneeskundigen raad of bijstand verleend, door zich ten verzoeke van een spek slager met eene somnambule ten diens huize te begeven en de somnambule in aanraking te brengen met diens huisvrouw. De tweede had de door de somnambule opge geven geneesmiddelen, op aanvrage doch zonder recept, geleverd. De substituut-officier van justitie, m'. J.C.Bijle- véld, requireerde tegen den eersten beklaagde eene ver- öordeclingtoteenecellulairegevangenisstrafvan 45 dagen en betaling eener geldboete van 75, tegen den tweeden beklaagde veroordeeling tot betaling van 3 geldboeten, elk van 10. De rechtbank veroordeelde den eersten beklaagde tot betaling eener geldboete van 75, doch ontsloeg den tweeden beklaagde, geheel conform aan het door zijn advocaat, mr. E. van Lier, gepleite, van alle rechtsver volging. De rechtbank toch nam aan, dat art. 9 der boven genoemde wet van 1 Juni 1865 don apotheker veroorlooft geneesmiddelen af te geven, die met name gevraagd wffirden, doch hem alleen verbiedt om raad te geven, tfel ke geneesmiddelen tegen een aangeduide ziekte zijn aan te bevelen. In casu waren de geneesmiddelen gevraagd ififet name en zooals zij afgeleverd zijn. Dit nu is door de w'et niet strafbaar gesteld, die nergens bepaalt dat de apotheker slechts op recept geneesmiddelen mag afleveren. Gcmcngilc berichten. Naar wij met zekerheid vernemen zal onder anderen de heer Carré met zijn cirquc de aanstaande kermis alhier bezoeken. Het onweder jl. Vrijdag morgen boven Dordrecht losgebarsten, heeft eenige schade veroorzaakt. De blik sem is namelijk geslagen in den top van eene roe van den molen den Arend, toebehoorende aan de heeren A. de Groot en zoon, in het Kromhout, en heeft deze onbruikbaar gemaakt. Nog is de bliksem geslagen in den nikst van eene waterschuit der firma G. van Hoogstraten oh zoon, liggende in de Rietdijksclie haven, doch zonder veel schade aan te richten. Te 's Gravendeel is, naar wij vernemen, de korenmolen door het onweder getroffen. Uit Harlingen wordt geschrevenSedert eenigen tijd voert men van Londen en IIull hier eene groente aan, welke nog weinig in Nederland bekend is, te weten de bladsteelen der rhabarberplant. Wel wordt zij hier Oh daar bij ons te lande aangekweekt als sierplant en soms als iets bijzonders gegeten, maar verbouwd wordt rilj eigenlijk nergens. Zoo als men weet, smaakt de moes dr van bijna als die der kruisbessen. Bij een landbouwer te Nes op Ameland, heeft men in den nacht van 30 Juni een wraak uitgeoefend, die algemeen de diepste verontwaardiging opwekt. Men heeft nl. twee veelbelovende akkers rogge afgemaaid, op een wijze, dat bijna alles onbruikbaar is gemaakt. De justitie doet onderzoek. Het vijfde algemeen Evangelisch-nationaal zendings- feest zal den 29 dezer in de nabijheid van het station de Steeg op het daartoe door mevrouw douarière gravin Bentinck van Middachten afgestane landgoed Middach- ten gehouden worden. Omtrent de feestregeling wordt het volgende medegedeeld: Vooreerst zullen vier extra- treinen de reizigers tot onmiddellijk voor het feestterrein voeren, terwijl de gewone treinen aan het station op onge veer uur afstand van het feestterrein ophouden. Nadat zich sedert 'smorgens acht uur de muziek van tijd tot tijd zal hebben doen hooren, wordt te 10 uren 15 min. de openingsrede op de hoofdspreekplaats gehouden door den heerCohcn Stuart, predikant te Rotterdam-Vervolgens zal de heer Looman verslag doen omtrent den toestand en de werkzaamheden der zendingsvereenigingen in Nederland, waarna de groote pauze zal plaats hebben. Te 2 uren en te 3 j uren zal op drie verschillende spreek plaatsen het woord gevoerd worden door de heeren A. Couvee, predikant te Doesburg; J. van Dijk Mz., te Doetinchem; L. T. Esseler, zendeling te Worchester (in de Kaapkolonie)H. E. Faure, theologisch doctor en predikant te Doesborgh; Herbst, predikant te Nijmegen; Ph. J. Hoedcmaker, theologisch doctor en predikant te Veenendaal; J. van der Hoorn, te ZutfenJoh. van 'tLindenhout, te Nijmegen; J.II.van kinschoten, te Zutfen F. L. ltutgers, theologisch doctor en predikant te Brum- men, en C. G. Schot, oud-zendeling. Te 5 uren wordt de slotrede gehouden voor de reizigers, die naar Rotterdam en Amsterdam en verder gelegen plaatsen moeten ver trekken door den heer A. Brummelkamp, docent aan de theologische school te Kampen. Nadat middelerwijl op eene andere spreekplaats nog onderscheidene sprekers zullen zijn opgetreden, wordt de finale slotrede te 6 uren gehouden door den heer P. Huet, laatst predikant aan de Kaap. In de op Zaterdag 11. gehouden vergadering van de natuurkundige afdeeling der koninklijke academie van wetenschappen is o. a. gelezen eene missive van den mi nister van binnenlandsche zaken, waarbij het gevoelen der afdeeling gevraagd wordt over een aanzoek van dr. II. Beins, te Groningen, die verneemt eene nieuwe be weegkracht te hebben gevonden, welke de kracht van den stoom verre overtreft. Na eenige discussie besloot de vergadering den minister te antwoorden, dat de afdee ling niet in staat is over het gewicht dier vinding een oordeel te vellen alvorens van den aard daarvan kennis te dragen, maar zich gaarne bereid verklaart het onder zoek van nadere mededeelingen daaromtrent aan eene commissie op te dragen, ten einde, door haar voorgelicht, zijne excellentie in dezen van advies te dienen. Uit Maastricht wordt geschrevenBij de verdere opruiming van de Brusselsche poort zijn de overblijfsels van een Spaansch soldaat opgegraven, het hoofd met een metalen stormhelm gedekt, een bijl en een gebroken zwaard naast hem. Stukken van een roode broek waren ook nog aanwezig. Verscheidene munten van de 12de, lö"1» en 16>i« eeuw, benevens kogels en bommen van vroegere belegeringen, worden bij het graven gevonden. Woensdag avond is een groote maaltijd aange boden aan den heer Oyrus Field, den grondlegger van den transatlantischen telegraaf, door den heer Bright in een toast den Columbus der 19lle eeuw genoemd. Drie honderd gasten waren aanwezig. Een telegraaf toestel seinde de toasten op de Amerikaansche autori teiten over en bracht de antwoorden terug. De heer Seward seinde terug, dat daar men in New-York nog slechts twee uren des middags had, hij nog een paar uren zou moeten wachten met den op hem uitgebrachten toast in alle vormen te beantwoorden. De Owl bericht dat ontwerpers van den onder- zeeschen tunnel tusschen Calais en Dover onlangs eene menigte opnemingen hebben gedaan, om de kans van uitvoering te onderzoeken. Zij zouden op dit oogenblik in ouderhandeling zijn met de Engelsche en de Fransche regeering, en Napoleon zou zich voor het plan verklaard hebbenmits de Engelsche regeering het met hem eens ware. Men heeft nog niet vergeten hoe in Mecklenburg- Scliwerin de stokslagenstraf werd georganiseerdthans ontvangt men eene nieuwe bijdrage tot de kennis der Mecklenburgsche zeden en gebruiken. In de stad Crivitz is eene verordening van den magistraat verschenen, waarbij aan gezellen, leerjongens en sjouwerlieden verbo den wordt des avonds na negen uren hunne woning te verlaten. Die bepaling heeft temeer verwonderinggaande gemaakt, omdat men niet weet, dat er eenige rustver storing heeft plaats gehad, welke hiertoe aanleiding heeft gegeven. Men begrijpt dus volstrekt niet waarom de magistraat aan het grootste gedeelte der mannelijke bevolking verboden heeft om zich, na volbrachten arbeid, in de vrije natuur te verkwikken. In het oostelijk gedeelte van Hongarije verheft zich een berg Bihar genaamd. Deze afgelegen hoek wordt slechts bewoond door veehoeders van Wallachijschen oorsprong, die in een half wilden toestand en vreemd aan alle beschaving leven, en weinig verkeer met de verdere wereld hebben. Alle jaren op het feest van St. Petrus, begeven de Wallachijers zich naar de vlakte van Kalinasa om een kermis bij te wonen, waar allerlei handel gedreven wordt, maar die van bijzonder belang is voor jongelieden van beider geslacht, want er worden ook huwelijken gesloten, en men kiest op die markt eene vrouw uit, even als men huisraad kiest. Elk vader brengt daar zijne huwbare dochters met haar huwelijksgiften heen, welke op karren of opden grond worden voorgesteld. Deze huwelijksgift draagt de blijken van de armoede dezer bergbewoners, want zij bepaalt zich gewoonlijk tot eenig vee, schapen, varkens en gevogelte. Intusschen wordt het tooisel der vrouwen niet vergeten; dit bestaat in stukken geld met gaten daarin geboord, om aan de lange haarlokken vastgemaakt te worden. Met zulk een gevolg begeeft zich elk meisje, dat een man verlangt, naar de kermis. De jongelingen daarentegen, die trou wen willen, komen naar de markt, gehuld in schapen vellen. Met opgesperde oogen, die onze vrouwen op de vlucht zouden jagen, bezichtigen zij de jonge meisjes, die door hare ouders derwaarts gebracht zijn. Ieder kiest naar zijn smaak. Als dat gedaan is, wendt men zich tot de ouders en vraagt wat zij eischen en wat zij hebben medegebracht. Men dingt en wanneer men het eens kan worden, slaan beide partijen in de hand, op eene wijze, die door de gansche buurt gehoord wordt, dit is de bekendmaking dat de koop gesloten is. De bloedver wanten omringen dan de verloofdende brandewijn wordt bij volle bekers geschonken en zonder langer oponthoud wordt het huwelijk gesloten. Nu komt het oogenblik van scheiden. De jonge vrouw neemt afscheid van hare bloedverwanten, waartoe zij voortaan niet meer behoort; zij klimt op de kar van haren echtge noot, dien zij voor weinige oogenblikken nog niet kende, en door haren kudden gevolgd, gaat zij naar het huis dat het hare wordt. Dikwijls doet zich terstond de macht van den echtgenoot gevoelen en soms ontstaan er op de kermis bloedige vechtpartijen onder de bergbe woners. Het Hongaarsche gouvernement wendt reeds lang middelen aan om deze kermissen af te schaffen; een verbod zou te zeer tegen de oude gebruiken en de her derlijke behoeften van denBiharschen volkstam werken, om van kracht te kunnen zijn. Men huwt er, men wordt er beschonken, men vecht onderling en de Wallachijers houden vol dat het een prachtig feest is geweest. De beroemde Duitsche dichter Freiligrath, die sedert 1848 naar Engeland is uitgeweken, is den 27 Juni met zijne familie te Keulen aangekomen, om zich definitief in Duitschland metterwoon te vestigen. Bij deze gelegen heid werd hem op een diner een prachtige zilveren beker aangeboden door een aantal zijner vrienden, die hem bij zijn terugkeer uit zijne ballingschap „op den drempel van zijn vaderland" hebben willen begroeten. Om een denkbeeld te geven van de verbazende massa personen, die uit de oude wereld naar Amerika gaan om zich aldaar te vestigen, diene dat van 1 Januari tot 1 Juni 1868 alleen in de haven van New-York tachtig duizend landverhuizers zijn aangekomen. Dit aantal zal echter nog wel vermeerderen als de staten van ons werelddeel voortgaan met hunne buitensporige wape ningen en met het vermeerderen van de belastingen. De heer Krupp, het hoofd der bekende kanon- gieterij te Essen, bevindt zich sedert eenige dagen te St. Petersburg. Hij heeft van het Russische gouverne ment zeer belangrijke bestellingen ontvangen, zoodat hij het voornemen heeft om zijne reeds zoo uitgebreide fabriek te vergrooten. Verkoopingen en aanbestedingen. Heden namiddag is alhier in het openbaar ten verkoop aangeboden het terrein van het afgebroken gasthuis, liggende in den Langendelft en uitkomende in de Nieuw- straat alhier, groot 34 roeden 48 ellen, met gewuifde kelders, regenbakken en welputten. De veiling geschiedde eerst in drie afzonderlijke per- ceelen, te weten a. 21 roeden 73 ellen. Voorloopig toegewezen voor 2073. b. 6 roeden 30 ellen. Voorloopig toegewezen voor ƒ634. c. 6 roeden 45 ellen. Voorloopig toegewezen voor 850. Bij de veiling in massa is het geheele terrein voor loopig toegewezen voor 3,700. De beslissing zal over acht dagen door het bestuur der godshuizen genomen worden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 2