M1DDELBURGSCHE
COURANT.
N"' 108.
Dinsdag
1868.
6hmmlan£r.
7 Juli.
Editie van Maandag avond 8 uren.
Morgen avond zullen aan het bureau der
Middelburgsche courant exemplaren verkrijg
baar zijn van een buitengewoon nommer, dat
de verslagen der feestviering te Goes op 1 dezer,
bevatten zal.
Middelburg O Juli.
Men verzekert, dat de tweede kamer der staten-gene-
raal, die jl. Vrijdag tot nadere bijeenrocping is geschei
den, in den loop der maand Augustus weder zal bijeen
komen, ter behandeling van de Ned. Indische begrooting
voor den j are 1869.
Bij beschikking van den minister van binnenlandsche
zaken van den 3 dezer, is de spoorwegopziener J. S. A.
Noordendorp, ter standplaats Rozendaal, mede belast
met het dagelijksch toezicht op den staatsspoorweg van
Bergen op Zoom naar Goes.
Z. M. de koning, die dezer dagen van het Loo naar
Lucern in Zwitserland is vertrokken, reist incognito
onder den naam van graaf van Buren. De koning zal van
daar naar het Loo terugkeeren tegen den 25 Augustus,
ter viering van den verjaardag van Z. K. H. prins
Alexander. Ook H. M. de koningin zal dien dag aldaar
tegenwoordig zijn.
Den 27 Maart jl. heeft te Bangkok de uitwisseling
plaats gehad der acten van bekrachtiging op de overeen
komst tusschen Nederland en het koninkrijk Siam op
1 April 1867 gesloten, tot regeling der voorwaarden,
waarop de consulaire ambtenaren van laatstgenoemd rijk
'i de Nederlandsche overzeesche bezittingen zullen
worden toegelaten. Slaalscour
Aan de leden van de tweede kamer der staten-generaal
zijn toegezonden de adressen der kam ers van koophandel
te Amsterdam en Rotterdam, tot vermeerderden verkoop
van producten in Indië, getoetst aan staats- en handels
belang. Daarin wordt do vraag gesteld, of die vermeer
dering door staats- en handelsbelang gevorderd wordt.
Die vraag, door de kamers van koophandel der beide
groote handelssteden in bevestigenden zin beantwoord,
wordt in dit geschrift in haren geheelen omvang over
wogen, en de slotsom dier beschouwingen leidde tot eene
tegenovergestelde uitkomst.
Benoemingen en besluiten.
kmdekorden. Vergunning verleend aan den heer
Hein J. Burgers, kunstschilder, thans wonende te Parijs,
tot het aannemen en dragen der versierselen van ridder
2'- klasse van de Ernestinische huisorde, hem door
Z. H. den hertog van Saksen-Coburg-Gotha geschonken.
HerbnicuTrs.
Het college van diakenen der Nederduitsche her
vormde gemeente te Leiden heelt besloten en corps zijn
ontslag te nemen. Dat besluit is het gevolg van de be
noeming door het kies-college van enkele kerkeraads-
leden, welke de orthodoxe richting zijn toegedaan.
De gecommitteerden der hoof d-commissie tot de zaken
der Israëlieten brengen ter kennis van de daarbij belang
hebbenden 1«. dat bij dispositie van den minister van fi
nanciën, tijdelijk belast met de zaken van den hervormden
eeredienst, enz., van 26 Juni 11., n°. 19, is bepaald, dat de
algemeene commissie van examinatoren voor Israëlietische
godsdienst-onderwijzers voor dit jaar te Amsterdam zal
Bijeenkomen op 3 Augustus a. en dat bij deze dispositie
tevens zijn benoemda. tot leden der evengemelde
algemeene commissie van examinatoren, de heeren:
E. B. Asscher, med. doet. te Amsterdam, tevens tot
voorzitter; I. Lehmans, opperrabbijn der hoofd-synagoge
te Nijmegen; J. van J. Ferares, opperrabijn der Neder-
landsch-Portugeesch Israëlietische hoofd-synagoge te
's Gravenhage; J. S. Hirsch, rabbinaal-asscssor der
Nederlandsch-Israëlietische hoofd-synagoge te Amster
dam; A. van J. Vas Diaz, waarnemend rabbinaal-assessor
der Nederlandsch - Porugeeseh Israëlietische hoofd-syna
goge te Amsterdam; dr. J. II. Dunner, rector van het
Nederlandsch-Israëlietiscli seminarium te Amsterdam;
A. D. de la Ville, onderwijzer aan het Nederlandsch
Israëlietisch seminarium te Amsterdam; mt A. Polak,
advocaat te Amsterdam; mr. E. van Lier, advocaat
en leeraar aan de burger dag- en avondschool voor
middelbaar onderwijs te Amsterdam; en b. tot secre
taris de heer M. L. van Ameringen, secretaris der
Nederlandsch Israëlietische hoofd-synagoge te Amster
dam; 2. dat op 3 Augustus a. te Amsterdam zal
bijeenkomen het rabbinaal college, tot het examineeren
van Israëlietische godgeleerden, hetwelk is samengesteld
uit de leden, de heeren I. Lehmans, J. van J. Ferares,
J. S. Hirsch en A. van J. Vas Diaz voornoemd, benevens
den heer dr-1. Frankel, opperrabbijn der hoofdsynagoge
te Zwolle; terwijl bij dat college de betrekking van voor
zitter door den lieer dr- E. B. Asscher,en die van secretaris
door den heer mr. L. van Ameringen voornoemd, zal wor
den bekleed.
Onderwijs.
Volgens de schoolberichtcn in de Nieuwe bijdragen
voor opvoeding en onderwijs van Juni jl., bedraagt het
getal vacante scholenopenbare voor gewoon lager
onderwijs 33; dito voor meer uitgebreid onderwijs 1;
bijzondere voor gewoon onderwijs 1; gesubsidieerde voor
gewoon en meer uitgebreid 2, en dito voor meer uitge
breid lager onderwijs 2. Het aantal vacante hulponder
wijzers-betrekkingen bedraagt 17.
Marine en leger.
Zr. Ms. oorlogsfregat Prins van Oranje is gisteren
uit het dok van Vlissingen naar de reede gehaald en
ligt daar thans geankerd. Aan boord bevinden zich ver
scheidene overgeplaatste werklieden met hunne huis
gezinnen.
Zoodra de gelegenheid gunstig wordt zal het fregat
naar het Nieuwedicp gesleept worden door Zr. Ms. stoom
schip de Valk.
*Belialve de meer uitgebreide practische oefeningen
die dit jaar op de legerplaatsen bij Milligen en Zeist
zullen plaats hebben, zullen ook in de garnizoenen, waar
daartoe slechts eenigszins de mogelijkheid bestaat, bij
zondere practische oefeningen worden gehouden. Tot
dat einde zullen worden bezet de forten Ilonsdijk, Ever-
dingen in de Utrechtsche linie, het fort Isabelle nabij
's Bosch en het fort te Westervoort, in welke plaatsen
die oefeningen zullen geschieden. Bij de oefeningen in
den vesting-oorlog zullen hoofdzakelijk de handelingen
van den verdediger worden beoefend.
Koloniën.
De brieven en dagbladen uit Nederlandsch Indië, per
Engelsche mail hier aangebracht, bevatten berichten
welke loopen tot 16 Mei.
In het algemeen overzicht van het Bataviaasch handels
blad leest men onder anderen:
„Aan de havenwerken te Samarang wordt ijverig ge
werkt en zoo de uit Europa bestelde baggermachines bij
tijds aankomen, dan hoopt men het nieuwe havenkanaal
nog vóór het invallen van den westmousson voor de
communicatie met de reede te zien openen. Daarentegen
schijnt het met het eindje spoorweg van Tanggoeng naar
Gedoeng-Djatie (de tweede helft der eerste sectie) aller
ongelukkigst te gaan, want sedert bijna een jaar is men
bezig dat eindje te verbouwen; van maand tot maand
wacht men op de opening en tot heden hoort men niets
van een aanvraag om de commissie, die het moet opnemen
en goedkeuren. Aan de baan tot Solo en Willem I wordt,
naar men zegt, met kracht gewerkt en dc directeur, de
heer Groll, die per laatste Fransche mail weder naar
Europa teruggekeerd is, verzekerde ons, dat de sectie,
van Gedoeng-Djatie naar Willem I, tegen Oetober tot aan
de loentangbrug (op den grooten weg van Samarang
naar Salatiga) aan de exploitatie zal worden overgegeven.
Bij het algemeen wantrouwen, dat zich hier van ieder
(zelfs van ons) bemachtigd heeft, gelooft echter niemand
meer aan spoorweg-beloftenalleen weet men, dat eene
nieuwe storting van 10 percent is aangezegd, en dit al
zeer spoedig na het laatste fournissement; na die stoitinc
zal nog slechts 15 percent in kas zijn, en hoe men da:
mede den spoorweg, waarvan de 3C sectie (Solo-Djocja)
nog niet begonnen is, zal voltooien, begint een raadsel
te worden, aan welks oplossing zich niemand meer waagt,
te meer daar men in den jongsten tijd weder nieuwe en
zeer kostbare baantjes heeft gecreëerd.
„Aan de groote irrigatiewerken, waarvoor bij de begroo
ting van 1868 gelden waren aangevraagd, denkt niemand
meer, en in elk geval zal er ook in dit jaar niet aan
begonnen worden door de fraaie wijze waarop in Neder
land wordt te werk gegaan met de vaststelling der
Indische begrooting.
„De rijstoogst is overal gunstig; van de aanstaande
suikercampagne heeft men goede verwachting; het
koffieproduct zal echter bovenal in de Preanger Regent
schappen belangrijk geringer zijn dan in 1867de regen
achtige oostmousson van verleden jaar draagt er de
schuld van.
„Aan de stations voor den tramway-Batavia, meester
Cornelis, Tanabang is men druk bezig; het materieel
wordt uit Amerika verwacht, en men denkt in elk geval
in Februari aanstaande klaar te zijn."
Het algemeen overzicht van het Nieuw Bataviaasch
handelsblad doet uitkomen dat de politiek in de buiten
bezittingen, wat hot noord-oostelijk gedeelte van Suma-
tra betreft, voortdurend aan de Engelsche naburen
aanstoot schijnt te geven. Men verneemt, dat de gouver-
neur der Straits Settlemens herwaarts zal komen, om
met den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië
over de vraag te confereeren, in hoeverre Nederland het
recht heeft zich daar uit te breiden. Genoemd blad gelooft
dat de tractaten duidelijk genoeg zijn om allen twijfel
weg te nemen. Misschien heeft dan ook de reis alleen
ten doel het drijven van den handelsstand te bevredigen,,
door eenige belangstelling in de zaak te toonen.
Dc Javabode zegt in zijn algemeen overzicht dat
in het Kendalsche en Djokjosche weer eenige aardschud-'
ding is gevoeld, almede dat thans als zeker mag worden
aangenomen dat de 250ste jaardag der stichting van Bata
via met luister zal worden gevierd. Eene voorloopige
commissie heeft reeds eene sub-commissie benoemd, ten
einde een concept-programma en begrooting op te maken.
Uit dc Pasoemah schrijft men: „Voor ultimo De
cember 1867 werden, zooals men weet, de laatste troepen
van de tweede expeditie naar Pasoemah per Java naar
Samarang teruggebracht, en de compagnie Afrikanen
was de eenige, die achterbleef, in de hoop dat de snel-
stoomer voor de derde maal zou terugkomen, om ook hen
in staat te stellen, zich weer naar hunne vroegere stand
plaats (Willem 1) te begeven. Dit gebeurde echter tot
heden niet. Aan den moord van den controleur von
Schmidt werd eene politieke beteekenis gehecht, en de
Afrikanen mochten blijven, om eene militaire vertooning
te maken in de Goemay-landen, waar het misdrijf had
plaats gegrepen. De indruk der zwarte gezichten schijnt
ontzettend te zijn geweest; althans, de bevolking werkte
dadelijk mede, om de misdadigers te vatten en uit te
leveren; zelfs werd door hen een landgenoot gevangen
genomen, die te Mocara-Doewa een moord had bedreven
in1828! Kortom, de onderneming slaagde volkomen,
en de Goemay-landen, die lang bekend stonden als de
schuilplaats van slechtgezinden en in den laatsten tijd,
naar 't scheen, telkens tot oproer wilden overslaan, kun
nen nu geacht worden geheel in rust te verkeeren'. Van
die omstandigheid heeft de assistent-resident partij ge
trokken, door den in 't oog der bevolking heiligen Pira-
hocn onschadelijk te maken. Sinds 1848 oefende die
Pirahoén een grooten invloed op zijne landgenooten uit,
en dikwijls wendde het gouvernement pogingen aan om
hem in hechtenis te nemen, maar steeds te vergeefs.
Toen hij eenige dagen geleden de bevolking opriep, om
hem te verdedigen, bleek het, dat zijn invloed geheel