*3utonlatt£r.
IjfttiDilsbirktytm.
2töt)ertfnticn.
is.
lige volkscultuur en dan kan er geen quaestie van zijn
of dc regeering zal zich voor uitbreiding van die cultuur
verklaren. Omtrent de suikercultuur kan de minister
onmogelijk aanwijzen in welke onderdeelen deze zal wor
den geregeld en welke voordracht daaromtrent zal worden
gedaan. Intusschen moet ook die cultuur volgens het
regeeringsreglement zooveel mogelijk in stand worden
gehouden en de regcering wil die cultuur dan ook be
houden, ten einde geen lacune in de financiën te doen
ontstaan.
De heer Gremers verklaarde liever het behoud te
hebben gewensclit van de door de vorige regeering in
het leven geroepen regeling van de departementen van
eeredienst dan de tegenwoordige tijdelijke regeling. Hij
heeft ook bezwaar tegen de hooge uitgaven voor de
defensie, maar zou ditmaal de begrootingen aannemen
als kredietwetten.
De heer Cost Jordens besprak speciaal den finaneieelen
toestand. Hij doet het bezwarende daarvan uitkomen
door aanhaling van vele cijfers, waarbij hij tot de conclusie
komt dat in dien toestand alleen kan worden voorzien
door leeningen en het uitschrijven van nieuwe belas
tingen. Het laatste achtte hij niet raadzaam en het eerste
alleen te rechtvaardigen wanneer het volstrekt noodig is.
Hij raadde daarom de meeste zuinigheid aan en verlangde
vermindering der uitgaven voor het binnenlandsch be
stuur en het defensiewezen, zonder daarom 's lands ver
dediging te verwaarloozen.
De heer Duymaer van Twist verklaarde de optreding
van dit kabinet om vele redenen met genoegen te hebben
gezien, vooral omdat daardoor eene derde ontbinding van
de tweede kamer is voorkomen. Voorshands verklaarde
hij met de inlichtingen der regeering genoegen tc nemen.
Hij zal met vertrouwen hare daden afwachten. Mocht hij
daartoe niet door anderen genoodzaakt worden, dan zou
hij over deze begrootingen niets meer zeggen, omdat hij
ze als kredietwetten beschouwt.
De heer Hartsen was daarentegen niet voldaan over
de gegeven inlichtingen. Hij constateerde dat de regee
ring hier op koloniaal gebied dezelfde vlag heeft opge
heven als in de tweede kamer, maar van de resultaten
der liberale koloniale politiek is nooit iets gebleken.
De regeering heeft geen stelsel verkondigd, terwijl de
uitdrukking „gematigde vooruitgang" voor velerlei
uitlegging vatbaar is. Hij betreurt het dat tegen de druk
pers geen preventieve maatregelen zullen genomen wor
den en was ook niet gerust over de verklaringen des
ministers omtrent de koffiecultuur. Ook had hij duide
lijke verklaring gewild omtrent dc regeling der suiker
cultuur, die z. i. niet kan wachten op wettelijke regeling,
welk beginsel hij ook bestreed.
De heer Duymaer van Twist vond in deze rede aan
leiding nogmaals het woord te voeren en gaf als zijn
gevoelen te kennen dat de regeering duidelijk genoeg
haar stelsel omtrent de koloniale quaestie had ontwikkeld.
Hij vertrouwt dat dc regeeriug in deze aangelegenheid
in echt liberalen zin zal handelen, dat is door rekening
te houden met de bestaande toestanden zoowel hier als
in Indië. Overigens verdedigde hij dc stelling dat door
art. 56 van het regecrings-reglement het cultuurstel
sel was vernietigd en dat nu nog alleen sprake was van
cultures die in stand moesten worden gehouden.
Nadat die uitlegging door den heer Hartsen was bestre
den, gaf de heer van Nispen van Pannerden te kennen, dat
hij de begrootingen als kredietwetten zou beschouwen.
Door do verklaringen der regeering was hij niet gerust
gesteld, vooral niet wat de koffie- en suikercultures betreft
en ook wat de drukpers aangaat. Hij zou evenwel de
begrootingen aannemen om do regeering den tijd te laten
te bewijzen dat zij werkelijk conciliant wil handelen.
De minister van koloniën lichtte zijne eerste rede
nader toe en meende dat de suiker-industrie wel op wet
telijke regeling kon wachten, omdat op het einde van
1869 slechts éen contract expireert. Overigens kan de
gouverneur-generaal, waar dit noodig is, kwijtschelding
verleenen van aan den lande verschuldigde gelden. Ver
der deed de minister nogmaals liet voordeel van wettelijke
regeling uitkomen, waaronder evenwel niet moet worden
verstaan dat er éen universeele regel voor allen zal wezen.
Overigens zal de regcering de bestaande toestanden niet
uit het oog verliezen.
De minister van financiën lichtte ook van zijne zijde
toé hetgeen hij in den aanvang had gezegd en gaf als
zijn beginsel te kennen dat een einde moest worden
gemaakt aan het stelsel van exploitatie van Indië, uit
sluitend ten behoeve van Nederland. Wat de Nederland-
sche financiën betreft, de minister blijft er bij dat er geen
overwegend bezwaar bestaat, mits men zijne eischen zal
weten te matigen. Voor dc zaak van het Noordzeekanaal
en de voltooiing der spoorwegen zal cene lecniug moeten
worden gesloten. Overigens moet al wat niet volstrekt
noodig is worden weggelaten.
Nadat de heer Hartsen nog den minister had beant
woord, zijn do algemeene beraadslagingen gesloten en bij
de verschillende hoofdstukken sommige speciale punten
behandeld, waaronder vooral ter sprake kwam het doel
van het vertrek van het ramtorenschip de Prins Hendrik
naar Engeland. Hieromtrent werd door den minister van
marine te kennen gegeven dat het doel was om dat schip
van andere schroeven te voorzien.
Bij de behandeling zijner begrooting gaf de minister
van oorlog te kennen dat hij in hoofdzaak instemde met
het defensiestelsel van zijn voorganger en dat hij dit in
uitvoering hoopte te brengen.
THiermo5MC(et'!sta!uï.
21 Juni'sav. 11 u. 64 gr.
28 morg.7 u. 66 gr.
29 's morg.7 u. 59
smidd.1 u. 68 gr 'sav. 11 u. 59 gr.
midd. 1 u. 67 gr.
Algemeen overzicht.
Men weet dat de koning van Pruisen, bij zijn bezoek
aan Hannover, aan deze bij zijn rijk ingelijfde bevolking
heeft veroorloofd om sympathie te blijven koesteren
voor hun vroegeren koning George, onder voorwaarde
dat zij gehoorzaam zullen zijn aan Pruisen, en van die
sympathie slechtsgeene uitwendige blijken zullen geven.
Geheel en al overeenkomstig deze zijne zienswijze heeft
koning Wilhelm thans, volgens la France, aan de regee
ring te Parijs verzocht om strenge maatregelen te nemen
tegen de nog steeds in Frankrijk vertoevende llanno-
veranen, die aldaar ten getale van eenige honderden, in
de departementen verspreid, leven. Het dagblad la France
merkt te dien aanzien op dat het gedrag dezer vreemde
lingen tot geenerlei klachten aanleiding geeft en de
overwinnaar van Sadowa overigens zich toch niet onge
rust kan maken over het verblijf der Ilannoveranen in
Frankrijk, hetwelk slechts de plichten der gastvrijheid
vervult. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat
Frankrijk aan de eischen van Pruisen zal toegeven,
gelijk Nederland dit heeft gedaan.
Het regeeringsorgaan le Constitutionnel beweert dat
het bericht omtrent vorderingen van Pruisen aanFrankrijk
ter zake der Ilannoveranen onjuist is. Waarschijnlijk
heeft men dus hier aan eene andere diplomatieke nuance
van aandringen op het vertrek dier Ilannoveranen te
denken.
De Oostenrijksche geestelijkheid gaat voort met woe
den tegen de nieuwe wetgeving en de eene herderlijke
brief volgt den anderen op. Ook de kardinaal Rancher
heeft, ondanks zijne qualiteit van lid van het huis der
heeren, ook reeds de pen opgenomen om vooral.tcgen het
burgerlijk huwelijk te velde te trekken. „Al degenen
zoo decreteert dit lid van het huis der heeren die in
burgerlijk huwelijk loven, kunnen g en absolutie ont
vangen, noch bij zware ziekte, noch op hun sterfbed."
Dit staat natuurlijk den heer Rancher en in hetalgemeen
de kerk volkomen vrij en in zooverre blijft de kardinaal
dan ook meer binnen de perken zijner bevoegdheid dan
zijn ambtgenoot te Briinn.
De regeering te Wcenen gaat intusschen ijverig voort
met de invoering der nieuwe wetgeving. Het officieel
orgaan des lands bevat thans eene ordonnantie,houdende
eenige nadere voorschriften omtrent de huwelijksafkon
digingen en de inrichting der registers van den burger
lijken stand.
Dezer dagen is het wetsontwerp in het Fransch wet
gevend lichaam aangenomen, waarbij het in 1869 onder
de wapenen te roepen contingent op 100,000 man wordt
bepaald. Een amendement om dit op 80,000 man te stel
len, werd niet in overweging genomen. Bij de toelichting
van dit amendement zeide de heer Jules Favre eenige
woorden, welke niet alleen bij de Fransche natie, maar
in geheel Europa weerklank zullen vinden. „Do tijd van
woorden zeide hij is voorbijna de vernietigende
logenstraffingen welke zij ontvingen hebben zij allen
invloed verloren. Men wil thans daden. Door het contin
gent te verminderen, door te toonen dat Frankrijk, krach
tig genoeg door zijne vaderlandsliefde, 20,000 man aan
den arbeid kan teruggeven, zal men meer uitwerken dan
door alle mogelijke vredelievende verklaringen, waaraan
toch niemand meer geloof hecht."
Keizer Napoleon is eergisteren uit het kamp van Gha-
lons naar Fontainebleau vertrokken. Blijkbaar om de
geruchten ten aanzien van 's keizers achteruitgaandcn
gezondheidstoestand te logenstraffen, wordt door de
regeeringsorganen medegedeeld dat de keizer Vrijdag
verschillende manoeuvres heeft bijgewoond en een aantal
uren heeft tc paard gezeten.
De te Belgrado aangevangen procedure tegen de schul
digen aan den moordaanslag op vorst Michael is Zaterdag
avond geëindigd. Het openbaar ministerie heeft tegen
twaalf van de dertien beschuldigden dc doodstraf gere-
quireerd. Het arrest zou heden middag wordeii uitge
sproken. Tot dusverre schijnt de aanvankelijk geuite be
wering dat persoonlijke wraak de oorzaak van het misdrijf
is geweest door het gehouden getuigenverhoor niet te
zijn bevestigd. De algemeene opinie is overigens dat men
den moord op vorst Michael wilde doen samenvallen met
het sein tot het uitbreken eener panslavistischebeweging
in de Donaulanden, waardoor de Oostersche quaestie
voorts tot eene uitbarsting zou zijn gekomen. De misluk
king van dit plan zou te danken zijn geweest aan de
onversaagde houding van do Servisehe regeeringsper-
sonen. Aangenomen dat dit gevoelen juist is, moet
het toch verwondering wekken dat na den moord niet
hier en ginds althans eene partieele uitbarsting dier
panslavistische beweging is waargenomen.
De Italiaansche senaat heeft thans insgelijks het wets
ontwerp tot invoering der gemaalbelasting, met 101 tegen
11 stemmen, aangenomen. Ofschoon dit resultaat te ver
wachten was, meende men toch dat cene grootere min
derheid zich tegen dit hoogst impopulair wetsontwerp
zou hebben verklaard.
Een paar Russische organen hebben dezer dagen aan
l'ruiscn eene scherpe vermaning gegeven omtrent zijne
politiek in de Oostersche quaestie. Men schijnt te St. Pe-
tersburg te meenen dat Frankrijk en Oostenrijk in het
Oostersche vraagstuk eene bijzondere staatkunde willen
volgen en dat Druisen wel geneigdheid betoont om zich
daarbij aan te sluiten. Naar aanleiding hiervan wordt
door een der Russische hoofdorganen beweerd dat door
Rusland eene alliantie met Druisen niet hoogerdan elke
andere alliantie wordt geschat, „terwijl voorDruisen een
bondgenootschap metRusland wellicht zeer spoedig eene
quaestie van to beor nol lo be kan worden."
De laatste tijdingen uit Mexico melden dat de opstand
aldaar zich meer en meer uitbreidt en Duebla, de stad
wier bemachtiging aan de Fransche troepen zooontzaglijk
veel manschappen kostte, reeds door de opstandelingen
zou zijn ingenomen. Zelfs zou de president der republiek
Juarez ter nauwernood persoonlijk te Capultepec aan
eene oplichting zijn ontkomen en naar de hoofdstad zijn
gevlucht, vervolgd door de opstandelingen. Deze laatste
staan onder bevel der generaals Aureliano Rivero, Xime-
nes, Mendez en Negrete.
Jieekriipprijzcn.
Rotterdam, 29 Juni. De handel was beperkt bij ruime
aanbieding.
(fraanniarkteu enz.
Amsterdam 29 Juni. Raapolie op 6 weken ƒ34}. Rijn-
olie op 6 weken 36 J.
Rotterdam, 29 Juni. Tarwe was heden 75, rogge,
wintergerst cn boekweit 30 cent lager. Nieuw koolzaad,
waarvan 120 mud was aangevoeld, werd verkocht voor
12.40.
Axel 27 Juni. Tarwe 12.85 A 13.55; rogge ƒ8.20
a 8.70; wintergerst 6.55 A ƒ7.zomergerst 6.55 a
6.65haver ƒ4.40 a 5.20.
Prijzen v mi effecten.
Amsterdam 29 Juni 1868.
Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2 pet. 56}
dito dito dito 3 65}
dito dito dito 4 87 fjj
Aand. Handelmaatschappij 4} 131
dito exploitatie Ned. staatssp. 38}
België. Certificaten bij Rothschild 2}
Rusland. Obligatiën 1798/1816 5~ 95}
Certific. adm. Hamburg 5 70}
Oblig. Hope Co. 1855,6e serie 5 74
dito ƒ1000 1864 5 „87}
dito ƒ1000 1866 5 „86}
Loten 1866 5 „211
Oblig. Hope Co. Leening 1860 4} 79
Certific. dito4 66}
Inscript.Stieglitz&Co.2ea4eL. 4 65A
Obligatiën 1867 4 63}
Certificaten6 42}
Aand. spoorweg Gr. Maatsch. 5 196}
Oblig. dito 4 156
dito spoorweg Doti-Tiflis 5 76 A
dito dito 1868 5 75}}
Polen. Scliatkistobligatiën 4 63}
Pruisen. Obligatiën,5 101
Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 47}
dito 1847/1852 2} 23}}
dito rente Amsterdam5 59}
dito nationale 5 50}
dito 1864 5 56}
dito fr. 500 1865 5 r 59}
dito 1866 O. W5 48 A
Bankactiën3 l 747*
Italië. Leening 18615 49}
Certific. bij Lamaison c. s. 5 49
Spanje. Obligatiën3 thans 2} 36
dito Binnenlandsche3
Portugal. dito 18561863 3 39}
dito 1867 3 39}
Turkije. dito (binnenl.)5 36}
Griekenl. dito (blauwe)5 11
Amerika. ditoVereenigde Staten (1874) 5 82}
dito dito dito (1904) 5 13}
dito dito dito (1882) 6 „77}
dito dito dito (1885) 6 76}
dito Illinois7 82
dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec.(p) 7 53}
dito dito geconsolideerde 7 32}
dito dito debentures 8 28}
dito St.Paul Pac. Spw. 2c sec. 7 63}
Brazilië. dito 1863 4}
dito 1865 5 74}
Mexico. dito 1850 3 14}
Grcnada. dito afgestempeld6 15
Venezuela, dito3
Ecuador. dito1
In dc laatste dagen heeft in dc noteering van dit
effect een abuis plaats gehad.
Heden, beviel zeer voorspoedig van eene welgeschapene
Dochter JACOBA WANJON, geliefde Echtgenoot van
Vlissingen, G. DE LANGE,
den 28 Juni 1868. Commissionair.
Algemeene en bijzondere kennisgeving.
Heden overleed, in den ouderdom van ruim 87 jaren,
MARIA CATSMAN, Weduwe A. DE BLINDE.
Hoedekeuskerke, 26 Juni 1868.
Voor de vele blijken van deelneming, ondervonden
bij het overlijden van mijn veelgeliefde Dochter MARIA
JOHANNA, brengt de' ondcrgetceker.de, ook namens,
hare Broeders en Zusters, zijnen hartelijken dank.
Middelburg, n a j de p00&
den 29 Juni 1868.
v