MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N° 99.
Zondag
W
1868
21 Juni.
Editie van Zaterdag avond 8 uren.
r
Middelburg 30 Juni.
De beraadslaging over de begrooting van Suriname
en Curacao heeft heden in de tweede kamer een aanvang
genomen en zal Maandag worden voortgezet. De minis
ter van koloniën heeft in den loop der discussie ver
klaard dat hij do belangen der immigratie gaarne in
ernstige overweging zal nemen. Hij gaf voorts de verze
kering dat met 1 Januari 1868 de nieuwe wetgeving zal
worden ingevoerd.
De interpellatie van den heer de Casembroot is aan de
orde gesteld om onmiddellijk op de behandeling der
West-Indische begrooting te volgen.
Hoewel het ons niet gelukt is daaromtrent volkomen
zekerheid te erlangen, zoo hebben wij toch zeer veel
grond om het gerucht voor juist te houden, volgens het
welk thans bepaald besloten is om de bij Vlissingen te
maken binnenhaven in verband te brengen met het
marinedok binnen die stad. Deze wijziging die zonder
strijdig te zijn met het algemeen belang allerwel-
dadigst is voor Vlissingen, zal zeker in die gemeente
met vreugde vernomen worden. Voorts zou ook besloten
zijn om het station niet te maken op de plaats die daar
toe tot nu bestemd was, en die vooral met het oog op
het internationaal goederenvervoer door ieder uitmun
tend geacht werd, maar in de onmiddellijke nabijheid
en aan de oostzijde van de keersluis. Aan het behoud
van het hoofdstation op de vroeger aangewezen plaats
en het leggen van een hulpspoor met station aan de
westzijde van het kanaal, meer bepaald ten behoeve van
Vlissingen, schijnt alzoo niet de voorkeur te zijn ge
geven.
Wij vernemen dat de termijn waarop de zeesluis bij
Vlissingen (1 Augustus 1870) moest voltooid zijn, uit
hoofde van ondervonden belemmering in de uitvoering
van het werk, met een jaar is verlengd geworden.
Van den spoorweg van Neuzen naar de Belgische
grenzen, waarvoor de onteigeningswet thans bij de
wetgevende macht aanhangig is, zijn de stations en
halten bepaald te Neuzen, Sluiskil, Axel en Hulst.
Donderdag werd in de Concertzaal alhier door de
commissie Loon voor Werk haar dertigste jaarverslag
uitgebracht, bij monde van haren voorzitter den heer
A. M. Cramer, die dit nog elk jaar had kunnen doen.
Volgens aankondiging eenige historische herinnerin
gen daarbij willende voegen, verhaalde hij eerst in het
kort den oorsprong der inrichting, en de eerste samen
stelling der commissie van welker 10 leden nu, i;a
30 jaren, nog 9 in het leven zijn. Hij herinnerde daarbij
aan de eerst uitgezonden circulaire, wier uitgesproken
denkbeelden steeds getrouw werden vastgehouden, en
ook, volgens spreker, door de ondervinding treffend be
vestigd. Reeds van den beginne mocht de commissie
veel bijval en ondersteuning vinden, en haast het is
sprekers gevoelen geen tegenkanting. De bijdragen
in 't eerste jaar beliepen f 4300. Aan werkloon werd uit
betaald/3760 aan grondstof verwerkt voor 2500,
en daaruit gefabriceerd voor /2800. Het volgend jaar
bedroegen de ontvangsten nagenoeg 5000.
In den loop dier jaren had men allerlei vakken van
werkzaamheid beproefd, maar de meeste, om verschil
lende redenen, weêr moeten opgeven. Eenigszins uit
voeriger verhaalde hij van de werkzaamheden aan het
bolwerk, waarvoor in de eerste 10 jaren ook door het
gemeentebestuur eene subsidie gegeven werd. In 't ge
heel was daaraan nu besteed ruim 54,000; maar daar
voor was dan ook veel brood verschaft, en waren de
vroeger rechtlijnige en onbegaanbare bolwerken in
schoone, elders niet licht overtroffen of zelfs geëvenaarde
publieke wandelingen veranderd, die altijd eene aange
name herinnering aan Loon voor Werk blijven zouden.
De hoogste vlucht nam de inrichting, wat de inkom
sten betreft in het tweede vijftal jaren, wat de resultaten
betreft in het vierde. In de vijfjaren van '44 tot '48
beliepen de ontvangsten /38,000; dus 7500 per jaar;
de werkloonen ruim /41.000. In het vierde vijfjarig
tijdvak waren de ontvangsten f 23,500; maar de werk
loonen 36,000. Toen was er dus /2500 's jaars meer
aan werkloon uitbetaald dan aan giften ontvangen
wat dus door de verrichte werkzaamheden aan winst
opgeleverd was.
Bij het begin van het nu geëindigde dienstjaar waren
in eene circulaire de redenen blootgelegd, waarom de
commissie vooreerst nog meende te moeten voortgaan.
Dn de inteekeningen der ingezetenen hadden daarop
het zegel hunner goedkeuring gedrukt. Toen meende de
commissie dan ook de twee in haar midden bestaande
vacaturen te moeten aanvullen, en hadden tot haar blijd
schap de heeren J. Fak Brouwer Mz. en W. van Uije J. Jz.
zich daarvoor laten vinden.
De inkomsten beliepen dit jaar /3370. Daaronder was
de gewone maar zeer gewaardeerde gift van 500; -} der
verloting van vrouwelijke handwerken ad /260, een
legaat van mejufvrouw E. Paulesgroot f 500. Ook
kwam nog bericht in van een legaat van wijlen vrouwe
P. E. Matthijssen, echtgenoote van den heer R. J. Bland,
groot 400, uit te betalen na het overlijden van haren
echtgenoot.
De gewone vakken waren weêr aan den gang gehouden:
timmerwinkel, waarvoor zich echter slechts weinigen
hadden aangegeven, spijkermakerij en touwpluizen),
waarbij ditmaal strengere maatregelen werden ingevoerd,
doch die van gunstige gevolgen waren. Al de vakken
hadden overigens, door verschillende redenen, eene zeer
nadeelige rekening gegeven. Daarentegen was eene
nieuwe proefneming, om voorwerpen uit bindrotting te
laten maken, zeer gunstig uitgevallen. Ook waren er
weêr als gewoonlijk bolwerkers op verschillende plaatsen
bezig gehouden, doorgaans 28 man, doch door afwisseling
in 't geheel 85 man. In de werkplaats werkten gere
geld 40—45 man, en daarenboven 1215 jongens van
omtrent 14 jaren, die, voor eene proefneming bij de spij
kermakerij geplaatst, zich door ambitie en handigheid
onderscheidden, zoodat dit zeer goed beviel. In 't ge
heel werd aan grondstof verwerkt voor /2550 en daaruit
gefabriceerd eene waarde van 3850. Aan werkloon
werd uitbetaald f 4490, doch het batig saldo was ook
weêr eenigszins verminderd.
Aangaande de uitzichten of plannen der commissie
voor de toekomst viel het op dit oogenblik nog moeilijk
iets bepaalds te zeggen, maar een terugblik op het nu
30jarig bestaan gaf de commissie grond tot vreugde en
dankbaarheid.
Herhaaldelijk roemde de. spreker de voortdurende
veelzijdige, krachtige ondersteuning zijner stadgenooten,
somtijds ook van buiten, in grootere en kleinere giften,
in meermalen verhoogde inteekeningen, in vervanging
der overledenen door hunne erfgenamen of nieuwe
inteekenaren, in talrijke en daaronder zeer aanzienlijke
legaten, in opbrengsten van concerten en loterijen, eens
zelfs van een voortreffelijk schilderstuk, of ook van
uitgegevene geschriftenterwijl het gemeentebestuur
altijd op loffelijke wijze was voorgegaan. Hij dankte
daarvoor allen.
Na het uitgebrachte verslag nam de burgemeester het
woord, en gaf der commissie de getuigenis, dat zij velerlei
bezwaren gelukkig had overwonnen, de vroeger zoo erge
bedelarij krachtig tegengewerkt en veelzijdig nut ge
sticht, en moedigde haar alzoo zeer aan om, vooreerst
althans, nog met hare bemoeiingen voort te gaan, waarin
zij zekerlijk ook door de burgerij zou ondersteund worden.
In de jl. Donderdag te Leiden gehouden jaarlijksche
algemeene vergadering van de Maatschappij der Neder-
landsche letterkunde, welke door ruim negentig leden
werd bijgewoond, zijn vijf en twintig binnenlandsche
leden benoemddaaronder komen voor de heeren mr. M. F.
Lantsheer en dr. P. Romeijn, beide alhier wonende.
Mede zijn veertien buitenlandsche leden benoemd.
De kiesvereeniging Eiland IJsselmonde, in het hoofd
kiesdistrict Dordrecht, heeft tot haren candidaat voor
de tweede kamer gesteld jhr. mr. W. T. Gevers Deynoot
te 's Hage, oud-lid der tweede kamer.
Dinsdag had te Amsterdam de algemeene vergadering
van aandeelhouders in de Maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen plaats, waarin de voorstellen der
commissie, benoemd in de vergadering van 19 Nov. 1867,
zouden worden behandeld en beslist. Bij den aanvang
werd door den rijkscommissaris jhr. van Panhuys ver
klaard, dat de regeering, na kennisgenomen te hebben
van de overeenkomst tusschen de afgetreden regeering
en de commissie getroffen, bereid was die over te nemen
en ter bekrachtiging voor te dragen aan de wetgevende
macht.
Alsnu kwamen achtereenvolgens de verschillende voor
stellen der commissie in behandeling, die alle met groote
meerderheid van stemmen werden aangenomen. Dient en-
gevolge werden de statuten gewijzigd en een raad van
commissarissen benoemd, om den raad van bestuur en
toezicht te vervangen, zoodra de gewijzigde statuten in
werking zullen zijn getreden. Tot commissarissen werden
benoemd de heeren H. A. van den Wall Bake, A. L. Wurf-
bain, C. A. von Hemert, mr. 0. J. A. den Tex, B. A. Fokker,
T. J. Stieltjes, mr. H. C. Dubois, H. Luden,jhr. C.M. Storm
van 'sGravesande, jhr. mr. F. J. J. van Eysinga, F. de
Brouwer van Hogendorp, Th. de Hirsch, E. H. Brugmann,
E. A. Haitink, jhr. L. L. G. M. de Villersde Pité. Zoodra
deze commissarissen in functie zullen zijn getreden zullen
zij aan de vergadering eene voordracht doen ter benoe
ming van den nieuwen directeur-generaal, die overeen
komstig de gewijzigde statuten aan het hoofd der
maatschappij zal 'komen staan. Het laatste voorstel der
commissie was, dat haar ontslag werd verleend. De
voorzitter achtte dit niet wenschelijk, en op diens aan
drang, door de vergadering ondersteund, verklaarde de
commissie voorloopig nog aan te willen blijven, totdat
haar voorstellen in uitvoering zouden zijn gekomen,
ofschoon zij wenschte te constateeren, dat haar mandaat
was afgeloopen.
Rcnoeiningen en besluiten.
koloniën. Op verzoek eervol ontslag uit 'slands
dienst verleend, met toekenning van pensioen, aan den
Oost-Indischen hoofdambtenaar C. Castens, laatstelijk
directeur der middelen en domeinen te Batavia, thans
niet verlof hier te lande,
Jffiarime esi leger.
Wij vernemen dat het stoomschip Citadel van Ant
werpen, te Vlissingen in aanbouw, den 4 Juli a. zal
worden te water gelaten.
De navolgende officieren enz. worden met den laat-
sten dezer op non-activiteit gebracht. De kapitein-luite
nant ter zee II. D. Slegtde luitenants ter zee P klasse
II. Ilovy en K. O. van der Veen; 2« klasse G. J. Fisscher
en J. E. O. Coster van Voorhout, de adelborsten 1" klasse
P. H. Ledeboer, jhr. J. C. R. Westpalm van Hoorn en
A. G. I. van Plettenbergde officier van administratie
P klasse H. J. E. van de Watering en de adjunct
administrateur F. W. Sprenger; allen dienende op
Zr. M». fregat met stoomvermogen Adolf hertog van
Nassau, terwijl de daarop dienende officieren der mari
niers de kapitain J. A. IJ. van Es en de P luitenant
jhr. W. F. Clifford Kocq van Breugel, met gemelden
datum ter beschikking worden gesteld van den komman-
dant en inspecteur van het korps mariniers.
Verder worden met meergemelden datum op non
activiteit gebrachtde luitenant ter zee P klasse G. W. C.
Voorduim; de luitenants ter zee 2» klasse C. A. Jeekel,
P. E. Winkelman en W. C. A. Ziegenhirt von Rosenthal
en de officier van administratie 2C klasse G. H. Verboom,
allen dienende op Zr Ms. schroefstoomschip het Metalen
Kruis, en de officier van gezondheid P klasse J. G. Slie-
ker, dienende op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord.
Voorts worden met den 1 Juli a. op de hieronder ver
melde schepen geplaatst: op Zr. M*. wachtschip te Wil
lemsoord, de adelborst Pkl. H. J.Boissevain,W.R. Adema,
C. J. de Vriese, W. A. Cambier en J. C. van de Kasteele,
de officier van gezondheid P klasse W. Iluysch en de
scheepsklerken F. J. Olivier en W.A.van Ouwerkerk; op
Zr. Ms. wachtschip te Ilellevoetsluis, de adelborsten le
klasse P. H. ter Meulen, J. Schimmel, C. J. H. van den
Broëk en J. G. R. van Doorn, en in de rol van laatstge
meld wachtschip, om gedetacheerd te worden op het
kostschip te Rotterdam, de officier van gezondheid P
klasse II. Evertse; op Zr. Ms. ramtorenschip Prins Hen
drik der Nederlandende adelborsten le klasse C. O.
Heints en J. J. Kraakmanop Zr. Ms. schroefstoomschip
Marnix: de adelborsten le klasse E. Voetelink en
J. W. Arkenbout Schokker, en op Zr. Ms. raderstoom
schip de Valkde luitenant ter zee 2e klasse P. Zegers
Veeckens en de adelborst P klasse J. L. Hordijk.
De plaatsing met den 21 dezer op Zr. Ms- wacht
schip te Amsterdam van den officier van gezondheid
2» kl. J. van IJzeren wordt ingetrokken. Daarentegen
worden de officieren van gezondheid 2e kl. B. H. Thom
son en A. M. Grondhout met den eersten Juli aanstaande
geplaatst, eerstgenoemde op Z<- Ms- drijvende batterij
Neptunus en laatstgemelde op Zr- M*- wachtschip te
Amsterdam.
Rechtzaken.
In het gisteren vermelde rechtsgeding tegen Elias
Remeijn en Marinus van Paassen, voor het provinciaal
gerechtshof in Zeeland behandeld, zijn heden de plei
dooien gevoerd.
De advocaat-generaal mr. M. H. van Nes van Meerkerk
ging in de eeiste plaats na of de drie seriën van verschil
lende feiten, bij acte van beschuldiging den beschuldig
den ten laste gelegd, na de gehouden debatten als wettig
en overtuigend bewezen kunnen beschouwd worden. Bij
eene opsomming van al die feiten nam hij het bewezene
voor ieder hunner aan.
j In de tweede plaats sprak hij een enkel woord over de
j quaeatie, of de poging tot diefstal uit de offerbussen in
j do roomsch-cathoiieke kerk te Goes in den avond van