Hellevoetsluis en op non-activiteit gebracht. Die be
trekking wordt met den 1 Juli aanstaande opgedragen
aan den luitenant ter zee 1" klasse J. M. Broers.
Koloniën.
Volgens bij het departement van koloniën ontvangen
berichten dd. 2 Mei jl. worden van den koffieoogst op
Java van dit jaar, tengevolge der zeer ongunstige weers
gesteldheid in 1867, weinig bevredigende uitkomsten
verwacht.
De vermoedelijke levering aan het gouvernement werd
op genoemd tijdstip geschat op ongeveer 600,000 pikols.
Rechtzaken.
Heden is voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland
de behandeling aangevangen van het rechtsgeding tegen
Elias Remijn, oud 18 jaren, gasfitter, en Marinus van
Paassén, oud 22 jaren, schrijnwerker, beide geboren en
wonende te Goes, beschuldigd van:
1». Diefstal gepleegd bij nacht door twee personen, op
eene plaats die als bewoond huis moet worden aange
merkt, door middel van inklimming en van buiten- en
binnenbraak.
2». Twee diefstallen gepleegd bij nacht door twee
personen op eene plaats, die als bewoond huis moet
worden aangemerkt, door middel van binnenbraak.
3°. Diefstal gepleegd des nachts door twee personen,
op eene plaats die niet als bewoond huis kan worden
aangemerkt of daarmede gelijkgesteld, door middel van
inklimming en binnenbraak.
4». Diefstal gepleegd des nachts door twee personen
in een bewoond huis, door middel van inklimming.
5°. Strafbare poging tot diefstal, gepleegd des nachts
door twee personen, die wapenen bij zich hadden, op
eene plaats die als bewoond huis moet worden aange
merkt. door middel van valschen sleutel en geweld.
Voorts: de eerste beschuldigde van twee diefstallen,
gepleegd in een bewoond huis door middel van binnen
braak: en de tweede beschuldigde van medeplichtigheid
daaraan, door een gedeelte van de door dien diefstal
verkregen gelden te ontvangen en te helen, wetende dat
zij door misdrijf verkregen waren.
Verder: de eerste beschuldigde van diefstal gepleegd
bij nacht in een bewoond huis door middel van binnen
braak; alsmede gemeenschappelijk en gelijktijdig van
drie eenvoudige diefstallen, en de tweede beschuldigde
van medeplichtigheid daaraan, door het ontvangen en
helen van een gedeelte der gestolen gelden, wetende dat
zij door misdrijf verkregen waren.
Eindelijk: de eerste beschuldigde van eenvoudigen
diefstal.
In deze zaak zijn 22 getuigen gedagvaard, waarvan
een M. Bokelaar, koopman te Goes wegens koogen
leeftijd verhinderd was te verschijnen.
De aan de beschuldigden ten laste gelegde feiten zijn
de volgende.
Ten eerste: dat zij te zamen en in gemeen overleg
arglistig weggenomen en zich toegeëigend hebben:
u. In den nacht van 19 op 20 Februari 1867 een munt
biljet van 10 en eenige geldstukken uit eene gesloten,
doch door hen opengebroken offerbus, welke was ge
plaatst in de roomsch-catholieke kerk te Goes, gebouwd
aan en éen geheel uitmakende met de woning van den
pastoor. De toegang tot die kerk hebben zij zich ver
schaft dooi- een raam open te breken en daardoor te
klimmen.
De getuigen M. Stieger, kerkmeester, en J. A. Evcr-
steyn, pastoor bij de roomsch-catholieke gemeente te
Goes, hebben den 20 Februari 1867 uit de bewuste offer-
bus geld vermist, de offerbus verbroken bevonden en de
sporen der inbraak ontdekt.
b. Omstreeks de helft der maand December 1867 in
twee verschillende nachten, tegen twaalf uren, eene
geld om van ongeveer f 15 uit de kerkkast derzelfde
kerk. Beide keeren hebben zij, ten einde in de kerk te
kunnen komen, met den daarvoor bestemden sleutel de
aan de publieke straat uitkomende deur van de armen-
kamer, welke met eene deur toegang tot de kerk ver
leent, geopend. De gesloten kerkkast hebben zij met
geweld opengebroken door een sleutel in het sleutelgat
te steken.
Deze ontvreemding werd ontdekt door de getuigen
F. S. A. Knitel, lid van het R. C. kerkbestuur, M. Stieger
voornoemd, P. H. Timans, lid, en J. J. Hartman, secre
taris van genoemd kerkbestuur, die bevonden hebben
dat er in de armenkas voor 1867 veel minder geld voor
handen was dan in vroegere jaren, en in't bijzonder de
twee voorgaande, het geval is geweest.
c. In de maand Mei 1867, ongeveer middernacht, om
streeks 70 centen en eenige halve centen uit vier ge
sloten offerbussen in de kerk van den lieer Budding te
Goes. Die bussen hebben zij met een beitel opengebroken,
nadat zij door een raam, hetwelk zij hadden opgeschoven,
in die kerk waren gekomen.
Dat de offerbussen waren opengebroken en inbraak
was geschied werd het eerst bemerkt door de getuigen
L. van Loo, schoenmaker en koster, J. Ossewaarde,
diaken, en H. Kieters, metselaar en stovenzetter, allen
in dienst bij de kerk van den heer Budding, die evenwel
niet kunnen verklaren hoeveel geld er ontvreemd is.
tl. In dezelfde maand, des nachts omstreeks éen uur,
uit den winkel van den hoer P. M. Verboom, te Goes,
en ten diens nadeele, een geel papieren zakje, waarin
zich f 2.50 aan centen bevond, benevens eenig grooten-
déels uit centen bestaand geld, tezamen ongeveer f 5,
en twee kistjes sigaren, elk van honderd stuks. De eerste
beschuldigde is geklommen door een raam aan <le ach
terzijde dier woning, hetwelk hij daartoe had openge
schoven, terwijl de tweede beschuldigde voor die woning
de wacht hield.
Do getuige P. M. Verboom, winkelier te Goes, heeft
het ontvreemde vermist, doch kon het juiste bedrag van
het vermiste geld niet opgeven en herinnerde zich ook
niet juist dat hij het genoemde raam opengeschoven
gevonden heeft.
c. In den avond van 22 December 1867, omstreeks tien
uren, hebben zij, een beitel bij zich hebbende, zich den
toegang tot de meergenoemde roomsch-catholieke kerk
verschaft door met den daarvoor bestemden en door
hen eenigen tijd te voren ontvreemden sleutel de
deur der kerkkamer te openen en zich daardoor in de
kerk te begeven, met het doel om de offerbussen te ledi
gen en zich de daarin bevindende gelden toe te eigenen.
Dit doel is echter verijdeld, eensdeels doordien er
in twee door hen met een valschen sleutel geopende
offerbussen geen gelden aanwezig waren, en ten anderen
doordien zij in het openen van verdere offerbussen zijn
gestoord door de komst van den pastoor, den kapellaan
en de dienstmeid. De tweede beschuldigde heeft zich
toen eenigen tijd in de kerk verscholen en is vervolgens
door een raam ontvlucht. De eerste beschuldigde ont-
vluchtte door de aan de publieke straat uitkomende
deur, door welke zij in de kerk waren gekomen. Hij
werd echter achterhaald en vastgegrepen door den kapel-
laan J. Kockhoven en de dienstmeid Anna de Haas, welke
personen hij toen met bovengenoemden beitel hevige
verwondingen aan het hoofd heeft toegebracht.
Omtrent dit feit komen de verklaringen der getuigen in
hoofdzaak op het volgende neder. De pastoor vernam
den 22 December jl., 's avonds ongeveer half tien uren,
van zijne dienstbode Anna de Haas dat er in de kerk ge
sproken en aan een busje geklopt werd. Daarop begaf
hij zich met de kapcllaans J.Koekhovenen C.Hoogstraten
in de kerk, welke hij doorzocht, doch weder verliet daar
bij niets ontdekte. Denzelfden avond omstreeks kwartier
voor elven ging hij echter alleen andermaal naar de kerk,
nadat hij de deur in de armen-wachtkamer welke tot de
kerk toegang geeft open had gevondenhalverwege in
de kerk blijvende staan, heeft hij een binnendeur vooraan
in de kerk twee malen hooren draaien. Toen heeft hij
zich naar do dienstbode begeven en deze verzocht de
j beide kapel'aans te roepen, waarop de kapellaan Boek
hoven onmiddellijk is verschenen, die, niet den pastoor
in de kamer voor hot armbestuur gekomen zijnde, ijlings
vooruitschoot, zeggende „dat hij den dief zag. vluchten",
dien hij onmiddellijk uit de woning verder op straat gevolgd
j en nabij de Koepoort gegrepen en met hem geworsteld
heeft, bij welke gelegenheid hij en de dienstmaagd, die
inmiddels gevolgd was, met een beitel ernstige kwetsu
ren aan het hoofd ontvingen. In den dader meenden zij
i Elias Remeyn te herkennen. De getuige M. C. Vadde
wed. Maartense, kwam destijds op het gehoorde hulpge
roep naar buiten, waar zij de beide verwonden vond, die
zij in hare woning heeft gebracht. In de kerk is verder
bij een nader onderzoek alleen ontdekt dat een der
offerbussen, welke het opschift „St. Pieterspenning droeg,
geopend was, waaruit echter geen gelden ontvreemd
zijn kunnen worden, als zijnde dienzelfden avond gele
digd. Beide beschuldigden zijn dien nacht als de
vermoedelijke daders gearresteerd en hebben den volgen
den dag alles bekend.
T e n tweede: dat de eerste beschuldigde de volgende
diefstallen heeft gepleegd, waaraan de tweede mede
plichtig is door desbewust het gestoleno te helen met de
wetenschap dat het door misdrijf verkregen was:
a. In de maand Juni 1867, des namiddags omstreeks
vijf uren, eene som van 14.10, bestaande uit vijffranken,
franken en halve franken, uit een doosje staande in een
gesloten doch met een daarvoor bestemden sleutel door
hem geopende bureau in de woning van den lieer Tv. de
Fouw, te Goes, waar hij, eerste beschuldigde, toen voor
de gasfabriek als fittersknecht werkzaam was.
b. In de maand Qctober daaraanvolgende, des voor
middags te acht uren, eene som van ongeveer/12 aan
dubbeltjes uit een doosje staande in dezelfde, op gelijke
wijze door hem geopende, bureau in dezelfde woning.
Beide keeren werd het ontvreemde door den getuige
de Fouw vermist. De sleutel der bureau lag steeds
daarop in een bekertje. De beschuldigde had, als bij den
getuige werkzaam zijnde, ook toegang tot de kamer
waarin de bureau zicli bevond.
c. In de maand Mei 1867, des namiddags te ongeveer
drie uren, omstreeks 18 aan verschillende muntspeciën
uit eene gesloten, doch met den daarvoor bestemden
sleutel door hem geopende ladetafel in de woning en ten
nadeele van den lieer M. Bokelaar, te Goes, tijdens hij
daar als fittersknecht werkzaam was.
De getuige M. Bokelaar wiens vroegere verklaring
is voorgelezen heeft verklaard dat liet ontvreemde
doosje met f 18 geld is vermist uit de bovenste gesloten
schuif zijner ladetafel, waarvan de sleutel steeds in de
schuif lag. Volgens den getuige J. Bokelaar kwam de
beschuldigde dikwijls als gasfitter bij zijn vader aan huis.
d. In de maand .Juni 1867, op twee verschillende dagen,
telkens des namiddags te éen uur, onderscheidene geiden
uit twee offerbussen in de kerk der christelijk afgeschei
dene gemeente te Goes, welke een geheel uitmaakt met
de woning van den predikant. Deze bussen, waarvan de
eene hing in de kerk en de andere in eene aan de kerk
grenzende kamer, waren gesloten, doch zijn met geweld
opengebroken.
Volgens de verklaring der getuigen P. F. de Jonge,
diaken, en A. de Bruijne, predikant bij do christelijk
afgescheidene gemeente, hebben zij de bnssen openge
broken en ledig bevonden, zonder het bedrag van liet
ontvreemde te weten. De beschuldigde Remeijn had toe- i
i gang tot de kerk en alzoo gelegenheid tot het plegen van
den diefstal.
Ten derde: dat de eerste beschuldigde daarenboven
de volgende diefstallen heeft gepleegd uit de woning en
ten nadeele van den heer C. C. van den Bosch, te Goes:
o. In de maand Januari 1867, des avonds omstreeks
zeven uren, een gesloten offerbus, bestemd voor zende
lingen, waarin zich eenige centen bevonden, welke bus
hij medegenomen en opengebroken heeft.
b. Den 19 November 1867's namiddags omstreeks
vier uren, een paar schoenen, en zulks terwijl hij aldaar
voor de gasfabriek werkzaam was.
Een en ander wordt bevestigd door de verklaringen
der getuigen C. C. van den Bosch, grondeigenaar, eu
zijne dienstboden J. J. Rademaker en M. M. Ossewaarde.
De beschuldigden bekenden volmondig alles wat hun
is ten laste gelegd. Als reden der gepleegde misdrijven
gaven zij op, dat zij op alle mogelijke wijzen geld tracht
ten los te krijgen, ten einde hunne zucht tot het maken
van verteringen te kunnen bevredigen. De voorzitter
hield hun ernstig liet gewicht hunner schuld voor. Vooral
\-vees hij den'eersten op het hevige der door hem toege
brachte verwondingen, waardoor hij bijna een moord
heet'il gepleegd, terwijl hij tevens opmerkte dat de positie
van feiden - daar de eerste f 4 en de tweede f 3.75
's weekr?, verdient, en zij bij hunne ouders kost eu.
inwoning'genisten voor jongens van hunnen leeftijd
en in hun sffiuid benijdenswaardig mag worden genoemd.
Nadat de geljuigen verlof hadden bekomen om zich te
verwijderen, is 7'le zitting verdaagd tot morgen ochtend
te 10 uren, tot hel1' houden der pleidooien.
fieniengdc berichten.
De tentoonstelliVig van voorwerpen van nijverheid,
kunst en smaak, die te' Zierikzee door hot daar gevestigde
departement der Maatschappij tot bevordering van nijver
heid georganiseerd is, ,werd Dinsdag geopend. Bij die
gelegenheid werd een cc11100''* gegeven in de sociëteit
Parklust, waaraan ook de.'eden van het departement en
de inzenders konden deelnepien.
Het hof van appel te Mi*z in Frankrijk heeft dezer
dagen uitspraak gedaan in eeri*e procedure, gevoerd door
den prins van Oranje tegen zek1"'0" van den Daele,
over de geldigheid eener tussche.*1 hen gesloten overeen
komst van koop cn verkoop. De p^ins van Oranje had in
1866 van hem in de Champagne Po; uilleuse, niet. ver van
het kamp van Chalons, een landgoed gekocht, deel uit
makende van le domaine d'Orfeuil, v£30r.325,000 franken,
j en voor dat bedrag schuldbekente -nissen afgegeven.
Dadelijk daarop wilde de prins vanOra7*'jft een hypotheek
op dit goed nemen bij het crédit foncier, doch ditgeluktc
niet en 1111 bleek dat liet door lusschenl tomst van zeke
ren Collier, homme de conjiancë van den u'ius, gekochte
landgoed door van den Daele van den hertc j" d'Alcantara
was gekocht voor 120,000 franken, en tè,vens c'at de
prins van Oranje de afgegeven schu 1 dbêntenissen
weigerde te voldoen. M>. Jules Favro voor®den geïnti
meerde van den Daele en m>'. Allou voor de?* appellant
den prins van Oranje, stonden in deze zaak tegenover
elkander. De pleitrede van Jules Fa re was z<
fco ontzag
lijk heftig, dat m>-- Allou van die rede zeidei'.- ,"<e sera
l'expati'in pour ces ejfe.rcescene.es tumultueuf.es de la>i je"nessei
tj/jt ri*épargnent pas toujours lesprincesj Bij zit-i*1 arrest
heeft het hof van Metz liet vonnis der rechnJhnnk te
Vouziers vernietigd en de gesloten overeetkol,mst van
koop en verkoop nietig en van onwaarde verklaard op
grond van bedrog aan de zijde des verkoopers 7van dCI'
Daele.
Omtrent de in ons vorig nommer vermeldeoi-1^'11®'1-
ting van zes gevangenen uit het tuchthuis toLeeuAwai'den
jl. Zondag, meldt het Handelsblad nog liet vo lge"de:
I11 den afgeloopen nacht, waai schijnlij k tusschen 1 c—11 uur>
zijn uitliet tuchthuis alhier zes zware gevangenen, waar
onder twee zeer gevaarlijke, ontvlucht. Zij bevonde 11 z'cl1
in van ijzeren afsluitingen voorziene alkoven op ee m der
bovenzalen van den voor eenige jaren gestichten nie,fUwen
vleugel. Nadat iedere afsluiting verbroken of gee?>Perjd
was, hebben zij door middel van een of ander wer, ktmg
een gat in den zolder van do slaapzaal weten te zag' efi en
zijn zij vervolgens daardoor op den zolder eu doo r 'iet
openbreken van een dor dakvensters op het dakgeko !u®n-
Van deze zijde was het verder ontkomen echter moei' 'Hik.
omdat langs den overkant een schildwac-h t wasgepost eel'd-
Zij beproefden dus het dak van het naastbijgel eSen
gebouw te bereiken, dat hun maar al te wel gelukte, hen
touw, samengesteld uit 45 strengen garen, tot den ar» 1je'(l
behoorende, dat zij hadden weten te vervaardigen, v \01(^
nu aau eenen stang of bout van een dakvenster bevest.
Een der gevangenen liet zich van de steile hoogte 11 aaj
beneden glijden en kwam in de gracht te lande, die ''ij
wist over te zwemmen. Het touw werd daarna aan e on
der aldaar staande hoornen vastgemaakt en weldra war en
ook de vijf overigen in vrijheid. In de gevangenis zei ve
was niets bemerkt 011 evenmin door de wacht, van buit- en
geplaatst. Door een burger, die een paar ontvluchten a; u>
een der uitgangen van de stad had bemerkt, werd echt er
al spoedig aan de nachtpolitio van de zaak kennis geg e"
ven, en nu was in weinig tijds alles in beweging 0111 c lo<
vluchtelingen op te sporen. Reeds vroegtijdig ware n
twee, met namen Christoffel Veldink en Hendrik Ja 'l
Ilulsbeek weder gevat, beide door landlieden, de ee: 11
onder het dorp Goutum, de ander onder het dorp Rijpei
kerk. Den laatsten vooral werd men niet dan na eene 1
zware worsteling meester, waarvan de teekenen duidelijk
aan hem zichtbaar waren, toen bij sterk gebonden door
de boeren op een wagen herwaarts werd gebracht.
Hoe voorbereiding der ontvluchting en deze zelve zoo
ongemerkt hebben kunnen geschieden, is inderdaad bijna