MIDDELBURGSCHE
COURANT.
N°- 94.
1868.
Zaterdag
13 Juni.
dmnenlanö.
Editie van Vrijdag avond 8 uren.
HEK 91 I S.
De Burgemeester en "Wethouders van Vlissingen,
Maken bekend, dat de Kermis of Jaarmarkt in
die gemeente dit jaar invalt op den 20 Juli en eindigen
zal den 25 daaraanvolgende.
Ter bekoming van standplaatsen zullen belangheb
benden zich moeten aanmelden bij den Marktmeester.
Vlissingen, 11 Juni 1868.
De Burgemeester en wethouders voornoemd,
J. W. CALLENFELS.
De Secretaris,
T. C. DOMMISSE L. S.
middelburg 13 Juni.
De volgende door het vorig ministerie ingediende
wetsontwerpen zijn thans door de regeering ingetrokken:
tot het vaststellen eener toelage boven de militaire
pensioenen bij de zeemacht ter zake van werkelijk ver-
blijfin militairen dienst in 's rij ks overzeesche bezittingen
en tusschen de keerkringen
betreffende maten, gewichten, meet- en weeg-werk
tuigen
tot het begraven van lijken, begraafplaatsen en be
grafenisrechten
tot regeling van het hooger onderwijs;
tot wijziging der wet houdende regeling van het lager
onderwijs;
tot regeling der banken van leening
tot wijziging der wetten van 1 Juni 1865, regelende
de voorwaarden tot verkrijging der bevoegdheid van
geneeskundige enz., en de uitoefening der genees- en
artsenijbereidkunst
tot regeling van de uitoefening der veeartsenijkunde.
In de zitting der tweede kamer van gisteren zijn de
hoofdstukken IV B en V der staatsbegrooting voor 1868
(justitie en binnenlandsche zaken) met algemeene stem
men aangenomen.
De minister van binnenlandsche zaken heeft verklaard
dat de regeering geen wijziging der wet op het lager
onderwijs noodig acht. In de bezwaren kan door eerlijke
toepassing der wet worden voorzien.
Heden heeft de tweede kamer hoofdstuk VI der staats
begrooting voor 1868 (marine) aangenomen met 60
tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Reinders,
Dumbar, Guljé en Westerhoff.
De minister van marine heeft verklaard dat hij in het
algemeen zich bij het stelsel van zijn voorganger heeft
aangesloten, daar het begonnen werk moet worden
doorgezet.
De minister van financiën heeft te kennen gegeven
dat zich spoedig de vraag zal voordoen of men met de uit
gaven voor het defentiestelsel op den tegen woordigen voet
zonder verhooging van belastingen zal kunnen voortgaan.
De hoofdstukken VIII, VII B en IX der staatsbegroo
ting voor 1868 (oorlog, financiën en koloniën) zijn met
algemeene stemmen aangenomen.
Men schrijft uit 's Gravenhage aan de Arnhemsehe
courant
De heer Roest van Limburg is slechts ad, interim
benoemd tot minister van buitenlandsche zaken. Zeker
zal dat interimaire karakter aanleiding geven tot vele
onderstellingen. Mij dunkt echter dat de reden voor
de hand ligt. Men benoemt geen gezanten tot andere
betrekkingen dan met voorkennis van de mogendheid,
bij wie zij geaccrediteerd zijn. Al is dit ook eene bloote
formaliteit, de internationale beleefdheid vordert ze
en de definitieve benoeming van den heer Roest van
Limburg, zoo zij al volgt, zou eerst plaats hebben
nadat men te Washington van zijne optreding had
kennis gekregen. Zoo zij al volgt, zeg ik, want het is
zeer wel mogelijk dat de heer Roest van Limburg interi
mair blijft tot zijne definitieve aftreding, om dan zijne
diplomatieke loopbaan voort te zetten.
In de Nieuwe Bredasche en Oosterhoutsche courant
komt het volgende bericht voor
„Zooals men algemeen verzekert, zal het dagblad „de
Tijd", waarvan de redactie in een bijzondere vriendschap
met onzen tegenwoordigen minister van justitie staat,
den strijd tegen de liberalen opgeven, niettegenstaande
„de Tijd" onlangs door bemiddeling van een conservatief
minister f 20,000 tot onderstand ontvangen heeft.
L."
Dit bericht is onder een rubriek „ingezonden stukken"
geplaatst, waarmede de redactie waarschijnlijk wil te
kennen geven dat zij zich de juistheid of onjuistheid er
van niet aantrekt. Bij eene, gelijk men zich verbeeldt,
zoo gemakkelijke van zich af te werpen verantwoorde
lijkheid, ware het wenschelijk geweest dat zij van den
inzender de onderteekening had gevorderd. De letter L."
geeft geen waarborg, en er ligt eenige lafheid in zulke
feiten openbaar te maken zonder dat men den moed heeft
er de verantwoordelijkheid van op zich te nemen. De
redacteurs van couranten die „ingezonden stukken" op
nemen, moesten begrijpen dat zij voor den inhoud wel
degelijk zedelijk verantwoordelijk blijven, ook al is er
een L, X of N. onder geplaatst.
Met machtiging des konings is de onder dagteekening
van den 10 April 1863, aan den heer F. Lancelot te
Brussel verleende concessie tot het aanleggen en exploi-
teeren van een spoorweg van Neuzen langs Sluiskil,
Axel en Hulst tot de Belgische grenzen, in de richting
van St. Nicolaas, ingetrokken en voor den aanleg en de
exploitatie van denzelfden spoorweg concessie verleend
aan de heeren T. Janssens te St. Nicolaas, A. Wauters
te Temsche, II. van Berchem te Willebroeck en W. DTia-
nens te St. Nicolaas, op de voorwaarden, vermeld in de
Staatscourant van heden.
Te Amsterdam is tot lid der provinciale staten gekozen
mr. S. A. Vening Meinesz, met 521 van de 890 geldige
stemmen. De heer W. Borski verkreeg 367 stemmen.
Te Rotterdam is tot lid der provinciale staten van
Zuid-Holland gekozen mr. M. Mees, met 644 van de
1177 geldige stemmen. Op jhr. mr. D. IL Gevers Deynoot
waren 532 stemmen uitgebracht.
De beide gekozenen zijn candidaten der vrijzinnige
kiesvereenigingen.
Benoemingen en besluiten.
burgemeesters. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan mr- C. Fock als burgemeester van Amsterdam.
rechterlijke macht. Eervol ontslag verleend aan
mr. F. G. R. II. van Lilaar als raadsheer in het provinciaal
gerechtshof in Noord-Holland.
postkantoren. Benoemd tot directeur van het post
kantoor te Schoonhoven de heer H. G. W. Nahuys, thans
in dezelfde betrekking te Monnikendam.
leger. Op pensioen gesteld, ten bedrage van f 1065
'sjaars, de kapitein A. J. R. Kemper, magazijnmeester
der artillerie D klasse te Doesborgh.
Kerknieuws.
Het kiescollege der Nederduitsche hervormde gemeente
te Rotterdam heeft uit het vroeger gemelde zestal het
volgende drietal ter beroeping van een predikant opge
maakt: de heeren J. J. van Toorenenbergen, te Utrecht;
J. Drost, te Goes, en J. H. L. Roozemeijer, alhier.
Door het kiescollege der Nederduitsche hervormde
gemeente te Leiden zijn op het drietal ter beroeping van
een predikant geplaatst: de heeren J. Drost, te Goes;
II. C. Voorhoeve, te Delfshaven; en J. D. B. Brouwer, te
Harderwijk.
Onderwijs.
Door den minister van binnenlandsche zaken wordt
bekend gemaakt, dat het examen A, art. 59 der wet rege
lende het middelbaar onderwijs, zal worden afgenomen
door de commissie belast met het afnemen der eindexa
mens voor de hoogere burgerscholen in de provincie
Zuid-Holland.
Zij die aan genoemd examen wensehen deel te nemen,
hetwelk voor zooveel het schriftelijk werk betreft aan de
hoogere burgerscholen zal worden gehouden, terwijl het
mondeling examen den 20 Juli en volgende dagen zal
worden afgenomen te Delft, worden verzocht voor den
15 Juni e. k. hiervan schriftelijk kennis te geven aan
den inspecteur van het middelbaar onderwijs dr. D. J.
Steyn Parvë te 'sGravenhage, voorzitter dier commissie,
met opgave van woonplaats, datum en plaats van ge boorte,
en van de hoogere burgerschool, waaraan men het schrif
telijk werk wenscht te maken.
De minister van binnenlandsche zaken heeft be
paald dat de commissiën, belast met het afnemen der
examens B en C, volgens de artt. 60—65 van gemelde
wet, voor het jaar 1868 zitting zullen houden te Delft;
benoemd tot leden der commissie voor het examen B
(artt. 6165) de heeren dr. L. Cohen Stuart, directeur
der Polytechnische school te Delft, voorzitter; dr. D. Bie-
rens de Haan, hoogleeraar te Leiden; dr. G. F. IV. Baehr,
hoogl. aan de Polytechnische school te Delftdr. C. H. C.
Grinwis, hoogleeraar te Utrecht; dr. J.W.Gunning, hoog
leeraar aan het Athenaeum te Amsterdam; dr. H. Vogel
zang, hooglceraar aan de Polytechnische school te Delft;
C. Outshoorn, architect te AmsterdamL. J. du Celliée
Muller, ingenieur van den waterstaat te Amsterdam:
L. C. P. W. Visser, ingenieur 1« klasse bij de marine te
Amsterdam; R. Craeyvanger, hoofdonderwijzer aan de
Koninklijke academie van beeldende kunsten te Amster
dam; tot leden der commissie voor het examenB (art. 60)
en C (artt. 6165), de heeren dr. L. Cohen Stuart, direc
teur der polytechnische school te Delft, voorzitter; F. J.
van den Berg, hoogleeraar aan de polytechnische school
te Delft; dr. C. H. C. Grinwis, hoogleeraar te Utrecht;
dr. J. W. Gunning, hoogleeraar aan het athenaeum te
Amsterdam; dr. H. Vogelsang, hoogleeraar aan de poly
technische school te Delft; N. II. Henket, hoogleeraar
aan de polytechnische school te Delft; H. S. J. Rose,
hoofdingenieur van den waterstaat te 's Hertogenbosch
N. T. Michaelis, eerstaanwezend ingenieur der staats
spoorwegen te RotterdamE. Gugel, hoogleeraar aan de
polytechnische school te Delft; C. Outshoorn, architect
te AmsterdamD. Grothe, hoogleeraar aan de polytech
nische school te Delft; A. Huet, leeraar aan voornoemde
school; A. A. C. de Vries Robbé, ingenieur der 1« klasse
voor het stoomwezen, te Ede; P. van Dijk, ingenieur
voor de mijnen in Nederlandsch Indië, te 's Gravenhage;
R. Craeyvanger, hoofdonderwijzer aan de koninklijke
academie van beeldende kunsten te AmsterdamJ. F.
Boogaard, referendaris aan het departement van binnen
landsche zaken; die uitgenoodigd worden om zich te
Delft te vereenigen, op zoodanigen tijd, als hun nader
door den voorzitter zal worden medegedeeld.
Karine en leger.
De officier van gezondheid 2f- klasse J. van IJzeren
wordt met den 21 dezer geplaatst op Zr. M». wachtschip
te Amsterdam.
De luitenant ter zee 2f klasse F. Zegers Veeckens,
dienende op Z<\ M». raderstoomschip de Valk, is met den
19 dezer op non-activiteit gebracht en op dat rader
stoomschip vervangen door den luitenant ter zee 2« klasse
M. J. C. Lucardie.
Zr. Ms. monitor Heiligerlee, onder bevel van den
luitenant ter zee 1« klasse H. A. ridder van Rappard, is
is den namiddag van den 10 dezer van Birkenhead
(Engeland) naar Nederland vertrokken.
De adjunct-commies bij de directie der marine te
Vlissingen J. van Reyn wordt, met den eersten Juli a.,
overgeplaatst bij de directie der marine te Hellevoetsluis.
De kapitein ter zee F. R. Toe Water, gedetacheerd
bij het ministerie van marine, wordt, op zijn daartoe ge
daan verzoek, met den laatsten dezer maand eervol van
zijn detachement ontheven en op non-activiteit gebracht.
Rechtzaken.
In onzen tijd van spoorwegongelukken is het niet
onbelangrijk, melding te maken van de uitspraak, Dins
dag door de eerste kamer der arrondissements-rechtbank
te Amsterdam gedaan in het bekende ongeval, den
20 Mei 1866 op den Ilollandschen spoorweg te Veenen-
burg plaats gevonden.
Een der reizigers, W. Nelson Suckling, oud-raadsheer
in de Court of Chancery te Londen, zat rustig in zijne
coupé, toen hij door de botsing van twee treinen het
bezoek ontving van eene locomotief, die hem de beide
beenen brak. Hij werd gedurende meer dan een jaar
verpleegd ten koste der Hollandsche spoorwegmaat
schappij te Haarlem en Zandvoort. De kosten hiervan
en van geneeskundige hulp, door de maatschappij be
taald, bedroegen ongeveer f 12,000. De heer Nelson
herstelde aan een been geheel, doch op zijn 62jarigen
leeftijd wilde het andere been niet verbeenen. Hij kon
nu evenwel naar Engeland tcrugkeeren. De maatschappij
dacht, dat de zaak hiermede was afgedaan; doch de heer
Nelson stelde na vergeefsche minnelijke pogingen eene
rechtsvordering in tegen de maatschappij voor de arron
dissements-rechtbank aldaar, tot vergoeding1. van ge
leden schade, daardoor ontstaan, dat hij verplicht is
geweest zijne huishouding op te breken, zijne woonplaats,
die tijdelijk te Darmstadt was, met de zijnen naar Neder-