MIDDELRURGSCHE
COURANT.
N°' 89.
1868.
Donderdag
4 Juni.
W:
Editie van Woensdag avond 8 uren.
Ornncn UmS.
Burgemeester en Wethouders van Homburg bren
gen ter kennis, dat do Kermis aldaar zal aanvangen
pp Donderdag den 25 dezer maand, en dat toestemming
isverleend om des Vrijdags naar de gaai te schieten en
"es Zaterdags naar den ring te rijden.
Domburg, den 2 Juni 1868.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. J. I. SPRENGER, Burgemeester.
II. M. KESTELOO, Secretaris.
middelburg 3 Juni.
Nadat de oorspronkelijk door Thorbecke opgemaakte
voordracht bezwaren had ontmoet, waardoor nieuwe
onderhandelingen geopend zijn, die langer geduurd
hebben dan men in den aanvang verwachtte, is thans
het ministerie werkelijk tot stand gekomen.
Door Z. M. den koning zijn benoemd
tot minister van justitie, de heer mr. F. G. R. H. van
Lilaar, raadsheer in het provinciaal gerechtshof van
Noord-Holland
tot minister van binnenlandsche zaken, de heer
mr. C. Foek, burgemeester van Amsterdam
tot minister van marine, de kapitein-luitenant ter zee
E. G. Brocx, eerste officier-instructeur bij het koninklijk
instituut voor de marine te Willemsoord;
tot minister van financiën, de heer mr. P.P. van Bosse
tot minister van oorlog, de gepensioneerde luitenant-
generaal J. J. van Muiken, lid van den raad van state;
tot minister van koloniën, de heer E. J. W. de Waal,
oud-eerste secretaris van het gouvernement te Batavia.
De portefeuille van buitenlandsche zaken is ad inlerim
min den heer van Muiken opgedragen.
De besluiten die deze benoemingen en het ontslag der
vorige ministers inhouden worden in de Staatscourant
van morgen, 4 Juni, opgenomen.
De tweede kamer is opgeroepen om op Maandag
8 dezer bijeen te komen.
De heer van Bosse hoeft reeds heden zijn betrekking
van minister van financiën aanvaard, terwijl de heer
Schimmelpenninck van de ambtenaren van zijn gewezen
departement afscheid heeft genomen.
De minister van binenlandsche zaken heeft gisteren
bepaald dat de openbare examens van hen af haar, die
eene acte van bevoegdheid als leerling-apotheker wen-
schen te verkrijgen, voor zooveel Middelburg betreft,
den 13 Juli a. zullen aanvangen.
Wij vernemen dat de officieren der dienstdoende
schutterij te Dordrecht zich bereid hebben verklaard
voorloopig te voldoen aan de schriftelijke uitnoodiging
yan den commissaris des konings in Zuid Holland tot
'uitrekking van het door hen gevraagd ontslag. Mocht
echter den 15 Augustus a. nog geen bepaalde zekerheid
tot oprichting eener schietbaan gegeven zijn, dan moet
hun adres om ontslag onmiddellijk aan den koning
worden opgezonden.
De Staatscourant van heden bevat het koninklijk
besluit van 21 Mei jl., waarbij, met intrekking van art. 5
van het koninklijk besluit van 28 Juni 1828 (Staatsblad
no. 42) nadere voorschriften worden gegeven betreffende
het geneeskundig onderzoek omtrent de geschiktheid
voor den dienst van schutterplichtigen.
In hetzelfde nommer is opgenomen het koninklijk be
sluit van den 22 Mei jl., houdende voorziening omtrent
de bewaarplaatsen van petroleum-essenz., gas-olie, turf-
olie en andere vloeistoffen, tot verlichting geschikt, en
van nitroglycerine, alsmede omtrent de beenzwart-fabrie
ken of beenzwart-branderijen.
Benoemingen en besluiten.
betaalmeesters. Op verzoek eervol ontslag verleend
aan jhr. II. J. Bicker als betaalmeester te Amsterdam,
onder dankbetuiging voor de vele en belangrijke dien
sten door hem aan den lande bewezen en behoudens
aanspraak op pensioen; en benoemd tot betaalmeester
aldaar de heer A. C. llanegraaff, thans betaalmeester te
Rotterdam.
onderwijs. Benoemd tot leeraar aan de rijks lioogere
burgerschool te Alkmaar mr. A. P. de Lange, advocaat
aldaar.
leger. Benoemd tot officier van gezondheid 3« klasse
bij het personeel van den geneeskundigen dienst der
landmacht in West-Indië de heer G. J. N. Loomcijer.
Kerknieuws.
Wij vernemen dat de vcreischte gelden voor het ver-
kiezingswerk bij de Ncderduitsclie hervormde gemeente
alhier door vrijwillige bijdragon zijn bijeengebracht,
zoodat de heffing van van hen die aan de benoeming
van het kiescollege zullen deelnemen, niet noodig zal
zijn.
De heer G. C. Boomer, predikant te Ritthem, lieeft
voor het beroep naar Schore en Vlake bedankt.
Het kiescollege bij de Nederduitsche hervormde
gemeente te Deventer heeft gisteren tot predikant aldaar
beroepen den heer E. O. Jungius, thans predikant te
Zierikzee.
Koloniën.
Gisteren zijn per Engelsche mail de brieven en dag
bladen uit Nederlandsch Indië, loopende tot 22 April,
hier aangebracht.
Volgens het overzicht van het Nieuw Bataviaasch han
delsblad brak in den nacht van 29 op 30 Maart te Banjer-
massing brand uit in het fort waarin onder anderen het
kruitmagazijn zich bevond met een voorraad van 12,000,
volgens anderen 24,000 ponden. Spoedig waren de offi
cierswoningen, het hospitaal, het kleedingmagazijn, de
apotheek, het artillerie magazijn en andere gouverne-
ments-gebouwen, allen van hout, vernield. Door goed
beleid en krachtige inspanning heeft men echter het
kruithuis kunnen ontruimen en Banjermassing voor ge-
hecle verwoesting bewaard. Verlies van menschcnlevens
heeft niet plaats gehad. De zieken werden uit het hospi
taal naar het. kerkhof overgebracht, waar zij een gedeelte
van den nacht doorbrachten.
De veeziekte duurt op Sumatra voort.
Op Madura zijn twee radhens gearresteerd. Men ver
moedt dat zij hebben deelgenomen in den onlangs ge-
pleegden aanslag op den heer Harthoorn en diens huis
gezin.
Van Java valt weinig te vermelden. De Samarangsche
havenwerken en spoorweg vorderen goed. Men hoort
nog altijd klachten over het slecht bezorgen van brieven
en het niet uitbetalen van gouvernements-schulden.
Volgens de Javabode bevonden zich den 10 April
te Samarang verscheidene personen, die aan de gouver-
nements-pakhuizen als hulp-personeel zijn werkzaam
gesteld, op eene maandelijksche bezoldiging van f 75.
Daaronder zijn er, die reeds sedert zes a zeven maanden
te vergeefs op hun loon wachten. In den regel hebben
zulke menschen geen geld in voorraad, noch hulpbronnen
waaruit zij gedurende zoo langen tijd putten kunnen om
in hun onderhoud te voorzien, en het is dan ook bekend
hoe de bank van leening door die menschen als redmiddel
wordt aangegrepen. Zeer velen hunner hebben reeds
sedert geruimen tijd alles verpand wat zij of hunne
huisgenooten verpanden konden aan sieraden en klee-
dingstukkendaarna werd het meubilair en beddegoed
en door éen zelfs een huisje, dat hem in eigendom toe
behoorde, verkocht, en toen er niets meer was, en eindelijk
ook geen huishuur kon worden betaald, werd aan een
hunner toegestaan, het oude geld-kantoor te betrekken,
waar hij, na over dag voor het gouvernement te hebben
gewerkt, 's avonds met eene leege maag en geen vooruit
zicht hoe die vooreerst te vullen, tussclien eenige oude
kisten met zijne vrouw kon philosopheeren over de rijk
dommen van Indië en de groote tractementen der hoogere
staatsdienaars, die hem te werk stollen, maar voor zijne
betaling niet zorgen. De onbillijkheid werd de kroon
opgezet, door op den 1 April allen, zonder een penning
genoten te hebben, te ontslaan.
Gemengde berichten.
In de nabijheid van het fort Raminekens heeft zich
jl. Zondag in eene schuur een persoon door ophanging
van het leven beroofd. Uit een briefje dat hij op een
balk nedergelegd had, bleek zijn naain en betrekking
van varensgezel.
In den afgeloopen nacht heeft op den Vlissingschen
weg een boerenjongen onverhoeds een polderwerker eene
ernstige wonde aan den arm toegebracht. De dader
schijnt niet bekend te zijn.
Wij vernemen, dat gisteren avond met den laatsten
trein van den rijnspoorweg van Amsterdam naar Utrecht
een ernstig ongeluk is gebeurd tusschen de stations
Breukeion en Maarsen. Terwijl de pasagierstrein op die
hoogte door de eene of andere oorzaak eenige oogen-
blikken halt hield, is een goederentrein die achterop
j kwam en niet tijdig genoeg stopte, daarmede in botsing
j gekomen, waardoor eenige wagens op elkander schoven
en, gedeeltelijk verbrijzeld werden. Een der passagiers,
nam' men zegt de heer J. W. W. uit Groningen, is bij dit
Ongeluk gedood, doordien hij tusschen de verbrijzelde
wagens geklemd raakte. Een vijf- of zestal andere passa
giers zijn min of meer ernstig gekwetst.
Naast de beide te Groningen verschijnende couranten
zal met 3 Juli, door de boekhandelaars Geertsema, van
Giffen en C°. eene derde courant worden uitgegeven,
onderden titel van: Nieuwe Groninger; dagblad voor
de stad en provincie. Deze courant, die tweemaal "s weeks
uitkomt, zal in echt liberalen zin worden geredigeerd.
Bij het vertrek van de Japansche officieren van
gezondheid Itoe Gempak cn Hajasi Kinkai, van het
Nieuwediep, waar zij bij het marine-hospitaal hunne
wetenschappelijke vorming grootendeels verkregen heb
ben, zijn door hen zeiven en nametis de keizerlijke
Japansche regeering, prachtige geschenken in zilver
(van sierlijke inscriptiën voorzien), Japansch lakwerk
en zijden stoffen aangeboden aan hunne leeraren, belast
met het onderwijs in de geneeskundige wetenschappen
aan het marine-hospitaal aldaar.
Zaterdag avond is, zonder dat men daarvan tot
dusverre de oorzaak kan vermoeden, te Mannheim in de
magazijnen van het Zollamt en van Paul Eiehner een
zeer hevige brand uitgebarsten, welke eerst Zondag
middag gebluscht was. Drie magazijnen, waarin zich
eene hoeveelheid katoen, teer, traan, pek en spiritus
bevond, zijn geheel afgebrand. De schade is zeer aan
zienlijk.
- Men herinnert zich, dat de grootvorstin Alexander
bij haar bezoek te Praag verleden jaar in de Wenzel
Capellc vroeg om eene gouden altaarlamp te zien, welke
zij reeds in 1862 aan die kerk ten geschenke gegeven
had De lamp was niet te vinden. Dit gaf aanleiding tot
allerlei gissingen. Thans wordt gemeld, dat het stuk
teruggevonden is cn wel te Petersburg, zoodat de oneer
lijkheid in deze zaak in de meer onmiddellijke omgeving
der grootvorstin gezocht moet worden.
Vrijdag was de dag der Epsom-wedrennen, di
voornamelijk het voorrecht hebben om de Londenscl
beau-monde te lokken en den naam van ladies-vvedrennc
gekregen hebben. Ongelukkig was Vrijdag ook de dag,
waarop over half Engeland een vreesêlijk onweder ge
woed heeft, dat, hoe onwelkom te midden van do fraaie
toiletten op het open veld van Epsom, toch niet daar het
meeste kwaad gedaan heeft. Te Londen, waar het van
12 uren tot 1 uur aanhield, is de bliksem op verschillende
plaatsen ingeslagen, ook in een der torens van Westminster
Palace, waar het hoogerliuis vergaderd was. Daar heeft
het echter geen belangrijke schade aangebracht, maar te
Birmingham is het in eene fabriek geslagen, waar de
bliksem eene ontploffing heeft veroorzaakt, die aan twee
meisjes, aldaar werkzaam, het leven kostte cn vier anderen
zwaar verwondde. De markies Ilastings, die bij den
Derby-wedren door de kuren van zijn paard Lady Elisa-
beth enorme verliezen geleden heeft, heeft hetzelfde
ongeluk gehad bij den Epsom-wedren, waar de Lady
ElisaJbeth weder geloopen heeft, doch andermaal, tegen
veler verwachting, zonder succes.
Te Limoges is bij gelegenheid der kermis brand
ontstaan in de fourage-schuur van den circus der gebroe
ders Godefroy. Spoedig sloeg de vlam over op eene gooche
laarstent, en eer men genoegzame hulp had om den
voortgang van het vuur te stuiten, stonden alle kermis
tenten, kramen enz. op de Place Royale in brand. Slechts
met moeite kon men er in slagen, het overige gedeelte
der kermis naar de zijde van den Boulevard te redden.
Van het verbrande was niets verzekerd. Men begroot de
schade op minstens 100,000 franken. Drie-en-twintig eige
naars van vertooningen, ververschingslokalen enz.hebben
nagenoeg alles verloren.
De Parijsche journalist Rochefort, aan wien onder
het oude régime der drukpers verlof was geweigerd tot
de oprichting van het nieuwe dagblad, dat hij onder den
titel la Lanterne wilde stichten, heeft thans het eerste
nommer van dat blad uitgegeven. In zijn inleidend
artikel zegt de heer Rochefort o. a.
„lk die tot u spreek, ik ben, toen ik aan het ministerie
van binnenlandsche zaken ben gaan inl'ormeeren wat het
waarschijnlijke lot zou zijn mijner aanvrage om vergun
ning tot de uitgave der Lanterne, door den hoofd-ambte-
naar, die mij ontving, beschuldigd van een verklaard
vijand te zijn van don tegenwoordigen staat van zaken
en een steun der beruchte oude partijen.
„Deze insinuatie is te minder gegrond, omdat (ik heb
het hier niet te verbergen) ik in het hart Bonapartist ben.
Men zal mij echter wel vergunnen, om mijn held in de
dynastie te zoekenAls Bonapartist geef ik de voor
keur aan Napoleon II; dat is mijn recht.
„Ik zal er zelfs bijvoegen, dat bij voor mij het ideaal
van den souverein vertegenwoordigt. Niemand zal ont-