MIDDELBURGSCHE COURANT. N°- 83. Zondag 1868. 24 Mei. Editie van Zaterdag avond 8 uren. SSiddelburg 33 Mei. Een (reeds heden namiddag aan de geahonneerdcn op het Bulletin medegedeeld) telegram uit 's Hage meldt ons het volgende: De heer Thorbecke, die buiten de stad was, is gisteren door den koning persoonlijk uitgenoodigd naar 's Hage te komen. De heer Thorbeoke kwam dientengevolge gisteren avond in de residentie aan. Heden morgen te 10 uren heeft hij met den heer Mackay een langdurig onderhoud met zijne majesteit gehad. Men acht thans de samenstelling van het kabinet spoedig aanstaande. Volgens een ander telegram is de heer Mackay niet geslaagd in de samenstelling van een kabinet en heeit hij zijn mandaat nedergelegd. Den heer Thorbecke, die bij den koning is ontboden, is thans het vormen van een ministerie opgedragen. De Staatscourant van heden bevat het koninklijk besluit van den 11 dezer houdende nadere wijziging der bepalingen, regelende de voorwaarden en wijze van keuring van den gekaakten haring, af komstig van de Nederlandsche zecvisscherijen, vastgesteld bij koninklijk besluit van 4 Maart 1860 (Staatsblad no. 11) en gewijzigd bij dat van 24 Februari 1861 (Staatsblad no. 12). ItSnriinc en leger. Z. M. de koning heeft bepaald dat de monitor de Pan ter, in Engeland voor rekening der Nederlandsche regeering aangebouwd, voortaan den naam zal voeren van „Heiligerlee." Op den 20 dezer is Zr. M\ raderstoomschip de Valk, onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee J- F. Koopman, naar zee vertrokken, om de bemanning over te voeren voor de monitor Heiligerlee (vroeger Panter), welke aldaar wordt in dienst gesteld. ll&cclitzaken. De arrondissements-reclitbank alhier heeft Woensdag de volgende vonnissen uitgesproken Jan Sinke, Dingeman Jongepier en Gilles Klopmeijcr, allen arbeiders te Domburg beklaagd dat zij den 19 April jl. te zamen en gelijktijdig eieren van waterwild en kievieten gezocht hebben in het jachtveld toebehoo- rende aan jhr. mr. J. P. Boddaert onder Oostkapelle, zon der schriftelijke vergunning van den eigenaar of recht hebbende en buiten diens tegenwoordigheid; de eerste en tweede bovendien dat zij aan den rijksveldwachter J. Kroes, die genoemde overtreding constateercn wilde, helecdigend de woorden hebben toegevoegd„maak weer maar een valsch proces-verbaal op, want gij hebt dit al meer gedaan," zijn bij verstek schuldig ver klaard aan het in de maand April zoeken van eieren van waterwild zonder schriftelijke vergunning en buiten tegenwoordigheid van den eigenaar of rechthebbende; de beide eersten bovendien aan beleediging met woorden jegens een bedienend beambte in de waarneming zijner bediening; en veroordeeld: de beide eersten tot twee geldboeten en de derde tot éene geldboete elk van 25, alsmede solidair in de kosten. Jacobus de Kam, oud 41 jaren, arbeider alhier, was beklaagd dat hij den 26 April jl. op de plaats achter zijne woning zijne vrouw M. Polderman moedwillig mishandeld heeft, van welke mishandeling de sporen aan het hoofd zichtbaar waren. De beklaagde verontschuldigde zich met de opgave dat de verwonding zijner vrouw is ont staan doordien zij gevallen is, doch dat hij haar twee klappen heeft gegeven omdat zij altijd dronken is, hem dagelijks uitscheldt, zijn goed niet wil zuiveren en bij zijne thuiskomst om te eten niets gereed was dan een ketel met ongeschilde aardappelen op het vuur. De getuige-rijksveldwachter Walraven deelde echter aan de rechtbank mede, dat de Kam te lui is om te werken en ten onrechte de schuld op zijne vrouw werpt. De beklaagde is, volgens herinnering van het openbaar ministerie reeds vroeger wegens mishandeling zijner vrouw tot gevangenisstraf veroordeeld. De rechtbank heeft hem schuldig verklaard aan het moedwillig toe brengen van slagen, waardoor geenerlei ziekte of beletsel om te werken is ontstaan, en veroordeeld tot eene maand gevangenisstraf, eene geldboete van f 8 en in de kosten. Adriaan Jobse, landbouwer te Zoutelande, was beklaagd dat hij den 20 Januari jl. aldaar graszoden gestoken en weggehaald heeft ten nadeele dier gemeente zonder vergunning van den burgemeester. Bij vonnis van den kantonrechter van Vlissingen dd. 14 April jl. werd hij te dier zake schuldig verklaard aan het afsteken van zoden uit een buurtweg, gelegen onder Zoutelande, zonder vergunning van het plaatselijk bestuur, en ver oordeeld tot eene geldboete van f 25, bij wanbetaling te vervangen door twee dagen gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Tegen dit vonnis is de officier van justitie in liooger beroep gekomen, op grond dat niet is recht gedaan op een der daadzaken welke den beklaagde zijn ten laste gelegd, en ten anderen omdat onjuist is recht gedaan op het reglement voor de buurtwegen in plaats van op het wetboek van strafrecht.De beklaagde, nu geïntimeerde, bekende het hem ten laste gelegde feit, doch veront schuldigde zich met de opgave dat hij het ondoordacht heeft gepleegd, daar ook zijn vader reeds sinds vele jaren op gelijke wijze heeft gehandeld en hij dezen daarbij geholpen heeft. De rechtbank heett, overeenkomstig het requisitoir van het openbaar ministerie, met teniet- doening van het appél het vonnis des eersten rechters vernietigd en, op nieuw rechtdoende, den geïntimeerde schuldig verklaard aan enkelen diefstal van zoden, en hem veroordeeld tot zes dagen gevangenisstraf, alsmede in de kosten, ook die op het hooger beroep gevallen. Marinus Melock, arbeider, te Arnemuiden, en Joseph van Boven, timmermansknecht, alhier wonende, waren beklaagd dat zij den 22 April jl. den te Goes wonenden arbeider L. Corstanje, bij het wegruimen van puin aan de voormalige Vlissingsche poort alhier, moed willig op den grond geworpen en met een steen ver scheidene slagen op het hoofd hebben toegebracht. De mishandelde verklaarde ter terechtzitting evenwel dat de tweede beklaagde hem niets had gedaan. De eerste beklaagde ontkende dat hij Corstanje geslagen had en beweerde dat laatstgenoemde integendeel zelf de aan valler is geweest. Overeenkomstig het requisitoir van het openbaar ministerie heeft de rechtbank den tweeden beklaagde wegens gebrek aan bewijs van het hem mede ten laste gelegde feit vrijgesproken, de kosten ten zijnen aanzien gevallen te dragen door den staat; doch den eersten beklaagde schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van kwetsuren en slagen, waardoor geenerlei ziekte of beletsel om te werken is ontstaan, en hem, onder aanneming, van verzachtende omstandigheden, veroor deeld tot drie dagen gevangenisstraf en in de kosten. Antje Alcwijnse, vrouw van A. Lefèbre, arbeidster onder Koudekerke beklaagd dat zij den 20 April 11. op de openbare straat te Brigdammc aan Maria Wisse, vrouw van P. Boone aldaar verweten heeft dat deze en haar man bij Daniël lioose eene halve mud tarwe zouden gestolen hebben is schuldig verklaard aan laster en, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene geldboete van f 10, alsmede in de kosten, do boete bij niet-betaling na aanmaning te ver vangen door drie dagen gevangenisstraf. Willem Philipse, daglooner alhier beklaagd dat hij den van 21 tot 25 Maart jl. als garnizère bij hem inge- legerdcn soldaat S. Sleutel geen góede slaapplaats en van 24 op 25 Maart geen voedsel heeft gegeven is, onder aanneming van verzachtende omstandigheden, schuldig verklaard aan het weigeren door een nalatigen belasting schuldige van voldoend nachtleger en voedsel aan een bij hem ingelegerd krijgsman, en veroordeeld tot eene geldboete van 8, bij niet betaling binnen twee maanden na aanmaning te vervangen dooreen dag gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Willem Kasse, zaakwaarnemer alhier, beklaagd dat hij in den nacht van 13 op 14 April jl. opzettelijk met een steen een glasruit heeft ingeworpen in de woning van Cornelia Jongbloed, vrouw van Goetland, bij wie hij in huis vertoefde, doch die hem 's nachts te twee uren uit hare woning verwijderde is, onderaanneming van de geringe toegebrachte schade, de bekentenis en den opgewonden toestand van den beklaagde tijdens het ge beurde als verzachtende omstandigheden, schuldig ver klaard aan het opzettelijk verbreken van eens anders afsluiting, en veroordeeld tot acht dagen gevangenisstraf, alsmede in de kosten. Het provinciaal gerechtshof in Noord-Holland heeft bij arrest van gisteren, Johannes Hendrik du Chattel, oud 18 jaren, geboren te Leiden, schuldig verklaard aan moedwilligen doodslag met voorbedachten rade (moord), op 15 Januari gepleegd, op Maria Manheim, weduwe Pascal, in hare woning in de Zandstraat te Amsterdam, en hem dientengevolge veroordeeld tot de doodstraf, uit te voeren op een der openbare pleinen binnen Amsterdam. Gcnicnsiir hcrlcliten. Ook de kamer van koophandel en fabrieken te Breda heeft hare goedkeuring gehecht aan het adres aan de regeering, ter zake van het aanwenden van middelen om het vermissen van brieven of pakketten met gelds waarden te voorkomen. De koning van Pruisen heeft den bekenden acteur Devrient tot ridder der orde van de kroon 3e klasse benoemd. De spoorweg over den Mont-Cenis, volgens het stelsel van Feil, is voltooid en geopend. Het belangrijk ste gedeelte van den tocht is het nederdalen van den hoogen bergpas, hetgeen in een half uur volbracht wordt en niettegenstaande de ontzaglijke snelheid de grootste zekerheid waarborgt in de beweging derberglocomotieven en treinen, die zich zoo gemakkelijk laten besturen als een goed gedresseerd paard. In de zitting van het Engelsche lagerhuis van den 18 Mei richtte de heer Taylor tot den minister voor Ierland, lord Mayo, de vraag of het waar was dat een gevangene in de Mountjoy-gevangenis te Dublin, volgens zijne verklaring Unitarius zijnde (slechts éen persoon in de godheid aannemende), door middel van eenige dagen cellulaire gevangenisstraf, op water en brood, ge dwongen was geworden den anglikaanschen, presbyte- riaanschen of catholieken godsdienst te omhelzen, en zich ten slotte tot laatstgenoemden „bekeerd" had. De minister verklaarde hierop dat zich werkelijk vóór drie jaren een zoodanig geval voorgedaan had. De zaak had zich aldus toegedragen: Den 31 Juli 1865 werd een misdadiger, genaamd John Brophy, ook wel de heiden O'Leary genoemd, in bovengenoemde gevangenis opge sloten. Deze persoon verklaarde geen godsdienst te belijden, nooit eene kerk bezocht te hebben en in dien toestand te willen blijven. Hierdoor werd de cipier, die volgens de bestaande reglementen eenige bijzon derheden omtrent zijn persoon in de registers moest aanteekenen, eenigszins van zijn stuk gebracht; hij raadpleegde dus met den directeur en deze, een oud sol daat, besloothet volgende: „Er bevinden zich geestelijken voor elke der drie gezindtenAnglikanen, Presbyterianen en catholieken; in de registers is eene afzónderlijke rubriek met het opschrift„Godsdienst," deze moet in- gevuld wordennu heeft de gevangene geen godsdienst, de oplossing is alzoo eenvoudig: de gevangene wordt bevolen zich voor een der drie in de gevangenis voorge schreven godsdiensten te verklaren." llij weigert; deze weerspannigheid heeft tengevolge dat hij eene cellulaire gevangenisstraf op water en brood van drie dagen krijgt. Hieruit gaat hij voor vier dagen als zieke naar het lazaret der gevangenis en weigert nog zich te verklaren. Kortom, nog drie dagen in de cel zijn noodig om den modernen heiden tot andere gedachten te brengen, waarop hij eindelijk het catliolieke geloof aannam. Dit verhaal werd door het lagerhuis onder luid gelach aangehoord. Daily News geeft eenige zeer belangrijke, ofschoon treurige bijzonderheden aangaande den haat, welke in het noorden van Engeland bestaat tusschen de lagere klassen van Engelsche en Icrsche arbeiders. De geringste oorzaak doet voortdurend in de fabriekdistricten gevechten ont staan, zoo woest en wreed, als men te nauvvernood van wilden zou verwachten. De reden van dezen bitteren haat moet toegeschreven worden aan het verschil van ras en van godsdienst, terwijl de Engelsche werklieden tevenstoornig zij n,dat de groote toevloed van Icrsche werk lieden dé loon'en verlaagt. De groote meerderheid der leren'zijn vurige aanhangers van den roomsch catholieken godsdienst,de groote meerderheid der werklieden in Lan- cashire bestaat uit niet minder ijverige protestanten. Bij het minste geschil komt het uit, dat zij in hun hart elkan der voor ketters houden, wier geloofsovertuiging alleenlijk reeds genoeg is om hen met schande en oneer te over laden. De uitstekende werking der goedkoope dagbladen heeft de Engelsche werklieden reeds veel liberaler in zichten gegeven en de wijze, waarop zij zich in de laatste jaren aansluiten aan de beweging, om meerdere rechten aan Ierland te geven, heeft reeds veel van de vooroor- doelen en den haat overwonnen, doch juist nu de Engel sche en Iersche werklieden beginnen te leeren elkander de hand te geven, is de twistappel wederom in hun mid den geworpen dooi- dwepers, als Murpliy en zijne mede standers, en de verbittering is op het oogenblik werkelijk zeer gevaarlijk. De Australische mail, met nadere berichten omtrent den moordaanslag op den hertog van Edinburg, is aan gekomen. Donderdag 12 Maart, bij gelegenheid van eene buitenpartij ten voordeelo van een zeemanshuis, is de aanslag gepleegd. De prins wandelde op dat. oogenblik met sir W. Manning, den president der commissie, en had eene gift voor de op te richten instelling gegeven. Bei den gingen naar den zeekant om zich naar het open terrein te begeven, om te gaan zien naar eenige inboor lingen, die daar dansen en wapenspel zouden houden. Aan die zijde bevond zich ook eene menigte toeschou wers, welke op het terrein waren toegelaten tegen een entrée van IJ p. st. Plotseling zag men O'Tarrell, den moordenaar, vooruitkomen en op ongeveer vijf of zes voet

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 1