2l&t)£rtmttcn. Brieven uit België. den 18 Mei 1868. A. LEHfc&S t® LE^SFELl). L generaal de Failly in het kamp van Chalons, waarover hij het opperbevel heeft aanvaard, als bevestiging van hare oorlogzuchtige gevoelens te exploiteeren. In deze toespraak wordt gezegd „dat men zich vooral zal bezig houden met oefeningen der linie-school, welke in oorlogstijd het meeste voorkomen." Wij gelooven dat de oorlogspartij wel ten einde raad is om uit zulk eene phrase van een generaal voor het front van zijne troepen, waarin bovendien niets buitengewoons wordt gezegd, argumenten te willen ontleenen ter bevestiging harer oorlogsvoorspellingen. Dezer dagen heeft, gelijk men zich herinneren zal, de Luxemburgsche berichtgever der Köln. Zeitung beweerd dat er aan de slechting der vestingwerken van Luxem burg door de groothertogelijke regeering eigenlijk nog niets gedaan is. Het Fransch dagblad la Liberté beweert thans dat de Eugelsche regeering zich, namens de mogendheden die het Londensch tractaat van 1867 ge sloten hebben, tot de Luxemburgsche regeering heeft gewend om betere naleving van dat tractaat te verkrijgen. Onder het rijksministerie te Weenen is, naar aanlei ding der debatten in het huis der heeren over de vast stelling van den wettel ij keu interest, een ernstig verschil van gevoelen gerezen tusschen den minister van justitie en zijne ambtgenooten Auersperg en Hasner. De minister van justitie was zoo verbolgen over hunne houding, dat hij te midden der discussiën de vergaderzaal verliet. De Russische regeering heeft dezer dagen, volgens oen bericht uit Belgrado, met de meeste bereidwilligheid toegegeven aan het verlangen van het Servisch gouverne ment om afstand te doen van hare rechten van inmenging in de aangelegenheden des lands, voor zooverre deze rech ten uit de bestaande traetaten voortvloeiden. Sommige dagbladen zien hierin eene poging om ook de overige groote mogendheden van hare rechten afstand te laten Hoen, terwijl de afstand van Rusland slechts eene for maliteit is, daar hot, ook zonder inroeping dier trae taten, zeer veel invloed in Servië uitoefent. Brussel 16 Mei. In de avondzitting van gisteren heeft de kamer van vertegenwoordigers hare werkzaamheden geëindigd Met den stormpas heeft men eenige wetsontwerpen aan genomen onder anderen een credietje van zes millioen franken voor openbare werken, zonder schijn of schaduw van discussie. Een of twee vertegenwoordigers die iets wilden zeggen werden bijna uitgelachen door hunne collega's, die niet verlangden dat men hen in hunne rust stoorde. Allen waren het dan ook eens om er zoo spoedig mogelijk een einde aan te maken. Men was het evenzeer eens als den vorigen avond op het banket dat door de kamer, zonder onderscheid van partij, aan haren president, den heer Hubert Dolez, aangeboden is. Door deze broederlijke maaltijden geeft men zeker een goed voorbeeld; ik begrijp dat koning Leopold door een eigenhandigen brief aan den heer Dolez, die aan tafel werd voorgelezen, zich bij de demonstratie heeft willen aansluiten door deze soort van verbroedering toe te juichen. Maar uit een politiek oogpunt schroom ik niet te neggen dat zij getuigt van een zeldzame politieke ver slapping. Indien de strijd tusschen de rechter- en de linkerzijde ernstig gemeend was, en indien de debatten niet veel van een comedie-vertooning hadden, zou zulk een feest onmogelijk zijn. Beter begrijp ik dat banket, hetwelk in 1849 eveneens door de geheele kamer aan haren toenmaligen president, wijlen den heer Verhaegen, aangeboden werd. In dien tijd van woeling en onlusten had de algemeene vaderlandsliefde tusschen de partijen ®en wapenstilstand teweeggebracht en dacht men slechts aan éene zaak: de leus „Eendracht maakt macht" in Pïactijk te brengen en elk misnoegen te voorkomen door gemeenschappelijk alle mogelijke omstandigheden onder de oogen te zien. Maar nu, den avond voor de verkiezin gen voor de provinciale staten en voor de tweede kamer, bij welke gelegenheid liberalen en clericalen op het ovigst tegen elkander uitvaren en zonder genade elkaar bestrijden zullen, is deze verbroedering slechts huichelarij, of een schitterend bewijs dat al wat in de kamer bij hare debatten voorgevallen is, slechts comedie- spel geweest is. /ooals ik u gezegd heb is de wet op de vreemdelingen op het laatste oogenhlik zonder eenige verandering met 64 tegen 14 stemmen aangenomen, terwijl 4 leden zich buiten stemming hielden. De vorige maal, drie jaar ge leden, was de minderheid sterker. De tegenstanders van deze willekeurige wet, die boven het hoofd van eiken in België vertoevenden vreemdeling het Damocles-zwaard der uitzetting ophangt, zijn dus sedert niet toegenomen. Zij hebben veeleer terrein verloren. Misschien ware liet anders geweest, indien men ernstige discussies gevoerd had, maar de minister van justitie had het wetsontwerp wijselijk ter elfder ure voorgedragen. De heer Bara heeft getracht de uitzetting van den generaal Prim en den heer Vcsinier te rechtvaardigen, door dat de eerste, niettegenstaande zijne beloften, toch eene samenzwering smeedde en dat de laatste in Henegouwen tegen de Belgische regeeringen natie samen spande, door de werklieden tot oproer aan te zetten. Ik heb u indertijd mijne meening over deze maatregelen uiteengezet; men kan niet ontkennen dat vooral de laatste recht van bestaan heeftin een zwak en klein land. Wat ik berispelijk vind, is de soort van blijde opgewondenheid, ik zou haast zeggen de triomf, waarmede de heer Bara van zijne slachtoffers spreekt. Niet tevreden met hen van het Belgisch grondgebied verjaagd te hebben, behaagde het hem ze nog te ver pletteren door zijne welbespraaktheid, die toch maar van slechte gehalte is. Ik stem toe dat de Belgische regeering somtijds genoodzaakt is aan internationale eischen en nooddwang toe te geven, maar zij moest er ten minste niet zoo haastig bij zijn, en nog minder den schijn aan nemen van er zich op te beroemen. Ongelukkig heeft niet éene stem, zelfs niet van hen, die de wet en de buiten gewoon barbaarsche decreeten, welke nogsteedsonwettig en met een bespotting van de vreemdelingen zonder voor beeld worden toegepast, niet éene stem zeg ik heeft den heer Bara er toe kunnen brengen zich een weinig min der schaamteloos uit te drukken. De heer Couvreur heeft zich bepaald tot het maken van enkele reserven wat de verwijten betreft, waarmede de minister zoo kwistig was jegens den graaf van Reuss, en echter moest de heer Couvreur tal van feiten kunnen aanvoeren om den minister te antwoorden. Hij was het tot wien generaal Prim zich ten slotte wendde, toen de heer Charles Rogier hem onder eene menigte beleedigingen uitzette. Men ziet dat de heer Prim een gelukkige keus deed De regeering maakt letterlijk misbruik van de onnoo- zelheid der oppositie. Al heeft de heer Bara gemeend met zekeren triomf te kunnen uitroepen„gij ziet liet, ondanks deze wet, die gij zoo draconisch vindt, hebben er in drie jaren slechts twee uitzettingen plaats gehad," dan is de reden daarvan geenszins in zijne grootmoedig heid gelegen, maar in het feit dat, wijl in Europa weinig ballingen meer worden aangetroffen, België er geen kan maken alleen om het genoegen te hebben hen vervol gens te kunnen uitzetten. De heer Doulton, de directeur der Société pour 1'as- sainissement de la Senne, is door de rechtbank in raad kamer, als beklaagd van bedriegerij, naar de openbare terechtzitting verwezen. Indien echter het gerucht, dat hier sedert gisteren in omloop is, waarheid bevat, zal het proces geen voortgang hebben. Men zegt dat de heer Doulton, die tevens lid van het Britsch parlement is, te Londen op sterven ligt. De een verhaalt dat hij door een beroerte getroffen is, anderen zijn minder medelijdend. Hoe het dan ook zij, de maatschappij is niet meer te redden en zal failleeren, en de stad Brussel zal genoodzaakt zijn om die belangrijke werken in eigen beheer te doen uitvoeren. Wij hebben hier te Brussel het zeldzame geluk eene buitengewone artiste te liooren,mevrouw Miolan Carvalho. Ondanks eene verzengende hitte heb ik gisteren avond de opvoering van Romeo et Juliette bijgewoond; zelden heb ik meer zuiver kunstgenot gesmaakt. Mevrouw Miolan Carvalho geeft deze muziek van Gounod vol harts tocht en vuur met eene onvergelijkelijke uitdrukking en bezieling weder; hare vervoeringen bereiken het toppunt, hare toon dringt tot de koudste harten door, en echter weet zij in liet tooneel van de hoogste mate van liefde en vervoering, voorkomende in het 4« bedrijf, binnen de grenzen der welvoegelijkheid te blijven. Dat is de triomf der kunst. De koningin, die zeer veel van muziek houdt, heeft tusschen het tweede en derde bedrijf den heer Jourdan, den tenor die de rol van Romeo op bewonderenswaardige wijze vervulde, in hare loge doen roepenzij heeft hem geluk gewenscht, haar compliment gemaakt en door hem mevrouw Miolan aan zich doen voorstellen. Beide waren in costuum, de heer Jourdan met een Venetiaanschen mantel en in grijs tricot. De koningin had nadrukkelijk begeerd dat zij in hunne costumen zouden komen, 't Is een kunstenaarsfantasie; want de koningin beoefent ook de kunsten. Om aan deze fantasie te voldoen had de koningin zelfs hare kleine loge der eerste verdieping, die geen wachtkamer heeft, verlaten en is zij naar de gala-loge gegaan, waar wel eene kamer bij isde loge werd in haast verlicht en daar heeft zij Romeo en Julia ontvangen. De Italiaansclie troep daarentegen maakt volkomen fiasco. Gisteren avond heeft zij in het theatre de la Monnaie eene recette van 50 franken gemaakt! Ik hoor dat morgen in Henegouwen een groote meeting van werklieden zal plaats hebben. Verscheidene personen zijn uit Brussel vertrokken om daar het woord te voeren. Het schijnt dat men die gelegenheid te baat zal nemen om eene vereeniging te stichten met het oog op toe komstige werkstakingen. In verband met het monument voor Leopold I en de aanstaande verkiezingen, moeten te Antwerpen curieuse zaken voorvallen. In mijn volgenden brief denk ik u er over te spreken. Het uur is reeds te ver gevorderd om het nu te doen en bovendien eischt het onderwerp eenige uiteenzetting. Meekrapp rijzen. Rotterdam 18 Mei. Bij goede kooplust bestond weinig handel, daar houders te hoog gestemd waren. Graanmarkten enz. Amsterdam 18 Mei. Raapolie op 6 weken f 351- Lijn olie op 6 weken f 365. Rotterdam. 18 Mei. Tarwe f la /T.50; rogge 75 cent, gerst, haver en paardenboonen 20 cent, witte- en bruine- boonen en witzaad 50 cent lager. Axel 16 Mei. Tarwe ƒ13.55 a 14.70; rogge ƒ10.25 a 10.75; wintergerst 7.30 a 7.70; zomergerst 6.70 a 7.10; haver 4.95 i 5.50; paardenboonen f 9.35 a f 9.55 boekweit 9.35 a 9.80. Middelburg 18 Mei. Raapolie 35.50. Patentolie 37.50. Lijnolie 40 contant 1 lager. Prijzen van effecten. Amsterdam 18 Mei 1868. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 21 pet. 54 dito dito dito 3 „64 dito dito dito 4 86^ Aand. Handelmaatschappij 4.J 132} België. Certificaten bij Rothscliild 2j Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 93 Oblig. Hope Co. 1855,6e serie 5 731 dito ƒ1000 18645 851| dito 1000 1866 5 84 j Loten 1866 5 209} Oblig. Hope Co. Leening 1860 41 77 1$ Certific. dito4 64J dito 1867 4 62J dito6 441 Aand. spoorweg 193} Oblig. spoorweg Poti-Tiflis 5 75J Polen. Schatkistobligatiën4 611 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 46J dito 1847/1852 21 23^ dito rente Amsterdam5 61$ dito nationale5 50TV dito 1864 5 55 ,V dito ff. 500 1865 5 61$ Bankactiën3 „708 Italië. Leening 18615 45!, Spanje. Obligatiën 3 thans 2} 34$ Portugal. Oblig. 18561863 3 38 jf Turkije. dito (binnenl.)5 32T«$ Griekenl. dito (blauwe) 5 11,V Amerika, dito Vereenigde Staten (1882) 6 76 dito dito (1885) 6 75J, dito Illinois7 81 dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec.(p) 7 53j dito dito geconsolideerde .7 „31} dito dito debentures 8 281 dito St.Paul Pac. Spw. 2e sec. 7 62 ij Brazilië. dito 1863 4-1 65 dito 1865 5 741 Mexico. dito 1850 3, 141 Grenada. dito afgestempeld6 14 tV Venezuela, dito3 Ondertrouwd H. A. BOASSON Middelburg, en den 15 Mei 1868. F. LEHMANS, van Nijmegen. Voor de vele bewijzen van deelneming bij het onver wacht en smartelijk verlies van hunnen dierbaren Zoon, betuigen ondergeteekenden, ook namens hunne overige Kinderen, hunnen hartelijken dank. Domburg, W. LEHM^fft 8® LBHNSFELD.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 3