DE GLOBE. Openbare Yerkooping BcetijMngert. £janödsbmd)tm. 2töüfrtnttint. Yijf-en-dertjgjarige Echtvereeniging. m 34 pj 3811 32 J EENE KAPITALE EN GOED GELEGEN HOFSTEDE, AJLiBTJM VAN BUITENLANDSCHE LETTERVRUCHTEN. Met een ernstig gezicht vertelt men ons hij herhaling dat elke nieuwigheid verdacht en gevaarlijk is maar te zeggen dat elke nieuwigheid slecht is, staat ge lijk met te bekennen dat al het verouderde waarop men zich beroept, oorspronkelij k ook slecht geweest is, want van al die oude dingen is er niet een die niet op zijn beurt ook nieuw geweest is. Het alphabet, de schrijf kunst, de boekdrukkunst zijn ook verdachte nieuwig heden geweestdie administratie waarop men zoo trotsch is, is ook door den een of ander uitgevonden. Indien hetgeen heden dwaasheid is, morgen wijsheid wordt, zou het goed zijn oin hen die voor de toekomst arbeiden met minder minachting te bejegenen. „Wat de verplichte lofrede op de ministers en hunne deugden betreft, de hemel beware mij dat ik dat heilig vertrouwen zou verstoren! De administratie vereenigt het vernuft der geheele natie in zich, daar twijfel ik geen oogenblik aan; de rok van den burgerlijken ambtenaar brengt van zelf al de talenten en al de kunde met zich, dat is zeker. Er is geen surnumerair die niet een voor beeld van vlijt is, geen bureau dat niet onfeilbaar is, en om slechts van de ministers te spreken, niet ëen is er die een misslag begaan heeft, niet éen die zich ooit vergist heeft. Op dit punt neem ik hen zelf tot getuigeis er éen die ooit bekend heeft dat hij eene dwaling begaan heeft? Maar, het zij mij vergund het te zeggen, elke wet berust op wantrouwenniet een is er waarbij men zich op de deugd der ingezetenen verlaat. Waarom zijn er wetten op bedrog, smokkelarij, gewelddadigheden? Hebben wij recht de eerlijkheid onzer buren te verden ken? Waarom bestaatdat militaire wetboek, dat in zekere gevallen beveelt den soldaat te degradeeren en zelfs te fusilleeren? Is dat niet een aanval op het teederste wat er in de gansche wereld is: op de militaire eer? En toch aarzelt de wet niet, en daar zij voor iedereen gemaakt is, is zij voor niemand belcedigend. Indien zij onze deugdzame ministers niet bedreigt, zal zij ons bereiken op het oogenblik waarop wij, door een wisseling van het lot aan het bestuur gebracht, niet langer het voetspoor van onze wijze vooorgangers zullen volgen. Wij leven gezamenlijk onder de wet. Met welk recht ziet gij er eene beleediging in „Zoudt gij soms beweren dat gij, indien het lot ons op uwe plaats bracht, zondt zwijgen uit eerbied voor het gezag? Ik trek die grootmoedigheid in twijfel, en ik verlang ook zulk een offer niet. Het gezag beoordeelen, dat is heteenige middel om het te beteugelen en moest het zijn, te hervormen. Is het met eene regeering hetzelfde als met een sneeuwval, waar men zachtkens voorbij gaat, omdat het minste gerucht hem doet neervallen. Sla den blik rondom u, welke zijn de landen die steeds in ellendigen toestand verkeeren, welke zijn de volken die door om wentelingen geteisterd wordenhet zijn steeds dezulke waar men zwijgt. De menschelijke geest is als de stoom bij te veel drukking, barst hij" los; in zijn kracht ge ëerbiedigd doet hij daarentegen alles geregeld voortgaan. „Maar, zegt men, doet men heden een stap, morgen moet men een tweeden doen. Zonder twijfel, beweging is leven, maar elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed; de weg dien wij heden afleggen zal ons dien van morgen zooveel te korter maken. Wees voorzichtig, roept men ons toe, men verlokt u den vreemdeling na te vol gen. Waarom niet? Volgt de vreemdeling ons niet na? Vindt gij deze navolging niet heel natuurlijk? De wereld is éen uitgestrekte wisselbeurs; die handel in denkbeelden heeft algemeenen rijkdom ten gevolge; de afzondering brengt slechts algemeene armoede teweeg. Hoe meer toenadering er bestaat, hoe meer de vooroordeelen, de veeten en die vijandschap afnemen. Laat de mensclien met elkander in aanraking komen, vereenigt hen door denkbeelden, door instellingen, door belangen, en weldra zullen zij erkennen dat zij allen leden van het zelfde huisgezin zijn; het zijn broeders die slechts verlangen elkander te omhelzen. „Waarom veranderen, zegt men verder, wij hebben het zoo goed. Wie zegt dat? De ministers. Waarlijk hunne staatkunde is te eenvoudig. Indien het volk eene hervorming verlangt, luidt het dat de oppositie het op een dwaalspoor voert. Men moet voor de oppositie niet wijken. Indien het volk zwijgt, behoeft men niets te doen; niemand beklaagt zich, dit is dus een bewijs dat niemand lijdt. Als het kalf verdronken is, dan eerst dempt men den put. Is dit niet nagenoeg de hoofdinhoud van de rede die wij zoo even gehoord hebben Niets doen, en zóo spreken dat men toch eigenlijk niets gezegd heeft, ziedaar de leus van onze wijze regeering. „Zal ik die prachtige tegenstellingen, die verbetering tegenover vernieuwing, vooruitgang tegenover vermetel heid, vrijheid tegenover losbandigheid plaatsen, weder leggen Neen, ik vraag alleen, waar is de wet die niet met zulke gemeenplaatsen kan bestreden wordenhet is een wijze van redeneeren waarbij het er niet op aan komt of men gelijk heeft. „Hetzelfde zeg ik van al dat geschreeuw over hersen schimmen en utopiën. Wanneer men op plcchtigen toon verklaard heeft dat men van geene theoriën houdt, dat men bespiegelingen afkeurt, verbeeldt men zich dat men het bewijs geleverd heeft van eene bewonderenswaar dige wijsheid. Helaas! men heeft eenvoudig bekend dat men niet weet wat men zegt, als men spreekt; dat men niet weet wat men doet, als men handelt. Het is een zonderling land waar de ministers meencn dat zij zoo veel beter oordeelen naarmate zij het oordeel van anderen in minachting brengen. „Men zoekt ons over te halen de regeering, de wet, den godsdienst, do zedelijkheid te eerbiedigen. Ik antwoord daarop dat ik de regeering eerbiedig wanneer zij goed, de wet wanneer zij rechtvaardig, den godsdienst wanneer hij oprecht, de moraal wanneer zij zuiver is. Ik koester geen eerbied voor den naam, wel voor de zaak. Ik laat mij geen schrik aanjagen door die spoken der verbeelding die men inroept 0111 eenvoudige zieltjes te winnen die hunne liefdadigheid gebruiken om het kwaad te be schermen en hunne godsdienstigheid om de dwaling te verdedigen. „Wat het stilzwijgen betreft, waartoe men ons aan spoort, weet ik zeer goed dat zeer fatsoenlijke, be schroomde en welmeenende lieden, om de zaak der vrij heid te omhelzen, wachten op een eeuw van vrede en voorspoed, waarin vaderlandslievende ministers en een gehoorzaam volk hunne pogingen zullen vereenigen tot verbetering van 'smenschen toestand, waarin de wolven de nederige dienaars der schapen zullen zijn, waarin iedere onrechtvaardigheid, iedere dwaling, iedere drog- rede de verontwaardiging van het volk zal opwek ken. Ik heb echter het ongeluk aan die gouden eeuw, die men ons in de verte voorspiegelt, niettegelooven. Ik heb steeds ondervonden dat de waarheid slechts onder tranen en smarten geboren wordt. 1 k ken geen andere vrije volken dan die welke de erkenning hunner rechten zelf veroverd hebben. Voor mij is onderdanige vrijheid slechts een hersenschim, een utopie. Nog nergens heb ik haar aangetroffen. De geschiedenis is daar om ons te leeren dat, wanneer eene regcering de volken belet te spreken en te handelen, zij dit doet om voor zicli-zelven recht te hebben ongestraft kwaad te doen." Prijzen van effecten. Amsterdam 16 Mei 1868. Nederland. Certific. Werkelijke schuld 2! pet. dito dito dito 3 dito dito dito 4 Aand. Handelmaatschappij 4.1 België. Certificaten bij Rothschild 2.j Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 Oblig. Hope Co. 1855,6e serie 5 dito f 1000 18645 dito f 1000 1866 5 Loten 1866 5 Oblig. Hope Co. Leening 1860 4 V Certific. dito4 dito 1867 4 dito6 Aand. spoorweg Oblig. spoorweg Poti-Tiflis 5 Polen. Schatkistobligatiën4 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 dito 1847/1852 2! dito rente Amsterdam5 dito nationale5 dito 1864 5 dito fr. 500 1865 5 Bankactiën3 Italië. Leening 18615 Spanje. Obligatiën 3 thans 2f Portugal. Oblig. 1856—1863 3 Turkije. dito (binnenl.)5 Griekenl. dito (blauwe) 5 Amerika. dito Vereenigde Staten (1882) 6 dito dito (1885) 6 dito Illinois7 dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec.(p) 7 dito dito geconsolideerde 7 dito dito debentures 8 dito St.Paul Pac. Spw. 2e sec. 7 Brazilië. dito 1863 44 dito 1865 5 Mexico. dito 1850 3 Grenada. dito afgestempeld6 Venezuela, dito3 G. I. DE JONGH en 1. E. KORTHALS. HUNNE DANKBARE KINDEREN. Middelburg, den 17 Mei 1868. Ondertrouwd C. J. DIRKSEN, Weduwnaar van C. E. van der Weelk, Kralingen, te Cappelle a/d. IJssel, den 15 Mei 1868. en M. ZIEREN. Volgens telegram van Batavia dd. 22 April jl. was het barkschip Burgemeester van Middelburg, gezagvoerder Ph. Hoek, van daar vertrokken. BfrrV 64! 86 H 133 93 73 86 84! 210! 77U 64 621 44! 194.1 75} 61 i 46 fV 23^ 6üf 50|! 55* 61} 11! 75! 74! 80} 53 31! 60! 641 7311 14! 14! Het is de ondergeteekende een aangenamen plicht zijn innigen dank te betuigen'voor de veelzijdige deel neming, die hij den lö1'™ dezer op zijn zeventigsten ver jaardag heeft mogen ondervinden. Middelburg, p. LEUPEN, den 16 Mei 1868. Oud-Hoofdonderwijzer. TE GKOED K. De Notaris W. C. DE SMIDT te Schooiulijke zal, op Dinsdag den 19 Mei 1868, des namiddags te 2 uren, te Clroede, in de Herberg de Drie Koningen, bewoond bij J. VAN DE WALLE, ten verzoeke van Mejufvrouw de Weduwe en Kinderen van wijlen ADRIAAN PRO VOOST, in leven Landbouwer, gewoond hebbende te Groede, in het openbaar trachten te verkoopen genaamd C.itshoeve, bestaande in WOONHUIS, SCHUUR en verdere GEBOUWEN, op en met de nombre van 30 Bunders «3 Roeden 90 Ellen (69 Gem.79Roed.) WEI- en BOIJWLAlünM, HOFPLEIN, IBOÏMICAARSS en TUIN, alles staande en gelegen in de Watering van Groede, in de onmiddellijke nabij heid van het Dorp Groede, op het Kadaster dezer Ge meente bekend in sectie A n,ls. 166, 167, 168, 169, 170, 174, 175, 446 tot en met 451, 615 en 616, en zulks in zes Perceelen, die ter keuze van de Verkoopers tot éen, twee of meer Kavels zullen kunnen worden samen gevoegd en in veiling gebracht. Wier Timmermansknechts benoodigd, voor ge- ruimen tijd werk verlangende, bij L.BREEL, te Ritthem. Bekwame Sehsldersksieehts benoodigd bij J. DE BROEKERT. Vijfde aflevering (Mei.) inhoud: De lotgevallen der Pitcairners, '111 de Zuidzee. (Reise der Oesterreichischen Frcgatte Novara um die Erde.) De strijd tusschen den president en het Congres der Vereenigde Staten. (Revue Britannique.) De Broadway te New-York. (The Broadway.) Het St. James paleis te Londen en zijne bewoners. (Bel- gravia.) De zeebadplaatsen op de noordwestkust van Frankrijk. (Tinsley's Magazine.) Het feest der Heilige Rosalia te Palermo. (Westermann's Monatshefte.) De uitgave geschiedt bij DE GEBROEDERS ABRAHAMS, te Middelburg. De prijs per jaar is ƒ6. STOOM BOMT DIENST TUSSCHEN MIDDELBURG EN ROTTERDAM. Uren van vertrek in Mei. VAN MIDDELBURGVAN ROTTERDAM: Zondag 17' s morg. 8 uur. Zondag 17's midd. 12 uur Maandag 18 V 9 Maandag 18 2,15 Dinsdag 19 71 10 Dinsdag 19's morg. 7 uur Woensdag 20 TJ 10,30 Woensdag 20 7 Donderd. 21 n 11,30 Donderd. 21 Tt 7 Vrijdag 22'smidd. 12uur. Vrijdag 22 8,30 Zaterdag 23 12,30 Zaterdag 23 8,30 Zondag 24 's morg. 6 uur. Zondag 24 8,30 Maandag 25 n 6 Maandag 25 10,15 Dinsdag 26 6 Dinsdag 26 10,15 Woensdag 27 n 6 Woensdag 27 10,15 Donderd. 28 n 6 Donderdag 28 10,15 Vrijdag 29 V 6 Vrijdag 29 10,15 Zaterdag 30 n 6,30 Zaterdag 30'smidd. 12Uur SNELPERSDRUKKER!.! VAN DE GEBROEDERS ABRAHAMS.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 4