officieren en manschappen die bestemd zijn tot afhaling
van het aldaar voor Nederland gebouwde oorlogsvaartuig,
heeft aangebracht.
De luitenant ter zee l« klasse A. N. L. Koops en
jhr. A. F. Meijer, beiden laatstelijk behoord hebbende tot
het eskader in Oost-Indië, en van daar in Nederland
teruggekeerd, eerstgenoemde den 8stcn dezer en laatstge
noemde den 10'iM' daaraanvolgende, zijn met die tijdstip
pen op non-activiteit gebracht.
De luitenant ter zee 2« klasse J. J. Stooker wordt
met den 20'™ dezer geplaatst op Zr. Ms. wachtschip te
Amsterdam.
De luitenant ter zee 1« klasse P. J. Rosenwald,
thans dienende op Zr. Ms. ramtorenschip Prins Hendrik
der Nederlanden, wordt met den 20sl™ dezer gedetacheerd
naar Engeland, om tegenwoordig te zijn bij de verdere
gereedmaking der te Glasgow voor rekening van het
Nederlandsche gouvernement in aanbouw zijnde gepant
serde schepen. Hij wordt op dien datum op gemeld ram
torenschip vervangen door den luitenant ter zee der
le klasse H. P. König.
Rechtzaken.
Voor het provinciaal gerechtshof in Zeeland stond
heden terecht Isaac Provoost, oud 28 jaren, van beroep
schippersknecht en te Axel woonachtig. Hij was beklaagd
van een brief waarin zich een muntbiljet van 10 be
vond, ten nadeole van Arie van der Vcurt, arglistig te
hebben weggenomen en zich toegeëigend. De brief was
op het laatst vau September of het begin van October
1867 te Rotterdam aan boord van het schip van zijn
meester met andere goederen ten vervoer naar Axel
toevertrouwd.
Het hof heeft, op grond dat het de overtuiging niet
heeft bekomen, dat er arglistige toeëigening van den
brief en zijn inhoud bij den beschuldigde heeft plaats
gegrepen, en alzoo het feit niet is bewezen, den beschul
digde vrijgesproken, de kosten der procedure te dragen
door den staat.
Clcmengde berichten.
Gisteren namiddag ongeveer 2 uren werd te Goes
bericht gebracht dat er brand was ontstaan onder de
gemeente Kloetinge. De brand schijnt begonnen te zijn
in de arbeiderswoning, bewoond wordende door A. Schou
ten en toebehoorende aan J. Allemekinders, landbouwer
te Kloetinge. Door spoedig aangebrachte hulp was men
den brand weldra meester; de arbeiderswoning alleen is
verbrand, maar tegen brandschade verzekerd. De oorzaak
is tot heden onbekend.
Een milicien-plaatsvervanger, zekere Landman, die
sedert een paar dagen bij het 3" regiment infanterie te
Bergen op Zoom was ingedeeld, heeft jl. Zondag avond
een einde aan zijn leven gemaakt door uit het bovenraam
der kazerne te springen, waarbij zijn schedel geheel
verbrijzeld werd.
Uit Woerden wordt gemeld dat jl. Woensdag de
beide locomotieven der eerste namiddag-treinen, in de
onmiddellijke nabijheid van het station aldaar, met elkan
der in aanraking zijn gekomen. Het materieel is bescha
digd, doch ongelukken hebben niet plaats gehad.
Te Koppenhage is gisteren de beroemde hoogleeraar
van de medische faculteit Stein overleden.
Eene correspondentie uit Japan, opgenomen in het
Engelsche blad The Owl, levert het volgende verhaal van
eene executie, welke op verlangen van Frankrijk's ver
tegenwoordigers in genoemd rijk heeft plaats gehad.
Ecnigen tijd geleden werd een Franseh soldaat gewond,
omdat hij tnsschen een stoet van den Daïinio Bizen had
willen doorloopen, hetgeen in strijd is met de Japansche
wetten. De Fransche autoriteiten eischten daarvoor ge
noegdoening en dientengevolge werd de Japansche
kolonel, die het bevel over den troep had gevoerd, ter
dood veroordeeld. De executie had plaats des avonds te
half tien uren in een van binnen prachtig geïl lamineer
den tempel. De veroordeelde was van adel en kolonel in
het leger van Bizen. Volgens de Japansche etiquette,
mochten er alleen officieren van zijn rang bij tegenwoordig
zijn. Elke vreemde legatie was er door een lid van haar
personeel bij vertegenwoordigd. De ongelukkige hield
geknield voor eene kleine ronde tafel, waarop zijn familieö
zwaard lag, eene lange redevoering. Hij hield zijne on
schuld staande en herhaalde dat hij gehandeld had in
overeenstemming met de Japansche wetten, toen hij
iemand sloeg die tusschen den stoet van den prins wilde
doorloopen. Daarna keerde hij zijn gelaat naar de andere
zijde van den tempel en sprak een innig gebed uit, terwijl
al zijne aanwezige landgenooten met hunne aangezichten
ter aarde lagende vreemdelingen waren staande ge
bleven. Eensklaps uitte de veroordeelde een schellen
kreet, greep het zwaard en stiet het zich in de borst, te
gelijkertijd het hoofd met uitgestrekten hals vooruit
stekende, als het ware om den dood tegemoet te gaan.
Dadelijk sloeg een zijner vrienden, die achter hem stond
hem met een sabel het hoofd van den romp, dat voor
zijn voeten nederviel. De ambtenaren, die bij de executie
tegenwoordig waren, plaatsten dat hoofd op een verlakte
schaal en gingen er den kring der vreemdelingen meê
rond, onder het uitspreken der vraag: Zijt gij tevreden?
Volgens de jongste berichten uit het Britsche leger
kamp in Abyssinië, loopende tot 21 April, had de gene
raal Napier den terugtocht naar de kust aangenomen, de
puinhoopen der in Afrika wijd vermaarde vesting Mag-
dala achterlatende als een blijvend gedenkteeken van
Engelands macht. Dc weduwe van koning Theodorus
die zelve het lijk van haren echtgenoot onder de gesneu
velde verdedigers van Magdalahad herkend, bevond zich
met haren zoon in het Britsche legerkamp, alwaar zij
veilig was voor de wraakzucht der vele vijanden, die
Theodorus zich onder de inlanders had gemaakt. Zij zou
bij de aftrekkendeEngelschen blijven tot in de landstreek
Tigreh, alwaar hare veiligheid minder gevaar zou loopen.
Hoe er intusschen over het grondgebied van wijlen Theo
dorus beschikt is of beschikt zou worden, blijkt uit de
ontvangen berichten niet; doch er schenen daaruit geene
politieke verwikkelingen te zullen ontstaan van zulken
aard, dat de Engelschen er mede gemoeid zouden worden.
In de Spaansche dagbladen treft men het verhaal
aan van eene allernoodlottigste vergissing, die onlangs
in eene stad van het gewest la Mancha heeft plaats ge
had. Een misdadiger, die naar de strafplaats gevoerd
werd, ontkwam aan zijne geleide en nam de wijk in een
gasthuis. Toen zijne vervolgers in dit gesticht doordron
gen, ontdekten zij op de binnenplaats een persoon in
eene kamerjapon en met eene slaapmuts op het hoofd,
die zoo veel gelijkenis met den vluchteling had dat men
er niet aan twijfelde, dat men deze voor zich zag. Hij
werd, ondanks zijne heftige gebaren, gekneveld en naar
de strafplaats gebracht, waar het doodvonnis aan hem
voltrokken werd, zonder dat hij een woord had geuit.
Reeds spoedig bekwam men de zekerheid, dat men, in
plaats van den schuldige, diens doofstommen broeder ter
dood had gebracht, die sprekend op den veroordeelde
geleek.
1'erhonpingen cn aanbestedingen.
Eergisteren is te Nieuw- en St. Joosland ten verkoop
aangeboden een huis en erf, staande aldaar. Verkocht
voor ƒ573.
Thermometers tand.
13 Mei. 's av. 11 u.54 gr.
14 'smorg.7u.58gr.'smidd.lu.6Ggr,'sav.llu56gr.
15 's morg.7 u 60 's midd. 1 u. 70 gr.
Gemeenteraad van Middelburg-
Zitting van lieden 15 Mei. -Missive gedeputeerde staten;
adres bewoners St. Geertruidsweg; missives burgerlijk arm
bestuur; afstand gemeentegrond; rekening gezondheids
commissie; missive bestuur godshuizen; eervol ontslag
beurtschipperrequesten betrekking waag- en kraanmees-
terprocedure tienden Mortierepolderbenoeming commis
sie schutterij.
Voorzitter de heer Bijlevcld van Serooskerke.
Afwezig de heer van de Graft.
De notulen van het in de vorige zitting verhandelde
worden na voorlezing goedgekeurd.
Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling
des voorzitters, dat burgemeester en wethouders van gede
puteerde staten eene gunstige beschikking hebben ont-
'vangen op het adres van het burgerlijk armbestuur
betreffende het afbreken en herstellen van cenige huisjes
in het Bagijnhof enz., met uitnoodiging om dit stuk aan
belanghebbenden terug te zenden, waaraan door hen is
voldaan.
Geschiedt voorliezing van een ingekomen missive vau
mr. N. C. Lambrechtsen van Ritthein en 33 anderen,
meerendeels landbouwers, tuinlieden, groen- en melk
boeren bewoners van den Sint Geertruidsweg die
te kennen geven dat naarmate de spoorweg- en kanaal-
werken alhier vorderen, hunne vrees wordt bevestigd dat
zij in hunne belangen zullen worden benadeeld, daar de
drie bestaande toegangen naar deze gemeente slechts
door éene dubbele draaibrug over het kanaal vervangen
worden, terwijl adressanten, die meerendeels tweemalen
daags deze gemeente bezoeken moeten, een omweg van
circa 1000 ellen moeten maken om bij die brug te komen.
Ten vorigen jare hebben zij hunne bezwaren hieromtrent
reeds bij de commissie, tot het aanhooren daarvan
aangewezen, ingediend. Die commissie en vooral de
hoofdingenieur van den waterstaat hebben toen de
mogelijkheid erkend van het maken van een weg hetzij
over of onder den aan te leggen spoorweg. Naar aanlei
ding daarvan hebben zij een adres aan den minister van
binnenlandschc zaken ingediend, waarin zij (blijkens
gedane voorlezing) hunne bovengenoemde bezwaren
uiteenzetten en verzoeken dat de regeering een onder
zoek daarnaar instelle en zoo mogelijk daarin voorzie
op de wijze als zij zal noodig achten. Adressanten
verzoeken den raad, dit adres te willen ondersteunen.
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders
de aangevoerde bezwaren erkennen. Hij stelt voor dat de
raad besluite, burgemeester eu wethouders uit te noodi-
gen om het adres bij den minister te ondersteunen.
De heer van Deinse geeft in overweging om in het
adres als middel ter voorziening in het bezwaar, hetzij
een weg over of ouder den spoorweg, hetzij een tweede
brug te vragen. Een tweede brug, bijvoorbeeld aan de
havenbarrière of op zoodanige andere plaats als de regee
ring mocht noodig oordeelen, zou van het hoogste belang
zijn.
De heer de Jonge aclit het beter het technische ge
deelte aan het rijk over te laten. Vraagt men te veel,
dan loopt men gevaar niets te krijgen, want aan eene
tweede brug zijn zeer groote kosten verbonden.
De heer van Deinse antwoordt dat hij ook niet op eene
tweede brug aandringen, maar het denkbeeld daarvan
slechts aangeven wil, met bijvoeging der woorden „of
op zoodanige andere wijze als de regeering noodig zal
oordeelen."
De heer N. J. C. Snouck Hurgronje erkent wel dat
eene tweede brug over liet kanaal wensckelijk zou zijn
en burgemeester en wethouders hebben daarover vroeger
ook reeds met den ingenieur gesproken, docli na de
plaatsing der eerste brug valt zijns inziens aan een
tweede niet te denken. Op dit oogonblik is dit punt
echter ook niet aan de orde, maar is er alleen sprake van
de klacht der bewoners van den Sint Geertruidsweg en
de gevraagde ondersteuning van het aan den minister
gericht adres.
De voorzitter acht het ook niet wenschelijk, eene
tweede brug te vragen, doch herhaalt zijn voorstel om
burgemeester en wethouders te machtigen het adres bij
de regeering te ondersteunen en verder de noodige maat
regelen te nemen. Daartoe is met algemcene stemmen
(met uitzondering van den heer Lambrechtsen van Rit-
them, die zich als mede-adressant buiten stemming hield)
besloten.
Is ingekomen eene missive van het burgerlijk armbe
stuur, begeleidende voordrachten: a tot wijziging der
verordening van genoemd bestuur met eene memorie
van toelichting; b der gewijzigde begrooting voor 1868;
c van de door den te benoemen penningmeester te stellen
borgtocht, voorgedragen op ƒ2000; en d van een dubbel
tal ter benoeming van een penningmeester, waarop zijn
geplaatst de heeren Pieter Pichal en Jan Anthonie Zip.
Deze stukken zijn (met bijvoeging van een brief van-
het bestuur der godshuizen, waarin wordt medegedeeld
dat dit bestuur tegen de door het burgerlijk armbestuur
voorgedragen wijziging der verordening geen bezwaar
heeft) voor de leden ter inzage gelegd en de beraadsla
ging daarover is aangehouden.
Voor de leden heeft ter inzage gelegen een adres van
de heeren Brouwenaar Dronkers en A. J. Jongkindt,
eigenaars van een huis en erf op het Molenwater alhier,
die een daaraan grenzende strook gronds bij het bolwerk,
ter grootte van 21 vierk. el, tegen ƒ2.50 of ƒ3 per el in
eigendom wenschen te krijgen.
Het daarop door den gemeentebouwmeester uitgebracht
advies strekt tot inwilliging van het verzoek tegen be
taling van 68, gerekend tegen eene grondwaarde van
3 per vierk. el, aangezien het verlangde stuk grond,
zijnde een gedeelte gazon, slechts 3 ellen diep en tot
geen ander doel bruikbaar is.
De voorzitter vraagt of de raad gezind is overeenkom
stig dit advies te besluiten, in welk geval tevens, volgens
art. 230 der gemeentewet, zal moeten verklaard worden
dat die grond niet meer voor den openbaren dienst be
stemd zal wezen.
De heer N. J. C. Snouck Hurgronje voert aan dat het
gevraagde strookje grond geen publieke straat is, maar
daaraan grenst; naar zijne meening is de door den voor
zitter bedoelde verklaring bier onnoodig.
Op de vraag van den heer Fokker of de voorgestelde
koopprijs overeenkomt met dien welke indertijd door de
gasfabrikanten voor een ander stuk grond is moeten be
taald worden, antwoordt de voorzitter bevestigend.
De heer N. J. C. Snouck Hurgronje voegt er bij dat
de nu voorgestelde prijs nog al hoog is, terwijl de heer
Fokker zegt dat de grond daar ter plaatse nóg al goed
schijnt te zijn.
Vervolgens is eenparig overeenkomstig de voordracht
besloten, waarbij is bepaald dat de grond niet meer tot
den openbaren dienst bestemd zal zijn. Daar de heer
N. J. C. Snouck Hurgronje die verklaring onnoodig bleef
achten, is, op voorstel van den heer de Jonge, besloten
de woorden „voor zooveel noodig" daarin te voegen.
De rekening der gezondheidscommissie over 1867,
sluitende met een goed saldo van 12.57, is goedgekeurd.
Van het bestuur der godshuizen is ingekomen een
verzoek om machtiging tot overschrijding van den post
voor schuurmaterialen op zijne begrooting met eene som
van ƒ200, ten behoeve van het witten der muren in liet
nieuwe gasthuis. De post voor schuurmaterialen was bij
de eerste indiening der begrooting op 750 voorgedragen,
doch bij de vermindering der begrooting, op verzoek van
den raad, was genoemde post mede met ƒ200 verminderd
en op 550 gebracht. Het witten der muren is onvermij
delijk zoowel in het belang van liet. gebouw als, volgens
het oordeel van deskundigen, uit een hygiënisch oogpunt.
Het bedrag van ƒ200, waarmede men den post wenseht
te overschrijden, kan uit dien voor onvoorziene uitgaven
gevonden worden.
De heerLantsheer acht de uitgaaf noodig en zal daarom
voor de inwilliging van het verzoek stemmen. Hij wenseht
evenwel eene inlichting, namelijk of die verhoöging van
ƒ200 voor schuurmaterialen altijd noodig zal blijven.
De heer de Jonge antwoordt dat burgemeester en
wethouders met deu gemeente-bouwmeester hebben ge
sproken, waarbij gebleken is dat die uitgaaf zeker elk
jaar zal terugkomen. Het witten der muren kost 300.
Ditmaal heeft men slechts 200 verhooging noodig om
dat van elders ƒ100 is kunnen bezuinigd worden. In het
vervolg zal daarvoor echter 300 noodig zijn. De muren
in andere gestichten worden meerendeels tweemalen
's jaars gewit, in 't nieuwe gasthuis zal het thans nog
maar voor den eersten keer zijn.
De heer Lantsheer merkt op dat als 't zoo voortgaat,
de uitgaven wel stijgen zullen, vooral als voortaan het
witten der muren in het gasthuis tweemaal 's jaars moet
plaats hebben. De heer de Jonge releveert echter dat
daarvan geen sprake is.
De heer van Visvliet gelooft niet dat men voor de
toekomst bezwaren te duchten heeft, daar de bevolking:,
in het gesticht steeds toeneemt, zoodat ook meer ont
vangen wordt. Onder anderen zijn er tegenwoordig
vele verpleegden uit Veere voor particuliere rekening.
Nadat de heer Lantsheer voor de ontvangen inlich
tingen heeft bedankt, is met algemeene stemmen de door
het bestuur der godshuizen gevraagde machtiging ver
leend.
Aan G. Nieuhoff is, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend ais beurtschipper van Middelburg op Utrecht
vice versa.