£janïïflsbrric!)tm, m 55 iV 643 86 ,V 93 641 73f 78J 441 1941 84J 2051 613 46 A 23tV 61? 553 ■64« 44^ 343 381 1H 321 75A 811 581 533 313 283 733 143 4%r maakt maar éen slachtoffer, een schrijver van vlugschrif ten vergiftigt een gansch geslacht. De koning is door dit antwoord voldaan, aarzelt niet te teekenen en voorziet ook eigenhandig, volgens het oud gebruik de eerste acte zijner regeering met zijn zegel, als om daardoor uit te drukken dat het alleen den vorst past bevelen te geven. Zijn aandacht wordt een oogen- blik getrokken door de woorden op het cachet, die zoo geschikt zijn dat men er, naarmate men een van de vier zijden voor zich heeft, op leest: Alles voor mij, Voor inij alles, Alles door mij, Mij voor alles, maar niet minder bevreemdt liet hem dat in het midden van die woor Jen een 0 staat. Die nul, zegt men hem, is het zinnebeeld der heiligheid van uw persoon. En waarom moet die juist door een O worden voor gesteld Omdat uwe majesteit «1c cenige persoon in het rijk is die niet genommerd is. Uwe majesteit weet toch dat elk Vliegenvanger bij zijn geboorte een pomnier ont vangt dat hij eerst bij het graf aflegt. Deze bewonderenswaardige uitvinding, vervolgde de minister brengt orde te, midden van den chaos. Zij plaatst het oneindig aantal dier duizendc schepselen, verschillend van leeftijd, van geslacht, van geestvermo gens, van fortuin, die in dit groote rijk rondwanden onder de wet van het cijfer. Zij reduceert de regeering •tot een eenvoudig rekenkundig voorstel. Uwe majesteit oordeelo zelf. Zie hier mijn burgerlijken stand,'of, om met de wet te spreken, „mijn volgbriefje." Hierop toonde Moeial een strook laken die met twee knóopen aan den opslag zijner mouw bevestigd was en Waarop de volgende cijfers geborduurd waren. 625, 52 29°, 356. Kan men nu duidelijker, krachtiger cn korter uitdruk ken, vervolgde hij, dat ik Moeial heet, dat ik geboren ben in het land dat men vroeger Valkenstad noemde, den 18 Januari (oude stijl) van het jaar 7810 na de schepping- der'wereld, dat ik weduwnaar ben met éen kind, dat ik aanzienlijk grondbezitter, en ambtenaar van do 1<- klasse ben. En leest, ge dat alles; in die negen cijfers, vroeg Hyacint verwonderd en verrukt. Als uwe majesteit mij een oogenblik wil aanhooren zal zij weldra de vernuftigste samenstelling leeren kennen die ooit door het geestigste volk der wereld is uitgevon den. Eertijds onder de regeering uwer doorluchtige voor ouders was het land der Vliegenvangers op ellendige wijze verdeeld in provincies, kantons, steden en dorpen, die elk een bijzonderen naam droegen. Het jaar was verdeeld in maanden, de maanden in weken, de weken in dagen; die maanden en die dagen hadden afzonder lijke namen. Dat was een onderscheiding tot in het onein dige, eeno eeuwigdurende verwarring. Men had eene "opeenhooping van historische herinneringen die do administratieve eenvormigheid allerdeerlijkst belem merde. Onze vaders, die een rekenkundigen aanlog hadden, hebben met- het verleden geheel gebroken. Indien zij al niet tot de allesoverwinncnde eenvormigheid gekomen zijn, die voor ons stervelingen onbereikbaar is, hebben zij althans dc aardrijkskundige gesteldheid, den almanak, den burgerlijken stand met een enkelen greep tot cijfers teruggebracht Dit is een dier uitvindingen j*10 cle wereld ons benijdt, ofschoon zij den moed niet heeft ons hierin na te volgen. jjleder Vliegenvanger ontvangt telken jaro bij de be taling zijner belasting een strook waarop negen cijfers OVlWOUIIf, V/XylA geborduurd zijn, die hij op straffe van boete en gevan genis altijd om zijn arm moet dragen. Van die negen ®ijfers drukken de eerste drie de ruimte uit, de volgende drie den tijd, de laatste drie de persoonlijkheid. Zeggen nu die drie eerste cijfers van mijn volgbriefje niet duidelijk dat ik geboren ben in de 6» provincie in het kanton in de 5» stad, met andere woorden in de plaats die vroeger Valkenstad genoemd werd, gelijk de woor denboeken opgeven? De volgende cijfers 5- Wat wil <lie-52 zeggen, vroeg Hyacint, Sire, dat is de wij ze waarop wij 10 schrijven. Wij .tellen tot 9 om nooit meer dan een cijfer in elke kolom te hebben, en (jaarenboron zou liet een misdaad, zijn van gekwetste piajpstoit, indien wij het koninklijk cijfer 0 gebruikten. De cijfer 5'2, 2, 9" too.ncn duidelijk aan dpt ik in het tiende jaar dezer ccnw, in de tweede neupaine (dit is de naapi der thans in onbruik geraakte week) ep op den negenden dag in het register van den burgerlijken stand ben ingeschreven. Wat het getal 3'56 betreft, dit wijst den rang aan Ht 'n 'ict huisgezin en in de maatschappij inneem, j cljf'er 3' meldt dat ik weduwnaar ben met een kind; -njline vrouw leefde had ik n».2; vóór mijn huwelijk dat r vo'sende 5 beteekent dat ik tot de vijfde klasse, hphvf c'er Rroote grondeigenaren, behoor. De armen ben n°- 1' ZÜ die alleen hoofdelijkon omslag betalen üc patentplichtigen n». 3, de kleine grondeigena ren n». 4. Eindelijk ziet, men aan dc G dat ik tot de zesde klasse, dat is die der hoogste ambtenaren, behoor. Dc boeren dragen n». 1, de werklieden 2, de kooplieden en de fabriekanten 3, de soldaten 4, de ambtenaren cn de ge- xechtsuienaars 5. Dit alles is een wonder van een voudigheid. Al te eenvoudig, zuchtte de baron Druiloor, de pude tijd was vrij wat beter. Moeial wijst den vorst op de uitgebreide toepassing van dat stelsel. Indien een jong mensch zich in liet huwelijk wil begeven, behoeft men omtrent zijn maat schappelijke positie en fortuin geen inlichting meer te vragen. Wanneer eene coquelle haar leeftijd wil geheim houden, een indringer zich te veel aanmatiging veroor looft, een burger zich te veel op den voorgrond plaatst, men vrage hem slechts naar zijn nommer. En daar het heerlijke ideaal, de oorzaak en het doel der regeering geen ander is dan een volk even als een leger te leiden en te drillen, bestaat er geen beter stelsel dan dat, volgens 't welk ieder ingedeeld, genommerd, ingeboekt en gestem peld is. „Ik hoop dat uwe majesteit de hervorming vol tooien zal. De eigennamen dienen alleen om deadministra- tieve regelmatigheid te belemmeren. Wat is eenvou diger dan te zoggen, ik ben 734,926,2 2 45; mijne vrouw is 321,9258,2345; mijn oudste zoon is 734,7 342,133. Uwe majesteit zal nu ook inzien waarom de 0 het zinnebeeld van het koninkrijk is. Boven tijd en ruimte geplaatst, is het koninkrijk onsterfelijk. Die éen kroon draagt heeft geen huisgezin; hij is de vader zijner onder danen; liij lieett geen afzonderlijk vermogen, want alles wat zijne kinderen bezitten is zijn eigendom; zij zijn overgelukkig wanneer zij hun geld, hunne krachten en hun leven voor zijne voeten kunnen nedérleggen. Dat is allervernuftigst, zeide Hyacint, en ik begrijp nu het spreekwoord 't welk zegt dat om in de wereld vooruit te komen, liet er maar op aankomt dat men een goed nommer heeft. Hyacint wordt nu meer cn meer in de kunst van regec- ren ingewijd, en kan zich dadelijk bezig houden met het teekenen van een honderdtal benoemingen, welke dien- zelfden morgen zijn opgemaakt. Zijne bewondering over dit groote getal wijkt, wanneer Moeial hem mededeelt dat or volgens de laatste statistiek 385,657 gesalarieerde ambtenaren zijn, 15,212 surnumerairs eu 12,525 adspirant- surnumerairs, in het geheel 413,394 geëmploieerden in 'slands dienst. Als men nu rekent dat ieder gemiddeld om de vijf jaren avanccment maakt, zijn er immers dagelijks 229,90 benoemingen? 'tls een heel leger, roept Hyacint uit. Helaas, sire! antwoordt de baron Druiloor, zijuoogen hemelwaarts richtende, dat is zeer weinig. Dit 'ongeioo- vige volk is zoo lui, zoo koppig en zoo boosaardig dat men om het den goeden weg te doen volgen twee ambte naren per man zou moeten hebben, een om hem tot werken te dwingen, een ander om hem te noodzaken te zwijgen. Mettertijd zal men daartoe komen. De hemel geven dat het dan niet te laat zij en dat de revolutie Hij zuchte, opende zijn snuifdoos cn zag Hyacint mede lijdend aan. Nu is het weder het oogenblik voor Moeial om het woord te nemen. Hij raad den koning aan zijn regeering in te wijden met een van die groote daden, waardoor de vorsten zich onsterfelijk maken en die in het leven dei- volken ingrijpen. „Uwe voorouders hebben een krachtigen uitgebreid gou vernement gevestigd, maar zoo lang nog iets te doen over blijft is het alsof er nog niets gedaan ware Nu reeds is elke Vliegenvanger iii onze handen gedurende zijn leven. Onze taak is het, hem in te schrijven bij zijn geboorte, hem onderwijs te geven, hem op te schrijven voorden militairen dienst, hem te straffen, in te enten, belasting te doen betalen, hem te adininistreeren, te trouwen, tc decorecren en te begraven. En toch, hoe dikwijls ont snapt hij ons toch nog niet tusschcn zijn geboorte en zijn dood! Wat zijn er nog leemten die aangevuld moeten worden O mijn vriend, roept de baron Druiloor uit, meteen teoderheid als of hij tranen in zijn stem legde, dat God u zegene, u en uw werk! Tem dit revolutionair ras; ont neemt het de mogelijkheid om kwaad te doen, en laat het slechts dc vrijheid om goed te doen. Zie hier, herneemt Moeial, eenige kleine wetsontwer pen die aan de edele begeerte van mijn -deugdzamen vriend zullen beantwoorden. En daarop leest bij het volgende ALGEMEENE INSPECTIE .DER JONGE VLIEGENVANGERS VAN 1 TOT 10 JAAP- "Wij Hyacint, door dc gunst van bet lot en dc bescherming der toovergodinnen, koning van het rijk der Vliegenvangers, prins van de Zotternij, hertog van de IJdelheid enz. enz. enz. '/Allen die deze zullen zien of hooreu lezen, salut! doen te weten "Overwegende dat de staat niet is ter wille van de burgers, maar dat de burger is ter wille van den staat, en wel om deze afdoende reden eertijds door den jp-ooten Arjstoteies aangevoerd, dat het geheel .gróoter ia dan een deel en dat theoretisch het geheel hét eerst bestaan heeft; "Overwegende dat je vaders en moeders ambten aren zijn, ver plicht om voor rekening van den staat de toekomstige belasting schuldigen, geadministreerde!! en lotelingen voort te brengen; "Overwegende dat de staat niet alleen recht heeft, maar ook verplicht is om toe te zien (lat deze voortbrengselen niet joor een slechte behandeling bedorven of verzwakt worden en dat daaruit voor een goede regeering de dure verplichting voort vloeit, te waken over al die kinderen die eenmaal de kracht en den rijkdom van het rijk zulle" nitjnaken, "hebben krachtens onze onfeilbare wijsheid, onbegrensde macht en ons koninklijk oppergezag, besloten als volgt: «Art. 1. Voor elk kanton van liet rijk zal een inspecteur en eene inspectricc benoemd worden, hetgeen dus voor de 33,343 kantons van ons gebied, 66,606 inspecteurs en inspectrices van de 2e klasse uitmaakt. "Art. 2. Br zullen 3000 inspecteurs en inspectrices benoemd worden om de 66,666 inspecteurs en inspectrices van de tweede klasse te inspecteren. "Art. 3. Kr zuilen 300 hoofdinspecteurs benoemd worden om de 3000 inspecteurs van de eerste klasse te iuspceteeren. "Art. 4. Tedere inspecteur cn inspcctrice van de tweede klasse zal elke maand hij alle jongens en meisjes van hun kanton een onderzoek instellen. Zij zullen zorgen dat de ouders, de kindermeiden en de minnen, op straffe van boete, dc regle menten waarhij de wijze van zogen, voeden, drenken, opstaan, naar bed gaan, wasschen, kammen, horstelen, kleeden, spelen, uit wandelen gaan der jonge burgers en burgeressen is vastgesteld, van punt tot punt naleven. Zij zullen de jeugdige geadministreerden aan een aller nauwkeurigst onderzoek onderwerpenzij zullen aan- teekening houden van den staat hunner tanden, van de frischheid vau hun huid, van de lengte en de kleur hunner harenzij zullen ze een voor een met de in een hijzonder reglement voorgeschreven balans moeten wegen, teneinde zich te kunnen overtuigen of zij in zwaarlijvigheid af of toenemen eindelijk zullen zij volledig antwoor den o]) de driehonderd vijf en twintig vragen die op den staat, welke hij dit besluit gevoegd is, zullen voorkomen. Art. 5. Dl- maande!ijksclib rapporten zullen binnen de acht dagen gezonden worden aan de inspecteurs vau de le klasse dis ze, voorzien van hunne aanmerkingenaan den hoofdinspecteur zullen zenden, die deze, op zijn beurt, insgelijks van zijne aanmer kingen voorzien, aan den minister zal zenden, waarna al deze rapporten zorgvuldig genommerd en geparafeerd 111 het rijks archief zullen geborgen worden om tot opbouwing van toekom stige geslachten dienstbaar te zijn etc. Denkt ge dan, zoo vergunde ziek Hyacint met be scheidenheid op to merken, dat de moeders niet genoeg van liare kinders houden om ze goed op te voeden. Moeial vindt wel dat het moederlijk instinct het meest verheven instinct is, maar de pest van individualisme, die plaag der monarch,611, moet tot eiken prijs gekeerd worden. Indien wij de aanstaande ambtenaren door do ouders wilden laten opvoeden, zou liet met de gelijk vormigheid weldra gedaan zijn. De grondzuilen van den staat waren dan ondermijnd. Wie kan bevelen over een 'volk sterker geschakeerd dan liet pak van Harlekijn! Indien men daarentegen de degelijke voorschriften van Lycurgus, Ifiato, Mortis, Eeneion volgt, zullen al de inge zetenen zóo sterk op eikhar gelijken dat men ze niet meer onderscheiden kan. Gelijk gekleed, gelijk gekapt, even onderdanig, even gehoorzaam, zal men niet meer spreken van het volk maar van het regiment der Vliegenvangers Welk een ideaal! Mijn waarde collega, merkte Druiloor op, gij spreekt nu maar over het lichaam, maar wat zult ge doen voor de gelijkvormigheid der zielen. Bedenk toch dat de geest satanisch is, dat daar de revolutie zetelt. Mijn waarde baron, antwoordt Moeial gedwongen, uw geheugen is kort. Hoe kunt ge anders vergeten dat ook het onderwijs in onze handen is. Dank zij eene waarlijk bewonderenswaardige politie, is er geen enkele Vliegenvanger die niet uit onze hand zijn geestelijk voedsel ontvangt dat eerst zorgvuldig van den revolutio nairen zuurdeesem gezuiverd is'. "Wij hebben een officieele zedenleer, wijsbegeerte, geschiedenis en waarheid; dat kleine volkje leeft van een en dezefde gedachte, en die is de onze. Hoe zou hij aan de weldadige atmos- pheer waarmede wij hem omringen kunnen ontsnappen? En toch, zegt Druiloor, worden die doom opgevoede heiligjes later razenden, die de verzenen tegen de prik kels slaan en geen eerbied koesteren voor hen die ze afgericht hebben. Dat is de schuld van de verdorvenheid der wereld en gebrek aan centralisatie hernam Moeial, maar ook voor deze kwaal bestaat een geneesmiddel dat wij nu gaan toepassen. Luister en oordeel. Prijzen van effecten. Amsterdam 9 Mei 1868. Nederland. Gertific. Werkelijke schuld 2) pet. dito dito dito 3 dito dito dito 4 Aand. Handelmaatschappij 4.j België. Certificaten bij Kothschild 2j Rusland. Obligatiën 1798/1816 5 Gertific. Hope Co4 Oblig. ctito 1855, 6e serie 5 dito dito Leening 1860 4j dito f 1000 1864 5 .Certificaten6 Aand. spoorweg Oblig. f 1000 1866 5 Loten 1866 5 Polen. Schatkistobligatiën4 Oostenrijk. Obligatiën metalliek5 dito 1847 1852 21 dito rente Amsterdam 5 dito 1864 5 dito fr. 500 1865 dito nationale5 Bankactiën3 Italië. Leening 18615 Spanje. Obligatiën 3 thans 2:j- Amortisable sehuld Portugal. Oblig. 1856—1862 3 Griekenl. dito" (blauwe) 5 Turkije. dito (binnenl.)5 r Amerika, dito Vorcemgde Staten (1882) 6 dito Illinois7 dito St.Paul Pac. Spw.2e.scc. 7 dito Atl.Gr.W.Spw.Ohio sec.(p) 7 dito dito geconsolideerde 7 dito dito dehentures 8 Brazilië. dito 1852/63 4) dito 1865 5 Mexico. dito3 Grenada. dito afgestempeld 1} Venezuela, dito2.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1868 | | pagina 3