tëuitertlanïr.
ftUntjclixicrk.
gezamenlijk bedrag van 193 franken en 75 cents. Deze
vrouw, welke van aalmoezen leefde en wier spoor men
tot nu toe niet heeft kunnen vinden, bezat dus een
fortuin van 6 a 7000 franken.
Het meerendeel van de vrijwilligerskorpsen in
Frankrijk heeft zich, na eenige aarzeling, onderworpen
aan de hun door het gouvernement gestelde regels,
waardoor zij schier een deel van de mobiele nationale
garde worden. Do andere houden op als verecnigingen
voor 's landa verdediging te bestaan, en worden enkel
vereenigingen voor onderlinge oefening in het schijf
schieten.
Uit Harlingen schrijft men: „Onlangs gewaagden de
dagbladen van de zeer onheuscheja onmenschelijke
handelwijze van sjouwerlieden te Enkhuizen bij gelegen
heid dat in de nabijheid dier haven een schip in nood
zat. Eeu tegenhanger van het daar gebeurde kan van
hier gemeld worden. Een der schippers, welke in de
vorige week bi"? den storm volgaarne de diensten aan
vaardden, hun zoo ter rechter tijd door onze manmoedige
sjouwerlieden aangeboden, had het plan heden morgen
door het groot scheepsvaarwater naar de provincie
Groningen te vertrekken, zonder bedoelde menschen. te
betalen. Deze riepen de assistentie in van den deur
waarder, die zich voor dag en voor dauw gereed maakte
en zich nog juist ter rechter tijd aan boord van den
weigeraclitigen schipper liet roeien, zijn exploitdeed en
nu verdere middelen tot gerechtelijke vervolging in het
werk stelt. De eisch der sjouwerlieden kan voorwaar niet
te hoog genoemd worden; zij vroegen 25."
Een paar weken geleden namen wij een bericht
uit het Limburgsche dorp Arcen en Velden op, waarin
klachten voorkwamen over willekcurigo handelingen van
den burgemeester ten opzichte van het uitgraven van
ijzererts. Bedoelde ambtenaar zou namelijk onderschei
dene personen, welke ijzererts lieten uitgraven op hunne
gronden, gedwongen hebben om zeker bepaald persoon
daartoe te gebruiken. De leden van den raad van Arcen
en Velden hebben daaromtrent ophelderingen gegeven
in het Roermondsche weekblad De volksvriend, van
2 Mei. Daaruit blijkt: dat in deze niet door den burge
meester alleen, maar geheel in overleg met den raad ge
handeld is. Dat de raad aan den persoon, over wiens
bevoordeeling men klaagde, het recht had overgedaan
om den ijzererts weg te halen van zekere gronden, die
de gemeente verhuurd had, „onder voorwaarde dat hij
met den huurder in overleg moest treden, alvorens tot
de uitdelving te mogen overgaan." Dat de huurders van
hun kant met Pruisische ertskoopers andere overeen
komsten hadden aangegaan, tot wier uitvoering zij ver
gunning van den gemeenteraad vroegen. Dat deze, met
het oog op de concessie, reeds door het gemeentebestuur
krachtens zijn eigendomsrecht op die gronden aan een
ander gegeven, geweigerd werd. Dat de huurders zich
aan die weigering niet stoorden, en alstoen na herhaalde
waarschuwing het voortgaan mot het werk hun belet
is. Het schijnt dus, dat do gemeente de uitgraving
niet als eigenaar gunnen kon zonder goedvinden der
huurders, en de huurders evenmin zonder goedvinden
van den gemeenteraad. Werkelijk moet het bij zulk een
verhouding twijfelachtig worden, van wien per slot van
rekening de vergunning tot het uitgraven zal uitgaan.
Een paar jaren geleden heeft de Belgische regee
ring maatregelen moeten nemen om te beletten, dat de
Engelsche visschers op de Ostendesche kust garnalen
kwamen visschen. Onlangs hebben eenige Engelsche
visehsloepen zich, gedurende den nacht, op nieuw aan
dezelfde overtreding schuldig gemaakt. Zonder thans de
tusschenkomst der overheid af te wachten, hebben de
Ostcndesche visschers besloten zich zeiven recht te ver
schaffen. Een troep van veertig hunner, met messen en
riemen gewapend, is op een zestal Engelsche pinken
overgesprongen en heeft voor eene waarde van 600 fr.
aan gevangen visch over boord geworpen. De Enge!-
schen, voor de overmacht moetende bukken, hebben bij
den Britschen consul eene klacht ingediend, ten gevolge
waarvan de zaak gerechtelijk wordt vervolgd.
De geschenken voor prins Humbert en zijne jeug
dige gemalin bestemd, zullen door verschillende bezen-
dingen uit Rome naar Florence worden overgebracht. De
deputatie van adellijke dames, die o. a. een diadeem ter
waarde van 27,000 fr. aan de prinses komt aanbieden,
bestaat uit de prinses Raspoli (geb. Pepoli) enachtandere
voorname vrouwen. De vrouwen uit den Romeinschen
burgerstand geven der „aanstaande koningin van Italië"
een stel hoofdsieraden van 15,000 fr. ten geschenke; de
Romeiusche burgers zullen den prins een rijkversierden
degen aanbieden- 'Iet steekspel, ter gelegenheid van de
huwelijksfeesten van den kroonprins en de kroonprinses
te Turyn gehouden, en waarvandeopbrengstvoor.de
armen bestemd was, heeft 70,000fr. opgeleverd. Het daar
voor opzettelijk gebouwde cirque kon 30,000 toeschou
wers bevatten. Dat, hetwelk insgelijks tot het houden
van een tournooi te Florence is opgericht, bevat zitplaat
sen voor 20,000 personen. Koning Victor Emanuel heeft
uit zijne eigen fondsen 50,000 fr. aan de armen van Turyn
en eene gelijke som aan die van Florence geschonken.
Aan al de paren, die op denzelfden dag als de kroonprins
in het huwelijk zijn getreden, is voorts door den koning
een bruidschat van 360 fr. toegelegd.
In le Siècle wordt zoowel voor de belastingschul
digen als voor de afgevaardigden in Frankrijk duidelijk
gemaakt, welk een onnatuurlijke last thans het land is
opgelegd. „Merkwaardigheden van het budget" is het
artikel gedoopt, waarin men o. a. het volgende leest: „Het
budget is zóo dik, zóo dik geworden dat men het in
vijl of zes stukken heeft gesplitst om het voor de kamer
bruikbaar te maken.
„Gewoon budget, budget der uitgaven uit bijzondere
inkomsten, buitengewoon budget enz. Maar onze afge
vaardigden zullen niet in staat zijn om zelfs in vijf
malen het budget op hunne schouderen te torsehen.
Twee milliarden zilver wegen tien milliardèn lood, want
een frank weegt vijf lood. Tien milliarden lood zijn tien
millioen pond. Elk onzer afgevaardigden heeft dus
33,300 pond op zijn schouders te nemen, en zou, zelfs
wanneer de last verdeeld wierd over de honderd dagen,
welke eene zitting duren moet, eene zware taak hebben:
hij zou eiken dag 333 pond hebben tc dragen. In goud
wegen 100 franken 32 lood; het budget zou alzoo 700
millioen lood of 700,000 pond wegen, dus meer dan 2300
pond voor eiken afgevaardigde, wat ook geen geringe
vracht uitmaakt. Eindelijk, daar de frank in zilver 23 streep
middenlijn heeft en ongeveer 44 eene el lengte hebben
en voorts de omtrek van de aarde 40 millioen el bedraagt,
zou ons budget een gordel om de aarde vormen, als men
44 maal 40 millioen van die muntstukken aan elkander
legde, wat slechts 1 milliard 760 millioen franken uit
maakt, zoodat nog 240 millioen muntstukken overblijven.
Die konden dan volgens de tegenwoordige mode dei-
dames tot een strik aan don gordel worden gebezigd;
want hunne gezamenlijke lengte zou zijn 5520 mijl, dus
tweemaal de afstand van Parijs naar St. Petersburg.
Wanneer men nu bedenkt dat dit budget jaarlijks terug
keert, en voorts dat de Franschon bovendien nog
octrooien, gemeentebelastingen, kerkelijke belastingen
enz. te dragen hebben, dan moet men erkennen, dat
er veel rijkdom, vertier en arbeid noodig zijn om
aan zulke eischcn te voldoen en bovendien nog in de
leehingen te voorzien, die de staat sluit. Het aller
merkwaardigste echter is dat de staat bij al deze
leeningeu niet rijk wordt, dat integendeel de milliarden.
die opgebracht worden, jaarlijks door eene meer of min
der bedekte leening gesteund moeten worden. En zoo
gaat het niet met ons alleen: overal ziet men hooge
budgetten, groote behoeften en noodlottige schulden."
Vbermameterstand
8 Mei. 's av. 11 u. 58 gr.
9 's morg.7 u 64 's raidd. 1 u. 78gr.
Algenncn overzicht.
Morgen zal het veelbesproken bezoek van keizer
Napoleon aan Orleans plaats hebben, om aldaar een
landbouwfeest hij te wonen. Verschillende geruchten
willen echter dat de keizer geenerlei toespraak zal
houden, hetgeen bovendien door het officieus regee-
ringsorgaan le Oonstitutionnel wordt bevestigd
Ondanks de oppositie, welke het wetsontwerp omtrent
de drukpers in den Fransehen senaat ontmoet, mag men
nogtans voorspellen dat bij eindstemming het ontwerp
zal worden aangenomen. De senaat toch heeft eergisteren
met 98 tegen 24 stemmen een voorstel verworpen, strek
kende tot het terugzenden van het ontwerp naar het wet
gevend lichaam ter nadere overweging.
Het officieus Fransch regeeringsorgaan le Oonstitu
tionnel acht het de moeite waard om de gisteren mede
gedeelde berichten uit Weenen omtrent de gespannen
toestand tusschen Frankrijk eti Pruisen ten eenenmale
ongegrond te verklaren.
Volgens verzekering der Wiener Presse zal de Prui
sische regeering, tegenover de voortdurende en naar het
oordeel van Pruisen ongegronde weigeringen van Dene
marken om de voor-stellen omtrent de grensregeling in
Slees wijk aan te nemen, zich tot de regeeringte Weenen
wenden om hare tusschenkomst te erlangen. Deze hou
ding van Pruisen zou het dubbel voordeel kunnen
hebben dat de Sleeswijksche quaestic, na eenige onder
invloed van Oostenrijk nog verkregen concessiën, werd
opgelost en dat de vijandschap tusschen Weenen en
Berlijn weder eer.igermate verminderde.
Tijdingen uit Londen melden dat aldaar over de hou
ding van het ministerie Disraëli eene zeer groote onte
vredenheid heerscht, vooral ook omdat men de politieke
goede trouw van :den eersten minister verdenkt.
I Er bestaat namelijk strijd tusschen de verklaringen
van het kabinet in liet hoogerhuis bij monde van den
hertog van Richmond en in het lagerhuis door
den heer Disraëli gegeven. Eerstgenoemde verklaarde
dat de koningin aan den heer Disraëli onbepaalde vol
macht had gegeven om het parlement te ontbinden als
zich eenige moeilijkheden voordedeh, terwijl de minister
Disraëli oen eenigazinsander resultaat zijner audiëntie bij
do koningin mededeelde. Tegenover do ontbindingsbe
dreiging van do regeering blijft men overigens spreken
van het plan der oppositie om een bepaald votum van
wantrouwen naar aanleiding van het voorgevallene uit te
lokken, terwijl anderen gewagen van het voornemen een
adres aan de kroon te richten om een ministerie te ont
slaan, hetwelk do beginselen der ministerieele verant
woordelijkheid feitelijk heeft geschonden.
De depêche, welke de consnl-generaal van Oostenrijk
te Bucharest aan do Romaansche regeering heeft gericht
om zijne beweringen omtrent de ver volging der Israëlieten
tc handhaven is thans publiek gemaakt. Daarin zegt do
baron Eder dat hij verschillende stukken ter beschikking
stelt van den minister van bnitenlandsche zaken om deze
vervolgingen nog nader te con'stateeren. „In uwe nota
van 22 April aldus eindigt do Oostenrijksche consul-
generaal beschuldigt gij den heer consnl-generaal van
Oostenrijk te Jassy van zich te hebben belast met de ver
spreiding van hetgeen gij verzinsels noemt, en hetgeen
ik moet noemen de ware mededeeling der feiten, gelijk
zij zich werkelijk hebben toegedragen en gelijk zij thans
op onbetwistbare wijze zijn geconstateerd. Het heeft mij
zeer leed gedaan, mijnheer de minister, dat gij, op grond
van onjuiste en zonder nader onderzoek aangenomen
informatiën, beschuldigingen hebt geuit tegen een kei
zerlijk ambtenaar, aan wiens achtenswaardigheid geen
twijfel kan bestaan en die, in het bestaande geval, blijk
heeft gegeven van een ijver welke door u had hcliooren
te worden gewaardeerd. Deze vertegenwoordiger der
keizerlijke regeering toch heeft het eerst een ontwerp
openbaar gemaakt, hetwelk uwe vorstelijke rogeering
zelf ton zeerste van de tribune heeft gestigmatiseerd.
Gij hebt u voorts, mijnheer dc minister, niet bepaald om
uwe waardeering van het voorgevallene, wcIkc ik niet
aarzel onjuist te noemen, mij mede te doelen. Gij
zijt verder gegaan; gij hebt deze officieel ter kennisse
gebracht van de te Bucharest gevestigde vertegenwoor
digers dor giiarandeérende mogendheden. Ik vlei mij
thans dat gij, heter ingelicht omtrent den waren stand
van zaken in Moldavië, u zult beijveren om bedoelde
mededeeling, even onjuist, als kwetsend, te verbeteren.
Iletismij overigens niet genoeg, mijnheer de minister, om
de. in Moldavië plaats gehad hebbende gewelddadigheden
en het aldaar gepleegd misbruik van gezag ter uwer
kennisse te brengenhet is nog mijn pligt om aan
te dringen op uwe tusschenkomst bij zijne vorstelijke
hoogheid, opdat onmiddellijk afdoende hevelen aan de
autoriteiten worden gezonden opdat de tegen de Israë
lieten gerichte vervolgingen zullen ophouden; opdat
krachtige maatregelen te Bakou worden genomen om
dc rust in de stad en het district te handhavenopdat
de schuldigen aan de feiten, welke ik do eer had n niede
te deele-n, voor den rechter worden gebracht en gestraft
ingevolge de bestaande wetsbepalingen; opdat eindelijk
de uit de geipeenten ten platten lande verdreven huis
gezinnen in het bezit hunner woningen worden hersteld
en schadeloos gesteld voor do gewelddadige en onwet
tige verdrijving, welke men ten hunnen opzichte heeft
gepleegd."
Omtrent den stand van het conflict tusschen Frankrijk
en Tunis wordt door de Parijschc dagbladen van heden
medegedeeld dat de weg van onderhandelen door den
bey nog niet geheel verlaten is. Do generaal Rafïo is
door laatstgenoemden vorst naar Parijs gezonden en
heeft gisteren met den minister van bnitenlandsche
zaken Moustier eene conferentie gehouden.
Een bericht uit Washington meldt dat de debatten in
de zaak van den president Johnson eergisteren zijn
gesloten en de zitting is verdaagd tot Maandag aan
staande. Dinsdag zal de senaat uitspraak doen.
Uit Abyssinië is in Engeland de tijding aangebracht
dat de Engelsche troepen omstreeks 20 April allen in
geregeldon afmarsch waren naar de zeekust, nadat
Magdala met de daarbij hehoorende vestingwerken ver
brand en vernield was. Sir ltobert Napier hoopte om
streeks 25 Mei met al zijnetroepen dezeekust te bereiken.
DE PRINS KRULHOND.
■PRQ»
f.D. r,4moi!tA VB.
IT.
De koning wordt door graaf Moeial uitgenoodigd zijn
regeering in te wijden door het verleenen van gratie aan
veroordeelden tot geringere misdaden, als dieven, falsa
rissen en moordenaars.
Heb ik het goed verstaan, vraagt de koning, rekent
gij de moordenaars tot de geringere misdadigers, wie zijn
dan de groote schuldigen
Ge groote schuldigen, antwoordt de baron Druiloor,
zijn die boosaardige menschen die misbruik maken van
hun bedorven vernuft om den godsdienst, den staat, den
vorst en zijn ministers aan te vallen. Een moordenaar