COURANT.
N°- 67.
Zondag
1868.
Editie van Zaterdag avond 8 uren.
Middelburg 25 April.
Heden is in de tweede kamer bij de algemeene beraad
slagingen over de staatsbegrooting het woord gevoerd
door de heeren Jonckbloet, Storm van 'sGravesande, de
Bieberstein, Thorbecke en van Bosse, die alle de handel
wijze van het ministerie op nieuw bestreden. Als verde
digers van het ministerie lieten zich hooren de heeren
Rochussen, van Nispen van Sevenaer, Saaymans Vader,
Begram en de Bosch Kemper.
Wij vernemen dat in eene heden gehouden algemeene
vergadering van den polder Walcheren besloten is, om
over te gaan tot het verpachten der zijkanten van de
wegen in Walcheren, over welker eigendom, gelijk men
weet, sedert lang reeds verschil met de gemeentebestu
ren bestaat.
In den loop van dezen winter vergastte de heer K. R.
Pekelharing de directeuren en leden van het Zeeuwsch
genootschap met hunne dames qp een zestal voorlezingen
over eenige der historische drama's van Shakespeare.
De eerste was aan een levensschets van den grooteu
dichter gewijd, en vervolgens werden de Richard II,
de HendrikIV, Hendrik V, Hendrik VI [en de Richard III
behandeld. De spreker liet zijne hoorders telkens een blik
werpen op de geschiedenis van den tijd, waarin Shakes-
peare's personen optraden, vooral waar dit noodig was
om de bedoeling van den schrijver duidelijk te maken,
of de fragmenten welke uit de drama's werden mede
gedeeld, aan elkander te verbinden. Met nadruk wees
hij telkens op de zedelijke beteekenis der stukken waarin
bijna elk karakter zich op natuurlijke wijze uit de
omstandigheden ontwikkelt. Het doel der lezingen werd
door den spreker zeiven genoemdeen poging om, voor
namelijk bij zijne hoorderessen, die zich wel eens ten
onrechte door een verkeerde voorstelling van de lezing
der werken van Shakespeare laten afschrikken, den lust
op te wekken om die ter hand te nemen en den fijnen
menschenkenner, den onovertroffen karakterschilder, den
grooten dichter, alzoo door eigen onderzoek te leeren
kennen en te waard eeren. Dat dit doel bereikt zal worden
isgeen te gewaagde onderstel I ing, als men in aanmerking
neemt hoe al de lezingen door een talrijk gezelschap,
waarvan de dames verre het grootste deel uitmaakten,
zijn bijgewoond, zonder dat men uit iets kon opmerken
dat de in den aanvang zoo levendige belangstelling een
enkel oogenblik verflaauwde. Algemeen was dan ook
die instemming, met de hulde die de heer Lantsheer,
voorzitter van het uitvoerend bestuur des genootsohaps,
paarde aan den dank dien hij den spreker gisteren avond
na hert eindigen zijner laatste lezing toebracht; want, ook
al mag men met den spreker verschillen omtrent de
opvatting van de zedelijke strekking, of wil men liever
die beteekenis, van Shakespeare's werken, zeker was
onder de aanwezigen niemand die door de voorstelling
van den spreker niet levendig geboeid werd, over de
heerlijk schoone overzetting van talrijke met kieschen
smaak gekozen fragmenten niet verrukt was.
Bij beschikking van 21 dezer is aan D. Dissel werf, te
Brielle tot wederopzegging vergunning verleend voor
•een stoomsleepdienst op de hoofdrivieren in de provin
ciën Noord-Brabant, Gelderland, üuid-Holland, Zeeland,
Utrecht, Overijsel en Limburg.
Donderdag avond heeft de prins van Oranje te Am
sterdam een feest bijgewoond, hetwelk te zijner eere in
de officieren-societeit gegeven werd.
De soiree hij de koningin, die tot elf uren duurde, was
zeer talrijk bezocht. II. M. verscheen er in een kleed
van zilverstof met halssieraad en diadeem van juweelen.
Zij heeft eene partij whist gespeeld met de commissaris
des koning» in Noord-Holland, den burgemeester van
Amsterdam en den heer A. Stóffiregem, consul-generaal
van Rusland.
Gisteren was er diner van 64 couverts in de gallerg-
zaal. Tot de genoodigden behoorden burgemeester en
wethouders, de leden van den gemeenteraad, de ge
meente-secretaris, de presidenten van de Nederlandsche
handelmaatschappij, van de Nederlandsche bank en van
de maatschappij helix Meritis.
De koning en de prins van Oranjehebbende Ambacht
school bezocht en het standbeeld van Vendel in het
Wandelpark bezichtigd. De koningin .bracht een bezoek
aan de LvmiseBehool.
Des avonds zou de koninklijke familie een («moert in
Felix Meritis bijwonen.
De Amsterdamsche bladen deélen het door den burge
meester van Amsterdam gesprokene hij gelegenheid der
jl. Woensdag door den koning verleende audiëntie, vol-
genderwijze mede
„Sire! de raad van Amsterdam nadert met den meesten
eerbied tot uwe majesteit, zich verheugende uwe majes
teit te mogen begroeten binnen Amsterdam, dat steeds
de hartelijkste blijken v 'Ti genegenheid voor het huis
van Oranje heeft gegeven en geven zal.
„Wanneer wij, voor zooveel Amsterdam betreft, terug
zien op het afgéloopen jaar, dan mogen wij uwe majesteit
op veel goeds wijzen.
„De hesluiten van den raad, om met de meeste kracht
verdere uitvoering te geven aan de wetten op het lager
en middelbaar onderwijs, zullen grooten en goeden invloed
oefenen op de intellectueele en moreele ontwikkeling van
de bevolking dezer gemeente.
„Evenzoo is eindelijk eene beslissing genomen in eene
zaak, die lang hangende was, betreffende het bouwenvan
een nieuw gasthuis en van eene nieuwe kraaminrichting.
„Deze besluiten zullen, zoo wij vertrouwen, zeer be
vorderlijk zijn aan den bloei van het geneeskundig
onderwijs hier ter stede, waaraan in het laatste jaar zulk
eene aanzienlijke uitbreiding is gegeven, dat het althans
niét heneden het academisch onderwijs kan worden ge-
rékend. In verband hiermede mag de raad niet ontvein
zen, dat hij met leedwezen kennis nam van het nieuwe
ontwerp tot regeling van het hooger onderwijs, waarin
niet slechts volstrekt geen spraak 'is van de hier reeds
zoovele jaren gevestigde inrichting van hooger onderwijs,
maar zelfs bepalingen worden gevonden, die deze ons
dierbare inrichting met ondergang bedreigen. Wij hopen
dat hierin verandering kome!"
De burgemeester vestigde thans de aandacht op de
aanzienlijke uitbreiding en verfraaiing der gemeente en
op het besluit van den raad om aan den nieuwen aanbouw
eene in groote trekken bepaalderichtingte geven. Daarop
vervolgde hij ongeveer aldus: „Maar sireterwijl wij
U. M. op veel goeds wijzen, mogen wij de schaduwzijde
niet verbergen. Te vergeefs zag Amsterdam uit naar
eene verzekering van de uitvoering der plannen tot ver
betering der gemeenschap met andere steden en landen,
zoowel te land als te water. Noch liet eene, noch bet
andere is iets gevorderd. Ondertusschen is door den raad
eene laatste poging gedaan, om de verdere uitvoering
van het kanaal door Holland op zijn smalst te verze
keren. Dat besluit doet ons verwachten, dat de staat de
verdere uitvoering op zich zal nemen. Mocht dit echter
zoo niet zijn, dan trekt de raad zijne subsidie niet in;
hij zal zéker hij zijn besluit volharden, om in het laatste
geval de f 3,000,000 uit te betalen in éen termijn, op een
vastgestelden datum, en wel zoodra het werk gereed is.
„SireWij meenen deze zaak hij vernieuwing te mogen
aanbevelen in uwe liooge aandacht, in het vertrouwen,
dat betere gemeenschap krachtig zal bevorderen niét
slechts den bloei van Amsterdam, maar de welvaart van
geheel ons dierbaar vaderland, onder het geliefd huis
van Oranje
Op deze toespraak heeft Z. M. de verzekering gegeven,
welke reeds is medegedeeld, waarop hem de nieuwe leden
van den raad door den burgemeester werden voorgesteld.
Ten kantore der Amsterdamsche Kanaal-maatschappij
zijn de voorstellen ter inzage gelegd, waarop Z. M. de
koning doelde, en die in de algemeene vergadering van
1 Mei e. k. moeten worden behandeld. Naar men ver
neemt, zal de voltooiing van het werk van rijkswege
worden verzekerd, door middel der Amsterdamsche
Kanaal-maatschappij, mits de gemeenteraad van Amster
dam de extra toegestane bijdrage van drie millioen
gulden, in drie termijnen, aan den staat uitbetale. :Een
•gedeelte van het bestuur der vennootschap zal door het
irijk moeten worden aangesteld.
Onder het afdrukken van dit nommer ontvangen wij
per telegraaf een uitvoerig overzicht van de financieele
regeling der aangelegenheden van de Amsterdamsche
kanaal-maatschappij, hetwelk met bovenstaande opgaaf
in hoofdzaak overeenkomt. Wij kunnen er alleen nog
het volgende uit mededeelen
Den 1 Augustus 1876 moet het werk voltooid zijn.
De rentebetaling door den staat 'over de uitgegeven
aandeelen ad 8| millioen wordt nader geregeld.
De rente wordt gegarandeerd over hO jaren van 61 mil
lioen öbligatiën.
Hefknleuws.
Door het kiescollege VAn de hervormde gemeente
te Zierikzee is gisteren uit het vroeger vermelde drietal
tot predikant aldaar beroepen de heer D. P. M. Gras-
winckel, predikant te Zalk, met 37 van (te 61 uitge
brachte stemmen. De heer Schim van der Loeff, predikant
te Bergen op Zoom, bekwam 26 stemmen. Er was 1 briefje
in 'blanco.
De heer W. Callenbaeh, predikant hij de hervormde
gemeente te Gaastmeer, heeft voor het beroep naar
Vrouwepolder bedankt, aangezien hij de beroeping naar
Bergschenhoek heeft aangenomen.
Op het door het kiescollege der Nederduitsche her
vormde gemeente te Deventer opgemaakte twaalftal, ter
beroeping van een predikant, zijn onder anderen geplaatst
de heeren E. C. Jungius en F. W, N. Hugenholtz, beide
predikant te Zierikzee.
Marine en leger.
Eergisteren is ter reede van Texel geankerd Zr. Ms.
fregat met stoomvermogen Adolf hertog van Nassau,
kommandant de kapitein ter zee de Man, komende uit
de Middellandsche zeeplaatst van Portsmouth.
Men verneemt, dat Zr. Ms. stoomschip de Valk
bestemd is, om na binnenkomst van Zr. Ms. fregat Adolf
hertog van Nassau, uit de Middellandsche zee, nu laat
stelijk uit Engeland, een gedeelte der bemanning van
dit schip over te brengen naar den Moerdijk, van waar
dit gedeelte (ongeveer 100 man) verder pér spoortrein
zal worden overgevoerd naar Toulon ter in dienststelling
van het aldaar nieuw gebouwde ramschip de Schorpioen.
Het transport zal gekommandeerd worden door den luite
nant ter zee 1« klasse J. F. van Kervel, 1" officieren
mede begeleid worden door den officier van gezondheid
2" klasse C. J. van Stockum.
Z. M. de koning heeft bepaald: 1. dat de plaatselijke
kommando's te Maastricht, Venlo en Bergen op Zoom
worden opgeheven, voor de twee laatstgemelde plaatsen
te rekenen met den eersten Augustus a.; 2. dat voortaan
te Utrecht, Groningen, Zutfen en Arnhem plaatselijke
kommandanten zullen zijn gevestigd; 3. dat in stede van
te Maastricht en te Bergen op Zoom plaatselijke adju
danten zullen zijn gevestigd te Deventer, Zutfen en
Doeshorgh. In verhand hiermede zijn benoemdtot lui't.-
kol. plaatselijken kommandant 2e kl. te Utrecht, de maj.
A. B. Keyzer, van het 1» reg. vesting-artillerietot maj.
plaatsel. komm. 3e klasse te Groningen, de kapt. D klasse
J. J. F. Eras, van het 8» reg. inf.; tot maj. plaatsel komm.
3= kl. te Zutfen, de kapt. 1<' kl. J. W. A. Ort, van hét
5" reg. inf.; tot maj. plaatsel. komm. 3<' kl. te Arnhem de
kapt: 1« kl. T. L. van der Vliet, van het 2= reg. inf.
Rechtzaken.
De arrondissements-reclithank alhier heeft Donderdag
der vorige week een aantal zaken behandeld, waarin <te
uitspraak op eergisteren was bepaald; die uitspraak is
echter tot a. Donderdag uitgesteld.
Eergisteren heeft de rechtbank uitspraak gedaan in
de volgende dien dag behandelde zaken.
Jan den Herder, koopman te Vlissingen, was beklaagd
dat hij den 11 Maart jl. op de openbare straat aldaar, na
eene voorafgaande woordenwisseling op het kantoor van
den Heer J. B. de Groof, diens zoon den heer L. T. de
Groof beleedigend heeft toegevoegd: „gij zijt een dief!
jelui zijt allen dieven en schelmenDe 'beklaagde ont
kende dart hij die woorden gesproken had. Volgens zijne
voorstelling zou hij van bedoeld kantoor geworpen zijn,
waarbij zijn vest is gescheurd, en naar aanleiding daarvan
zou hij gezegd hebben: „Gooit schelmen en dieven van
't kantooT, maar geen burgerman." De rechtbank heeft
hem echter schuldig verklaard aan het in het openbaar
beleedigend uiten van smaad- en scheldwoorden, welke
geenerlei ten laste legging eener bepaalde en omschre
ven daad, maar van eene aangeduide ondeugd behelzen,
en hem, onder aanneming van verzachtende omstandig
heden, veroordeeld in eene geldboete van f 3 en in de
kosten.
Jacobus Keersemaker, kleermaker alhier, was be
klaagd dat hij den 19 Maart j l. een bij hem als garnizère
ingelegerd militair geen voldoend nachtleger heeft ver
strekt, daar die man op den .planken vloer heeft moeten
liggen met een voddenzak als hoofdkussen en een vloer-
naatje tot deksel. De beklaagde beriep zich op zijn on
vermogen en zeide datgeen onwil bij hem heeft bestaan.
De rechtbank heeft hem schuldig verklaard aan weige
ring van een nalatigen belastingschuldige om een bij
hem ingelegerd krijgsman voldoend nachtleger te geven,
e.u veroordeeld tot eene geldboete van f8, alsmede in de
kosten.
Johannes Cammaert, landbouwer te Waterland
kerkje, was beklaagd dat hij den 21 Februari jl. op den
openbaren weg in die gemeente, toen hij geld uit zijn
zak vermiste, tot Elizabetk van Gel uwe, die met hem en
anderen op een wagen gezeten was, beleedigend gezegd
heeft: „dat hebt jij gestolen; gij zijt een dief!" De be
klaagde gaf op, dat hij gezegd heeft: „ik ben inijn geld
kwjjt;:gjj zjjteen dief!" en wel omdat hij gezien had dat